In het vervolg op de voorgaande serie over de bestaande Dimensies die op aarde bestaan, dan wel in ruimer perspectief dan de aarde alleen, namelijk in ons galaxy, is het van belang om aan te geven dat voorafgaande aan de beschrijving van de 9 dimensies in het boek van Peter Toonen het volgende overzicht vooraf gaat (p.209):
‘Dit is een opsomming van de ‘negen evoluties’ volgens de ‘Maha Tatri’ vanaf de 3e Dimensie:
3e Dimensie: Divya-Ratri: de Nacht van de Vorm;
4e Dimensie: Siddha-Ratri: de Nacht van de Realisatie;
5e Dimensie: Vira-Ratri: de Nacht van de Moed;
6e Dimensie: Kala-Ratri: de Nacht van de Vernietiging
7e Dimensie: Darvna-Ratri: de Nacht van de Frustratie
8e Dimensie: Vira-Ratri: de Tweede Nacht van de Moed;
9e Dimensie: Moha-Ratri: de Nacht van de Begoocheling
In deze laatste fase stort een ster in en verdwijnt in de anti-materie. Hier voorbij ligt dan de 10e Dimensie, de ‘Nacht van de Schittering’, van waaruit je in andere universa belandt.
Volgens Drunvalo bedraagt het totaal aantal Dimensies maar liefst 144, maar dan heb je het ook over Universa ver voorbij de voor ons waarneembare en voorstelbare melkweg en andere sterrenclusters.
Vanuit onze 3e Dimensie zijn andere Dimensies misschien moeilijk voorstelbaar, zeker wanneer je het begrip ‘tijd’ als lineair ervaart. Het zijn holografische, maar met elkaar verbonden werelden in werelden in werelden. Via ons Hogere Zelf bestaat een deel van ons ‘zelf’ – of deel van onze ziel – in meerdere dimensies.’
Tot zover deze laatste tekst uit het gedeelte dat ik hierbij heb willen citeren – voor de lezer en voor mijzelf – omdat het voor mij meditatieteksten vormen en vanaf nu aangevuld gaan worden uit andere bronnen (boeken) of persoonlijke belevingen die met dit thema te maken hebben. Nieuwe aanvullingen zullen via updates betekend worden gemaakt, waarbij steeds zal worden aangegeven waar de nieuw ingebrachte tekst in welke blog van toepassing is (en daar inmiddels is toegevoegd in de bestaande tekst.
In het kader van deze blog over de 144D is het vanzelfsprekend dat lezers zich afvragen of er dan sprake is van de hemel. Welnu, waarover heb ik jaren geleden een document gemaakt, die ik hierbij zal invoegen opdat de lezer zelf over ‘eigen denkstof’ zal beschikken:
De reis door de ‘absolute werkelijkheid van het Koninkrijk der Hemelen’ (Visioen 2)
[bron: Jaap Hiddinga, Visoenen en uittredingen]
Ik werd meegenomen in de ‘ruimte’ op een tocht door het zichtbare heelal[1] en mij werd verteld: ‘Je gaat nu een reis maken door het je bekende heelal en door het universum. Let goed op, want je gaat veel zien.’ Ik ‘zweefde’ door de onmetelijke ruimte en het eerste dat mij opviel was dat het geheel niet zwart was, zoals de nachtelijke hemel. Er waren allerlei kleuren, wolken, sterren en nevels en het geheel leefde, gonsde en maakte een diepe indruk op me. [Dit wordt bevestigd door allerlei ruimtefoto’s die door onze moderne instrumenten mogelijk worden gemaakt, jw]
De engel sprak: ‘Dit is jullie leefsysteem en bevat op andere[2] niveaus ook alle geestelijke sferen en gebieden waar jullie vertoeven nadat jullie het aardse kleed hebben afgelegd. Alles vindt hier plaats, maar toch is dit beeld niet compleet. Je gaat nu naar de “oneindigheid” en je zult zien dat de werkelijke “hemel” iets anders is dan wat de mensheid denkt. Veel is door het denken van de mens zelf in het leven geroepen, want de angsten en verlangens van de mensen zijn groot. Vele sferen en gebieden die door mensen(zielen) worden gezien en als echt beleeft, zijn slechts een maaksel van de mens zelf. Sommige geestelijke leringen die de realiteit van deze sferen verkondigen houden daardoor de werkelijke groei vaak tegen zonder dat ze zich ervan bewust zijn dat zij kwaad doen. De gedachte van een ziel (mens) is zeer sterk en kan in bepaalde sferen vorm aannemen. Dit is voor jullie niet altijd zichtbaar. Je moet leren onderscheid te maken tussen wat werkelijk is en uit goddelijke bron komt en wat de mensen zelf door hun denken hebben gecreëerd en instandgehouden. Let maar eens goed op, ik zal je iets laten zien.’
