Stelling: Een uiterst interessant onderstaand
interview met de Vlaamse neuroloog, die zich op het grensvlak van wetenschap en
meditatie bevindt, een grensvlak dat door professionele wetenschapsbeoefenaars
niet (echt) op prijs wordt gesteld. Maar de uitkomsten van zijn onderzoek zijn
er niet minder om.
De Vlaamse neuroloog Steven Laureys ontdekte het mediteren,
zowel in zijn werk als thuis en schreef er een boek over (Ianthe Sahadet, Bijlage
V/de Volkskrant, 28-10-19)
Interview Steven Laureys
DOOR IANTHE SAHADAT
Steven Laureys: Het no-nonsens meditatieboek. Over hoe
bewust zijn je mentale en fysieke gezondheid kan versterken. Borgerhoff &
Lamberigts; 208 pagina’s; € 22,99.Pauline Marie NiksPauline Marie Niks
PAULINE MARIE NIKS
Een werkkamer vol hersens. Niet op sterk water, maar in de
vorm van schaalmodellen, getekend, gefotografeerd, en vrijwel geen boektitel
zonder het woord ‘brain’ in de kast. Ook: een foto van de dalai lama met
handgeschreven boodschap en een houten meditatiebankje voor het grote raam.
Uitzicht op de bossen van Sart-Tilman, een dorpje nabij het Waalse Luik, waar
het universitair ziekenhuis van de stad zich bevindt.
Elke ochtend fietst de Vlaamse neuroloog Steven Laureys (50)
op zijn allterrainbike met vuistdikke banden door het bos. De fiets staat nu in
de werkkamer. Achterop een zitje voor kind vier (net 2 jaar), dat hij op weg
naar het ziekenhuis naar de crèche brengt. Kind vijf is onderweg: zijn vrouw,
een Canadese psycholoog, is in verwachting.
Laureys is behalve BB’er (Bekende Belg), TEDx-spreker en
schrijver van populair-wetenschappelijke boeken over het brein, vooral ook een
wetenschapper van wereldfaam. Met zijn Coma Science Group deed hij baanbrekend
onderzoek. Hij ontdekte dat van een op de vijf comapatiënten de toestand
onterecht voor ‘vegetatief’ wordt aangezien. Deze patiënten blijken, bij de
juiste prikkeling, wel degelijk over een ‘minimaal bewustzijn’ te beschikken.
Het leverde Laureys een soort sterrenstatus op: de neuroloog
die comapatiënten een stem en hun familie enige hoop gaf.
Ineens dook de bevlogen arts en wetenschapper op in
praatprogramma’s en populaire bladen om toe te lichten hoe hij een comapatiënt
had laten antwoorden op de vraag ‘Heet je vader Hans?’. Namelijk door de
patiënt te trainen bij het antwoord ‘ja’ aan tennis te denken (het motorisch
gebied in het brein licht dan op) en bij het antwoord ‘nee’ aan wandelen door
het huis (het gebied voor ruimtelijke coördinatie wordt dan actief).
Zelf is Laureys de eerste om zijn ontdekkingen te
relativeren. De staat van minimaal bewustzijn betekent niet dat iemand zal
herstellen; het belang van de ontdekking schuilt wat hem betreft in de
onschatbare waarde van de mogelijkheid tot waarneming bij de patiënt, en de
mogelijkheid tot communiceren.
En nu is daar ineens een boek over meditatie: Het
no-nonsense meditatieboek. Na een persoonlijke crisis, ruim zeven jaar geleden
(waarover later meer), begon de comaspecialist namelijk met mediteren. Waarna
hij dat fenomeen ‘uiteraard’ ook wetenschappelijk wilde ontleden. Weidse armgebaren:
‘Dat heeft mij zo veel gebracht. En ik ben in hart en nieren wetenschapper, dan
wil ik begrijpen hoe dat werkt, wat daar in dat hoofd gebeurt.’
In zijn boek weerlegt Laureys de clichés over meditatie.
