Categorie archief: zielenfamilies

Het verschil tussen de ziel en het Hogere Zelf [2]

Vraag: Kan in regressiesessies ook ervaring opgeroepen worden die zielenbroers en – zussen hebben meegemaakt?

Antwoord van Confucius: Ja, dat kan! Laten we deze vraag wat uitvoeriger beantwoorden. Jullie zijn ooit allemaal op een gegeven moment dit duale universum binnengegaan. Voor die tijd waren jullie een scheppingsgod [maar wel onbewust!]. Bij binnenkomst in het duale universum splitst deze scheppingsgod zich op. Een deel blijft androgyn en verder is er een uiteenlopend aantal broers en zussen.

Allen die voorheen een scheppingsgod waren, vormen dan een bepaald aantal personen samen met het Hogere Zelf. Dat is de zielenfamilie. Vervolgens incarneert iedereen die een mannelijk of vrouwelijk geslacht heeft  gekregen naar de Aarde of naar een andere planeet. Julie doen verschillende ervaringen op. Jullie blijven je voortdurend ontwikkelen samen met je zielenbroers en -zussen. In de regel werden jullie apart van elkaar geboren. Een voorbeeld: stel, je zielenfamilie bestaat uit een goddelijk Hoger Zelf dat androgyn is en uit vier zielenbroers en -zussen, van elk twee. Twee van hen zijn altijd in de materie geïncarneerd. Wanneer ze dit leven – dat misschien zeventig, tachtig jaar duurt – hebben voltooid, komen ze weer terig in het fijnstoffelijke gebeid en de andere twee, die de hele tijd bij het Hogere Zelf waren em konden uitrusten, worden nu geboren en brengen een leven op Aarde door. Zo wisselen jullie elkaar steeds af. Jullie ontwikkelen je ongeveer even snel.

Stel je nu voor dat een van jouw zielenbroers bij een aardse gebeurtenis geweest die veel mensen heeft aangetrokken. Laten we de ondergang van de Titanic nemen. Een van jouw zielenbroers- of zussen zat op dat schip. Dan zou het zomaar kunnen dat jij gefascineerd bent door dit schip. Je leest er allerlei boeken over. Je ervaart een soort enthousiasme waar je geen logische verklaring voor hebt. Je weet niet waarom je zo gefascineerd bent door de Titanic en dat dit met je zielenbroer heeft te maken. In de regel is dit niet iets wat bij je opkomt.

Wanneer je dan regressie doet, kun je het gevoel hebben dat je aan boord van dit schip was, hoewel het niet je eigen ervaring is. Die ervaringen worden je dan via het Hogere Zelf toegespeeld.

Jouw eigen incarnatie-ervaringen zijn heel sterk met emoties verbonden. De ervaringen van een zielenbroer beleef je wat afstandelijker.  Je ziet wat er gebeurt en je kunt je er ook in verplaatsen, maar de heftige emoties zijn er niet. Je bent meer een toeschouwer.

JEZUS EN BOEDDHA, DE LEVENS WAARIN ZIJ ELKAAR KENDEN / DOOR GARY R. RENARD

Jezus en Boeddha, de levens waarin zij elkaar kenden

door: Gary R. Renard

Een historisch verrassend boek, dat het belang naar voren brengt om alles in het licht van zuiver non-dualisme te zien.

Aan Gary vertellen de Verheven Meester Leraren Arten en Pursah over de 6 relevante levens, waarin Jezus en Boeddha elkaar kenden. In achtereenvolgende incarnaties op aarde in levens van afscheiding en dualiteit, bereiken J. en B. de zuivere non-dualiteit. De spirituele levenslessen brachten hen in een staat van verlichting. Daarin werden zij op bewuste wijze de eenheid gewaar met God en Zijn Schepping.

Houdt bij het lezen in je achterhoofd, dat we in werkelijkheid geen lichaam zijn en nooit in een lichaam zijn geweest. Einstein noemde dit al een optisch waanidee van het bewustzijn. Of noem het volgens Gary een truc van het ego. Vormen en fysieke expressie zijn evenals tijd slechts verbeeldingen. Shakespeare wist al dat de wereld een schouwtoneel is. Maar vanuit het menselijk perspectief gezien spelen incarnaties zich af in achtereenvolgende tijdperken en culturen.

