Categorie archief: 1D

Dodenherdenking vanuit spiritueel perspectief en dat is ingewikkelder dan we normaal denken

Herdenkingen zoals de nationale Oorlogsverdenking op 4 mei is zinloos omdat het gewone leven daarna toch weer gewoon in het dagelijkse ritme van het leven doorgaat @volkskrant

Stelling: Omdat de mensheid in den brede zich niet bewust is van ‘eeuwig leven’ – vanwege zijn goddelijke DNA dat éénmaal wakker zal worden – weet dat het eindstation van zijn individuele scheppingsmacht/kracht  pas bereikt wordt als zijn zelfbewustzijn samensmelt met het volmaakte kosmische en dus goddelijke Superbewustzijn, zoals de theosofie onder meer leert.

En dat dus iedere ‘ziel’ als ‘mens’  ooit een – of meerdere – levenservaring heeft/moet hebben opgedaan als tirannieke dictator, het liefst in combinatie met de wereldveroveraar – zoals Alexander de Grote en Dzjengis Khan -. Vanaf de vroegste tijden dus waardoor ook de joodse Diaspora in ondermeer Egypte en Mesopotamië[i] – dus vanaf  vanaf de vroegste tijden, weet oorlogen horen bij het stoffelijke leven. Daarom zijn alle dictators van de 20e eeuw ooit zelf slachtoffer geweest van een vooraf zelf geleefd en meegemaakt leven. Dit relativeringsvermogen zal ooit ontstaan zodat het karakter van herdenkingen automatisch zal verdwijnen.

Nederland heeft zijn eigen verantwoordelijkheid achter knopje weggemoffeld (Mohammed Benzakour[ii], Opinie & Debat/de Volkskrant, 2 mei 24)

Dodenherdenking

Terwijl vrijwel de hele wereld zich uitsprak vóór een humanitaire gevechtspauze in Gaza, onthield Nederland zich van stemming. Toen knapte er iets bij Mohammed Benzakour. Hij bedankte voor de Dodenherdenking-lezing.

Door ons regionale Comité 4 en 5 mei was ik gevraagd of ik de Dodenherdenking-lezing wilde houden. Met als richtsnoer het landelijke thema: ‘Vrijheid vertelt: opmaat naar 80 jaar vrijheid’. Eervol, maar ik bedankte vriendelijk.

Terwijl ik de uitnodiging las, spookten allerlei Gaza-filmpjes door mijn hoofd. Ik zag weer die vier tieners lopen, hoe ze plotseling één voor één tot gehakt werden vermalen, hoe de vierde probeerde te ontkomen maar z’n benen weigerden, op z’n knieën viel, waarna een projectiel ook hem in flarden scheurde.

Ik zag soldaten paraderen bij lijken, met de bh’s van vermoorde meisjes. Massagraven. Ook het beeld van dat uitgehongerde jochie, moeizaam sjouwend met een zak gedropte etenswaren, doemde op. Hij kreeg de kogel.

Ik ben gestopt met die filmpjes. Onze hersenen zijn niet ontworpen om dag in, dag uit het onverdunde kwaad van massamoord te absorberen. Liever kijk ik naar een zingend blauwborstje in het riet.

Onze tachtigjarige vrijheid en vrede loopt nogal parallel aan de tachtigjarige beroving en onderdrukking van de Palestijnen. Aan de voordeur vieren we vrijheid, via de achterdeur verstrekken we materieel waarmee jongetjes die naar voedselpakketten rennen op steriele wijze koud worden gemaakt.

Onze Israël-liefde leidde tachtig jaar lang tot topprestaties. De recentste: het land doodde in vier maanden tijd meer kinderen dan er in vier jaar tijd wereldwijd in alle oorlogen omkwamen. En de teller, aangesterkt door een uithongeringsoperatie, tikt stevig door.

Wat betekent onze vrijheidsviering als we hier de rode loper uitrollen voor de eindverantwoordelijke van iets wat erg lijkt op uitroeiing: Isaac Herzog? De Israëlische president kreeg op 10 maart in Amsterdam een koninklijke ontvangst en mocht als hoofdgast de feestelijke opening bijwonen van het Nationaal Holocaustmuseum.Als cynisme niet bestond, was het die dag uitgevonden.

Opmaat naar tachtig jaar vrijheid. God, wat waren we blij met het belangrijkste document van de naoorlogse jaren: de preambule van de Universele Verklaring van de Mensenrechten uit 1948, bedoeld om een herhaling van Europa’s rassen-apocalyps te voorkomen.

Maar universeel? Hoe kan de terechte angst voor antisemitisme dan zo vaak ontaarden in blinde Israël-liefde? Zijn dat niet twee lelijke gezichten van dezelfde medaille?

We weten dat Israël gesticht is als thuisland voor de Joden, die al eeuwenlang in Europa slachtoffer waren van pogroms en discriminatie. Maar waarom moeten Palestijnen beroofd en vernietigd worden voor misdaden waaraan vooral Europeanen schuldig waren?

Laten we stoppen met konijnen uit een hoed toveren. Wie door propagandataal heen kan prikken, ziet haarfijn dat de horror in Gaza weinig te maken heeft met ‘zelfverdediging’ of Hamas. Die weet dat de gruwelijke Hamas-aanval van afgelopen oktober ‘niet in een vacuüm is gebeurd’, zoals VN-topman António Guterres opmerkte.

Die weet dat de moordpartijen door het Israëlische leger een versnelde voortzetting zijn van staand beleid: de apotheose van een uitgekiend settler-colonial project dat zijn wortels vindt in zionistische ideeën van nog vóór de oprichting van de staat Israël, lang vóór Hamas (opgericht in 1987) bestond.

