Categorie archief: klassiekepersoonlijkegodsbeelden

Zoeken naar de Bron als nonduale commentator of dito tegenspreker @trouw

Zoeken naar God als tegenspreker (Stephan Sanders, Religie En Filosofie, Katern de Verdieping/Trouw, 14-5-24)

Ik sprak Marianne Thieme een paar dagen geleden, met microfoons en al. Aanleiding was de nieuwe podcast Van alles de waarde, die ze maakt met haar man, publicist en financieel geograaf Ewald Engelen. Ik kende Thieme natuurlijk nog als oud-leider en oprichter van de Partij voor de Dieren, en ook wist ik uit mijn hoofd dat zij gelovig was – lid van de Adventkerk.

Nu hoorde ik dat ze vorig jaar is afgestudeerd als theoloog: tijdens de covidperiode stampte ze de oud-Griekse vervoegingen in haar hoofd, want zo’n studie richt zich op bronteksten. Ik herinnerde haar aan het wereldwijze gezegde dat gelovigen na hun studie theologie veel geleerd hebben, maar vaak ook iets kwijt zijn geraakt: hun geloof. Was niet het geval, integendeel, de opgedane kennis had juist geleid tot meer zelfrelativering, meer zicht op het grotere geheel. Minder ik, meer aarde, natuur, schepping.

Er zijn die twee, duidelijk te onderscheiden posities: je studeert religiewetenschappen, en kijkt van buitenaf naar de godsdienstfenomenen, zonder daar zelf noodzakelijkerwijs deel van uit te maken. Van binnenuit gaat het anders. In de woorden van de theoloog Marcel Poorthuis: “Juist het eigen perspectief ‘van binnenuit’ is onontbeerlijkheid voor de theologie en bepaald geen bewijs van onwetenschappelijkheid. Het gaat immers om een radicale zelfverantwoording van het eigen geloof ten overstaan van de eisen van de rede, van de wereld en van andere overtuigingen.”

Van buiten naar binnen, dat is de weg die ik zelf de laatste jaren ook heb afgelegd. Als agnost mocht ik graag over God spreken, zonder dat het implicaties had voor mijzelf. Het binnen-perspectief maakt kwetsbaarder, omdat je nu ook als gelovige vatbaar bent voor kritiek.

Als ik nu ‘God’ zeg is dat altijd relationeel, ik probeer me te verhouden tot God, of ik nu bid of een godgeleerd boek lees. Mijn God is onontkoombaar een persoonlijke God, waarbij het bezittelijke voornaamwoord ‘mijn’ verraderlijk is, omdat God zich niet laat bezitten en ook al niet tot mijn kennissenkring behoort.

Het kan anders, ook als theoloog. Klaas Hendrikse, overleden in 2018, was bij leven een vrijzinnig hervormde dominee in de gemeente Zierikzee, en stond ook bekend als de ‘atheïstische dominee’. Hij schreef het boek Geloven in een God die niet bestaat (2007). Tijdens kerkdiensten had hij het over ‘degene die wij God noemen’.

Ik sprak hem toen dat boek net verschenen was als presentator van het radioprogramma Met het Oog op Morgen. Als niet-gelovige vond ik het een gebbetje: de dominee die niet in God gelooft. Hendrikse liet zich trouwens niet van zijn stuk brengen, de grap viel dood op zijn ernst.

Meer hout snijdt de kritiek van theoloog en dominee Aarnoud van der Deijl, die een Zeeuwse collega was van Hendrikse. Over ‘degene die wij God noemen’ zei van Deijl tegen Hendrikse in een discussie: “Dat doe je in een toneelstuk toch ook niet? Dan spreek je de acteur tegenover je toch ook niet aan: ‘Jij, die nu King Lear speelt’, terwijl je dan toch drommels goed weet dat het niet King Lear zelf is.” Van Deijl maakt nog de vergelijking tussen de voetbalcriticus en de voetballer: de eerste beschouwt, de tweede is altijd ook deelnemer.

De Godzegger van binnenuit zoekt God, niet als materiaal maar als aangesprokene en vooral, en misschien wel het meest: als tegenspreker.

*Prachtige, want leerzame column!

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/2172/pages/28/articles/2039229/28/2

Uitspraak ‘Niemand is god’ is een levensgroot misverstand: we zijn allemaal leerlinggoden; dus geen mens uitgezonderd en daarom moeten we die verantwoordelijkheid ook dragen @volkskrant

Nederlandse volleyballers zetten telkens stappen, ziet bondscoach Piazza na de EK-zege op Duitsland (Lisette van der Geest, Sport/de Volkskrant, 11-9-23) ANP / EPA

Nederlandse volleyballers zetten telkens stappen, ziet bondscoach Piazza na de EK-zege op Duitsland

Interview: Roberto Piazza

De volleyballers plaatsten zich zaterdag voor de kwartfinale van het EK. Bondscoach Roberto Piazza analyseert de prestatie, nu grootmacht Italië wacht.

Een baby die zijn eerste stappen zet loopt ook niet direct perfect, stelt volleybalbondscoach Roberto Piazza via de telefoon. Het is de dag na de winst van de achtste finale op het EK van Duitsland. Nederland haalde zaterdagavond in een thriller van ruim twee uur in het Italiaanse Bari na vijf sets (25-20, 25-23, 22-25, 18-25, 15-12) de kwartfinale van het toernooi, maar het team moet wel stabieler worden, beaamt Piazza.

‘Met de tijd gaat een baby steeds beter lopen. Dat geldt nu ook. Elke keer dat we spelen kunnen we een beetje verbeteren, dat is het doel en het gebeurt ook, kijk maar naar vier jaar geleden’, zegt de bondscoach.

In het voorjaar van 2019 werd de Italiaan aangesteld als bondscoach van Nederland, een half jaar later maakte hij in die rol zijn eerste grote kampioenschap mee. Destijds trof Nederland ook al de Duitsers in de achtste finale van het EK dat deels in eigen land gespeeld werd. Maar in Apeldoorn waren de Duitsers met 3-1 te sterk en werd Nederland uitgeschakeld. Piazza: ‘Nu winnen we van de Duitsers, en zijn we een ronde verder. Dat betekent dat er iets gebeurt.’

Bang om te leiden

Makkelijk kwam die overwinning niet tot stand. Er klinkt een korte zucht aan de andere kant van de lijn. ‘Het was spannend. Al verwachtte ik vooraf al dat we zouden moeten vechten tot het einde, Duitsland is een sterk team. En hoe verder je komt in een toernooi, des te zwaarder de tegenstanders.’ De poulefase in Skopje had Nederland afgesloten als tweede, achter Polen, nummer één van de wereldranglijst.

