Categorie archief: kosmische-evolutie

Passen aardse verslavings- en ziekteverschijnselen bij een perfect Kosmisch Plan?

Antwoord: Jazeker passen die bij elkaar!

Als de lezer durft uit te gaan van een ‘uitspansel’ of ‘schepping’ die uit twee delen bestaat: een geestelijk (nonduaal of multidimensionaal en dit betekent dat alles mogelijk is maar wel overeenkomstig alle kosmische wetten, die te onbekend zijn op onze planeet terwijl er wel boeken over bestaan) heelal én een stoffelijk (duaal) heelal of kosmos.

Deze tweedeling heeft – geen paradox! – niets met tweedeling of afsplitsing(en) of afgescheidenheid te maken, want in dit model hangen ze samen: alléén op basis van deze volmaakt kosmische ‘constructie’ binnen het grote Plan is het mogelijk dat de oneindige geestelijke sferen (ofwel de hemelen) kan blijven groeien, evolueren en uitbreiden (vandaar het werkwoord uitdijen). Dit wordt veroorzaakt door het feit dat binnen de stoffelijke en dus materiële werelden nieuwe goden worden geschapen vanuit alle oorspronkelijke entiteiten die in het engelenrijk bestaan, kiezen voor een bewustwordingstraject omdat die engelen en gelijksoortige wezens of entiteiten, en die dus worden geplaatst – lees: geboren – op die planeten die daarvoor en daartoe geschikt zijn bevonden, om daar hun bewustzijn te gaan ontwikkelen en verder te laten uitgroeien tot de functies in de hemelen waartoe zij bestemd zijn omdat de Bron alle namen van alle wezens op hun eindfunctie aankomen en daarin eeuwig zullen blijven functioneren en bestaan.

Bij dit model hoort nog een ander feit of factor: de oneindigheid van de schepping maakt dat alle wensen van eenheidszielen – de oorspronkelijke oercel(len) – dienen te kunnen worden verwezenlijkt. Daarom zijn de stoffelijke sterren en planeten allemaal geschapen om alle bezielde levens te kunnen herbergen en naar hun doelstelling in die levens op die planeten (ook wisselende planeten), terwijl er per universum één aparte planeet bestaat die de hoofdrol speelt waar het  ‘eindexamen’ van de dualistische school wordt afgelegd. Alle mensen(zielen) die voor dat examen slagen, zijn bevrijd van het verplichte leven op fysieke planeten, die dan voorbij zijn omdat een volgende reïncarnatie zinloos zou zijn. Het bewustwordingstraject is namelijk succesvol afgesloten.

De neutrale zone en de geschiedenis van lessen van de derde periode

[44] De film over de geschiedenis ging draaien en zichtbaar was de planeet aarde en hoe hert ‘leven’ geschapen werd. In een snel tempo waarbij het leek dat de film versneld werd afgedraaid, was zichtbaar dat de aarde een ontwikkeling meemaakte van ‘terravorming’. Uit een dorre vulkaanachtige planeet werden langzaam maar zeker eenvoudige levensvormen gecreëerd en deze zorgden ervoor dat de atmosfeer veranderde en minder giftig werd. Het geheel was als een kettingreactie en de eerste primitieve levensvormen begonnen zich te ontwikkelen. De planeet koelde snel af en er ontstonden zeeën die gevuld waren met kleine wezens die uitgroeiden tot enorme dieren. De aarde werd groen en vol met bomen, struiken, grassen en bloemen. De atmosfeer veranderde en de kleuren van een blauwe hemel met een bijzonder felle zon die bijna wit was gaven het geheel een bijzondere aanblik. Het was ontroerend te zien hoe mooi dit was zonder dat een mensenhand dit had aangeraakt. Uit de oceanen en planten kwamen de eerste levensvormen die op dieren leken, maar onherkenbaar voor ons als huidige bewoners van de aarde. Ze leken beslist niet op de dinosauriërs die in de boeken vermeld staan. Sterker nog, het viel op dat tijdens de hele film geen enkele ‘dinosaurus’ in de bekende zin van het woord te zien was. Wel waren er zeer grote wezens, maar zij zagen er compleet anders uit en onherkenbaar in welke vorm dan ook. 