Als ik lees dat we als mensenzielen in werkelijkheid geen lichaam zijn en nooit lichaam zijn geweest, dan is dat natuurlijk geheel juist. Want wij waren altijd eeuwig en oneindig levende zielen. Maar dat gegeven spreekt niet in deze tekst door. Sterker, waar ik nog nooit eerder van de verheven meesters Arten en Pursah had gehoord (maar dat is op zichzelf niet belangrijk), heb ik wél bij Jaap Hiddinga gelezen (zoals ook op deze site te lezen is) dat hij als kosmisch reiziger gezien heeft dat Jezus en Boeddha dezelfde zielen waren en dat lijkt me op zichzelf ook logisch en vanzelfsprekend vanwege de moeilijkste taak die die ziel op zich heeft genomen om de wereld de ogen te opnemen voor de toekomstige 5-dimensionale leefsfeer, de non-duale wereld die de Aarde uiteindelijk zal gaan worden.

Einstein heeft vanzelfsprekend gelijk dat lichamelijkheid een optisch waanidee van het bewustzijn is, maar alles op aarde is een illusie omdat een stoflichaam noodzakelijk is voor een energetische ziel om zich op een stoffelijke planeet te kunnen vestigen en wonen. Niets onlogisch dus.

Als de metgezellen Sakka en Hiroji, zijn Jezus en Boeddha 700 v.ch. samen opgetrokken in Japan, volgens de leer van het shintoïsme.

Voor de shintoïst zijn lichaam en incarnaties geen droom maar werkelijkheid. Wel neemt de verbinding -nog geen eenheid- met voorouders en de natuur een belangrijke plaats in bij de ceremonieën.

Hier wordt over het hoofd gezien dat alle (wereld)godsdiensten onderlinge aspecten van een universeel bewustzijn zijn en dus weliswaar allemaal verschillend zijn, maar uiteindelijk de kiemen dragen van de toekomstige universele godsdienst, de leer van het eenheidsbewustzijn.

Sakka en Hiroji leerden communiceren in beelden met dieren. Ook hadden zij enkele piekervaringen in heelheid met de natuur. Beiden werden verliefd op Megumi (Maria Magdalena) en zij leerden elkaar als rivalen te vergeven. Zij gebruikten hun denkgeest om de spirituele ontwikkeling in praktijk te brengen en de “ladder” naar volledig bewustzijn stap voor stap te beklimmen.

100 jaar later waren Jezus en Boeddha In China leerling van Lao-tse en hun namen waren, resp. Shao Li (een vrouw) en Wosan, beiden paranormaal begaafd. Zij stemden hun denkgeest af op de non-dualistische waarheid, weg van de schaduwen van de droom. Alles wat een vorm lijkt te hebben is een illusie. Het is allemaal een gevolg van het bedrog van het ego.

Niet onmogelijk, maar wel passend in het groepszielenbeeld waartoe Boeddha en Jezus behoorden. Toch vrees ik dat de auteur van het genoemde boek eigen bewustzijn heeft verward met het universele bewustzijn.

Geef niet toe aan je verlangens, maak je er los van, dan kan de wereld je niet verleiden.

Lao-tse was een asceet en eiste van zijn studenten zijn levenswijze in praktijk te brengen. Shao-Li begon hier al vraagtekens te zetten qua haalbaarheid en noodzakelijkheid. Waarom niet gewoon mijn denken veranderen?  (In het boek “Een Cursus van Wonderen” zegt Jezus, dat het zich willen ontzeggen van wereldse genoegens in de denkgeest leidt tot het in werkelijkheid brengen van de illusies.)

In India rond 500 v.Chr. erkenden J. en B. als hindoes genaamd Harish en Padmaj de absolute werkelijkheid van Brahman, die alleen eenheid is. Deze heeft niets met de illusoire en fysieke wereld te maken die door veel oosterse denkers als een weerspiegeling van hun goden werd gezien.

In dit leven gingen de beide neven op zoek naar een leraar die hen ook de non-dualiteit en eenheid zou leren ervaren. Zij werden aangespoord mensen niet als lichamen te zien, maar hen achter de sluiers als één te zien. Zij leerden veel, wat zij in praktijk brachten. Maar om de wereld te ontstijgen verwaarloosden zij hun lichaam en stierven zij op jonge leeftijd.