Nederland begon voortvarend in de eerste set, al oogden beide teams nerveus. Met goede servicedruk liep de ploeg van Piazza zelfs uit tot 15-7. Uiteindelijk werd de set met vijf punten verschil gewonnen.

Ook in de tweede set wist Nederland lange tijd te domineren en uiteindelijk te winnen, al werd het aan het einde van de set spannend toen Duitsland de stand een achterstand van vijf punten omboog naar een gelijke stand. Piazza wisselde sterspeler Nimir Abdelaziz, de man die zo vaak het verschil maakt. ‘Maar het was even niet goed genoeg, dat kan. Niemand is god’, zegt Piazza over zijn aanvoerder die eerder in de week nog een bal met 137 kilometer per uur serveerde.

De derde en vierde set gingen naar Duitsland, dat de wedstrijd in balans bracht door efficiënter te spelen. Daar tegenover stonden tien punten door fouten van de Nederlanders . ‘Ik had het gevoel dat we bang waren om te leiden in de wedstrijd’, zegt Piazza. In de beslissende vijfde set bracht hij Abdelaziz terug. Nu wist de hoofdaanvaller wel het verschil te maken.

‘Waarom dat eerder niet lukte, daar heb ik geen antwoord op’, zegt Piazza. Zonder Abdelaziz is Nederland een ander team. ‘Maar zo wil ik niet praten’, zegt de bondscoach ook. ‘Hij is een van de belangrijkste spelers ter wereld, maar uiteindelijk is het heel simpel: hij is heel belangrijk voor het team, maar zonder anderen kan hij ook niet de ster zijn. Alleen kun je niet spelen. Zijn teamgenoten hebben hem nodig, en hij hen. En ook zonder hem kunnen we een hoog niveau halen.’

Vertrouwen

In de kwartfinale van dinsdag wacht Italië, het volleyballand bij uitstek en de nummer drie van de wereldranglijst. Dat land is bovendien de regerend Europees kampioen en speelt in eigen huis. ‘Een van de beste teams van Europa dus. Het wordt weer een stap moeilijker dan hiervoor. Maar wij hebben in de poulefase ook een geweldig team getroffen’, zegt Piazza, doelend op Polen. Nederland wist toen een set te winnen, en verloor er een nipt. ‘Daar speelden we niet alle sets ons niveau, maar dat we dat een paar sets wel deden, geeft vertrouwen. Waarom zouden we niet gewoon denken: waarom niet?’

Hij bekijkt wedstrijd voor wedstrijd, stelt de coach. En tegelijkertijd kijkt het team al het hele seizoen verder vooruit. Naar de Olympische Spelen van volgend jaar in Parijs. Na deelname jarenlang als een ver-van-mijn- bedshow te zien, liggen er nu kansen. Door de mogelijke uitsluiting van Rusland en Frankrijk dat als gastland al geplaatst is. En door een nieuw plaatsingssysteem waarbij, naast een paar startbewijzen die te winnen zijn via drie olympische kwalificatietoernooien, vervolgens de wereldranglijst de laatste plaatsen bepaalt.

‘We hadden hier wat de wereldranglijst betreft alles te verliezen, maar niet veel te winnen, doordat Duitsland achter ons staat op de wereldranglijst’, zegt Piazza. ‘Maar bij elke gewonnen wedstrijd stop je punten in je zak. Dat hebben we nu dus ook gedaan.’

https://krant.volkskrant.nl/titles/volkskrant/7929/publications/1972/pages/42/articles/1891489/42/6

Nadere toelichting op het ‘leven op aarde als illusie’

Gisteren vergat ik een belangrijke aanvulling op het begrip illusie erbij te vermelden, namelijk dat ‘we’ wel op weg zijn naar ‘het Werkelijke Leven in de geestelijke realiteit/werkelijkheid die wij in ons leven op aarde NIET kennen. Want als we die wel al kénden, hadden we op dit moment in het hier-en-nu op aarde niet geleefd en waren we al aan het leven in de multidimensionale sferen.

Daar gaan we pas écht verder ‘opklimmen’ naar de hogere regionen aldaar. Dáár bestaat eeuwig en oneindig leven, die hier tijdelijk is, omdat we eerst dit materiële leven als kenmerk van de aarde moeten hebben leren beheersen en dus ‘overwinnen’, om verder te kunnen groeien.

En ik voeg er nog een ander belangrijk aspect aan toe, te weten dat we in onze ‘gevangenschap binnen de materie’ blijven leven (via ‘wetmatige’ reïncarnatie), die ons kansen biedt om de gemaakte fouten in voorgaande levens op aarde te herstellen.

Kortom, deze perfecte goddelijke route naar eeuwige groei van ons geestelijke zelfbewustzijn, komt iedere mens(enziel) uit op de wegen binnen die multidimensionaliteit, ofwel eeuwig leven (zonder materiële aspecten van ieder leven op een stoffelijke planeet/zon-ster/maan/nevels).

Die horde van stoffelijkheid wordt dus alléén bereikt als we de ‘dualiteit’ (ofwel ‘afgescheidenheid die de universele eenheid(sgedachte/denken) blokkeert’ overwonnen hebben (de zg. verlichting van Boeddha van volkomen persoonlijke balans en harmonie in eigen denken en lichaam).

Deze verwoording in de vorm van een ‘formule’ is volgens mij ook de werkelijke betekenis van Boeddha’s Verlichting, ofwel de (persoonlijke) overwinnen op de ‘stof’, omdat er nooit meer een leven in die stof als ‘opdracht’ (namelijk de lessen die de stof voor de ziel in petto heeft) geleefd hoeft te worden vanwege de eigen overwinning op ‘de stof’ van de materie, die afwezig is in eeuwigheid van het werkelijke Leven. Die ‘lessen’ hebben we in het evolutietraject voor ieder mens (maar ook alle andere levende wezens, zoals dieren, planten en andere entiteiten)  die je succesvol hebt doorlopen. Ik hoop dat ik nu duidelijker ben geweest!

In afwachting van de bezorging van Lammert Kamphuis nieuwste boek ‘Verslaafd aan ons eigen gelijk, een blik terug in zijn vorige boeken [1]

Wat bezielt mij als metafysicus-gnosticus zoals ik mijzelf maar op dit moment zal benoemen in deze fase van het leven, mij nu ook ga verdiepen in het wezen van Kamphuis als voormalig lid van de gereformeerde zuil in ‘vrijgemaakte’ zin, als ik dat zo mag uitdrukken?

