Hfd 32
Jezus en Barata. Zij lazen tezamen de heilige boeken. Jezus staat afwijzend tegenover de boeddhistische opvatting over de evolutieleer em onthult de ware afkomst van de mens. Ontmoet Vidyapathie, die zijn mede-arbeider wordt.
[72] ‘Onder de boeddhistische priesters was er een die een hoge wijsheid in de door Jezus gesproken woorden zag. Het was Barata Arabo.
Jezus en Barata lazen tezamen de Veda’s, de Avesta, de wijsheid van Gautama en de joodse psalmen en de profeten.
En lezende en pratende over de mogelijkheden van de mens zei Barata:
De mens is het wonder van het universum. Hij is een deel van alles want hij is een levend wezen geweest op elk niveau van leven.
Er was een tijd [*Hier doet zich een schoolvoorbeeld voor van de tijdsverschil tussen toen en nu: alles was 3D en inzicht in 5D is pas van deze tijd!] dat de mens er niet was [*Want de mens is even oneindig en eeuwig als de schepping zelf omdat de schepping niet los bestaat van de mens!; ze zijn noodzakelijk afhankelijk van elkaar; alleen moet de complete ziel in de neutrale zone tot bewustzijn worden gebracht, wat in het hemelrijk niet bestond!] en daarna werd hij wat vormloze substantie in de matrijzen van de tijd [*3D!]; en daarna een protoplasma.
Door een universele wet [*Wet van Vooruitgang!] hebben alle dingen de neiging opwaarts te streven naar een staat van volmaaktheid [*Hier blijkt Jezus al vooruit te zien en dus aan te kondigen van wat vandaag 5D genoemd wordt]. Het protoplasma evolueert tot vorm, dan tot reptiel, vogel en dier en dan ten laatste bereikt het de vorm van de mens [*En deze mens is verschillend van de complete ziel in het hemelrijk dat ervoor koos altijd in het hemelrijk te blijven zonder het evolutiepas in de materie!].
De mens zelf is denken, en denken is hier volmaking bereiken door ondervinding: denken wordt dikwijls openbaar in vleselijke vorm en dan in de vorm, die het beste voor de groei van het denken geschikt is. Aldus wordt denken openbaar als worm, of vogel of dier, of mens.
De tijd zal komen dat alles in het leven geëvolueerd zal zijn tot de staat van de volkomen mens.
En nadat de mens de volmaakte mens is geworden zal hij tot hogere vormen van leven evolueren.
En Jezus zei: Barata Arabo, wie heeft u geleerd dat het denken dat de mens is, zich kan openbaren in het vlees van dieren, of vogels, of kruipend gedierte? [*En dat voor altijd, want de mensenziel maakt enkele ervaringen mee in het wezen van die scheppingsvormen, maar alleen of die levens voor een korte tijd te ervaren!]
Barata zei: Vanaf de oudste tijden waarvan de mens geen herinnering heeft, hebben onze priesters het ons verteld en zo weten wij.
En Jezus zei: Verlichte Arabo, zijt gij een grote geest en weet ge niet dat een mens niets weet door wat hem verteld wordt?
De mensen geloven wat anderen zeggen: maar op deze manier wéét hij niets. Als de mens wil weten, moet hij [zich]zelf zijn wat hij weet.
Herinnert ge u Arabo dat ge een aap, een vogel of een worm was?
Nu, wanneer ge geen bewijs hebt voor uw pleidooi dan dat de priesters u dat zo verteld hebben, dan weet ge niet, maar raast slechts.
Let dus niet op wat iemand heeft gezegd, laten wij het vlees vergeten en ga met de geest naar het land van de onsterfelijke dingen, de geest vergeet nooit.
En terug door de eeuwen heen kunnen grote geesten zichzelf nagaan, en aldus wéten zij.
Er was nooit een tijd waarin de mens niet was [*Want zoals hierboven aangegeven: de onbewuste mens als zielenwezen!].
Dat wat begint [3D!] heeft ook een einde. Als er een tijd is geweest dat de mens er niet was, zal er ook weer een tijd komen waarin hij niet meer bestaat [*Want opgegaan in de scheppende Bron!]
In Gods eigen optekenboek lezen wij: De Drie-Enige God ademde uit en zeven geesten stonden voor zijn gelaat. De Hebreeërs noemden deze zeven geesten: Elohim.
En deze zijn het die in hun onbegrensde macht alles geschapen hebben wat is en was [*In de aardse context!]. deze geesten ban de drie-enige God bewogen zich over de oppervlakte van de eindeloze ruimte en zeven ethers waren [er] en ieder ether had zijn eigen vorm van leven.
