[008] Het verhaal van de zondvloed heeft Jaap Hiddinga van jongs af aan gefascineerd. Hij heeft veel gelezen over dat verhaal en over de mogelijke overblijfselen van de Ark op de berg Ararat in Armenië. Maar naarmate hij er meer over te weten kwam, zag hij ook meer hiaten en onmogelijkheden in dit verhaal. We weten inmiddels dat er nooit een wereldomvattende zondvloed is geweest. Het bewijs daarvoor is vrij gemakkelijk te vinden in de structuur van de aarde. Natuurlijk hebben zich plotselinge overstromingen (als gevolg van klimaatveranderingen) en aardverschuivingen voorgedaan. Zo weten we bijvoorbeeld dat de zeespiegel van de Middellandse Zee zevenduizend jaar geleden ongeveer tweehonderd meter lager lag dan nu. Maar ook op andere gebieden op aarde zijn afwisselend erg nat (bijvoorbeeld ten gevolge van overstromingen) en erg droog geweest. Zo werkt de natuur nu eenmaal, want de aarde is een levend wezen met veel veranderingen in klimaat. Toch zijn de basiselementen uit het verhaal van groot belang. Ik vroeg me af of het mogelijk was om het verhaal beter te kunnen zien tijdens een uittreding.
Ik zag de aarde zoals men die vanuit de aarde zou kunnen zien. Het landschap zag er wat anders uit dan ik het nu kende en ik kreeg het sterke gevoel dat ik vanuit verleden naar de aarde keek. De verschillen tussen dit beeld en de huidige situatie waren duidelijk, maar niet erg groot; er was meer land te zien en de oceanen leken een fractie kleiner. De aarde maakte een plotselinge beweging, waardoor de watermassa aan de oppervlakte in een heftige beweging kwam. Stukken land werden overspoeld door de golven, andere kwamen droog te staan. Ik kon mij voorstellen dat dit op aarde als een ramp werd ervaren door de mensen die in de getroffen gebieden woonden. Maar na een korte tijd was de planeet weer rustig en kalm. Ik zag hoe het water en de landmassa zich op een andere manier verdeeld hadden; de nieuwe situatie leek meer op die van de tegenwoordige tijd.
Het lichtwezen dat mij vergezelde legde uit: ‘Wat je zag is de verschuiving van de aardas. Dit is een natuurlijke verandering die zich in de geschiedenis van de planeet vaker heeft voorgedaan. Op het moment dat zoiets plaatsvindt, veranderen de levensomstandigheden op aarde. Voor de stoffelijke mens is dat een ramp, voor de geestelijke mens niet. Bedenk dat de aarde een levend wezen is dat zich steeds aanpast. De verschuiving van de aardas is geen wereldomvattende ramp. In werkelijkheid is de aarde erg stabiel omdat zij een maan heeft die op een bepaalde afstand om haar heen draait. Als de maan er niet was zou de aarde meer schommelen en zou het leven zoals jullie dat kennen veel moeilijker zijn en waarschijnlijk zelfs onmogelijk. In de geschiedenis zijn dergelijke rampen vaak in herinnering aanwezig. Maar er zijn zoveel rampen geschied dat het onmogelijk is om ze allemaal te laten zien.
Ik zag de geschiedenis van de aarde. Het leek wel eren versneld afgedraaide filmwant de gebeurtenissen volgden elkaar heel snel op. Ik zag hoe de polen groeiden en hoe ijstijden en warmere periodes elkaar afwisselden. Vervolgens zag ik hoe het niveau van de oceanen steeg, hoe bepaalde delen van het land onder water kwam te staan en hoe eilanden ontstonden die voorheen vast hadden gezeten aan het vasteland. De situatie veranderde vaak. Er was eigenlijk geen echte rust op het aardoppervlak. Maar een wereldomvattende zondvloed had ik niet wargenomen. Ik veronderstelde dat dit dan verder terug in de tijd geweest zou zijn, maar de engel glimlachte slechts en sprak: ‘De gebeurtenissen die in de herinnering aanwezig is van mensen en bekend staat als de zondvloed heeft nooit op aarde plaatsgevonden. Maar hij is wel van enorm belang geweest voor de mensheid van nu en hij heeft de geschiedenis van de aarde wel bepaald. Kom mee, dan zal ik je die gebeurtenis laten zien.