De engel hield haar handen over mijn ogen en door de warmte veranderden mijn ogen, waardoor ik in staat was ‘geestelijk’ te zien. Een aantal vreemde taferelen ontrolde zich voor mijn ogen. Er waren allerlei ‘eilandjes’, landschappen, die stuk voor stuk erg mooi waren. Daarop woonden en leefden geesten en zielen al naar gelang de positie van het eiland. Het ene eiland was wat ‘hoger’ gelegen dan het andere en de zielen trachtten door hard te werken telkens naar een hoger eiland te komen. De engel sprak: ‘Wat je nu ziet, zijn de geestelijke sferen waar de zielen wonen en werken op het moment dat zij niet meer in de stof op een planeet kunnen wonen.[3] Zoals je ziet, gaat dat leven, werken en leren gewoon door, maar dan in een geheel andere vorm.
Deze sferen worden door de mens zelf geschapen met behulp van de geestelijke leraren en goddelijke helpers, maar het is de “hemel” niet. Jullie bepalen zelf het aanzicht van dergelijke eilandjes en je kunt zien hoe beperkt dit is. Al naar gelang je achtergrond, cultuur en ras op aarde, bouw je het aangezicht van je “eiland” op. Let maar eens op. In jullie denken is er geen ruimte voor “rassen”, maar ook niet voor de wezens van een geheel andere planeet die hun eigen eilandjes bouwen. Zie je nu hoe dit werkt? Alle levensprocessen, zowel die in de stof op een planeet als de aarde, als in een der geestelijke sferen of hellen, want die maken jullie ook zelf, zijn een integraal geheel dat gezamenlijk een evolutiestroom vormt. Dit stopt pas op het moment dat de mensheid de werkelijke hemel kan begrijpen en benaderen. Denk niet dat dit een fout is, want alle geestelijke sferen worden uit liefde door God gegeven en toegestaan om jullie met deze begrippen vertrouwd te maken. Maar je moet leren om het niet tot een doel op zichzelf te maken. Indien een mens op aarde zich verdrietig voelt en honger heeft of wat voor situatie dan ook ondergaat, dan heeft hij of zij het verlangen om naar een “betere” wereld te gaan. Maar dat mag jullie doel nooit zijn. De reis is net zo belangrijk als het uiteindelijke doel, dat het merendeel van de mensheid nog niet kent. Het moet bovenal duidelijk zijn dat er niet iets is zoals “sterven” en “eeuwig slapen”. Het leven is eeuwig en stopt niet. De ziel is onsterfelijk en leeft altijd en zal altijd moeten “werken”. De stoffelijke dood is alleen de overgang naar een fase waarin andere situaties geleerd en beleefd moet worden.
‘Begrijp je dit alles? Ik knikte, want het was inderdaad volkomen duidelijk. Ik moest onwillekeurig denken aan alle geestelijke leringen en religies en aan beschrijvingen van de ‘hemel’ en de ‘hemelse sferen’. Indien de mensen echt goed nadachten, kon men inzien dat deze beschrijvingen zelf beperkingen inhielden en dat er dus nog ‘iets anders’ ‘moet’ zijn.