Ten tijde van Plato (500/450 v.ch.) waren Takis (J) en Ikaros (B) briljante studenten op de Zin-Academie in Athene. Plato begreep dat wat je in de wereld zag niet werkelijk is. Hij lichtte dat toe met een verhaal over gevangenen die de schaduwen van voorbijgangers op de muren van hun gevangenis voor werkelijkheid aanzien. Veel mensen voelen zich in hun kooi op hun gemak en staan niet open om de waarheid te erkennen.

Allemaal 3D-beelden!

Plato ging van “het Goede” uit doch Takis en Ikaros vroegen zich af, hoe kunnen de schaduwen van het kwade dan in onze wereld uit deze bron voortkomen. Terwijl Plato geloofde dat intellectuele ontwikkeling leidt tot zelfverwerkelijking, betekende verlichting voor beide leerlingen het opgeven van individualiteit dwz. psychologisch (niet lichamelijk). Verlichting wordt in de eenheid gevonden.

Hier laten Takis en Ikaros zich kennen als uitgesproken aardse 3D-mensen, als ze zich afvragen ‘hoe kunnen de schaduwen van het kwade dan in onze wereld uit deze bron voortkomen’. Dit is spiritueel een verkeerde voorstelling van zaken. Je kunt immers nooit de (schaduwen van) het kwade uit de bron van het goede (de scheppende bron) laten voortkomen, omdat de afscheiding op aarde tussen de bron en de mens maakt dat de mens geen bronkennis heeft en dus het kwaad zelf geschapen heeft vanuit zijn onbewuste fantasie om een verklaring hiervan op te roepen.

Boeddha als koningszoon geboren en Siddhartha genaamd (± 450 v. ch.) werd van de buitenwereld afgesloten. Hij trouwde gelukkig doch verliet desondanks het paleis na 27 jaar om de buitenwereld te leren kennen. Door meditatie kon Boeddha voortbouwen op de ervaring van vorige levens. Zo wilde hij “dukkha” bereiken.

Daarmee voldeed Boeddha, prins Siddhartha, aan zijn toenmalige levensmissie door zijn 3D-omgeving los te laten en vervolgens zichzelf op te werken naar het ascentiepunt van de geestelijke verlichting. Die verlichting was immers niet te bereiken zonder het geestelijke pas van losmaking van zijn stoffelijke omgeving.

Het Taoïsme en Boeddhisme bepleiten vrij te worden van de wereld en van verlangens door ascese. Boeddha, daarentegen volgde een leven van gematigdheid en kwam tot het inzicht dat het ego de oorzaak van verlangens is en deze zijn slechts illusies. Je denkgeest moet het ego ongedaan maken.

Boeddha had spiritueel gelijk, maar dat betekent niet dat Taoïsme en Boeddhisme ongelijk hadden omdat wat hier staat beschreven over een eerdere fase van de geestelijke evolutie op aarde gaat. Met andere woorden, Taoïsme en Boeddhisme bepleiten vrij te worden van de wereld en van verlangens en dat is terecht omdat de mens die verlichting en eenwording met de bron bereiken, geen andere weg kan bewandelen. En de Boeddhaweg van gematigdheid is tegelijkertijd loslaten van de wereld en de aardse verlangens.

Boeddha keerde zich af van de vele goden, begon de wereld als droom te zien en richtte zich op de werkelijkheid, het Hoger zelf of Brahman.

Boeddha begreep dat vele goden een lagere trap van geestelijke evolutie betekende omdat je vanuit een geestelijk nulpunt begint met goden te erkennen en te aanbidden die concreet voorstelbaar zijn en dat is niet mogelijk met de abstracte bron van goddelijke en scheppende energie. Daarmee moest Boeddha afstand nemen van het veelgodendom, zoals ook Jezus afstand nam van het oudtestamentische ‘oog om oog, tand om tand’ en de Wet van Liefde introduceerde (en invoerde).

Boeddha vernam van een oud-paleisgediende dat zijn vrouw was overleden; doch zij had hem wel een zoon gebaard, Rahula, de latere Jezus. Na een lange zoektocht vinden vader en zoon elkaar. De metgezellen oefenden net zo lang totdat hun denkgeest in staat was om hun lichaam te vertellen wat zij moesten voelen, in plaats van andersom. Zij werden de oorzaak en de wereld kwam uit hen voort. Zij hadden de staat van Brahman bereikt en waren non-dualistische wezens geworden. Zij waren samen zover gekomen dat zij wilden ontwaken in God, de Ene God, waarin wij samen één met elkaar zijn en één met God.