[45] Een gehele – volledige – evolutie van de aarde vond plaats en sommige wezens verdwenen, terwijl andere verschenen. Op een gegeven moment werd een beeld van een grote vruchtbare vlakte zichtbaar die aan de ene kant aan een zee grensde en aan de andere kant omgeven was door bergen. Het was een mooie vlakte met veel gras, bomen en bloemen en een kaal stuk zand. Er verschenen zilveren stippen aan de horizon die snel dichterbij kwamen. Eenmaal dichterbij gekomen bleken het ‘vliegtuigen’ te zijn en ze landden op de vlakte die zojuist zichtbaar was. Het waren er vijfentwintig en vreemde wezens klommen eruit. De wezens leken op normale mensen en zij begonnen de aarde te bevolken. Er kwamen meer wezens, die er anders uitzagen, en al deze groepen verspreidden zich over het land. Hoewel de meeste wezens een menselijk voorkomen hadden, zagen zij er toch anders uit en brachten zij hun eigen cultuur mee naar de aarde. Sommige wezens leken in het geheel niet op mensen, maar leefden in zeeën of verdwenen in de bergen.

De ontwikkeling van de aarde duurde voort, maar werd af en toe geremd door gewelde natuurverschijnselen, die rampzalig waren voor hen die dergelijke situaties meemaakten. Een geweldige komeet sloeg in op de aarde en vaagde bijna alle leven weg. Een andere keer veranderde de magnetische aardas en werd de planeet bijna aan stukken gescheurd. In weer een andere situatie passeerde een geweldig hemellichaam de planeer zo dicht at de magnetische krachten geweldige aardschokken veroorzaakten en vele rampen teweegbrachten. Al deze situaties zorgden ervoor dat de planeet er heel anders uit was gaan zien. Gaandeweg was er weinig land meer overgebleven en als gevolg van het feit dat enkele grote kometen op de aarde waren ingeslagen, was het waterniveau sterk gestegen.

De mensen hadden een enorm incasseringsvermogen en hadden na elke tegenslag het geheel weer opgebouwd. Steeds nieuwe volkeren bewoonden de aarde in allerlei wisselende gedaantes en aantallen en de mensen hadden allerlei moeilijkheden te verduren, waardoor ze bepaalde lessen leerden. Tot op heden echter waren het alleen natuur en het kosmische geweld die de aarde beïnvloed en gevormd hadden, maar daar kwam nu ook verandering in. De mensen lieten hun eigen sporen na en de gevolgen van het gebruik van vuur en andere processen waren ook duidelijk te zien. De mensen begonnen steeds slimmer te worden en hadden op den duur een enorme technologische beschaving opgebouwd. Zij begonnen echter ook elkaar de stukken vruchtbaar land te betwisten en oorlogen braken uit omdat men elkaar het licht niet in de ogen gunde. Ook deze oorlogen hadden hun uitwerking en gaandeweg ontstond er een oorlog die deed denken aan een atoomoorlog, want er vonden geweldige explosies plaats en de mensheid werd vrijwel volledig vernietigd. De aarde was nu weer woest en leeg en al het mooie dat te zien was aan het begin van de film was verdwenen.

Hermes Trismegistus [4]

‘Wat is de kracht van de kosmos?

De eeuwige instandhouding van de onsterfelijke wezens, in de vorm waarin zij ontstaan zijn, en de voortdurende verandering van het sterfelijke.’