De engel sprak: ‘We zullen dit nu gaan verlaten en verdergaan; je reis is nog niet ten einde.’ Weer ‘zweefden’ we verder en na een lange reis waarbij we eindeloze massa’s sterren, planeten en spiraalnevels tegenkwamen, werd het langzamerhand donkerder en leger. De engel sprak: ‘We zijn nu bij de grenzen van het je bekende universum. In enkele ogenblikken gaan we door die grens; let goed op, want dit is belangrijk.’
We zweefden nog een korte tijd verder en kwamen bij een dunne doorschijnende wand die als gelei aanvoelde. We gingen erdoorheen en een geheel nieuw tafereel ontrolde zich voor mijn ogen. Ik stond er verbaasd naar te kijken.
Het universum dat we nu achter ons lieten was als het ware verpakt in een grote bol van gelei die zo ontzettend groot was, dat daar geen voorstelling van gemaakt kon worden. De omgeving zag er nu anders uit en vele andere soortgelijke bollen waren zichtbaar en bewogen zich langzaam in een vreemd licht dat niet te beschrijven is. Ik had al eerder gezien dat kleine groepen van sterrennevels zich in een dergelijke bol bevonden. Binnen het universum waren telkens twaalf sterrenstelsels met elkaar verbonden en ze hadden ook een soort schil[4] om zich heen die vrijwel onzichtbaar was. Al deze schillen bewogen op een bepaalde wijze binnen het universum, maar dat ook het universum zelf in een dergelijke schil was verpakt, zag ik nu pas. We zweefden verder en vanuit een bepaalde positie zag ik vele bollen of schillen met daarin elk een volledig universum. Elk universum bestond weer uit vele sterrenstelsels, waarvan er telkens twaalf ook weer in een schil verpakt waren, die zo goed als onzichtbaar was, en die door het universum zelf zweefden.
De engel sprak: ‘Wat je nu ziet is de ruimte van de neutrale zone [zie op de blog]. Deze hele ruimte, die gevuld is met vele universa zoals je die nu ziet, heeft grenzen (is niet onbegrensd) en is slechts één van de vele gebieden in het werkelijke hemelrijk. We zijn nu aan één van de grenzen gekomen van de neutrale zone, maar je reis en je lessen zijn nog niet ten einde. Ik mag hier niet verdergaan, maar andere wezens zullen je nu begeleiden en onderwijzen. Ik zal op je wachten tot je reis door het hemelrijk is afgelopen en je naar de aarde terug begeleiden.’ Ik nam afscheid van mijn begeleider en ging de grens over van de neutrale zone naar iets wat ik niet beschrijven kon.
Er was een aantal wezens die niet op iets geleken wat ik zou kunnen beschrijven; zij ‘waren’ er gewoon en hun stemmen klonken in mijn hoofd als een directe verbinding, maar het was geen telepathie of een andere vorm van hersenoverdracht. Zij waren ‘perfect’, maar niet op de manier zoals men zou denken. Een van deze wezens (ik kan ze geen engelen noemen, want dat is een te ‘kleine’ beschrijving voor hen) verwelkomde mij en legde uit dat ik een reis mocht maken door het hemelrijk waar nog geen mens, die in de stof verkeerde, was geweest. Ik was diep onder indruk en verklaarde mij bereid.
We gingen nu op weg en het eerste dat mij opviel was dat de omgeving elke mogelijke beschrijving tartte. Alles was vreemd en ik had het gevoel dat alles ‘mooi’ was, hoewel dat volstrekt niet het geval was in de aardse zin. Er waren geen paradijselijke toestanden, geen bloemen en vlinders en dieren, geen paleizen met fonteinen en geen palmstranden met een blauwe zee. Kortom, alles wat de mensen als mooi, rustig, vredig en hemels ervaren was er niet. Het geheel maakte echter een bijzonder diepe indruk en gaf het gevoel als het ware te bestaan uit een soort gigantisch landschap.
