‘Kan nu iedere ziel via een geest een mens creëren op de Aarde? Zeker niet, om dat te doen is een energie nodig die de meeste zielen nog niet in voldoende mate bezitten, namelijk de ware liefde. De Bron zelf gebruikt dus zijn energie om de mens te scheppen en dat niet alleen in het begin, maar altijd, dus ook nu op dit moment en in de toekomst. Tijdens de zwangerschap heeft een vrouw dan ook veel meer begeleiders die de liefdesenergie van het goddelijke mogen doorgeven zodat de mens groeien kan in het lichaam van de vrouw. De stof zelf is niet zomaar iets, want als het alleen maar iets materieels was kon het niet functioneren, ook niet met een ziel. De stof zelf is ook bezield door het goddelijke, door de Bron gecreëerd om door ons gebruikt te worden om te leren en te ervaren. Maar de stof zelf is ook een energievorm die op een bepaald trillingsniveau functioneert. Deze energievorm zelf heeft ook een evolutie, de materievormen evolueren en een atoom van nu zal straks niet meet hetzelfde zijn. Ook al is dat moeilijk voor te stellen, probeer dit eens te overdenken.
Het is het beste om dit als volgt te zien. De Bron is een energievorm die zich op een oneindig aantal niveaus manifesteert. Elk trillingsniveau wordt hierbij aangeraakt. Alles wat in vormen zichtbaar is, maar ook energieën, golven, de onzichtbare en geestelijke wereld, enzovoort, is gelijk aan de Bron. De totale som van al deze manifestaties is het koninkrijk van de Bron. Zielen kan men dus vergelijken met atomen in het lichaam van de Bron.
De vorm is de mens, net zoals die van andere wezens op andere planeten, is niet een uit de lucht gegrepen vorm die een beperking oplegt. De structuur van het lichaam vertoont wel degelijk verband met het geestelijke leven. Als men dan op Aarde is, kan men door het lichaam te bekijken een stuk van de geschiedenis van de geestelijke wereld zien, en te weten komen hoe die eigenlijk zou moeten zijn. Want wie zichzelf en daardoor de Bron leert kennen, ziet dat alles een bedoeling heeft en dat niets aan het toeval wordt overgelaten. De atomen van een lichaamsdeel bijvoorbeeld, vormen samen een orgaan, een orgaan dat een specifieke taak heeft in dat lichaam. Weet dat elke cel van dat orgaan dezelfde informatie bevat; met andere woorden, vele cellen vormen samen bijvoorbeeld de lever, en elke levercel heeft alle eigenschappen van de lever. Die ene cel heeft weliswaar al die eigenschappen op een gespecialiseerde manier in zich maar kan in isolatie nooit de leverfunctie overnemen. Daar zijn alle levercellen voor nodig in de vorm die zij hebben gecreëerd; de lever. De lever heeft op zijn beurt weer het lichaam nodig om te functioneren. We kunnen een orgaan nu gaan vergelijken met één van de twaalf stelsels van het sprookje. Elk stelsel bestaat uit vele zielen, tezamen vormen de twaalf stelsels nu het lichaam van de Bron. Door de structuur en opbouw van het menselijke lichaam te bestuderen, kun je dus iets van het grote geheel waarnemen. We zien er ook een deel van het sprookje in terug waarin een disharmonie het evenwicht verstoorde. In het lichaam is dat ook zo want zoals bekend kan een geestelijke of een lichamelijke onevenwichtigheid een ziekte veroorzaken. Geestelijke onevenwichtigheid doet het lichaam namelijk verzwakken. Een lichaam wordt gezond gehouden door een sterke geestkracht. Een geestkracht die van nature op het goddelijke is afgestemd met behulp van liefdesenergie.’
[Jaap Hiddinga, Het leven, p. 90]