Deze vormen van leven waren slechts de gedachten Gods, gekleed in de substanties van hun ether-niveaus.
De mensen noemen deze etherniveaus: het niveau van het protoplasma, van de aarde, van de plant, van dier, van mens, van engel en van Cherubim.
Deze niveaus, overvloeiende van alle gedachten Gods kunnen nooit gezien worden door de ogen van mensen in het vlees, zij zijn samengesteld uit substantie die veel te fijn is om door menselijke ogen gezien te kunnen worden, en toch bouwen zij de ziel der dingen.
En met de ogen van de ziel kunnen alle levende wezens deze etherniveaus en alle vormen van leven zien.
Omdat alle vormen van leven op ieder levensniveau, gedachten Gods zijn, kunnen alle wezens denken, en ieder wezen is in het bezit van een wil, en heeft gerekend naar zijn staat van zijn, de macht om te kiezen.
En in hun eigen niveau worden alle wezens voorzien van voeding uit de ethers van hun niveaus.
En zo was het met elk levend [*En dus bezield] ding totdat de wil een trage wil werd en toen begonnen de ethers van het protoplasma, de aarde, de plant, het dier, de mens, zeer langzaam te vibreren.
De ethers werden steeds meer verdicht en alle wezens van deze niveaus werden met grovere gewaden bekleed, de gewaden van vlees, die men kan zien; en aldus verscheen de grovere openbaring die mensen de fysische [fysieke] noemen.
En dit is wat de val van de mens wordt genoemd; maar de mens viel niet alleen, maar protoplasma en aarde en de plant, en dier, waren allen in de val inbegrepen.
De engelen en Cherubim vielen niet; hun wilselement bleef sterk en daardoor hielden zij de ethers van hun niveaus in harmonie met God.
[74] Toen nu de ethers de snelheid van de atmosfeer bereikten en alle wezens van deze niveaus hun voerding moesten ontvangen van de atmosfeer, kwam het conflict en toen werd wat de eindige mens, het voor[t]bestaan van de sterkste heeft genoemd: wet.
De sterkere at de lichamen van de zwakkere openbaringen en hier ligt de oorsprong van de stoffelijke [*Er bestaat ook een geestelijke evolutie, waar ook de Bron in participeert] evolutiewet.
En nu, in al zijn schaamteloosheid, valt de mens aan en eet de dieren, het dier consumeert de plant, de plant teert op de aarde, de aarde absorbeert het protoplasma.
In het gindse koninkrijk van de ziel is deze stoffelijke evolutie niet bekend, en de grote arbeid van de grote geesten is om het erfdeel van de mens te herstellen, om hem terug te brengen tot zijn verloren staat van zijn, opdat hij wederom zal leven van de ether van zijn oorspronkelijke niveau.
De gedachten Gods veranderen niet; de manifestaties van leven op elk niveau ontvouwen zich naar hun aard in perfectie. En daar de gedachten Gods nooit kunnen sterven, is er geen dood voor enig wezen in de zeven ethers van de zeven geesten van de drie-enige God.
En daarom is een aarde nooit plant, een dier of vogel, een kruipend wezen nooit een mens en de mens is niet, en kan niet zijn een dier, of vogel of kruipend ding [sic].
De tijd zal komen dat al deze zeven manifestaties geabsorbeerd zullen worden, en mens en dier en plant en aarde en protoplast bevrijd zullen worden.
Barata was verbaasd: de wijsheid van de joodse wijze was een openbaring voor hem.
Vidyapathie, de wijste van der wijsgeren van India, hoofd van de tempel van Kapavistu, hoorde Barata met Jezus spreken over de oorsprong van de mens, en hoorde het antwoord van de Hebreeuwse profeet en hij zei:
Gij priesters van Kapavistu, hoort naar mij: wij staan heden op een top van de tijd. Zes eeuwen geleden werd een grote ziel geboren, die aan de mens een glorievol licht bracht, en nu staat hier in de tempel Kapavistu, een grote wijze.
Deze Hebreeuwse profeet is de vergoddelijkte morgenster van wijsheid. Hij brengt ons een kennis van de geheimen Gods, en de gehele wereld zal zijn woorden horen en bewaren, en zijn naam verheerlijken.
Gij priesters van tempel Kapavistu, staat op, weest stil en luistert wanneer hij spreekt. Hij is het levende orakel van God.
En alle priesters dankten en prezen de Boeddha der verlichting.
Wordt vervolgd
[72-74]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.