Wij gingen naar een ‘bergtop’ (dit was geen echte berg maar voelde zo aan[5]) en vanuit dit punt keken we naar de omgeving. Beneden mij lag een enorm dal dat zich zo ver uitstrekte als het oog kon zien. In het dal waren vreemde energiepuntjes te zien die leken op kleine trillende bolletjes en die gonsden. Het dal was opgedeeld in twee helften, de ene helft was gevuld met witte ‘bolletjes’ en de andere helft was gevuld met zwarte ‘bolletjes’. Het wezen dat de leiding had van de expeditie sprak: ‘Dit is het land der zielen. Wat je hier ziet zijn pure ongedeelde zielenvonken (volledige zielen) die zich in het absolute hemelrijk bevinden en dus niet in de neutrale zone. Deze zielen volgen niet de evolutiestadia zoals jij die kent en hebben geen lessen te leren zoals jij. Zij hebben andere bezigheden en zij “zijn”. Begrijp je dit?’
Ik knikte. Het wezen vervolgde: ‘Zoals je ziet is de ene helft wit en de andere helft zwart; dit is om aan te geven wat er in werkelijkheid gebeurt en het heeft niets met positief en negatief of goed en kwaad te maken, zoals sommige mensen misschien zouden kunnen veronderstellen. Alle zielen zijn hier volledig goddelijk en hebben alles in zich. Er zijn geen karma’s of herinneringen meer, want die bestaan hier niet. De zwarte zielen zijn identiek aan de witte zielen, maar dan tegengesteld georiënteerd. Zij behoren tot de antikrachten.
Het absolute hemelrijk bestaat namelijk uit twee systemen die elkaars inversie [=omkering] zijn. De absolute God beheert deze allebei en staat boven deze systemen. De systemen houden elkaar in evenwicht en hebben interactie met elkaar om de absolute evolutie naar God toe te doen plaatsvinden. Zonder deze, beperkte, interactie zou er geen evolutie kunnen beginnen.’
Ik zweeg, want ik begreep dat de werkelijkheid erg gecompliceerd was, en het wezen vervolgde: ‘We zullen je nu laten zien hoe een ziel eigenlijk in de neutrale zone terechtkomt en waarom dit gebeurt.’
We ‘zweefden’ naar het dal toe en boven de grenslijn tussen het systeem en het inverte systeem hielden we halt. Ik zag de individuele zielen aan beide kanten en zag hun bestaan en ‘leven’. ‘Let nu goed op’, zei het wezen dat mij begeleidde, ‘je kunt nu iets bijzonders waarnemen.’ Ik zag dat de zielen die zich het dichtst bij de grens van het inverte systeem bevonden een vreemde invloed ondergingen, waardoor er een soort nieuwsgierigheid bij hen ontstond. Er was als het ware een ‘natuurlijke’ beweging of drang van deze zielen in de richting van dit inverte veld. De ziel was nieuwsgierig en wilde zich eigenlijk ‘verzetten’ tegen het beter weten in dat dit inverte veld niet bij hem behoort.[6] Op het moment dat een ziel besloten had om te onderzoeken wat er aan de andere kant gebeurde, werd hem een eenvoudige vorm van bewustzijn geopenbaard en begon de ziel zich ‘tegen de norm te verzetten’. Dit gevoel bespoedigde zijn reis naar het inverte veld tot het moment dat hij ‘wezenlijk’ in het inverte veld was aangekomen. Dit was bijzonder, want de ziel ervoer nu dat hij zich niet langer tussen gelijke soortgenoten bevond, maar dat hij uniek was ten opzichte van de omgeving, die nu tegengesteld georiënteerd was. Dit was een geweldige openbaring voor de ziel en een nieuw bewustzijn was aan zijn ervaringswereld toegevoegd. De ziel kon, doordat hij nu uniek was in het inverte veld, zichzelf waarnemen en zichzelf meten. De ziel wilde vervolgens groter en ‘machtiger’ worden, maar dat kan natuurlijk niet. Op dat moment greep een controlefunctie in en werd de ziel die nu definitief in het inverte veld was vastgeraakt, meegenomen naar een soort opvangstation waar alle zielen die dit overkomen was, zowel van het ene veld als het inverte veld, werden ontvangen. Ik keek diep onder de indruk naar dit gebeuren en stelde in gedachten een vraag.