‘Het is geen religie, het is niet zweverig, het is niet aan-niets-denken.’ Wat
het wel is? Laureys noemt meditatie een ‘sport voor de hersenen’, een
verzamelterm voor verschillende manieren om je hersenen te trainen in aandacht,
in ‘bewust zijn’. Zoals via gerichte aandacht – op een object, een muziekstuk
of je ademhaling – of juist door alle prikkels die binnenkomen (gedachten,
emoties, geuren, geluiden) te observeren. In zijn boek zet de neuroloog de
wetenschappelijke stand van zaken over het onderwerp, inclusief zijn eigen
studies, op een rij en laat hij bekende mediteerders aan het woord.
Het boek moest een breed publiek aanspreken, zegt Laureys.
‘Als ijklezer denk ik aan mijn mama en haar vriendinnen.’
Even later: ‘Ik schreef dit boek niet om geld mee te
verdienen, het gaat me om de boodschap, dat iedereen baat kan hebben bij
meditatie. Ik maak me zorgen over onze maatschappij. Wij zouden zo veel beter
voor onszelf kunnen zorgen. Ik wil vanuit mijn expertise als neuroloog ook nog
schrijven over beweging, voeding, sociale contacten en slaap.’
Laureys kijkt graag verder dan het voor de hand liggende en
dat levert hem soms gefronste wenkbrauwen van vakgenoten op. Zo bestudeert hij
al jaren het onder artsen controversiële hypnose als hulpmiddel bij
pijnbestrijding tijdens de behandeling van hersentrauma’s.
Hij mag dan 50 zijn, Laureys praat en beweegt als een
jongen, verstopt in een volwassen, tamelijk lang lichaam. Tijdens het gesprek
springt hij geregeld op, laat iets zien, wijst iets aan, weidt uit over een
bijzaak (hop, in kleermakerszit vanaf zijn bureau: ‘Toen ik dat bankje nog niet
had, zat ik hier om te mediteren’). ‘Koffie? Een straffe? Mediteer jij ook?’
Tegelijkertijd is hij kalm, uiterst gefocust. Als hij
formuleert, sluit hij vaak de ogen, om zich te concentreren. Zijn beweeglijke
handen blijven zijn woorden ondersteunen. Hij grijnst regelmatig.
Een paar kamers verder zat vorig jaar de boeddhistische
monnik (en moleculair bioloog) Matthieu Ricard, in een oranje gewaad met een
cap vol elektroden op het kaalgeschoren hoofd. Boven het hoofd een grote witte
plaat met daarin een krachtige magneet, ter bestudering van zijn mediterende
brein. Daar gebeurde iets wonderlijks, waarover Laureys in 2018 een artikel
publiceerde in het vakblad Brain Stimulation.
De test met de magneet gebruiken bewustzijnsonderzoekers
normaal gesproken om in te schatten of in het brein van een persoon in coma
sprake is van bewustzijn. Ze meten de mate van activiteit en proberen met de
magneet die activiteit te verstoren en te sturen.
Bij Ricard ging het andersom: hij stuurde de uitslag van de
test, afhankelijk van de staat van meditatie waarin hij zich bevond. Laureys:
‘Hij had een haast ogenblikkelijke invloed op zijn hersenactiviteit, zoiets
hadden we nog nooit meegemaakt. Ricard vertoeft bijna spontaan in een
meditatieve staat. We moesten hem vaak actief manen om níét te mediteren.’
In het artikel beschrijven Laureys en collega’s dat
meditatie verschillende varianten kent. Van een tijdelijke, pseudocomateuze
toestand, die alleen ‘bij mensen in coma, in diepe narcose of in een droomloze
slaap’ optreedt tot een staat van opperste concentratie. Die juist een extreem
actief brein laat zien. In breintaal: een hoog niveau van snelle complexe
elektrische golven. Wat zoveel betekent als: hersencellen en neuronen zijn druk
aan het communiceren.
Laureys is niet de eerste wetenschapper die zich buigt over
meditatie. Tal van onderzoekers, vooral Amerikaanse, gingen hem voor. In zijn
boek verwijst hij naar de belangrijkste en vroegste studies. Zoals die van
Daniel Goleman en Richard Davidson, de eerste hoogleraren psychologie en
psychiatrie die zich bogen over verschillende vormen van meditatie en
mindfulness.