Abel Herzberg bezat een glazen bol toen hem werd gevraagd ‘Wat moeten wij doen om te voorkomen dat onze kinderen weer slachtoffers worden?’ Zijn antwoord: ‘De juiste vraag is hoe wij kunnen voorkomen dat onze kinderen beulen worden.’

En toen, op die memorabele vrijdagochtend 27 oktober 2023, op de drempel van tachtig jaar nationale vrede & vrijheid, toen schreef Nederland geschiedenis. In New York kwam een VN-resolutie in stemming, over humanitaire hulp aan Gaza: voedselpakketten, drinken, kleding, medicijnen. Israël had toen al drie weken water, gas, stroom en internet afgesloten; iets wat Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, toen Rusland hetzelfde deed met Oekraïne, ‘oorlogsmisdaden’ en ‘terrorisme’ noemde – maar nu zweeg ze.

De resolutie werd met een overweldigende meerderheid aangenomen, 120 landen. Op een groot scherm verscheen de uitslag. Mijn ogen zochten naar Nederland en zagen een geel kruisje. Stemonthouding? Droomde ik? Ik keek nog eens goed. Jawel, geel kruisje, zonder twijfel.

Anderhalve maand later, 12 december, herhaalde de geschiedenis zich. Nu ging het over een staakt-het-vuren. Praktisch de hele wereld, 153 landen, stemde vóór een pauze, zodat nabestaanden even konden ademhalen, hun doden begraven, als zombies ronddwalende kinderen wat nachtjes slaap gunnen. Maar Nederland koos opnieuw voor het gele kruis. Nooit deed geel zo’n pijn aan mijn ogen.

Toen knapte er iets. Een klein heelal spatte uiteen. Iets warms werd koud. Ik kon niet meer geloven dat dit het land is waar mijn vader in de jaren zestig zo blij naar toe was geëmigreerd. ‘Nederland is een mooi land met heel aardige mensen’, zei hij tegen ons. Maar hij wist toen niet dat dit mooie land op het gele kruisje zou drukken.

Ik dacht altijd dat alleen despoten nooit wakker lagen van de bloedbaden die ze aanrichten, doof zijn voor de doodsrochel die uit hun achterland opstijgt. Maar met dat gele kruis, haast achteloos ingedrukt, heeft dit land z’n eigen daden weggemoffeld achter een knopje en dit mechaniek werd een intermediair tussen het geweten en het allerergste. Voor het oog van de wereld heeft het een volk, of wat ervan over is, vogelvrij verklaard.

En dan… dan staan we straks op 4 mei op de Dam. We vieren tachtig jaar vrijheid. We leggen een koninklijke krans neer. We kijken vroom uit onze ogen. Een gezant van het kabinet zegt: dit nooit meer. We houden 2 minuten stilte en slaan onze ogen neer. Geen ogenblik vervloeken we onze mensenaard. Geen ogenblik schamen we ons. Maar het bloed aan onze handen krijgen we nooit meer eraf gewassen. Dodenherdenking, een mooi idee, maar de doden van de Tweede Wereldoorlog, en andere oorlogen, verdienen beter.

[Mohammed Benzakour is socioloog en schrijver.]

https://krant.volkskrant.nl/titles/volkskrant/7929/publications/2168/pages/26/articles/2032374/27/1


[i] https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_diaspora

[ii] Mohammed Benzakour is socioloog en schrijver

De ‘tijdfactor’ binnen de filosofie van de spiritualiteit [2]

“Onveranderlijk en toch steeds veranderend, altijd met ons en toch steeds ongrijpbaar, is het een van de grote mysteriën van het leven. Door de eeuwen heen hebben filosofen erover nagedacht en naar een verklaring gezocht, maar als totaliteit is het een te ingewikkeld en raadselachtig verschijnsel om in een eenvoudige definitie te worden samengevat. Hoe kan het ook anders? We kunnen het alleen bij benadering begrijpen, want we zien slechts een schaduw van de werkelijkheid, een klein segment van een enorme boog.”

En nu de geciteerde uitleg erbij:

  1. “Onveranderlijk en toch steeds veranderend, altijd met ons en toch steeds ongrijpbaar, is het een van de grote mysteriën van het leven.”

De geestelijke ‘tijd’ van de kosmische cycli wordt hier niet bedoeld, want nog volkomen onbekend in de spirituele, en dus ook theosofische wereldgemeenschap. Het gaat dus om de tijdsfactor binnen de fysieke werelden. Is die onveranderlijk? Wel als het om het dagelijkse werkritme van de gemiddelde aardemens gaat, want op volwassen leeftijd is hij opgenomen in het arbeidsproces en dat voor het overgrote deel van de mensheid een routineachtige werknemer of arbeider als een robotachtige machine aan de lopende band. En het hangt er natuurlijk wel van het tijdsgewricht af waarin hij leeft, en dat is een evolutiefactor waaraan niet te sleutelen of te veranderen valt. Maar het is geen kosmische constructiefout van de schepper omdat alle culturen en tijdsperioden moeten worden doorleefd, zelfs de duizenden verschillende functies die er bestaan worden allemaal, zonder uitzondering doorleefd, evenals alle culturen.

En daarmee komen we nu ook bij de uiterst actuele kwestie van het  slavernijverleden van de Antillen en Suriname. Wat moeten de Europese Nederlanders hiervan denken? Helemaal niets waarschijnlijk, want ze hebben er geen gedachten bij. Niet wetend of beseffend dat ook de witte Nederlanders van deze generatie allemaal als zwarte inboorling hebben geleefd op de koffie- en theeplantages, en dat geldt waarschijnlijk voornamelijk de plantages van Nederlands Oost-Indië.