Welnu, twee jaar geleden heb ik hem meegemaakt als geniaal verteller en docent aan ‘The School of Life’ (Cursus ‘Filosofie in vogelvlucht’) in Amsterdam, omdat ik ook ingeschreven stond aan de OU voor de studie filosofie. Op dat moment een voor mij volslagen onbekende naam omdat ik een totaal andere achtergrond heb dan hij; bovendien een generatie ouder. Hij theoloog en filosoof, ik een ‘modern’ opgeleide politiek filosoof met een staatsrechtelijke achtergrond en een vooropleiding sociologie (en de revolutionaire jaren ’60/70 meegemaakt als aankomend student).

De storm die Lammert in zijn leven heeft meegemaakt heb ik ook ervaren en als potentiële storm ‘meegekregen’ omdat ik tegen de trends van mijn opvoedingsachtergrond (seculiere ouders uit ambtelijke kring en dus ‘burgerlijk’ ingesteld) ben meegegaan in de ‘Flowerpowerperiode’ waardoor ik mij aangesproken voelde, en daardoor mijn nieuwetijdsbewustzijn kon gaan ontwikkelen, erg tegen de zin van mijn ouders in dus. Hetzelfde generatieconflict als Lammert dus.

Dit vastgesteld hebbend, ben ik nu ten aanzien van dezelfde Lammert in een ‘spagaat’ aanbeland vanwege het dilemma dat ik uiterst veel respect heb gekregen voor de didactisch-filosofische kwaliteiten van Kamphuis, maar geestelijk-spiritueel een heel andere richting ben ingeslagen, namelijk vanuit een opvoedingsachtergrond zonder godsdienstige zuil (zoals aangegeven ben ik sociologisch gesproken een ‘seculiere burger’) me gevormd via spirituele organisaties als bijvoorbeeld de Rozenkruisersorde en soortgelijke instituties, naar een eigen gnostische overtuiging gegroeid zodat de Nag Hammadi-boek(werken) permanent bij mij op het werkbureau ligt en daar dagelijks uit lees. Ik ben dus samengevat een ‘gnostisch-christen’, én sta dus volkomen ‘buiten de christelijke instituties’. En toch hoop ik ooit een boek over de metafysica ‘vanuit christelijk perspectief’ te gaan publiceren en kom dan natuurlijk weer in aanraking met Kamphuis, maar niet om theologische twisten uit te werken maar op zoek naar wederzijds respect en mogelijkheden om een consensus te bereiken. Dat is in mijn perspectief niet onmogelijk – niet mogelijk op dit moment -, maar wat wel mogelijk is het volgende uitgangspunt van ‘potentiële’ gesprekken die ik in de nabije toerkomst met hem hoop te gaan voeren vanwege het onderlinge respect die wij voor elkaar voelen en ervaren; in dat geval kom je ‘altijd wél’ tot een interessante verdieping van het eigen denken.

En omdat ik nu wacht op de aankomst van zijn nieuwste boek, heb ik het boek ‘Vrijgemaakt?’ uit mijn boekenkast gehaald omdat het mijn gewoonte is om lezingen/cursussen die ik bijwoon, altijd ook boeken van de betrokken auteurs aanschaf om te bestuderen. Op die manier heb ik een redelijk complete bibliotheek aangelegd, hetzij in de vorm van 2e handsboeken, dan wel gekopieerd van bibliotheken. Tot slot van deze inleiding: hij is op de hoogte van mijn mystieke/metafysische belangstelling (vanuit een soort kennismakingsronde waarom we als deelnemers ons hadden aangemeld), maar heeft daarover, zoals hij later erkende zijn twijfels en, zoals ik ervaren heb, ook zijn angstgedachten. Want ja, voor hem volslagen onbekend terrein, … en eigenlijk ‘des duivels’. Zodat ik aan mijn eerste stelling toekom: Alles in dit leven is een illusie, zoals ook het hindoeïsme en boeddhisme leren. In die zin voor mij betekenisvol dat dit ‘voor mij’ betekent dat alle ervaringen die wij als mensen (hier en op andere planeten) tot doel hebben om ons tot goddelijke scheppers te ontwikkelen (met het bereiken van de verlichting als tussenstation), en daarmee ook in staat zijn om ‘zelfscheppend’ op  niveau (beeldend kunstenaars op beginnend niveau) te worden, zowel wat het eigen persoonlijke leven, als wat betreft het scheppen op hoger geestelijk niveau, het scheppen van nieuwe planeten- en zonnestelsels en, nog hogere ‘universa’ omdat het Leven oneindig en Eeuwig is. Dat betekent ook dat deze potentiële aanleg van ieder mens zo ingrijpend anders is dan alle bestaande opvattingen en (theologische én astronomische) theorieën ons leren, dat ieder mens ooit zal ontdekken dat deze toekomstige transformatie alleen kan worden meemaken als je een ‘meester’ Zenbeoefenaar bent geworden. Mystiek is dus een ‘Zengebeuren’ en metafysica is de brug tussen de materiële en immateriële wereld, ofwel het onderscheid tussen de driedimensionale- enerzijds en de multidimensionale werelden anderzijds.   

Openingszin van het boek ‘Vrijgemaakt’[i]

Citaat van Ralf Waldo Emerson:

‘Maar ik heb je liever in de crisis met God, dan eruit zonder God.’

*In mijn vocabulaire komt het woord (ofwel de persoonsnaam) God niet voor omdat die betrokken kosmische Energie dusdanig boven het menselijk verstand uit verheven is, dat iedere ‘naam’ misplaatst zou zijn (want voor ons niet te bevatten). Je kunt het alléén invoelen en ervaren, want binnen de (Zen)meditatie is het verstand ‘uitgeschakeld’. Daarom is er geen naam te geven aan het Opperwezen – of in mijn beleving ‘Oppergod(en) die louter collectieve goddelijke Energie is. Dus is het citaat van Emerson, hoe beroemd hij ook was, ongeldig.  

De vertegenwoordiger van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kijkt me met betraande ogen aan. (…).