U schrijft dat u ‘op de barricade staat voor meditatie’. Na
het lezen van uw boek blijft toch de vraag hangen: wat weten we nu eigenlijk
echt over het nut ervan?
‘Onderzoek naar meditatie staat nog in de kinderschoenen,
dus we moeten niet te hard van stapel lopen. Maar in Nature verscheen een paar
jaar terug een overzicht van het beschikbare onderzoek van de afgelopen twintig
jaar en dat laat zien dat meditatie gunstige effecten heeft op de fysieke en
mentale gezondheid en op cognitieve prestaties. Er loopt onderzoek naar
meditatie bij chronische pijn, burn-out, depressie en angst- en slaapproblemen.
‘Het lastige van onderzoek is dit: neem Ricard, we hebben
alleen zijn brein zoals het is. We weten niet hoe het zonder meditatie zou
zijn, we kunnen hem alleen vergelijken met andere 70-jarigen. Veel studies
gebruiken een kleine groep mensen die een meditatiecursus van acht weken
volgen. De controlegroep moet je een placebo bieden, dat is lastig. Vaak
krijgen ze een vergelijkbare cursus zonder meditatie, maar er zullen deelnemers
zijn die dat doorhebben. Er zijn veel beperkingen. Is jouw meditatieoefening
dezelfde als de mijne, wat meet ik nu eigenlijk, en waar helpt het precies bij,
bij hoofdpijn, rugpijn, stress?’
Toch lijkt meditatie, of in elk geval mindfulness (bewust en
aandachtig leven) gezien de toegenomen populariteit soms hét antwoord op tal
van problemen in onze maatschappij. Meditatie is ook business. Er zijn
cursussen en boeken voor werknemers, voor ouders, voor mensen met depressies,
overgewicht of kanker. In de VS gebruiken critici de term ‘McMindfulness’.
‘Er bestaan jammer genoeg valse claims, misleidende
charlatans en zelfverklaarde therapeuten die mensen op een fragiel moment van
hun bestaan weten te vinden. We leven in een kapitalistische wereld, dus alles
wordt commercieel uitgebuit, maar het is te makkelijk en cynisch om meditatie
daarmee af te doen als modeverschijnsel.
‘Mensen denken graag zwart-wit: of de wetenschap weet alles,
of eigenlijk weet de wetenschap niets. De waarheid ligt, zoals vaker, ergens in
het midden. Ik kan als arts een patiënt een pil voorschrijven bij zijn
angststoornis, chronische pijn, slapeloosheid of depressie, maar ik zeg ook
altijd: sporten of meditatie kan een gunstig effect hebben. Preventie en een
actieve rol voor patiënten worden steeds belangrijker.’
Hoogleraar klinische psychologie Pim Cuijpers (Vrije
Universiteit Amsterdam) onderzocht mindfulness bij depressie. Het kan werken,
maar dat geldt ook voor hardlopen, praten en pillen. Het een werkt niet beter
dan het ander, relativeert hij.
‘Laat ik het zo zeggen: er zijn aanwijzingen voor tal van
gunstige effecten, ik ervaar zelf ook een positieve werking. Maar ik ben een
wetenschapper, ik zoek de bewijzen en pas op met oversloganesk redeneren.
‘Door meditatie leer je je gedachten, ook de nare, te
observeren. Dat is waardevol. Je leert even rust te nemen, jezelf los te
koppelen van de constante informatiestroom. Ik zeg niet dat het zaligmakend is.
Wat ik vooral met mijn boek wilde doen, is zeggen: het is goed om wat meer stil
te staan bij uw mentaal welzijn. Iedereen zou bij zichzelf moeten nagaan: hoe
is mijn levenshygiëne: wat eet ik, hoeveel beweeg ik en slaap ik, en hoe ga ik
om met stress?
‘In mijn eigen vak zie ik het. Ik heb twee collega’s gehad
die zelfmoord hebben gepleegd vanwege te hoog opgelopen stress. We weten al
zoveel jaren dat artsen en verpleegkundigen een verhoogd risico op burn-out
lopen, maar we doen daar te weinig aan in de opleiding, er is geen
gestructureerd programma.
‘Onze kinderen leren op school rekenen en taal, maar niemand
vertelt ze hoe ze moeten omgaan met stress en prikkels. Ik vind dat jammer en
zou het graag anders zien. Daar is niets spiritueels of commercieels aan.’