De begeleider vertelde: ‘Wat je nu gezien hebt is het mechanisme dat de ziel ertoe aanzet om een reis van bewustwording te ondergaan. Dit ligt in iedere ziel, ook op jullie aarde, besloten. Jullie weten dit als een soort oergedachte en jullie denkrichtingen vertellen hierover in termen van “zonde” en “zondeval”. Dat is echter fout, want het is in werkelijkheid een bewustwordingsproces dat elke ziel ondergaat en bovendien vindt dit gebeuren in de werkelijke hemel plaats en niet in een van de universa van de neutrale zone en zeker niet op jullie eigen planeet. Op het moment dat de ziel dit overkomt heeft hij een keus. Hij kan, en moet, deze bewustwording omzetten in de liefde voor de goddelijke kracht die in het hemelrijk aanwezig is.[7] Doet hij dit, dan kan hij verder naar de overige woonplaatsen der “goden”. De andere keus is de nieuwsgierigheid naar het onbekende en daardoor een verzet tegen de goddelijke kracht. Zoals je ziet is het merendeel van de zielen geneigd de laatste mogelijkheid te kiezen. Op dat moment worden zij door ons opgepakt en in een opvangstation verzameld. Van hieruit moeten zij naar de neutrale zone om de evolutiestroom mee te maken die hen door alle levensfasen en lessen terugbrengt naar de goddelijke Schepper en zijn oneindige liefde.’
We gingen nu naar een opvangstation en ik zag dat dit station voor de ene helft in de ‘hemel’ stond en voor de andere helft in de neutrale zone. Het station was vol met zielen van beide systemen die door het bovengenoemde proces waren afgescheiden uit het ‘land der zielen’ van het hemelrijk. Zij werden door andere wezens ingedeeld in groepen en er werd hun verteld dat zij nu een evolutiestroom in de neutrale zone moesten ondergaan. De zielen luisterden niet naar de wezens, maar stonden als het ware te popelen om naar binnen te mogen gaan. Ik stond er enigszins verbijsterd naar te kijken.
Mijn begeleider legde uit: ‘Er legde uit: ‘Er zijn zeer vele mogelijkheden in de neutrale zone en men kan van alle mogelijke lessen volgen. Indien men echter is ingedeeld in een bepaalde stroom, dan blijft men deze volgen totdat men de neutrale zone weer kan verlaten aan het einde van de “louterende” evolutie. Op een volgende reis mag je het indeelsysteem en de verschillende evolutiestromen beschouwen, want sommige zijn zeer vreemd, maar niet op deze reis. De reis die je nu maakt is bedoeld om je het werkelijke “hemelrijk” te laten zien.’
We gingen verder en na enkele ogenblikken hadden we het opvangstation en het dal der zielen verlaten. We zweefden nu hoog boven een vreemd ‘landschap’ dat geen landschap was maar een energetisch beeld, maar ondanks dat gaf het toch de indruk een ‘landschap’ te zijn.
Na een lange reis kwamen we bij een vreemd gebied dat omheind leek te zijn door hoge bergen. Het had vreemde paarsblauwe kleuren en de ‘lucht’, die geen lucht was, had een diep donkerrode en toch lichtgevende kleur met oranje en gele zonnen. Het was groots en deed indrukwekkend aan. Beneden zag ik zeer vreemde creaturen die aan geen enkel bekend wezen deden denken. We gingen naar beneden en stopten om naar deze wezens te kijken. De begeleider sprak: ‘Dit deel in het absolute hemelrijk is het land der “draken”. Het woord “draken” is natuurlijk niet juist, maar ik geef je deze naam omdat deze wezens lijken op de mythologische draken, die men dacht te zien. De draken hebben een geweldige energie en helpen de schepping door zeer specifieke taken uit te voeren die hoofdzakelijk te doen hebben met de bescherming van de zielen op de planeten. Draken kunnen ingrijpen in de geweldige krachten, hoofdzakelijk van nucleaire aard, die in het heelal werkzaam zijn. Zoals je ziet zijn het vreemde creaturen, maar het zijn hoofdzakelijk enorme hoeveelheden geconcentreerde energie. Jullie zouden ze nu op jullie planeet een vorm van plasmabollen noemen in plaats van draken.’ Ik keek naar deze wezens en was diep onder de indruk. Sommige van deze wezens kwamen naar ons toe en via de overdracht van de hersenen was het mogelijk om te communiceren. Ik had het gevoel dat ik enkele van deze wezens (her)kende. Het gaf een gevoel van vertrouwen, veiligheid en geluk. Na enige tijd in hun gezelschap vertoefd te hebben en over verschillende situaties met hen van gedachten gewisseld te hebben, werd het tijd om hen te verlaten. We ‘zweefden’ weer boven het ‘landschap’ en gingen steeds maar verder door het ‘Koninkrijk der Hemelen’.