*Dit antwoord is een prachtig voorbeeld van een gnostieke zin, die voor ‘niet-ingewijden’, ofwel niet spiritueel opgeleide mensen onbegrijpelijk is, omdat ‘we hierin niet zijn opgevoed’, tenzij bekend met de gnostiek en theosofie. Daarom hierbij een uitleg van mijn interpretatie. 1. De ‘eeuwige instandhouding van de onsterfelijke wezens’, zijn alle bezielde wezens in het heelal, want overal aanwezig, maar zijn onsterfelijk vanwege de goddelijke afkomst van die wezens; geschapen door de Bron zelf. De Bron is eeuwig want houdt nooit op te bestaan, dat sowieso geldt voor de geestelijke werelden en sferen, zódat ze onvernietigbaar en ook niet kunnen verdwijnen (door misdaad of anderszins) of ‘opgelost’ worden. De vormen waarin deze wezens ontstaan zijn blijven bestaan, maar zijn wel onderhevig aan evolutionaire processen en kunnen daarom van vorm veranderen en zullen dat gegarandeerd doen, want alles in het heelal en schepping is altijd in beweging en verandert als zodanig. Alleen het fenomeen van het ‘sterfelijke’ of de ‘sterfelijkheid’ is een andersoortig probleem, want onderdeel van de Wet van de Verandering en Beweging, dat overigens ook voor de geestelijke wereld als geheel geldt, maar dan op een andere manier, want óók de Bron evolueert (al kunnen wij ons als 3D’ers ons daarvan niets ‘voorstellen’, en dus ook niets begrijpen.

Maar de kern van deze uitleg is dat het sterfelijk een tijdelijke aangelegenheid is, omdat ieder (half- en grofstoffelijk wezen bestaat op basis van de keuze die de betrokken eeuwige ziel ooit heeft gemaakt om af te dalen naar die grofstoffelijke werelden om daar een individueel Zelfbewustzijn op te bouwen. Dat is noodzakelijk voor alle zielenkernen die ooit een volmaakte schepper willen worden omdat zij in hun DNA een scheppende taak te vervullen krijgen, en dus uit te voeren op microniveau, maar ook op macroniveau als dat in de ziel vastgelegd is. Die zaken liggen dus vast, al is men dat in de stoffelijke werelden niet bewust. Dat bewustzijn ontstaat pas in de fase van de persoonlijke verlichting en dus op de drempel van 5D. maar op deze manier hangt het eeuwige en oneindige van de Bron zelf ook samen met alle grofstoffelijke werelden, omdat zonder die aanloopfase in de stof groei en evolutie van de Bron niet mogelijk is. QED. [Hetgeen te bewijzen of aan te tonen was].

II, 2

Puzzel: ‘Kwaad en de hel bestaan niet in Gods schepping maar alleen in het denken van de mens’

(Bron: Jaap Hiddinga, De reis naar het Licht. 2009; 22)

*Het klopt natuurlijk dat kwaad en hel niet in het Bronbewustzijn voorkomen, maar het merkwaardige doet zich wel voor dat kwaad en hel wel noodzakelijk zijn voor de mens om hem naar de verlichting te leiden, en dus ook uiteindelijk samen te laten vloeien in/met het Bronbewustzijn zelf, zodat kwaad en hel wel noodzakelijke tussenstappen naar dat einddoel zijn. Een soort paradox dus!

Debat over de ‘reptielen’ [5/voorlopig slot]

Op de neergaande boog van de afdaling in de stof wordt de stof door de monaden of ‘zielen’ geëvolueerd of ontrold, en de geest door deze geïnvolueerd en ingerold; maar wanneer het keerpunt wordt bereikt, volgt automatisch het omgekeerde proces, waarin de geest zijn transcendente krachten ontwikkelt, terwijl de stof pari passu haar eigen kenmerken involueert. Het resultaat van dit wonderbaarlijke proces van de natuur geeft ons aldus een beeld van spirituele wezens die zich geleidelijk hullen in gewaden van materiële substantie, anders gezegd ‘lichamen’, en op de opgaande boog maken ze deze lichamen door de evolutie van de geest geleidelijk etherischer, zodat ze tegen het eind van het manvantara van de planeetketen gewaden van ‘licht’ worden.