Wordt vervolgd


[i] Uitgeverij Kok, 2014; p.7

Reactie op: ‘Bubbels van nu verstikkender dan verzuiling toen’

PAUL DELFGAAUW,  blogger 3-9-23

Het ‘verraderlijke is dat we zeggen dat de verzuiling achter ons ligt, maar de zuiltjes van nu, de bubbels* waarin we leven, zijn nog beperkender en verstikkender’. – Dat stelt de mystieke agnost Lammert Kamphuis. Zijn nieuwe boek Verslaafd aan ons eigen gelijk, met op de cover het woord eigen verpakt in een glanzende bubbel, is net uit. De wereld waarin Kamphuis opgroeide, bleek een zorgvuldig afgesloten zuil: Kampen, het Mekka van de vrijgemaakten, waar zijn vader net als zijn opa professor dogmatiek was. ‘Een pleidooi voor perspectivische lenigheid’.

*Aan dit citaat in de openingszin is al duidelijk dat de auteur geen politicoloog is omdat bij die specialisten consensus bestaat dat de zuilenmaatschappij voorbij is en dus niet meer bestaat, en dus is het veronderstelde ‘verraderlijke’ (karakter) onjuist en misplaatst. Er is in mijn politiek-evolutionaire denken sprake van een transformatie of transitie van de grove vorm van zuilen van voorheen, een individualistische vorm is weergekeerd, zonder die kerkelijke én seculier ideologische gezagsvormen. En dus is de kerkelijke dogmatiek (van katholieke en evangelische of reformatorische huize) verdwenen en in plaats daarvan en bevorderd door de nieuwe sociale medianieuwsvormen, die in flitstempo opvattingen en meningen de wereld kunnen rondsturen. Dat heeft, zoals we allemaal gemerkt hebben, een enorme stroom aan ongefundeerde en ongetoetste meningen in het leven geroepen waar de mensheid alleen maar in verwarring door wordt gebracht. En vinden complete propagandaoorlogen voor, versterkt door dronesbombardementen. Onvergelijkbaar met voorafgaande oorlogen. Hiermee is het wereldbeeld compleet veranderd. Evolutie heet dat.

‘Het besef dat er alleen vragen zijn, waar alles mogelijk is en niets zeker.

Die stap was voor mij de gang naar het paradijs. Ik vierde de vragen.

Wat een bevrijding. Zuurstof.’

(Lammert Kamphuis)

*De formulering dat er ‘alleen vragen zijn, waar alles mogelijk is en niets zeker’ kan niet als oplossing worden gezien omdat alleen al het motto ‘alles mogelijk en niets zeker’ alleen maar door analytisch en hogergeschoolde burgers’ begrijpelijk is, maar voor de praktisch geschoolde medeburgers een onbegaanbare weg, want psychosen opleverend. Vandaar alle burn-outklachten vanwege machteloosheid en een slecht onderwijsklimaat.

Kamphuis is hoofddocent bij The School of Life** in Amsterdam. Een pleidooi voor perspectivische lenigheid is de ondertitel van Verslaafd aan ons eigen gelijk. Hierin stelt hij dat onze samenleving meer en meer gaat lijken op de dogmatische kerk waaruit hij zich bevrijd heeft. Met pijn en moeite brak hij los uit de zwart-wit wereld van zijn jeugd (de vrijgemaakte kerk) en hoopte een wereld te vinden waarin mensen minder zwart-wit denken.

‘Er is weinig aandacht voor nuance en steeds minder begrip voor andersdenkenden. In Verslaafd aan ons eigen gelijk stelt Kamphuis filosoferen voor als training om de wereld vanuit meerdere invalshoeken te bekijken.’

(Uit: Verslaafd aan ons eigen gelijk) 

*Ook dit citaat is ‘interessant’ omdat er weer sprake is van tegenstellingen die blijven botsen: ‘weinig aandacht voor nuance en steeds minder begrip voor andersdenkenden’. Er bestaat wat mij betreft het maatschappelijke kenmerk dat ‘genuanceerd denken’ passend is bij hoger-opgeleiden en afwezig bij minder hoogopgeleiden. Niet hun schuld maar een uitvloeisel van karaktereigenschappen van ‘scholieren’ die door sociale of familieomstandigheden minder intellectuele aanleg en ambitie hebben kunnen ontwikkelen dan generatiebepalende achtergronden en relatienetwerken. De ‘natuurlijke’ tegenovergestelde is ‘minder begrip voor andersdenkenden’. Dit zijn dus psychisch bepaalde factoren die niet meetbaar zijn en dus in het (onderwijs)beleid niet meegenomen worden en mogelijk pas op korte termijn worden opgelost en weggewerkt door digitale vormen van onderwijs waar geen toelatingsdiploma’s noodzakelijk zijn. Dan pas treedt een verstandelijke nivellering of gelijktrekking van ontwikkelingsomstandigheden – gelijktrekking – plaats.

‘Mystieke agnost’ noemt de auteur zich sinds een paar jaar, omdat het niet-weten bij hem past. In een interview in Trouw zegt hij: ‘Ik heb van huis uit een overdosis zeker weten meegekregen.’ Hij ziet zich de laatste jaren echter terug in een samenleving die steeds meer gaat lijken op de kerk waarin hij opgroeide.

*Waarom is ‘mystieke agnost’ een contradictie? Omdat ik mystiek omschrijf als een niet-rationeel denkproces, via beelden of stilte-creativiteit zodat het verstand bewust op ‘stilstand’ wordt gezet om het ‘gevoelsdenken’ vanuit het hart de ruimte krijgt om zich te ‘manifesteren’ of kenbaar te worden.  Maar hiermee kan de tegenstelling met het begrip ‘agnost’ nog niet direct beantwoord worden. Als Wiki geraadpleegd wordt wat mij betreft wel iets anders duidelijk vanuit de volgende uitleg: “’Agnosticisme: Iemand die geen kennis heeft’, maar dit is te kort door de bocht, omdat er niemand is die geen kennis heeft. Dat kan de betekenis van agnosticisme dus ook niet zijn. Daarom de volgende toelichting waaruit veel meer duidelijk wordt:

‘Het agnosticisme is de filosofische bedenking dat kennis van (een) hogere macht(en) niet zeker kan zijn, omdat deze niet (met de wetenschappelijke methode) te bewijzen is. Een agnost is iemand die geen overtuiging heeft jegens het wel of niet bestaan van (een) bovennatuurlijk(e) macht(en). In de negentiende eeuw ontstond de term agnosticisme als noemer voor de overtuiging dat de kenbare werkelijkheid geen aanleiding geeft om het bestaan van God te veronderstellen.[1] Het agnosticisme is de filosofische bedenking dat kennis van (een) hogere macht(en) niet zeker kan zijn, omdat deze niet (met de wetenschappelijke methode) te bewijzen is. Een agnost is iemand die geen overtuiging heeft jegens het wel of niet bestaan van (een) bovennatuurlijk(e) macht(en). In de negentiende eeuw ontstond de term agnosticisme als noemer voor de overtuiging dat de kenbare werkelijkheid geen aanleiding geeft om het bestaan van God te veronderstellen.[1] Een aanhanger van het agnosticisme is een agnost of agnosticus, meervoud agnosten respectievelijk agnostici. ‘Ik doe, net als [de Australisch-Engelse singer-songwriter] Nick Cave, op z’n minst alsof er een waarheid is. Een waarheid met een voorlopig karakter, een samenleving kan niet helemaal zonder. Anders kun je niet meer zeggen welke uitspraken de werkelijkheid benaderen, en welke niet. Ik ben dus niet echt postmodern.’ (Trouw)