U schrijft in uw boek over uw plotselinge echtscheiding in
2012, die uw leven op losse schroeven zette en u op het pad van de meditatie
bracht. Hardwerkende man in de 40 maakt een persoonlijke crisis door en vindt
zijn weg daaruit op een yogamat: het is ook wel een beetje een cliché.
(Kijkt eerst verbaasd, moet dan hard lachen.) ‘Ik ben ook
niet zo speciaal hè, ik wilde dit verhaal juist vertellen om mensen te laten
zien dat ik ook maar een hopeloze sukkel ben die wat probeert en prutst. Daarom
schrijf ik dat ik plots alleenstaande papa van drie kinderen van 7, 11 en 13
was. En hoe ik in dat moment van crisis greep naar drank en sigaretten en niet
goed voor mezelf zorgde. Ik was bezig mijzelf te verdoven, ik gebruikte zelfs
een tijdje slaappillen, antidepressiva.’
En meditatie zorgde voor de ommekeer.
‘Wel, in diezelfde periode ontmoette ik Vanessa, mijn
huidige vrouw. Dat speelt ook een rol…
‘Het viel allemaal samen. Ik ging in 2013 met Vanessa naar
TEDx in Parijs, dat was een jaar na mijn scheiding. Het was onze eerste trip
samen. Ik ontmoette Ricard, nu een goede vriend van me, en natuurlijk was daar
ook de yogajuf die mij na een les een sigaret zag opsteken en aansprak, zonder
oordeel, en zei: wat goed dat je komt. En de bevriende psychiater die zei: het
is niet de realiteit die telt, maar hoe jij die ziet. Dat is natuurlijk heel
simpel, maar op dat moment viel dat binnen.
‘Achteraf maak je van gebeurtenissen een verhaal. Ik wilde
in het boek vooral laten zien dat ik een pad heb afgelegd, en dat ik op het
gebied van meditatie nog steeds een amateur ben. Daarom gebruik ik ook geen
yogajargon.’
Uw dochter van 20 mediteert ook, vertelde ze. Heeft ze
dat van u?
‘Nee, zij heeft zelf haar weg afgelegd. Het is ook niet iets
dat je moet opdringen, je moet het zelf willen. Ik heb overigens veel
vertrouwen in de jonge generatie. Mijn zonen van 14 en 18 zijn vegetariër, zij
zijn mijn ethische bakens.
‘Als mij als kind werd gevraagd: ‘Wat ga je later doen,
manneke?’, dan zei ik: dokter worden. Mijn kinderen zeggen: gelukkig worden.
Dat doet mij deugd. On est là pour être heureux.’
Brave Vlaamse boerenzoon
Voor Laureys ‘als brave Vlaamse boerenzoon’ kwamen de
antwoorden op grote levensvragen lange tijd uit het katholicisme. ‘Tot het
moment dat dit ontoereikend werd. Ik heb bewust gekozen voor de Vrije
Universiteit in Brussel. Dat ‘vrij’ staat bij ons, anders dan bij jullie, voor
adogmatisch. Vanaf dat moment werden alle vragen die ik stelde wetenschappelijk
beantwoord. Ook van dat motto – meten is weten, en als je het niet kunt meten
bestaat het niet – heb ik mij weer los moeten weken.’
Steven Laureys
Steven Laureys (Leuven, 24 december 1968) groeide op in het
dorpje Hoeilaart, studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit van Brussel
en specialiseerde zich als neuroloog. Hij promoveerde in Luik en werkt daar
sinds 1997 in het academisch ziekenhuis, waar hij het onderzoekscentrum GIGA
Counsciousness, de Coma Science Group en het Brain Center leidt. Sinds 2000 is
Laureys hoogleraar neurologie. Hij publiceert veel in toonaangevende vakbladen
en kreeg meerdere internationale prijzen voor zijn onderzoek.
Laureys heeft vier kinderen en woont met zijn vrouw en zoons
(2, 14, en 18) in Luik.
https://krant.volkskrant.nl/titles/volkskrant/7929/publications/782/articles/995159/28/1
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.