‘Koning Gilgamesh was een mens die het eeuwige leven van de goden probeerde te krijgen. In hem stroomde het bloed van de koninklijke Anunnaki omdat hij in de erfopvolging van Enlil stond. Hem was als eerste mens het recht op eeuwig leven in het vooruitzicht gesteld, wat het woonrecht op Nibiru zou hebben betekend.
*Hierbij past een kanttekening, te weten dat hier het woord ‘recht op eeuwig leven’ op twee verschillende manieren kan en moet worden geïnterpreteerd. Het ‘recht op leven’ en ‘lichamelijke onaantastbaarheid’ zoals die in onze Grondwet (art.10) voorkomt, is hier vanzelfsprekend niet van toepassing vanwege de politieke dualiteit die onze aarde kenmerkt. En dus valt dat het ‘recht van eeuwig leven’ onder een ander, want kosmisch beginsel, want een ‘inwijdingskwestie’. De mens is wat aanleg betreft (geestelijke deel DNA) een eeuwigheidswezen omdat zijn ziel eeuwig leeft en niet kan worden afgebroken of vernietigd. En we weten maar al te goed dat de mens zelf (met zijn eeuwige ziel in zijn stoflichaam – ergens opgeborgen – aanwezig is, een tijdelijk omhulsel is om zich over de aarde te kunnen verplaatsen. De ziel is daarom een energetisch-geestelijke multidimensionale aanwezigheid in dat lichaam, dat het ’recht op eeuwig leven’ zelf moet kunnen bereiken vanwege die aanwezige aanleg daartoe. En Gilgamesh kon vanuit een heel andere cultuur dan de onze nog niet weten dat er binnen de schepping onderscheid wordt gemaakt tussen fysieke- en geestelijke werelden binnen onze totaal schepping ofwel het heelal (dat vaak het universum wordt genoemd, maar in werkelijkheid bestaan er miljarden universa én heelallen tegelijkertijd. Vandaar die oneindigheid van ruimte. Dat wist Gilgamesh niet en dat valt hem niet kwalijk te nemen, al was hij wel – in onze ogen een hoger geestelijk wezen, maar bij wijze van spreken 5- of 6D. En de huidige spirituele kennis met multidimensionaliteit waren hem vreemd. De mens, zo weten we nu vanuit boodschappen van channelaars, zijn in de kiem oneindig scheppende wezens, maar die inzichten moeten persoonlijk worden uitgewerkt en opgebouwd. En daarmee is het ‘recht op eeuwig leven’ ontrafeld: wij als mensen zijn erfdragers van het eeuwig leven waarvan we op aarde nog niet bewust zijn, maar naarmate we bezig zullen gaan zijn met de bewuste opbouw van dat eeuwige leven, zullen we ons ook leren te voorzien van de komende eeuwigheidsstatus (opgestane meesters).
‘Het Gilgamesh-epos vertelt heel uitvoerig over zijn strijd, die hij verloor omdat hij nog geen toegang tot Nibiru kon krijgen.
*Met andere woorden, Gilgamesh was inderdaad een 5D-‘halfgod’ (want ook de multidimensionale werelden kennen lage(re) en hogere hiërarchieën), terwijl Nibiru volgens deze tekst een hoger-multidimensionale planeet was. En omdat ik voel dat dit juist is, wordt het nu ook verklaarbaar dat deze planeet een uitzonderlijke baan om de zon heeft en zelfs opdrachten heeft te vervullen in andere sterrenstelsels.
‘Een andere, positiever gewaardeerde persoonlijkheid is Thot (bij de Grieken Hermes Trismegistos). Hij staat erom bekend dat hij zijn kennis aan de mensen heeft doorgegeven. Thot werd door zijn broer Marduk uit Egypte verdreven, waarna hij de oversteek naar Midden-Amerika maakte (volgens Jelaila Starr in het jaar 3113 voor onze jaartelling). En daar werd hij door de oerinwoners vereerd als de Gevederde Slang. Deze benaming herinnert weer aan Hermes, de Romeinse boodschapper der goden, met slangenstaf eb veren vleugels. De Azteken noemden hem Quetzalcoatl en de Maya Kukulkan. De kalenderkennis in Midden-Amerika gaat heel waarschijnlijk op hem terug.
Wordt vervolgd
[53-54]