*Kortom, uit deze passage zijn wat mij betreft de volgende kernmerken te ontlenen:

1. Agnosticisme kan niet aan een wetenschappelijk dogma gekoppeld worden zoals hierboven vermeld staat: ‘niet met de wetenschappelijke methode te bewijzen is’, want dit dogma kan worden omschreven als het bestaande wetenschappelijke paradigma dat alles materieel meetbaar en toetsbaar te zijn; maar wat als er méér bestaat dan alleen de ons bekende zichtbare objecten? Dat staat de wetenschap voor schut. En het is mijn stellige overtuiging dat binnen twee (volgende) generaties wetenschappers al sprake is van een nieuw paradigma, te weten dat ons blikveld groter kan worden door al datgene wat moderne apparatuur voor ons zichtbaar maakt en dat zal ook gezien de ontwikkelingen in het veld van de kwantummechanica, dat/die haaks staat om de moderne fysica,  tot heel bijzondere uitkomsten en nieuwe wetten gaan leiden.

2. ‘Een agnost is iemand die geen overtuiging heeft jegens het wel of niet bestaan van (een) bovennatuurlijk(e) macht(en).’ Binnen het huidig bestaande theologische paradigma is de godheid of schepper die binnen de christelijke kerken ‘God’ wordt genoemd (en parallel hieraan JHWH binnen het jodendom of Allah binnen de islam) persoonsnamen en dus persoonlijkheden. Maar binnen de spiritualiteit bestaat de overtuiging dat de hoogste scheppende macht nooit een persoonlijkheid kan zijn maar een Objectieve OerIntelligentie die uit Subjectieve Oerstof de Macht en Kracht heeft om vanuit die scheppings-Energie stoffelijke subjecten te creëren en vormen. Dat betekent dat via dit ‘alternatieve denken’ een ander godsbeeld ontstaat dat nooit door de materieel georiënteerde wetenschapsbeoefenaren kan worden weerlegd of simpelweg beantwoord. Schaakmat heet dat in de sportieve wereld.

3. Dat éen agnost iemand is die geen ‘overtuiging heeft jegens het wel of niet bestaan van (een) bovennatuurlijk(e) macht(en)’, is kortom zijn eigen probleem, omdat de overgrote meerderheid van de mensheid ofwel de opvatting huldigt dat er een (persoonlijke) God bestaat, of een – vanaf heden – in aanvulling hierop van een persoonlijke God een bovenpersoonlijke (én daarom een metafysische) Scheppings-Energie en de geestelijke vorm van Energie/Macht/Kracht erkent, dat ér geen plaats is voor welke oude vorm van godsbeelden dan ook.

‘Aan Trouw vertelt hij dat je zelf de betekenis van je leven moet zoeken en in je eentje vormgeven. Het individualisme is een bevrijding, maar dat blijkt niet het hele verhaal. Het zorgt ook voor verharding van de maatschappij. Er staat veel spanning op.

*Dat zijn de gewone evolutieprocessen!

‘Daarom begrijpt Kamphuis de aantrekkingskracht van levensbeschouwelijke gemeenschappen wel. Niet de traditioneel-godsdienstige, maar groepen ‘die niet de waarheid hebben gevonden, maar samen zoeken naar zin, heel lenig’.’ (Trouw)

*Nu weer in herhaling: groepen ‘die niet de waarheid hebben gevonden, maar samen zoeken naar zin, heel lenig’ dient gecorrigeerd te worden: Op aarde bestaat geen ‘absolute waarheid’ want die bestaat alleen in de volmaakte godenwereld. Mensen kortom die de energetische godsenergieën hebben ontdekt, ‘weten’ ook sinds die ontdekking dat die scheppingskaracht in ieder mens ‘latent’, of ‘geactiveerd’ bestaat!

In Verslaafd aan ons eigen gelijk vertelt Kamphuis over een bubbel in de hemel.  Petrus verwelkomt daar mensen en geeft ze een rondleiding.

*Er bestaat géén ‘bubbel in de hemel’ omdat die werkelijke hemel écht volmaakt is en dus logisch gesproken geen menselijk veronderstelde bubbels KUNNEN bestaan omdat hij als ‘aardse’ en dus ‘onvolmaakte’ mens de verlichting nog niet bereikt heeft en dus nog geen kennis heeft van die ‘volmaakte’ inzichten, die radicaal anders zijn vanwege – de nog onbekende – 5D, dan de stoffelijke 3D-mens. Er moet dus in de toekomst een onderscheid worden gemaakt tussen diverse verschillende dimensies die afgestemd zijn op iedere mensenziel. Hoe hoger de mens spiritueel ontwikkeld is, hoe hoger de geestelijke gevorderdheid waarbij de persoonlijke afstemming gebaseerd isop de trillingsfrequentie van de eigen ziel. op die manier kunnen er volmaakte mensen op aarde rondlopen die echter onzichtbaar zijn voor mensen die nog niet zover zijn.

‘Nadat ze langs een dichte deur met een stiltebord daarop zijn gelopen, wordt de vraag gesteld waarom ze daar niet mochten praten. Petrus legt uit: ‘Daar zitten gereformeerd-vrijgemaakten. Zij denken dat ze hier alleen zijn’.’ (Uit: Verslaafd aan het eigen gelijk)

* Januari 2023: 3,96 miljard mensen (altijdbekend.nl)

** In 2014 opgericht door de Britse filosoof Alain de Botton als ‘apotheek van de geest’.

Bronnen:

* Verslaafd aan het eigen gelijk| Lammert Kamphuis | Verkrijgbaar als paperback, e-book en luisterboek. (Zoek een boekhandel in de buurt)

* Trouw |  Als je lenig in denken blijft, maakt dat het samen leven soepeler’ | 25 augustus 2023

Filosofische bestseller – In oktober 2020 verscheen kwam de uitgebreide crisis-editie van Lammerts bestseller Filosofie voor een weergaloos leven uit. (Eerste editie in 2018). In achttien prikkelende thema’s laat Lammert zien hoe filosofie behulpzaam is in het alledaagse leven. Inmiddels ligt de twaalfde druk van dit boek in de winkels.