Want alle soorten levens met dito beroepen wisselen elkaar allemaal af.  En niemand ontkomt aan arme levens en het armzalige slavenbestaan, zoals we ook in slavenmaatschappijen als Atlantis, Griekenland in bijvoorbeeld Athene of in Rome hebben geleefd. In een dergelijke levenscyclus waarin alle mogelijke lichamen en beroepsgroepen gepasseerd zijn, hebben ook rijkdom en armoede, eeuwig vluchteling en imperiale heersers en grote legeraanvoerders zoals Alexander de Grote en Dzjengis Khan een rol gespeeld. En dus wordt de conclusie zichtbaar: we hebben ooit in het verleden die rollen zelf gespeeld en geen mens die daaraan ontkomt. Vandaar dat we al duizenden levens op aarde hebben . doorgebracht.

  • Er bestaat dus geen ‘Onveranderlijke tijd  en toch steeds veranderend’. Alles is afwisselend veranderlijk én onveranderlijk tegelijkertijd. Wie dat na deze bovenstaande redenering nog durft te beweren, is stokdoof en ziende blind als een klein kind. We zijn met z’n allen vastgehouden in de Matrix-piramide waarin we met ouders waren opgezadeld die niet beter wisten dat ze serieus hun eigen levenswensen konden uitvoeren, maar allemaal noodgedwongen hetzelfde toneelspel opvoerden. Want zonder die wisselende levens met de meest uiteenlopende omstandigheden en verrassingen waren we nooit in de verre toekomst Meester over het leven geworden.
  • En tot slot de laatste zin: “Door de eeuwen heen hebben filosofen erover nagedacht en naar een verklaring gezocht, maar als totaliteit is het een te ingewikkeld en raadselachtig verschijnsel om in een eenvoudige definitie te worden samengevat.”

Al die oude historische filosofen hebben er ook nooit iets van begrepen en dat is maar goed ook want anders waren we nooit tot de wijsheid van vandaag toegekomen.

Goed voorbeeld van een psychose en hoe dat ‘eruit ziet’ @trouw

Stelling: Een psychose is /komt neer op een niet-ontwikkelde ‘persoonlijkheid’, van mensen die geen orde hebben kunnen aanbrengen in hun persoonlijkheidsontwikkeling en daarom niet kunnen meekomen in de samenleving met zijn noodzakelijke sociale contacten.

Leven met psychose is zonder corona al een soort constante lockdown (Rianne Oosterom, Katern de Verdieping/Trouw, 23-4-21)

GGZ-patiënten

Hun verhalen bleven tot nu toe verstopt achter talloze anonieme voordeuren: de meest kwetsbare groep ggz-patiënten is door de coronacrisis vaak in een nog groter isolement terechtgekomen. Trouw liep twee dagen mee met ggz-instelling Altrecht en belde bij deze patiënten aan.

Park Lepelenburg, Utrecht

Tegen de muziektent leunt een man die al weken iedere ochtend met wanhoop in zijn hoofd wakker wordt. Maar geen voorbijganger die dat vermoedt. Hij is een logisch decorstuk in het parktafereel dat bij deze eerste lentedag hoort, een zonaanbidder met pet, tussen het werkvolk dat boterhammen wegwerkt en de studenten op hun kleedjes.

Hij kijkt af en toe op, de man met de pet, alsof hij op iemand wacht, maar verzinkt dan weer in gedachten. Tot er een vrouw aan komt lopen. Het is Jantine van den Broek (35), sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij de Utrechtse ggz-instelling Altrecht. “Hallo Peter, zullen we een stukje langs de singel lopen?”

Wat voor de voorbijgangers op een wandeling lijkt, is in werkelijkheid een behandelafspraak. Het gaat niet goed met Peter, hij heeft de laatste tijd psychotische belevingen en raakt de grip op de realiteit langzaam kwijt. Zijn post ligt al wekenlang ongeopend op de mat. En in welke straat of welk park hij ook rondwandelt, de wanhoop vergezelt hem de laatste tijd altijd.

Achter meer voordeuren in Utrecht wonen mensen zoals Peter, met ernstig psychiatrische aandoeningen, zoals schizofrenie, ernstige depressies of persoonlijkheidsproblematiek. In Nederland zijn er in totaal zo’n 210.000. Ze vormen de groep meest kwetsbare ggz-patiënten en hebben vaak een heel erg klein netwerk om hen heen. Hoe vergaat het hun in coronatijd?

Met die vraag fietste Trouw Utrecht door, samen met ggz-medewerkers van Altrecht, die deze patiënten behandelen. Patiënten van wie de verhalen meestal verborgen blijven. Wat anderen misschien amper als probleem ervaren, zoals niet naar buiten kunnen ’s avonds of slechte wifi door de vele thuiswerkers in de flat, kan bij hen ontwrichtend werken.

Peter heeft vandaag goed nieuws, vertelt hij Van den Broek. Een gesprek met zijn buurvrouw, met wie hij veel optrekt, gaf hem tien seconden lang ‘een sprankje hoop’ dat daarna weer vervloog. Maar toch. Hij voelde het even. Verder, vertelt hij zacht terwijl de ommetjes-mensen hem passeren, heeft hij nog sterker het gevoel dat hij nergens past.