We kwamen nu in een heel vreemde ruimte die hol leek te zijn, dat wil zeggen, er was geen vorm van een ‘landschap’ te zien, maar het was leeg met uitzondering van vele lichtpuntjes, net als sterren tegen een donkerblauwe en toch lichtgevende hemel. In deze ruimte zweefden vele vreemde wezens die eruitzagen als zeepaardjes, maar dan ongeveer tweeënhalve meter lang. De begeleider vertelde: ‘‘Dit is het land van de “Schormonen”. Ook deze naam is niet juist, maar deze naam is aan deze wezens gegeven door iemand op jullie planeet, vele eeuwen geleden, toen hij deze wezens zag en deze vergeleek met een mythologisch zeemonster dat deze naam droeg. Deze wezens zijn uniek, want zij hebben een hele vreemde achtergrond. Zoals je gezien hebt is de volledige, ongedeelde ziel (met zowel een mannelijk als een vrouwelijk deel) aanwezig in het dal der zielen en maakt daar allerlei situaties mee. Op het moment dat hij de neutrale zone binnengaat, wordt deze ziel gesplitst. Dit leer je nog gedurende een andere reis. De volledige, ongedeelde ziel in het dal der zielen kan ook een vrijwillige verbintenis aangaan met zijn tegenpool uit het inverte systeem. Dit wezen bestaat dan uit twee zielen die elkaars complement zijn of vier halve zielen die elkaars complement zijn. Het resultaat is een wezen dat je hier ziet. Zij zijn boven het jouw bekende systeem en het inverte systeem uitgekomen en zijn voor eeuwig los van elke mogelijke evolutiestroom binnen de neutrale zone. Zij zijn als het ware inert[8] geworden en zijn derhalve zeer geschikt voor specifieke taken binnen het geheel. Het is voor hen mogelijk om in een menselijk lichaam te incarneren en dit doen zij ook. Deze mensen zijn dan geestelijke leraren of zij hebben andere taken die je je niet voor kunt stellen. Door hun aard (zij zijn immers inert) zijn zij niet onderhevig aan de gewone problemen die de mens overkomen, maar komen en gaan ze, niet veranderd door de door hen gekozen incarnatie.’ Wij bleven een korte tijd bij deze wezens en ik leerde iets meer over hun vreemde historie; sommige zaken waren erg belangwekkend.
Na afscheid genomen te hebben van de ‘Schormonen’ zweefden we verder en kwamen bij een heel vreemd ‘landschap’ dat elke beschrijving tartte. Er was iets vreemds mee, want het was er doodstil en er bewoog niets. De begeleider sprak: ‘Dit is het land zonder zielen en alleen de goden mogen hier naar binnen.[9] Je mag er nu niet in en de enige reden dat we je dit laten zien is om je duidelijk te maken dat het bestaat.’ Ik keek een lange tijd naar dit gebied. Het vreemde kleurenspel maakte me draaierig en het had een hypnotiserende uitwerking. Ik had een sterk verlangen om naar binnen te gaan en alles te onderzoeken, want ik had de indruk dat vele zaken verborgen waren in dit land. De begeleider sprak: ‘Dring niet aan, want het is je niet toegestaan. Sommige situaties die hierin bestaan, zullen je in de toekomst geopenbaard worden.’