Lammert Kamphuis (1983) is geboren in Voorburg. Na in Zwolle het gymnasium te hebben afgerond, is hij afgestudeerd in de filosofie aan de Universiteit Utrecht, in de theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen en heeft een eerstegraads docentenbevoegdheid gehaald aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na zijn studies is hij begonnen als docent filosofie op middelbare scholen, hogescholen en universiteit.

De reformatorische kerk in ons land is nog niet op de hoogte dat de hel geen goddelijke uitvinding is, maar een menselijke; de hel bestaat dus niet @nd.nl #hieronder kritische opmerkingen vanuit buitenkerkelijke hoek, maar anders-christelijk dan kerkelijke leden zelf en daar valt heel goed mee te leven

Het gaat in de kerk te weinig over de hel, vindt theoloog Arnold Huijgen. ‘De hel is er om te troosten’

Bas Meeuse, Nederlands Dagblad, 1 september 2023

INTERVIEW | Nadat hij protestanten twee jaar geleden uitdaagde om het vaker over Maria te hebben, gooit theoloog Arnold Huijgen nu een nieuwe knuppel in het kerkelijke hoenderhok. Het gaat daar te weinig over de hel, vindt hij.

*Oude dogmatiek…

Buiten de kerk is de hel volgens de christelijk-gereformeerde hoogleraar terug van weggeweest. ‘De mensheid is hard op weg naar de hel’, zo begint hij vrijdag dan ook zijn rede bij de opening van het academisch jaar aan de Protestantse Theologische Universiteit.

*Buiten de kerk?

(…)

https://www.nd.nl/geloof/protestant/1189362/het-gaat-in-de-kerk-te-weinig-over-de-hel-vindt-theoloog-arno

Heeft de samenleving God gedood?  Verkeerde vraag omdat daarvan geen sprake is; maar het bestaande persoonlijke godsbeeld deugde niet; onmogelijk om te leven met een heilig persoon, die niet bestaat, maar wel in de vorm van kosmische energie, waar velen meditatief mee bezig zijn  @nieuwwij.nl

Van waar komt het heil in een samenleving die God gedood heeft? (Redactie Nieuw Wij, 8 juni 2023)

Met een INTERVIEW van Rob Riemen, juni 2022

[Rob Riemen vertelt waarom hij 17 juni het debat over de grote vragen des levens organiseert]

Rob Riemen, oprichter-directeur van het Nexus-instituut

“We zien steeds meer demagogen aan de macht komen. De vraag die we zullen moeten zien te beantwoorden: welke waarden cultiveren we nou eigenlijk echt?” Dat zegt oprichter-directeur Rob Riemen van het Nexus-instituut. Op 17 juni organiseert hij de jaarlijkse Nexus-conferentie in Amsterdam, toegankelijk voor wie maar wil komen, met bovendien een fikse korting voor NieuwWij-nieuwsbrief-lezers, over de toekomst van de westerse beschaving. “Als het ons ideaal is om een democratie te vormen, dan moeten we wel weten wat dat is, wat dat inhoudt en wat de voorwaarden zijn waaronder die kan bestaan.”

“De Nexus-conferentie van dit jaar wordt een buitengewoon spannende bijeenkomst”, zegt Riemen. “Aansluitend bij het vijftigjarig bestaan van het Van Gogh Museum hebben we gekozen voor het thema ‘Nietzsche and Van Gogh Discuss the Future of Western Civilization’. In twee gespreksrondes in een eigentijds decor op het podium van de Nationale Opera stellen we twee hoofdvragen. Wat is er uitgekomen van de voorspelling van Nietzsche dat we twee eeuwen van nihilisme tegemoet zouden gaan en wat betekent dat? En wat heeft de zoekende, hopende, strevende houding van Vincent van Gogh in deze tijd te bieden: is zijn drukbezochte museum op het Museumplein een grafkamer met kunststukken die – een beetje zoals mummies in een piramide – een voorbije tijd reflecteren die weinig meer met de onze van doen heeft, of is het juist een kamer met schatten die ons leven kunnen verrijken?”

*Nietzsche was inderdaad de eerste die de knuppel in het hoenderhok gooide vanwege het verkeerde godsbegrip binnen de christelijke gemeenschappen. De persoonlijke god bestaat niet en alleen daarom is het boeddhisme ook een religie zonder godsbeeld. Heel verstandig dus. Meer wijsheid dan de monotheïstische religies als jodendom, christendom en de islam.

Ik zie de beide heren hier op de conferentieafbeelding staan. Maar Nietzsche en Van Gogh: dat lijkt mij toch een onwaarschijnlijk duo.

(Lachend:) “Je hebt gelijk dat het onwaarschijnlijk is. Friedrich Nietzsche, de besnorde Duitse filosoof, en Vincent van Gogh, de rossige Nederlandse schilder: ze leefden weliswaar in dezelfde tijd, maar ze hebben elkaar nooit ontmoet, behalve dan op deze met artificial intelligence gemaakte afbeelding én in onze verbeelding.

Het verhaal waarmee ik de conferentie en de thema’s introduceer, begint ermee dat ze elkaar ontmoeten in het hiernamaals, in een krankzinnigengesticht. Tot hun beider verrassing en verwondering hebben ze veel gemeenschappelijk (beiden zoon van een dominee, beiden weinig succesvol tijdens hun leven, beiden op enig moment opgenomen in een inrichting) en ze raken bevriend met elkaar.

“Wat schoon is, is slechts de schoonheid van shampoo: het ruikt lekker en het reinigt eventjes, maar het glijdt van je af en er blijft niets van over”

Maar ze komen er ook achter hoe verschillend ze kijken naar de wereld en de mensheid, en naar wat er is gebeurd met ons beschavingsideaal. En voordat Nietzsche weer een migraineaanval krijgt en wegloopt, zegt hij tegen zijn nieuwe vriend: vergis je niet, Vincent, als jij en jouw kunst echt enige invloed zouden hebben op de wereld dan had die er anders uitgezien, maar ze hebben van je werk commerciële kitsch gemaakt. Ik, Nietzsche, heb gelijk gekregen: de westerse beschaving cultiveert geen absolute morele waarden meer, want er is geen waarheid, er is geen goedheid, en wat schoon is, is slechts de schoonheid van shampoo: het ruikt lekker en het reinigt eventjes, maar het glijdt van je af en er blijft niets van over.”