Dat gevoel heeft hij al langer, maar de coronatijd vervreemdde hem verder van de wereld om hem heen. Zijn eetclub gaat niet door, net als de wekelijkse logeerpartij bij zijn ouders, die hem houvast gaf. “Ik heb het gevoel dat ik in een trechter zit die steeds smaller wordt,” zegt hij. Het is een man die graag in beelden praat.

Of hij vrienden durft te bellen, om te praten, vraagt Van den Broek. Nee, dat doet hij liever niet.

Ze lopen langs een uitpuilende prullenbak vol koffiebekers. “Afval”, zegt Peter. “Alsof een vuilniswagen overal afval heeft opgehaald en over mij heeft uitgestort, zo voel ik me meestal.” Hij kijkt opzij. “Jantine, je bent een enorme steun voor me.”

Hun wegen scheiden. Een poosje later zal Peter de voordeur van zijn huis achter zich dichttrekken. Hij zal ’s avonds in zijn eentje Met het Mes op tafel kijken, zoals hij gewend is. De post zal ongeopend blijven liggen. De volgende ochtend zal hij de strijd met zichzelf moeten aanknopen om op te staan, wat hem meestal aan het eind van de ochtend lukt.

Willem Artzsgebouw Altrecht, Lange Nieuwstraat

Jantine van den Broek fietst van het park terug naar de binnenplaats van Altrecht, hier in een hofje vlak achter het Ledig Erf, waar de magnolia bloeit. Ze maakt zich zorgen om Peter, vertelt ze als ze haar kantoor binnenloopt. Hij gelooft niet dat hij een rol speelt als mens, maar dat hij een rol is: dat is onderdeel van zijn psychotische beleving.

Voor mensen met psychosegevoeligheid is de coronatijd lastig, vertelt Van den Broek. Minder sociaal contact betekent voor hen ook: minder in aanraking komen met de realiteit. En laat dat nu zijn wat deze patiënten nodig hebben: anders verdrinken ze beetje bij beetje in hun eigen, veelal verwrongen beeld van de werkelijkheid.

Het is tijd voor koffie. Van den Broek loopt langs de kantoortjes van het wijkteam waar zij deel van uitmaakt: Team Ono, vernoemd naar de wijken in Utrecht waar zij en haar collega’s patiënten bezoeken: Oost en Noordoost, een gebied dat reikt van de binnenstad tot de studentenflats op de Uithof.

Psychiater Leonieke Beverloo is weer eens op kantoor, zij is eindverantwoordelijke voor de vijftien gebiedsteams van Altrecht. “De vergeten frontlinie van de zorg”, noemt zij hen, terwijl ze koffie drinkt. “Ik ben er vooral trots op hoe creatief de teams zijn geweest. Zo zijn veel mensen met hun patiënten gaan wandelen, wat heel goed blijkt te werken.”

De gebiedsteams zijn het kind van een van de grootste veranderingen in de geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg: de ambulantisering. Al jarenlang zijn de instellingen van Nederland bezig met dehospitaliseren: patiënten die vroeger in statige psychiatrische ziekenhuizen woonden, kunnen nu ieders buurman zijn: ze wonen gewoon in de stad.

Iedere instelling heeft sindsdien medewerkers die op de fiets door de straten gaan en bij mensen thuis zorg verlenen; ze zijn een beetje de cowboys van de ggz: flexibel en creatief. Niet dat ze wild uitgedost over straat gaan. Je ziet geen verschil met de ‘gewone’ behandelaren, alleen de makkelijk zittende kleren verraden misschien de aard van hun werk.

Op de gang wacht een schuchtere man in een gestreept shirt, Manu. Meestal gaat Van den Broek bij hem thuis langs, maar vandaag komt hij hier voor een gesprek. Ook de psychiater van het team, Remmelt Schür – donkerbruine krullen, bril – schuift aan. Hij is eindverantwoordelijk voor alle patiënten en schrijft als enige, zo nodig, medicatie voor.

Manu gaat zitten en kijkt wat nerveus naar zijn handen. Hij krabbelt langzaam op na een opname in de kliniek. Hij hoorde constant stemmen van mannen aan zijn deur: “We gaan je doodmaken”. Hij durfde niet meer in zijn eigen huis te zijn. Als hij daarover vertelt, staan zijn ogen dof.

Aan het begin van de coronatijd was hij bang om ziek te worden. Daarom ging hij in plaats van één keer per dag naar de Albert Heijn om drank te kopen, één keer per week. Maar vervolgens was zijn weekvoorraad er in twee dagen doorheen. Zijn gordijnen bleven soms dagenlang dicht en hij zag niemand.

Het vrijwilligerswerk dat hij deed in een tuin, ging niet langer door. En nog belangrijker: de dagelijkse telefoontjes met zijn moeder en familie in Afrika, die hem houvast gaven, haperden steeds vaker doordat alle buren thuis werkten en de wifi slecht werd. Soms was het bellen helemaal niet mogelijk. Terwijl die telefoontjes hem enorm hielpen.

“Je dagstructuur viel weg”, zegt psychiater Schür. “Ja”, zegt Manu. “Alcohol verpest veel dingen.” Overmatig drinken kan bij Manu leiden tot psychotische klachten – dat heeft hij vaker meegemaakt. Dan ziet en hoort hij dingen die er niet zijn. “Ik deed vijf jaar lang mijn best en werd niet opgenomen”, vertelt Manu. “Maar afgelopen jaar ben ik gevallen.”

Nu probeert hij, met hulp van team Ono, de structuur terug te brengen. Elke dag ontbijten. Weer werken op de tuin. Minder drinken. Hij heeft net, voor hij de gangen van Altrecht binnenliep, een gesprek gehad bij verslavingszorg, voor een afkicktraject. Hij houdt zich vast aan de vaccinatie die eraan komt. “Dan hoop ik dat ik op bezoek kan bij mijn familie.”