We vervolgden onze weg en we zweefden over eindeloze andere ‘landschappen’ die alle een specifieke functie hadden in de ‘hemel’. Veel van deze functies zijn niet te beschrijven omdat hiervoor geen woorden zijn en ook geen aardse denkbeelden. Het is het beste om deze functies als een bijzondere vorm van allerlei processen te zien die ‘nucleair’ van aard zijn. Het waren geen echte nucleaire reacties, maar zij leken het te zijn omdat zij veel weg hadden van dergelijke processen.
Ten slotte kwamen we bij een poort die gesloten was, maar op het moment dat we er aankwamen ging de poort geruisloos open. We gingen door de poort naar binnen, maar al na enkele meters moesten we stoppen. De begeleider vertelde: ‘Het is je toegestaan om een blik naar binnen te werpen, maar je mag niet verder. Dit is het land der “goden”. Ik keek vragend en de begeleider verstelde: ‘Het begrip “God” wordt door de mens niet begrepen. God wordt in alle denkrichtingen en ook in jullie dagelijkse gesprekken als een wezen voorgesteld. Dit is niet juist en de werkelijke absolute God is iets wat je echt niet kunt begrijpen. Tussen de werkelijke God en de zielen staan de zogenaamde “goden” en dit begrip heeft niets met God te maken. Dit zijn wezens die verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de planetenstelsels, sterrenstelsels, sterrensystemen (twaalf sterrennevels in een systeem) en de universa. Deze wezens zijn door jullie vaak aangezien als God, en soms als goden, en mensen hebben er ook als zodanig mee gecommuniceerd. Dit gebied is hun verblijfplaats. Zij zijn groter dan normale zielen maar kleiner dan God en ze zijn ook verantwoording schuldig aan de absolute goddelijke Kracht.’
Ik keek een lange tijd naar dit gebied, want de pracht was overweldigend. Het was niet te beschrijven, maar het leek enigszins op een ‘landschap’ in zachte pastelkleuren met daarin vormen die ‘wolkachtig’ aandeden. Na dit een poosje aanschouwd te hebben, moesten we weer verder.
De begeleider zei: ‘Je hebt een glimp mogen opvangen van het werkelijke “hemelse” rijk. Je begrijpt veel, maar je moet wel bedenken dat je aardse hersenen deze begrippen niet kunnen verwerken. Alles wat je gezien hebt zul je mogen bewaren, maar je zult veel moeite hebben met de beschrijving ervan. Heb je nog een vraag?’ ‘Ja’, antwoordde ik en de begeleider glimlachte, want hij had de vraag al geraden. ‘Je vraagt naar het allerhoogste, maar je begrijpt dat dit moeilijk is. Het is elke ziel toegestaan die hiernaar vraagt en die geschikt wordt bevonden, maar je zult er geen herinnering aan mogen overhouden in de stof, slechts de indruk en de herinnering dat je deze stap gezet hebt. Is je dat duidelijk?’ Ik knikte , want ik kende de geestelijke wetten en wist dat geen levende ziel gekluisterd aan de stof dit kon ervaren. ‘Ga heen en moge de goddelijke liefde je stappen verlichten. Het is de enige kracht die hier telt, want iets anders wordt niet getolereerd. Twijfel niet en sta sterk, laat geen spoortje van onreinheid in je denken toe en zie.’
De begeleider trad terug en ik moest alleen verdergaan op een pad dat vreemd leek, als een soort brug. Naast het pad leek een diepe afgrond te zijn die vol licht was. Alles was licht en vóór mij, het doel, was alles zo licht dat er niets te onderscheiden viel. Het was een verblindend wit licht waarin niets meer te zien was en mijn ogen waren niet geschikt om te kijken. Ik ging voort en bereikte het doel dat ik mij voorgenomen had.