Dit wat hier beschreven wordt acht ik in strijd met de visoenen van genoemde Jaap Hiddinga.

Geboren als Jezus kwam hij terug om in het plan van God zijn medebroeders de weg te wijzen. Hij, Maria Magdalena en Nadav (Boeddha) groeiden gelijktijdig op als helderziende kinderen in Nazareth. Korte tijd later werden In Jeruzalem geboren, Thomas, Thaddeus, Andreas en Stefanus. Zij werden vrienden, ontmoeten op 20-jarige leeftijd Jezus en vergezelden J. M. en N. op hun vele reizen door Egypte, Europa, midden Oosten en India. Jezus en Maria spraken de mensen in hun eigen taal aan. Nadav wist steeds veel mensen te verzamelen. J. en M. waren onbevreesd, vereenzelvigden zichzelf niet met hun lichaam en ervoeren hun Eenheid en Heelheid met God.

Men leze het boek van Levi Dowling, ‘Het Aquarius Evangelie van Jezus de Christus’, waarin de wereldreizen van Jezus staan beschreven.

Na zijn reizen wilde Jezus ook zijn eigen volk onderwijzen en trok door Galileä met een toenemend aantal discipelen. Hij probeerde tevergeefs uit te leggen dat we allemaal tezamen Gods enige zoon zijn. Hij gebruikte zijn wonderen om de mensen te laten zien dat het leven een droom is, een projectie en dus dat wij vanuit onze denkgeest er macht over hebben.

Dit klopt.

In het Thomas evangelie evenals in Woorden van de Meester (Q evangelie) en in de verzameling spreuken van zowel Maria als Philippus (een andere naam voor Nadav) vinden we hetgeen Jezus gezegd en gedaan heeft. Daarentegen zijn dan de 4 later geschreven reguliere evangeliën wel is waar hierop gebaseerd, doch vonden selectie en aanpassingen plaats aan onder meer de theologie van Saul of Paulus, die niet volledig non-dualistisch was. Jacobus (een broer van Jezus), Petrus en Paulus gebruikten met z’n drieën geselecteerde geschriften om een kerk te stichten, hetgeen nooit de bedoeling van Jezus was.

Dit laatste klopt ook.

In het hoofdstuk over het Gnosticisme wordt erop gewezen dat hierin verschillende denkrichtingen bestaan. Valentinus (150 n ch) is erin geslaagd om bv. in het “evangelie van de waarheid” zoveel mogelijk recht te doen aan de oorspronkelijke lering van Jezus en het non-dualisme. Zo nemen we niet waar met onze ziel of de geest (begrippen die duiden op afscheiding en individualiteit), doch met onze denkgeest. De denkgeest heeft namelijk de vrijheid van keuze tussen oordelen vanuit het ego of kiezen voor de visie van de H. Geest. En waarvoor wij kiezen bepaald de werkelijkheid die wij projecteren.

De geschiedenis van Boeddhisme en Christendom laat zien, dat volgelingen inbreuk maakten op het non-dualisme en deze met dualistische elementen vermengden.

De leerlingen maakten geen inbreuk op het non-dualisme omdat zij dat non-dualisme niet begrepen, en dat is geen wonder omdat de werkelijkheid geen non-dualistische aarde was. Ze leefden immers gewoon in een stoffelijke wereld waarin materie is afgescheiden van de geest. En materie is op zichzelf ook geen strijdigheid met de geest, aangezien het laatste het eerste heeft geschapen om de mens de gelegenheid heeft gegeven om het leven in de stof te leren kennen. Alleen dan is de ontwikkeling naar een bewust gebruik van geestelijke energie en scheppingskracht mogelijk.

=======

In het laatste gedeelte van Gary’ boek wordt nader ingegaan op Een Cursus in Wonderen met toelichtingen en praktische voorbeelden. Hier een selectie.

Voor mij is het boekwerk “Een Cursus in Wonderen” geen echt zuiver boek, maar geschreven op basis van doorgevingen die vermengd zijn door het ego van het kanaal.