Zoals Manu zijn er meer patiënten, vertelt Schür, voor wie de coronatijd zo ontwrichtend was dat een opname nodig was. Het is altijd vervelend als er een opname nodig is, maar het kan ook een goede zaak zijn, zegt Schür. Hij noemt de casus van een hoog intelligente jongen met schizofrenie, die tijdens zijn studententijd afgleed en dakloos raakte. Hij liep op straat corona op en moest in de nachtopvang van het Leger des Heils in quarantaine.

Zijn situatie, die daarvoor al ernstig was, maar niet ernstig genoeg om hem gedwongen op te kunnen nemen, escaleerde. Schür: “Hij maakte sprongen alsof hij een kikker was en sloeg zichzelf op zijn hoofd.” Daardoor was er wél voldoende grond om hem op te nemen en medicatie te geven, wat hem enorm veel goed heeft gedaan.

Langs de singels

Als Remmelt Schür even later de binnenplaats van Altrecht oploopt, denkt hij aan de man met twee poezen in de verte, die wacht tot hij aanbelt. Dus houdt hij de pas erin. Het is zo’n dag dat er van alles tussendoor komt. Het beoordelen van een suïcidale patiënt, een calamiteit met een van zijn patiënten: het hoort bij het werk in het gebiedsteam.

Dirk komt door de portiekdeur naar buiten. Het is mooi weer, dus lopen ze samen langs de Kromme Rijn, de glooiende singels op. Hij haalt adem, de zon blinkt op zijn kale hoofd. “Genieten toch”, zegt hij. “Ik mis niet zoveel in deze coronatijd. Ik ben geen man van festivals ofzo, wandelen is voor mij een festival.”

Dirk is een van de weinige patiënten die wel lijkt te varen bij de coronacrisis. Sinds vier maanden rookt hij geen wiet meer. “Na een blowcarrière van dertig jaar”, lacht hij. Beter dan blowen is de ene voet voor de andere zetten, heeft hij ontdekt. Hij loopt minimaal twee uur per dag door de stad. “Ze zeggen dat er dan stofjes vrijkomen in je hoofd.”

Hij zet ferme passen en steekt af en toe zijn hand op als hij een bekende ziet. Als de twee langs een bloemenwinkel lopen, wijst hij naar de hangpotten met lenteplanten. “Die heb ik in huis gehaald. Je moet het toch een beetje gezellig maken.” Hij zit graag op zijn balkon, de poezen aan zijn voeten, dat is voor hem ultiem geluk. “Je leeft maar één keer, ook als je ziek bent.”

Dirk probeert niet te veel te lezen over de coronacrisis; dat verpest zijn humeur, vertelt hij. In het inloophuis dat hij vaak bezoekt, hoort hij allerlei complottheorieën en ziet hij hoe andere patiënten elkaar bang maken. Hij haalt zijn schouders op. “Ik laat me daar niet in meeslepen. Leven met psychose is een soort constante lockdown, dus ik ben wel wat gewend.”

Het Lister Hostel, Wittevrouwensingel

Hop, de fiets weer op, richting het Griftpark dat grenst aan de sjieke wijk Wittevrouwen. Voor een statig pand, het Lister Hostel, stapt Remmelt Schür van zijn stalen ros. Wie denkt dat het hier vol zit met studenten, heeft het mis. Dit hostel ontstond vanuit het doel om dakloze drugsverslaafden, die Hoog Catharijne tot hun thuis hadden gemaakt, van de straat te krijgen.

“Dit is harddrugs XXL”, zegt Schürs collega Mylene Jansen (39), die zich bij hem aansluit voor dit bezoek. “Zet je fiets goed op slot.” Het is, zegt ze, altijd maar afwachten of de patiënten in dit hostel, die naast een verslaving ook een psychiatrische aandoening hebben, aanwezig zijn en überhaupt willen praten. Je moet een beetje geluk hebben.

Ruben is gelukkig aanwezig vandaag, en ook nog eens minder stoned dan anders. Als hij erg veel geblowd heeft, komen er de wildste coronaverhalen uit hem. Het lijkt voor hem onderdeel te zijn geworden van zijn wanen, vertelt Schür. Hij ziet dat vaker bij patiënten die door hun aandoening al wantrouwig staan tegenover de buitenwereld.

Ruben is een intelligente man die een huisje-boompje-beestje-leven had, maar door de drugs afgleed en alles kwijtraakte; ook zijn huwelijk ging kapot. Terwijl hij door het Griftpark loopt, begint hij een vurig betoog tegen het kapitalistisch systeem waarin hij niet past. “Ik ben een kunstenaar. Een levenskunstenaar”, zegt hij.

Voor corona is hij niet bang, want hij voelt zich ‘kerngezond’. Wel is hij bang dat de overheid corona gebruikt om mensen eronder te houden. “Corona wordt gebruikt om de mensen angst aan te jagen. In het gelid te houden. Als je mensen bang maakt voor een ziekte, worden ze vanzelf ziek”, zegt hij voor hij weer naar binnen gaat.

Daar komt Lola naar buiten, ze zwaait vrolijk. Ook zij is in voor een wandeling vandaag, want ook bij patiënten als zij probeert het team zoveel mogelijk te wandelen, omdat ze vaak geen besef hebben van afstandsregels. Lola vraagt Mylene Jansen om de knoopjes van haar truitje dicht te doen. Ze heeft zich opgedoft vandaag, haar nagels zijn roze.