Na enige tijd liep ik zwijgend terug naar het groepje wezens dat mij begeleid had en dat geduldig stond te wachten. Zij vroegen en zeiden niets, maar we begrepen elkaar. Zwijgend hervatten we nu onze tocht door het rijk en kwamen na een poosje weer bij de neutrale zone. Ik nam afscheid van mijn begeleiders en er werd niet veel gezegd. Het afscheid was voor allen emotioneel en we wisten dat we elkaar in de toekomst weer tegen zouden komen. De wezens lieten mij door de grens gaan naar de neutrale zone, waar de engel stond te wachten. Op het moment dat ik door de grens ging voelde ik mij verdrietig en eenzaam, en ik zweeg. De engel bemerkte dat en vroeg mij waarom ik zo verdrietig was. Ik vertelde het haar. Ze begreep me wel, maar lachte en zei: ‘Kom, ik zal je iets laten zien.’
Ze legde haar handen op mijn ogen en door de warmte veranderden deze. Ik zag een toekomstvisioen dat mij bijzonder gelukkig maakte. De engel lachte weer en zei: ‘Zoals je ziet is er veel te doen, je zult veel ervaren, maar ook een groot geluk kennen. Aanvaard je taak en doe dit wél, je krijgt meer hulp dan je voor mogelijk houdt en je weet nu wat je te wachten staat.’ Ik zweeg en na een lange tijd waren we weer bij een kleine planeet, de aarde. De engel nam afscheid en zei: ‘Dit afscheid is niet voor lang, want ik kom je “morgen” weer halen voor een nieuwe reis. Deze keer gaan we de evolutiestromen in de neutrale zone opzoeken.’
[1] Hieruit leid ik af dat het ‘zichtbare’ heelal het grofstoffelijke en dus 3-dimensionale heelal is.
[2] Hieruit leid ik af dat hierbij sprake is van hogere dimensionale werelden dan onze 3D-aardse mensheid.
[3] Vermoedelijk wordt met het werkwoord ‘kunnen’ bedoeld dat zij inmiddels op een hogere dimensie – boven de 7e gevorderd zijn – zodat hun ziel een te hoge trillingsfrequentie bezit die daarom niet meer ingeboren kan worden op een grofstoffelijke leefomgeving van 3D, zoals onze aarde. Ook dat is gebonden aan kosmische wetten.
[4] Is dit vergelijkbaar met een ‘matrix’?
[5] Dus een ‘energetische’ berg.
[6] Hier zien we dus het ‘instinct’ of de ingebouwde ‘neiging’ die ‘van nature’ aanwezig kan zijn in een zuivere ziel om iets te willen onderzoeken vanuit het verzet dat iets niet bij hem behoort. Misschien moet deze ‘aanleg’ als creatieve aanleg worden beschouwd om toch het onbekende te willen onderzoeken, zoals de Bron zelf ook verandert vanwege nieuwe creaties. Daarmee valt de ‘Val uit het Paradijs’ ook te verklaren: iets te willen doen wat niet mogelijk is en daarmee afscheid nemen van de oorspronkelijke Staat van Zijn.
[7] Dit is een merkwaardige zin: natuurlijk is die goddelijke kracht in het hemelrijk aanwezig, want overal aanwezig, ook buiten dat hemelrijk!
[8] Hier is geen sprake van een drukfout, hoewel ‘inert’ en ‘invert’ wel erg op elkaar lijken. Bedoeld wordt ‘inert’ niet in de letterlijke betekenis van ‘willoos’ of ‘traag’ bedoeld, maar in een multidimensionale – ‘inpasbaar’ – betekenis, zoals uit het vervolg van deze alinea blijkt. Zie ook: http://www.mijnwoordenboek.nl/synoniemen/inert
[9] Deze beschrijving doet de vraag rijzen of dit een hoogdimensionaal landschap is, en sterk afwijkend dan alle andere reizen want in principe reist Hiddinga alleen door mentale en stoffelijke gebieden, zoals uit de beschrijvingen blijkt. Of zijn deze ruimtereizen multidimensionaal en ook door gebieden die voor ons oog onzichtbaar zijn?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.