Ik was verbaasd over de woorden van het lichtwezen. Dit voorval had niet op aarde plaatsgevonden, maar was wel van enorme invloed geweest op het leven op aarde? Dit leek een paradox en ik vroeg me af wat dit zou kunnen zijn.
We gingen weg van de aarde, verder het heelal in. Al na korte tijd verlieten we het zonnestelsel en gingen steeds dieper en verder het heelal in. Ik herkende deze gebieden wel, want ik was er in het verleden vaker geweest. Na een lange reis kwamen we in een ander zonnestelsel. De ster die hier de rol van de zon had, was iets kleiner dan de zon die wij kennen en gaf ook een ander licht. Het was eerder een beetje witblauw en erg fel. Mijn aandacht werd getrokken door de planeten die om deze ster draaiden. Ik zag er vijf. We gingen naar de planeet die op een na het dichtst bij de ster was. Ik kon een vreemd landschap waarnemen zonder zichtbaar leven. Wel zag ik heel oude ruïnes van monumenten, gebouwen en steden. Ooit was deze planeet bewoond geweest, maar vanwege de enorme droogte was er geen leven meer mogelijk.
De engel zei: ‘Dit is het oorspronkelijke huis van de mensheid. Jullie komen hier vandaan en hebben hier duizenden jaren lang geleefd tot het einde. Dit einde was een ware ramp voor de mensen van toen. Dat einde ga je opnieuw zien.’
Ik kon nu teruggaan in de geschiedenis van de planeet. Ik zag nu een fantastisch mooie planeet met uitgestrekte landschappen en oceanen. In zekere zin deed de aanblik mij een beetje denken aan de aarde, maar het landschap was hier mooier en kleurijker. Het was vooral helder. Ik zag hoe de beschaving zich hier enorm had ontwikkeld, en dat die in heel veel opzichten superieur was aan die van de aarde van nu. Verder viel het me op dat er geen onderverdeling in landen aanwezig was. Het geheel maakte een vredige indruk.
[011] Plotseling zag ik hoe deze vredige rust aan het veranderen was. Een gigantische komeet naderde de ster en bewoog zich langzaam in de richting van de planeet. De hitte van d ester en de wrijving in de atmosfeer van de planeet zorgden ervoor dat de komeet begon te smelten: grote en kleine stukken kwamen los. Deze ijsballen kwamen in een baan rond de planeet en naderden de planeet. Ik zag hoe de mensen in paniek raakten. Telkens als er een ijsbal op de planeet neersloeg was er niet alleen een enorme verwoesting maar steeg ook het water. Dit hele proces nam enige maanden in beslag. Op een gegeven moment was het water in de oceanen zover gestegen dat alle landmassa’s verdwenen waren. Alles was nu onder water en ik zag hoeveel mensen in bootachtige voorwerpen en op kunstmatige eilanden op het water leefden. Veel mensen waren omgekomen, het leven van de overlevenden was enorm veranderd. De planeet was nu ogenschijnlijk rustig. Maar in de korte periode die aan de volledige overstroming voorafging, had ik kunnen zien hoe een paar grote vliegtuigen of ruimteschepen met een klein groepje mensen, dieren en zaden van de planeet was weggevlogen. Op zoek naar een nieuwe woonplaats en om de achtergebleven mensen weer op te komen halen op het moment dat er een nieuwe woonplaats gevonden was. De mensen die achterbleven leefden echter niet lang meer. Er was immers geen mogelijkheid om voedsel te verbouwen en om nieuwe bodemschatten aan te boren. Er was immers geen droog land meer. Na enkele generaties, die met steeds grotere problemen te maken hadden gekregen, was er geen levend wezen meer over op deze planeet. Het enige wat was overgebleven waren de vissen en de andere oceaandieren.
De problemen van de planeet waren nog niet voorbij. De toestand van de ster was kritiek, hij was niet langer in staat om een zacht, warm klimaat te creëren op de planeet. De intensiteit van de straling zorgde ervoor dat in de daaropvolgende eeuwen het water snel verdampte. In eerste instantie bedekte een zwaar wolkendek de planeet. Het werd steeds heter onder dit zware wolkendek en een nieuwe kettingreactie ontstond. De dampkring werd weggevaagd en wat overbleef was een dorre, koude, kurkdroge planeet zonder leven. Maar de sporen van de ooit bloeiende beschaving waren nog steeds zichtbaar en in de droogte vergingen zij ook niet.