Het gaat weer beter met haar, vertelt ze. Al lange tijd heeft Lola last van twee inbrekers, een tweeling. Ze hóórt ze in haar kamer praten, maar ze ziet ze niet. “Ze zeggen dat ze zich kunnen verstoppen. Laatst hebben ze een slangenteken op mijn vloer getekend, onder de wasmand. Ik krijg het niet meer van de vloer afgepoetst, hoe hard ik ook schrob.”

De tweeling laat vooral ’s avonds van zich horen. Daarom vlucht Lola vaak naar buiten, voor frisse lucht. Maar door de avondklok kon dat ineens niet meer. “Ik werd gek. Ze fokken mij zo op, die broers, ze maken mij zenuwachtig.” Schür kon voor haar een medische verklaring regelen waardoor ze tóch naar buiten kon. Dat is een hele opluchting voor haar.

Schür vertelt dat de avondklok op het hele hostel een enorme impact heeft, omdat een groot deel van de verslaafden vooral ’s nachts leeft en drugs scoort. De avondklok werkte voor hen veel ontwrichtender dan voor de doorsnee Nederlander. “De sfeer in het hostel is anders geworden, er is meer ruzie”, zegt Lola.

Hoofdkwartier, Willem Arntsz Huis Altrecht

De teamleden van Ono druppelen langzaam binnen in de koffieruimte die hun hoofdkwartier is. Aan de muur hangen Domtorens en op het prikbord geboortekaartjes. Er staan nog wat vieze borden van gisteren op tafel. Een nieuwe dag, nieuwe zorgen. Want iedere ochtend bespreken de teamleden de patiënten met wie het niet goed gaat.

Zoals met de verstandelijk beperkte Lotte, een zestiger. Ze komt als een van de eersten voorbij in de bespreking. Haar man Richard ligt namelijk aan de beademing op de corona-afdeling van het Diakonessenhuis. Ze houden elkaar in evenwicht, weet het team.

En dat evenwicht staat nu op knappen.

Lotte kan door haar beperking en psychosegevoeligheid amper structuur aanbrengen in haar leven, terwijl Richard daar met zijn autistische stoornis juist erg goed in is. “Lotte, we gaan nu uit bed.” “Lotte, we gaan nu koffie drinken” , zo gaat dat. Nu kan hij niet eens aan de telefoon met haar praten, omdat hij aan de beademing ligt.

Het tragische is dat het echtpaar in een appartement naast het ziekenhuis woont. Vanuit haar woonkamer kijkt Lotte zelfs recht de corona-afdeling op, maar omdat Richard zijn bed niet uit kan, ziet ze hem niet. Het gaat nu nog net, vertelt de verpleegkundige die iedere dag met Lotte belt. Maar ze heeft wel vast een opnameplek gereserveerd, mocht dat nodig zijn.

Ook de patiënten die zorg weigeren komen ter sprake. Team Ono krijgt meldingen binnen via de politie of de woningcorporatie als mensen overlast veroorzaken en verward gedrag vertonen, maar hulp weigeren. Neem Louis. Die kwam in beeld nadat hij, totaal in de war, geweld had gebruikt tegen de politie. Hij werd gedwongen opgenomen.

Het ging daarna iets beter met hem. Hij beloofde mee te werken aan een diagnostisch onderzoek, maar kwam nooit meer opdagen. Mylene Jansen wil vanmiddag bij hem langs, zegt ze in het overleg. Eerder heeft ze haar bezoek al aangekondigd door een briefje door de bus te doen. “Maar het wordt de vraag of hij opendoet.”

Een straat in de wijk Abstede

Later op de dag stapt Jansen op de fiets richting de wijk Abstede. Ze parkeert hem iets verderop in een straat en loopt naar de voordeur van Louis, aan de overkant van de straat. Aanbellen, wachten, aanbellen, wachten: het hoort bij de bemoeizorg. Koffie voor de deur zetten, altijd op de aangekondigde tijd op komen dagen, zodat je vertrouwen wint.

Net als Jansen wil aanbellen, doet de buurman open voor twee collectanten. Een buitenkans. Ze vraagt hem of ze even binnen mag komen, dat ze van Altrecht is en wat wil weten over de man die naast hem woont. Eenmaal boven vertelt de man, politieagent van beroep, dat hij zijn buurman soms midden in de nacht hoort schreeuwen ‘alsof hij ergens last van heeft.’

Door de balkondeur kan Jansen in zijn tuin kijken, die totaal overwoekerd is. “Dit zijn heel gehorige huizen”, vertelt de buurman. Doordat hij in de coronatijd vaker thuis is, hoort hij ook meer van zijn buurman. Klassieke muziek, de hele nacht op een hoog volume. De man komt overdag nooit buiten, maar soms rent hij laat op de avond rondjes om het huizenblok.

Het stemt Jansen ongerust. Het lijkt duidelijk niet goed te gaan met deze man na zijn opname. “Je moet wel even een kwartiertje wachten, als je aanbelt”, zegt de buurman. “Soms doet hij dan pas open en heeft hij zijn pyjama nog aan.” Even later staat ze op de stoep, met engelengeduld aan te bellen.

Dingdong. Even wachten. Een stap naar achteren, om de smoezelige lamellen te checken, gaan ze aan de kant? Verschijnt er een oog? Dingdong. Schreeuwen door de brievenbus: “Meneer, wilt u even naar beneden komen, we maken ons zorgen”. Geen gehoor. Dingdong. Dingdong. Dingdong. Geen reactie. Nogmaals de lamellencheck: nog steeds niemand.