Verlossing, betekent het ongedaan maken van het ego en ontwaken uit zijn dromen/illusies. Een onware ervaring wordt vervangen door een werkelijke ervaring. ‘Een Cursus’ brengt je weer thuis naar de hemel die je nooit verlaten hebt. Met het opheffen van de ego blokkades in je denkgeest door vergeving, wordt de Hemel langzaam maar zeker jouw werkelijkheid. ‘Een Cursus’ stelt radicaal dat het universum, de mensen, hun persoonlijkheid en individualiteit, niet bestaan. De enige plaats waar wij werkelijk bestaan is in God.

Verbeelding. Je droomt dat je pijn voelt. Pijn is geen lichamelijk, maar een mentaal proces. Zo lijken wij ook in een wereld rond te lopen waarin wij ziek kunnen worden, elkaar aanvallen en vermoorden, waarin we zondigen en sterven. Deze wereld bedenken we zelf. Het is een gevolg van je verwarde denken wat wij onszelf aandoen. De figuren in je droom, hoe kwaadaardig ze ook mogen zijn, ze hebben geen effect op jou, tenzij jij niet inziet dat het een droom is. Zie alles in de wereld als een film, een toneelstuk. De acteurs valt niets te verwijten. Iedereen is onschuldig.

Zuiver denken. ‘Een Cursus’ richt zich op de denkgeest. Jij kunt kiezen tussen het ego, die je denkgeest in verwarring brengt of je denkgeest door de H. Geest laten richten op God (het Al in Alles). Niets anders is werkelijk. “Een Cursus” richt zich op de oorzaak, niet op de gevolgen in de fysieke werkelijkheid, onze droom. ‘Een Cursus’ is bedoeld om het ego ongedaan te maken. Als de vrede in je denkgeest wordt verstoord door b.v. van streek zijn, irritaties, oordelen en veroordelen, bedenk dan dat je met je ego aan het denken bent. Schakel dan over naar de H. Geest en vraag Hem je denkgeest zuiver te richten (het Heilig Ogenblik genaamd). Met de H. Geest denken houdt in dat je het ware waarneemt of visie hebt

Het ego en het corrigeren van vergissingen. Het ego is alert op de fouten van andere ego’s die onzinnig optreden zonder zelf te weten wat fouten zijn en hoe te corrigeren.

Gods zoon handelt juist; de correctie ligt op een ander vlak. De H. Geest neemt zijn vergissingen niet waar. Als jij dat wel doet, luister je niet naar de H. Geest, maar naar je ego. Je kunt je broeder, die zich krankzinnig gedraagt alleen helpen te genezen door hem in zijn innerlijke gezondheid te zien. Het is de arrogantie van het ego te denken dat door jou toedoen je een ander kunt corrigeren. Laat de correctie aan God over.

Een oordeel vellen is altijd het werk van je ego. Wees erop attent, dat het ego je innerlijke vrede verstoort. Laat het een rode vlag zijn. Het ego gebruikt jouw oordelen en analyseren om de dromen en illusies tot werkelijkheid te brengen. Dan mag jij vervolgens de fouten van anderen vergeven. Dat is de wereld op zijn kop zetten.

Pas op voor de kunstmatige intelligentie. Het zal een ego identiteit aannemen en ego-denkgeesten zijn slechts een overlevingsmachine.

Helen door vergeven. Vergeven is voorbijgaan aan wat niet werkelijk is, namelijk de fouten en zonden, die het ego waarneemt. Wil je mensen en dus jezelf genezen, zie de ander dan niet als krankzinnig, maar zie in hem zijn innerlijke gezondheid. Dan kan jij ook de jouwe zien. Let op, je hebt pas vergeven als iets je niet meer dwars zit.

Wanneer het denkbeeld van afgescheidenheid gewijzigd is in een gedachte van ware vergeving, dan zal de wereld in een heel ander licht worden gezien. Het zal tot waarheid leiden, waarin heel de wereld met al haar dwalingen zal verdwijnen.

Heelheid en non-dualisme.