*Ook hiermee had Nietzsche ongelijk vanwege de bewering dat de westerse beschaving geen absolute morele waarden meer cultiveerde, aangezien gewone morele waarden wel degelijk óók bestonden in zijn tijd, want die hebben altijd bestaan, maar alleen niet meer in ‘absolute’ zin. Dat zou ook een dwaasheid zijn geweest: iedere tijdgebonden waarde heeft een ‘beperkte looptijd’ omdat ze aangepast dienen te worden als de maatschappij aan het veranderen is. Maar alle bekende waarden als rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid zijn eeuwig geldig, maar ze bestaan omdat zonder zelfcorrectie de mens er misbruik van maakt.

Is dat zo? Ik hoor tegenwoordig juist vaak de woorden ‘moreel kompas’ als belangrijkste eigenschap voor bestuurders, ‘waarheidsvinding’ om nepnieuws te voorkomen, en meer dan onze grootouders kunnen wij van schoonheid genieten – in concertzalen en musea, maar ook via het scherm van onze smartphone!

“Dat is zeker waar. Maar de vraag is: cultiveren wij deze zaken als de meest belangrijke waarden in onze samenleving? Is onze samenleving er tot in haar vezels op gericht om ieder, individueel en gezamenlijk, te laten streven naar het doen van het goede, het leven in waarheid, het scheppen van schoonheid en het laten geschieden van gerechtigheid? Te vaak lijken nut, efficiëntie en amusement het te winnen. En denk ook aan het relativisme van ‘dat is jouw waarheid’.

Wat Nietzsche uitlegt, is dat als er geen absolute waarden als waarheid, goedheid, schoonheid meer kunnen bestaan, omdat het geloof in metafysische waarden is opgegeven, en als er daardoor eigenlijk geen hoop en geen verlossing meer bestaan, je slechts dit overhoudt: de wil tot macht. Degenen die de macht hebben, bepalen hoe de wereld eruit zal zien. En wanneer heb je macht: als kwaliteit wordt vervangen door kwantiteit; als je bijvoorbeeld het meeste geld, de meeste aanhang of het grootste leger hebt.

Rob Riemen

Jimmy Kets

https://www.nieuwwij.nl/interview/van-waar-komt-het-heil-in-een-samenleving-die-god-gedood-heeft/

‘Herontdek de stem van waarheid’ geschreven door Don Miguel Ruiz over Tolteekse wijsheid

Ben dezer dagen mijn boekenkast opnieuw aan het ordenen om die boeken die ik nu nodig heb voor mijn denkwerk en meditaties, voor het grijpen te hebben, zodat ik precies weet waar een gewenst boek ligt.

In aansluiting op mijn blog van vanochtend over het verschil tussen engelen en mensen, liep ik tegen het boek van bovengenoemde Ruiz aan en toen werd me weer iets duidelijk gemaakt over het ‘Hof van Eden’, dat paradijselijke oord dat in het eerste bijbelboek Genesis wordt beschreven en waar Adam en Eva leefden, voordat ze het paradijs uit werden gezet, volgens de legende. Maar ik neem de beschrijving in dit boek niet letterlijk, zoals het beschreven staat, want al lezend vroeg ik me allereerst af of de wezens die besloten hadden hun leven als ‘engel’ in het hemelrijk te verlaten, omdat ze daar al eeuwig leefden, nieuwsgierig waren geworden naar het leven buiten de hemel, hoe ze die overgang zouden vinden.

Uiteindelijk hebben we allemaal op aarde die geschiedenis al achter de rug omdat we die fase ver achter ons hebben liggen. Maar wij weten ook dat onze geboorte op aarde gepaard gaat met een volledige afsluiting van alle herinnering aan voorgaande levens, zodat we op aarde met een blanco geheugen beginnen. We herinneren ons niets meer van waar we vandaag kwamen. Sterker, ik voel dat dit als onderdeel van het eindtraject van onze evolutie in de stoffelijke werelden, bedoeld is als een soort eindexamen om onszelf te kunnen bewijzen dat we intuïtief voldoende kennis en inzicht in vorige levens op aarde hebben opgebouwd om in ons laatste leven hier ‘probleemloos’ de dualiteit kunnen overwinnen, omdat we immer ook weten dat we leven vanuit Liefde nooit in de problemen kunnen komen. Maar het probleem van het overgrote deel van de mensheid is juist dat dat inzicht om in Liefde te leven onbekend is en dus kan het voor veel mensen een hele lange zoektocht worden om door de Poort te mogen gaan van dualiteit naar nondualiteit. Het beroemde oog van de naald, zoals dat in de bijbel beschreven staat. Probeer daar maar eens doorheen te komen als je nooit nagedacht hebt over levensvraagstukken zonder hulp van anderen. Want bijna niemand heeft een antwoord gevonden.  

En de tweede vraag die bij me opkwam is of die wijziging van het leven die begint bij de afdaling naar lagere dimensies dan de hemelse, die wel geleidelijk zal gaan want je wordt niet zomaar willekeurig gedropt op de planeet Aarde in 3D. Stapje voor stapje daal je af en ga je door duizenden werelden en sferen heen, om uiteindelijk aan te belanden op één planeet die ieder universum [de bron ga ik nog opsporen] kent/heeft, waar de eindfase van het doorlopen evolutiepad kan starten en waar tenslotte de grofstoffelijke dualiteit zal moeten worden overwonnen zodat je klaar bent voor de ‘nondualiteit’ ofwel de multidimensionale werkelijkheid buiten de aarde en soortgenoot planeten in die andere (duizenden) universa zodat er ook gesproken wordt van multiversa. Ik vraag me in verband met deze tweede vraag af hoe snel je het directe contact met de Bron – die je als engel nog had -, gaat verliezen, of dat dat verlies een geleidelijk proces is. In ieder geval waarschijnlijk niet zo drastisch als de geboorte op aarde, waarbij dus iedere herinnering aan voorgaande levens ten principale is afgesloten, want zo zijn we gebouwd. Maar dat heeft een andere oorzaak: als we zóuden weten dat we zoveel zwaar karma hebben opgebouwd in het vorige leven en dat moeten gaan oplossen, dan kan het niet anders of we zouden ons behoorlijk belast voelen. Het kan dus alleen over een  vorig leven gaan maar ook over een serie vorige levens, en dan zeker zullen we ons te zwaar belast gaan voelen. Dan word je bij wijze van spreken geboren als een zwaar getraumatiseerd wezen, dat tijdens de opvoeding wel naar boven komt. En grote problemen oplevert voor de ouders van dat kind. Dat spreekt voor zich. Goed, tot zover mijn startvragen.