Na een kwartier schrijft Jansen een briefje, dat ze door de bus doet. De volgende keer zal ze later op de middag komen, misschien maakt ze dan meer kans. Nog een laatste blik op het raam, daarboven. Niets. Ze kunnen nog zoveel patiënten willen helpen, maar de verhalen van sommigen blijven achter de voordeur verborgen.

De patiënten in dit verhaal verkeren in een kwetsbare positie en de behandelaren zijn gebonden aan een beroepsgeheim. Daarom worden de patiënten onder een andere naam opgevoerd. Hun volledige namen zijn bekend bij Altrecht, waar ze in behandeling zijn. De patiënten hebben toestemming gegeven om hun verhaal geanonimiseerd te verwerken in dit artikel.

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1233/articles/1340264/26/1

Spirituele aantekeningen bij het wereldnieuws van dit moment n.a.v. de ‘stormram’ op Washington

Land van eigenrichting (themanummer aangekondigd op voorpagina nrc.nl,  9-1-21)

*Eigenrichting is nooit goed, maar het maakt een groot verschil in welk perspectief is het begrip ‘eigenrichting’ benadert. In politieke termen en dus aards dualistisch denken is eigenrichting een symptoom van het machteloze deel van de bevolking, die van mening is dat de bestuurders en politieke wereld hen niet ziet of hoort en daarom ervaren de demonstranten geen noodzaak tot voorzichtigheid vanwege het onrecht dat hen aangedaan werd én nog steeds wordt. Politiek is dit probleem moeilijk op te lossen (en niemand die het beter begrijpt dan de oude rot in het politieke vak, de komende president Joe Biden. Hij is de leider van de Democraten die ook een sterke linker vleugel hebben waarin geëist wordt om meer sociale rechtvaardigheid. De inkomenskloof is in de VS gigantisch en de belastingheffing in Europese ogen primitief. ‘Rijken worden steeds rijker omdat de gaten in de fiscale wetgeving enorm zijn.’ Biden zie ik in dit verband als de wijze opa die de sociale contrasten in dat land als geen ander kan helpen opvangen.

*En dan de spirituele invalshoek. Dan kan op geen andere weg uitgelegd worden dan de transitie die nu speelt over de hele wereld en dat betekent de overgang van de driedimensionale wereld (3D) naar de vijfdimensionale wereld van de nondualiteit (5D) maar dat betekent ook een intense revolutie op alle maatschappelijk vlakken omdat de ‘materie’ uiteindelijk ophoudt te bestaan en de mensheid moet kiezen tussen ‘licht en donker’, ‘goed en kwaad’, ‘geestelijk tegenover materieel leven’. Wat mij betreft is het duidelijk dat dit laatste gewoonweg gaat gebeuren, maar de meerderheid van de wereldbevolking is daar nog lang niet aan toe. Het wordt dus de vraag hoe en op welke manier deze overgang zijn beslag krijgt. Vanuit spiritueel perspectief geldt dan de wet van ‘chaos creëert nieuwe wegen’. De huidige politieke stormen die over alle landen heen razen zijn een instrument om die duidelijkheid tussen goed en kwaad te bewerkstelligen en zichtbaar te maken. Maar dat wordt een zware strijd en ik ben in de literatuur tegengekomen dat het wel eens een proces van 1000 jaar kan gaan worden. Dan staat ons dus nog heel veel te wachten.  

Vervolgartikelen:

Ook na coupfiasco blijft Amerikaanse democratie kwetsbaar (In het nieuws 2-3);

‘This is not who we are’ – maar geweld tekent cultuur van de VS (In het nieuws 4-5)’

Reacties uit Georgia over bestorming van het Capitool (In het nieuws 6-7)

Wordt vervolgd

Een prachtige filmische schets van een 1D-gemeenschap van de orthodoxe joden

Een zoektocht naar een eigen identiteit (HAROON ALI, Katern de Verdieping/Trouw, 27-4-20)

21ste-eeuws kostuumdrama – interview – De Netflix-serie ‘Unorthodox’ leidt tot jubelende reacties. De serie gaat over een jonge vrouw die een ultraorthodoxe, chassidische gemeenschap ontvlucht. Maar eigenlijk is de boodschap veel universeler, vertelt de maakster.

Wat als je opgroeit in New York, de stad van onbegrensde mogelijkheden, maar niks mag? In haar memoires ‘Unorthodox’ beschrijft Deborah Feldman hoe ze als Joods meisje wordt onderdrukt in de ultraorthodoxe, chassidische gemeenschap van de wijk Williamsburg. Ze mag niet naar de bibliotheek en mag thuis alleen Jiddisch praten. De Engelstalige literatuur die ze stiekem leest, verstopt ze onder haar bed, omdat iedere afwijking wordt afgestraft. Feldman is pas 17 als ze wordt uitgehuwelijkt. Hoewel het liefdesleven van het paar wordt gedomineerd door frustratie en ongemak, krijgen ze twee jaar later toch een kind. Op haar 23ste heeft Feldman genoeg van alle druk en vlucht met haar zoontje.

Ook de Amerikaanse schrijfster en tv-maker Anna Winger las het boek, dat in 2012 een bestseller was. Ze is bevriend met Feldman en woont net zij al jaren in Berlijn. Winger besloot haar verhaal te verfilmen, omdat ze er een universele boodschap in zag. “Het gaat in de basis over een vrouw die zoekt naar een identiteit, een eigen stem en een gemeenschap waar ze zich wél thuis voelt”, vertelt Winger aan de telefoon. “Ik ben ook joods, maar ik ben seculier opgevoed. Toch heb ik vroeger veel seksisme ervaren, nota bene in de liberale kunstwereld. Dus ik denk dat vrouwen uit allerlei hoeken hoop kunnen putten uit dit verhaal.”