Toen de evolutie als evolutie met haar werk ophield, begon de involutie – het omgekeerde proces; en daarna sloot de ‘deur naar het mensenrijk’. Dit belangrijke natuurfeit uit de biologie betekende niet alleen dat entiteiten lager dan de mens niet langer het mensenrijk konden binnengaan, maar ook dat nieuwe phyla, nieuwe raciale stammen, niet langer konden worden voortgebracht uit de toen bestaande levenszaden, omdat de processen van het in het leven roepen van nieuwe families, orden en klassen waren beëindigd. Evolutie, of de differentiatie van het ene tot het vele, was opgehouden; haar impulsen hadden voor deze vierde ronde langzamerhand hun kracht verloren. Terwijl er meer specialisaties van wat reeds bestond bleven optreden, in sommige gevallen zelfs ver doorgevoerde, konden vanaf dat moment gedurende de rest van de ronde van deze planeetketen geen nieuwe orden van afzonderlijke dierlijke of plantaardige entiteiten verschijnen.

Vanaf dit keerpunt was involutie de algemene werkwijze van de natuur op deze aardbol; involutie betekent de inwikkeling van de stof en de gelijktijdige evolutie of het tot manifestatie komen door middel van de fysiek reeds ontwikkelde voertuigen van de tot dan toe latente spirituele, intellectuele en psychische functies, processen en zintuigen. Evolutie, zoals hier gebruikt, betekent het ontvouwen van de in de stof latent aanwezige krachten en de inwikkeling of involutie van spirituele eigenschappen; deze involutie verschafte aldus een schat aan vermogens en functies die zich steeds meer terugtrokken naarmate de evolutie of de ontvouwing van lichamen voortging. Op bovengenoemd keerpunt vond de laatste fase plaats van het langzaam in kracht afnemende evolutieproces van de differentiatie in de stof en daarna begon het involutieproces. Op de neergaande of schaduwboog ontvouwt of ontwikkelt de stof zich in talloze vormen en vouwt de geest zich naar binnen of wikkelt zich in. Wanneer de opgaande boog of lichtende boog is begonnen, neemt de involutie een aanvang, en dat betekent de involutie van de stof en het ontvouwen of de evolutie van de geest en zijn vermogens en krachten. De twee processen zijn met elkaar verweven.

De verwekking, geboorte en groei van een kind kunnen misschien als voorbeeld dienen. Vanaf de conceptie tot het keerpunt van de volwassenheid ontwikkelt het lichaam vermogens en krachten, terwijl de spirituele, intellectuele en psychische vermogens min of meer teruggetrokken of omwikkeld zijn. Vanaf het middenpunt van het leven, zeg het begin van de middelbare leeftijd, treedt het omgekeerde proces op. Het lichaam wordt minder actief en minder belangrijk voor het doel van het leven; en pari passu vindt de evolutie plaats van de spirituele, intellectuele en psychische vermogens.

De bezielde soorten die op het bovengenoemde grote keerpunt het menselijke stadium niet hadden bereikt, konden zich daarna niet langer opwaarts ontwikkelen op de opgaande boog en moesten als gevolg daarvan voor hun natuurlijke evolutionaire ontwikkeling hun beurt afwachten tot het volgende grote planetaire manvantara of de volgende ronde. Hoewel het waar is dat gedurende de volgende of vijfde ketenronde de bezielde soorten lager dan de mens – dat wil zeggen de dieren – opnieuw op deze aarde zullen verschijnen en hun evolutiereis zullen vervolgen, waarbij zal worden herhaald wat in deze vierde ronde gebeurt, zij het in omstandigheden die de vijfde ronde met zich mee zal brengen, zal het niettemin, omdat de hele planeetketen zelf nu het proces van involutie doormaakt, steeds moeilijker worden de hindernis te nemen die het binnengaan in het mensenrijk belemmert. De bezielde soorten lager dan de menselijke, zelfs die dateren van het keerpunt in deze huidige vierde ronde, zullen dan alle de neiging vertonen uit te sterven en uit de evolutionaire levensstroom te verdwijnen.