‘Een Cursus’ bevat geen lessen om de wereld te veranderen, maar richt zich op de denkgeest als oorzaak van alles wat er mis is. De H. Geest zal de schijnbare scheiding van de denkgeesten door het ego aangebracht ten slotte helen en de denkgeest zuiveren en richten op liefde en heelheid  De eenheid is niet te vinden in de wereld, niet in het universum van tijd en ruimte, het is een gewaarzijn. Wij, kinderen Gods vormen tezamen het Zoonschap, dat we beleven in onze gezamenlijkheid als Christus. God en Zijn Zoon zijn EEN. Het Al in Alles.

Zijn Koninkrijk, zegt ‘Een Cursus’, kent geen grenzen en geen einde en er is niets in Hem dat niet volmaakt en eeuwig is. Dit alles ben jij en niets buiten dit ben jij”.

Samenvatting door Winfried Meier

Heelsum, augustus 2018

Mail: e.w.meier@kpnmail.nl

Waarom herkenning van de tweelingziel alleen maar via de ogen mogelijk is (en dan niet om via de ogen het lichaam af te glijden ter onderzoek)

Omdat ik in mijn blog https://jwjongejans2014.wordpress.com/2017/08/10/de-complete-ziel-wordt-afgesplitst-om-vanuit-die-scheiding-in-de-neutrale-zone-te-groeien-naar-samenvoeging-zodat-de-bewuste-tweelingziel-ontstaat/ via Jaap Hiddinga heb uitgelegd dat de complete ziel bij vertrek uit de hemelse sferen in de neutrale zone wordt opgesplitst in twee (of meer) delen, en dit als doel heeft om je beide afgescheiden zielendelen zo veel meer mogelijk uiteenlopende levenservaring te laten opdoen of aan te bieden, is het dus ook logisch dat als je na dat hele lange traject, die eonen lang kunnen duren, door verschillende universa heen maar vooral op aarde het Rad van Wedergeboorte hebt overwonnen en definitief uit 3D kunt vertrekken, dat je dan automatisch je aanvullende ziel herkent (want zo staat het in alle boeken beschreven!).

Waarom herken je je ware partner aan de ogen (dus)? Omdat de ogen niet voor niets de ‘spiegel van de ziel’ worden genoemd. Vanuit de ogen kun je toegang tot de ziel van de ander krijgen en dan voel je zo’n enorme harmonische energie op je afkomen, dat je weet dat dat je ware zielendeel is.

Maar zo loopt het maar heel, zelfs uiterst zelden aangezien het de overwinning op het Rad van Wedergeboorte maar één omstandigheid vereist en dat is volledige balans van je persoonlijkheid. Maar er komt ook iets anders bij kijken en dat is dat je idealiter spiritueel even ver moet zijn ontwikkeld. Zo ken ik mijn beste vriendin die nu gescheiden is, maar die tegen haar oude jeugdliefde is aangelopen (nu arts), maar vanwege zijn beroep spiritueel helemaal niet ontwikkeld is (voor de medici is immers alles wat met spiritualiteit te maken heeft zweverig gedoe).

Zij weet dus dat zij hem spiritueel moet gaan ontwikkelen en begeleiden en dat lukt al aardig, maar vanwege haar innerlijke gevoel dat hij haar tweelingziel is, is voor haar het ‘moment’ of wellicht haar hele verdere huidige leven afwachten hoe ver hij in dit leven komt. Anders gaat dus de ene helft hierna naar 5D (vrouw) en de man blijft in 3D totdat hij van dat genoemde Rad afstand heeft gedaan.

Daarom is de huidige transformatie een letterlijke waterscheiding: de overgang van 3D (materie) naar 5D (harmonie, vrede, liefde en licht) is een verschil van dag en nacht. Driedimensionaal en grofstoffelijk denken tegenover multidimensionaal denkend wezen.

Maar er is een tussenweg: als het leven hier wordt afgesloten zonder een fundamenteel perfecte of evenwichtige balans, zal die balans worden gecompenseerd in de tussenfase waarin iedere ziel terecht komt na de overgang (sterven). Dan is het via de terugblik mogelijk dat je je onbalanspunten zelf te herstellen als je niet noodzakelijkerwijs bepaalde maatschappelijke ervaringsmomenten als situatie moet doorlopen en opnieuw nodig hebt om je eigen standpunten of handelingsbekwaamheid te verbeteren.

Als er vragen hierover bestaan, dan zie ik ze wel verschijnen!