De vierdelige miniserie ‘Unorthodox’ is nu te zien op Netflix. In de serie komt het jeugdverhaal van Feldman grotendeels terug. De auteur werkte ook mee aan de serie. Maar vanaf het moment dat de hoofdpersoon op de vlucht slaat, verloopt de serie anders dan het boek. Het tv-personage Esty raakt in Berlijn bevriend met een groep jonge muzikanten van een vooruitstrevende muziekacademie, waar moslims en Joden harmonieus samenwerken, waar homoseksualiteit geen issue is. “Het is voor mij altijd belangrijk geweest om vrouwen een podium te geven, maar ook andersgeaarden en mensen van kleur”, zegt Winger. Maar Berlijn staat niet alleen symbool voor vooruitgang. “We wilden Esty laten terugkeren naar de bron van het trauma dat haar gemeenschap, de Satmar, heeft gevormd.”

De Satmar-gemeenschap gelooft dat de Holocaust een straf van God was, vertelde Feldman daar eerder over in deze krant. Die straf zou zijn gevolgd op het feit dat de Joden te veel waren geassimileerd in het moderne leven. ‘Volgens onze rabbi was het de taak van onze gemeenschap om zo vroom te leven, dat we de zonden van die geassimileerde Joden zouden compenseren en God zo gelukkig zouden maken.’

De naar schatting zeventigduizend Satmar in New York zijn nakomelingen van Holocaustoverlevenden uit Hongarije. “Dat trauma wordt doorgegeven van generatie op generatie”, zegt Winger, “dus we wilden Esty die cyclus laten doorbreken in Berlijn, een stad waar het verleden, het heden en de toekomst door elkaar heen lopen”.

Niet slecht, maar onwetend

De serie brengt nog drie andere personages in beeld die net als Esty worstelen met de Satmar-gemeenschap. Esty’s man reist haar achterna, samen met zijn onbetrouwbare neef. Het goddeloze Berlijn stelt hun vroomheid op de proef. Ook worden de twee mannen geconfronteerd met hun hypocrisie jegens vrouwen. “Het boek is vrij introspectief, omdat het memoires zijn”, zegt Winger. “Maar wij wilden een driedimensionaal personage van Esty’s man maken, die in het boek op de achtergrond blijft. Hij is geen slecht mens, maar gewoon onwetend, net als Esty.” Haar moeder, die jaren daarvoor al was gevlucht voor de Satmar, maar haar jonge dochter moest achterlaten in New York, krijgt ook een grotere rol in de serie.

Unorthodox is een kostuumdrama in de 21ste eeuw, met veel oog voor de traditionele kledij en rituelen. Op Netflix staat ook een making of, die meer inzicht geeft in de wereld van de Satmar. Een van de grootste uitdagingen, vertelt Winger, was het Jiddisch. Een aantal van de acteurs is met die taal opgegroeid en een van hen fungeerde als taalcoach. Winger is trots dat deze eigenzinnige taal nu een wereldwijd publiek bereikt. “Toen Israël werd gesticht, koos men voor Hebreeuws als voertaal, mede omdat Jiddisch een Germaanse taal is, die niet werd begrepen door Sefardische Joden. Het Jiddisch heeft een rijke culturele geschiedenis, maar wordt tegenwoordig door steeds minder mensen gesproken.”

Esty’s haar speelt ook een belangrijke rol in de serie. In New York wordt het eraf geschoren, als ze is getrouwd en een pruik moet dragen. De camera zoomt in op de grote, tranende ogen van actrice Shira Haas, die ook echt kaal werd geschoren. Jaren later, als Esty gaat zwemmen in een meer bij Berlijn, doet ze voor het eerst in het openbaar haar pruik af. De frêle actrice oogt niet langer beschadigd, maar bevrijd. “Ik heb niet geleerd om geluk na te streven”, zegt Feldman over haar eigen weg naar vrijheid. “Dus ik houd van minigeluk; dat ik met mijn hond kan wandelen, kan fietsen, autorijden. Dingen die andere mensen vanzelfsprekend vinden, maar die bij ons niet mochten.”

Tv-maker Winger hoort van kijkers over de hele wereld dat ze zich herkennen in Esty’s strijd. “Sommigen zeggen dat ze zich voor het eerst kunnen verplaatsen in een Joods personage. Unorthodox is gemaakt voor een nichepubliek, maar het wereldwijde nichepubliek blijkt dankzij Netflix erg groot. En dankzij sociale media gaan mensen met elkaar in discussie over de serie.” Dat succes – en Netflix’ neiging succesvolle series een vervolg te geven – roept de vraag op: Komt er een vervolg? Winger: “Nee, een vervolg zat nooit in de planning. Het is goed zoals het is.”

Kortom, deze film die ik niet gezien heb, maar de inhoud hierboven is duidelijk genoeg omschreven, toont prachtig hoe de orthodoxie – niet alleen bij de Joden maar ook elders – in elkaar steekt en het kan dus niet anders dan dat hierbij sprake is van een eerste aarde-jaren van dit type mensen, die nog volkomen onbewust en onbekend zijn met het leven op deze planeet. Maar diezelfde conclusie geldt ook voor Netflix-abonnees, die deze tijd van covid19-crisis niet benutten voor reflectie en persoonlijke verdieping, maar met tijdsvulling vanwege innerlijke leegte. Ook dat zal een aansporing kunnen zijn voor nadere verdieping van zijnsvraagstukken.     

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/929/articles/1127072/28/1