Namasté

‘De mensheid is een stroom van licht, die van de eindigheid naar de oneindigheid vloeit’

Dit citaat is afkomstig van Khalil Gibran uit zijn Verzameld werk en overgenomen uit Mathias Schreiber, De onsterfelijke ziel (2008)

Het klopt natuurlijk wat hier staat dat de mensheid een stroom van licht is, al is dat vaak helemaal niet herkenbaar op straat en in het publieke domein zoals het deftig genoemd wordt, maar gewoon betekent dat de mens zichtbaar is binnen die openbare ruimte en onzichtbaar thuis.

Juist daarom is die stroom van licht helemaal niet algemeen herkenbaar, maar ik weet wel met absolute zekerheid dat dit geestelijke licht in ons DNA verborgen ligt, en daaruit wacht tot dat de persoon in kwestie de behoefte voelt om dat licht uit te dragen naar die publieke ruimte. Dat is namelijk de taak van lichtdragers op aarde, omdat wij dat licht in het algemeen gesproken helemaal niet kennen, noch bewustzijn dat wij lichtdragers zijn. Maar dat licht moet rationeel, verbaal en begrijpelijk worden overgebracht want anders luistert er niemand en ben je een ‘roepende in de woestijn’. Dab verdwijn je uit het zicht van de mensheid en heb je je taak of missie niet begrepen.

Dat is ook logisch omdat wij daarin niet worden opgevoed, eigenlijk is niemand daarin opgevoed want dit kosmische uitgangspunt is simpelweg onbekend. Niet voor niets omdat het de bedoeling van de bron is dat we dat zelf leren ontdekken, want als dat eenmaal gebeurt, ben je zo’n krachtpersoon geworden dat je dagelijks dat licht uitstraalt vanwege je charisma, zoals dat in de omgeving van Jezus het geval was vanwege zijn eigen licht dat hij uitstraalde en in woorden overbracht aan zijn toehoorders.

Zo sterk dat hij een gevaar werd voor de elites in steden en dorpen waar hij kwam en hem als een gevaar voor hun macht zagen. Met deze krachtige profeten gaat het zoals steeds uit de menselijke geschiedenis is gebleken, dat ze ter dood worden gebracht, want ze kunnen in hun land niet getolereerd worden. Daarom wordt iemand in moslimtermen gesproken een heilige martelaar, maar de huidige moslims maken misbruik van dat kosmische uitgangspunt omdat denken dat zij met hun terroristische geweld martelaar kunnen worden, terwijl zij alle kosmisch wetten schenden.

Dit hoort dus allemaal bij de aardse leerschool, zoals ik dat hier steeds blijf herhalen. Maar we hebben hier ook verschillende soorten leerscholen omdat we veel soorten mensenstromen op aarde ingeboren vanuit verschillende ‘eonen van mensenlichtingen’ (golven, stromen ofwel ‘kosmische geboortejaren’). Want zoals bekend is de menselijke ziel een eeuwig en oneindig levens partje of partikeltje van de kosmische manifestatie en dus kan die ziel nooit verdwijnen of ophouden te bestaan. Laat staan doodgaan of vermoord worden want een typische aardse 3D-uitdrukking. Een illusie kortom, zoals alles op aarde een illusie is want niets van de aarde blijft voortbestaan dan alleen de herinneringen en levenservaring die nodig is voor de groei naar het grote bronlicht, want daartoe is de mensensoort en dus ook de mensheid op aarde (zoals alle mensen elders op andere planeten ook) geroepen zijn. Zo herken je pas de grootsheid van de schepping waarvan wij onderdeel uitmaken!

Namasté en een prettige dag!

Het belang van contact met voorouders voor de mensheid is vanwege de eeuwige galactische familiebanden

https://www.youtube.com/watch?v=G9S9fHCb-QM&t=8s Kryon – “Honoring The Ancestors” – 2018

Beschavingen hebben altijd uit dezelfde zielenfamilies bestaan, maar de huidige beschaving is de eerste zonder contact met de planeet Gaia, godin Aarde. De laatste opname van Kryon in het Britse Stonehenge en ook de ontmoetingsplaats Glastonbury. Het zijn dezelfde architecten geweest als van de Egyptische piramides en de stenen van Paaseiland. Vanwege hun contact met Gaia hadden ze hun wetenschap om deze monumenten probleemloos op te bouwen vanuit kosmische kracht en energie.