Ik begon de herlezing van het nieuwe boek dat ik in 2018 heb aangeschaft en twee jaar eerder was gepubliceerd, bij hfd 1 over Adam en Eva, want nu benieuwd of ik iets aanvullends kon vinden op mijn hypothese van vanochtend. Maar de tekst van Ruiz blijft helaas vaag:

1 Adam en Eva

Het verhaal vanuit een ander perspectief

‘Een mooie en oude legende die bijna iedereen ooit wel eens heeft gehoord, is het verhaal van Adam en Eva. Het is een van mijn favoriete  verhalen omdat het mijn symboliek verklaart wat ik met woorden zal proberen uit te leggen. Het verhaal van Adam en Eva is gebaseerd op absolute waarheid [?], hoewel ik het als kind nooit begreep.

*Ik plaats er een vraagteken bij omdat ‘absolute’ waarheden op aarde niet bestaan. En dan mag je afstammen van wijze Tolteekgeslachten, maar absolute waarheden willen er bij mij niet in.

‘Het is een van de grootste leringen ooit, maar ik denk dat de meeste mensen het verkeerd begrijpen. Ik zal het verhaal nu vanuit een ander oogpunt vertellen, misschien wel vanuit hetzelfde oogpunt als degene die het heeft geciteerd.

Het verhaal gaat over jou en mij. Het gaat over ons. Het gaat over de hele mensheid, want zoals je weet is de mensheid slechts één levend wezen: man, vrouw – wij zijn één. In dit verhaal noemen we onszelf Adam en Eva; wij zijn de oorspronkelijke mensen.  [?]

Het verhaal begint toen we nog onschuldig waren, voor we onze spirituele ogen sloten, dus duizenden jaren geleden. We woonden toen in het Paradijs, in de Hof van Eden, die van de hemel op aarde was. De hemel bestaat wanneer we onze ogen openen. Het is een plaats van vrede en vreugde, vrijheid en eeuwige liefde.

*Heeft ‘dit’ beeld ooit bestaan en  zo ja, onder welke omstandigheden heeft dat kunnen ontstaan? Op aarde in de lagere trillingen van 3- of 4D heeft nooit een paradijs bestaan waarin mensen met een goddelijke energie in compleet volmaakt bewustzijn heeft kunnen bestaan want dat botst met de kosmische wetten. De buitenaardse wezens die op niveau 7D naar de aarde zijn afgedaald om hier als farao te regeren, zijn ofwel hier niet geboren, of hebben een tijdelijke regeerperiode hier meegemaakt omdat hun trillingsfrequentie ongeschikt was om op aarde te kunnen worden geboren. Deze woorden (of beschrijving) kloppen dus gewoon niet.

‘Voor ons – Adam en Eva – stond alles in het teken van liefde. We  beminnen en representeren elkaar, en we leefden in perfecte harmonie met de hele schepping [dus in 9- of 12D!]. Onze relatie met God, onze Schepper, was een perfecte verbondenheid in liefde, wat betekent dat we ons voortdurend één voelden met God, en dat God zich één voelde met ons. Het was ondenkbaar om bang te zijn voor God, hij die ons had geschapen. Onze schepper was een God van liefde en rechtvaardigheid, en we geloofden en vertrouwden in God. God gaf ons volledige vrijheid, en we begrijpen onze vrije wil om lief te hebben en te genieten van de hele schepping. Het leven was mooi in het Paradijs. De oorspronkelijke mensen zagen alles door de ogen van de waarheid, hoe het is, en we vonden het geweldig. Zo leefden we, en dat ging moeiteloos.

Volgens de legende stonden er in het midden van het Paradijs twee bomen, de ene was de Boom des Levens, die leven schonk aan alles wat bestaat. De andere was de Boom des Doods, beter bekend als de Boom der Kennis. De Boom der Kennis was een prachtige boom met sappige vruchten. Zeer verleidelijk. Als je de vruchten van deze boom eet, kun je sterven.

*Hier wordt een mythe, een beeld van het goddelijke, letterlijk uitgelegd en vertaald als bestaande waarheid, terwijl dat volkomen onmogelijk was. Hier begaat de Tolteekse wijsheid dezelfde fout als in de christelijke wereld door priesters (rk) en dominees (herv.) is begaan, als of dat paradijselijke beeld in de praktijk op aarde bestond. En dat is onmogelijk. Het is en blijft een symbolische vertelling en geen waarheid die bestaan heeft want op aarde onmogelijk.

‘Prima, geen probleem [sic!]. maar het zit in onze natuur om te verkennen en natuurlijk brachten we een bezoekje aan deze boom. Als je je het verhaal nog herinnert, kun je al raden wie er in deze boom woonde. De Boom der Kennis was de woonplaats van een grote slang vol gif. De slang is gewoon een ander symbool voor wat de Tolteken de Parasiet noemen, en je begrijpt wel waarom.

Het verhaal gaat dat de slang die in de Boom der kennis woonde een gevallen engel was die vroeger de mooiste engel was van allemaal. Zoals je wel weet is een engel een boodschapper die de boodschap van God brengt – een boodschap van waarheid en liefde. Maar om wie weet welke reden bracht de gevallen engel de boodschap van waarheid niet meer; hij verkondigde dus de verkeerde boodschap. [Red je er zo maar uit…, jw]. De boodschap van de gevallen engel was angst in plaats van liefde, leugens in plaats van waarheid. Eigenlijk beschrijft het verhaal de gevallen engel als de Prins der Leugens, wat betekent dat hij een eeuwige leugenaar was. Elk woord dat uit zijn mond kwam was een leugen.   

*De Tolteken maakten dezelfde denkfout als de christenheid en waarschijnlijk zoals overal op aarde binnen andere religies of godsdiensten… Geen gevallen engel maar geestelijke voorgangers die er een draai aan hebben gegeven zodat de macht van het priesterdom is versterkt en zoals iedere godsdienst z’n greep op de volgelingen, gelovigen heeft kunnen versterken door een afhankelijkheidsrelatie!  Ook dat hoorde bij 3D van de aarde.

‘Het verhaal gaat dat de Prins der Leugen in de Boom der Kennis woonde en dat de vruchten van deze boom – dus kennis – aangetast waren door leugens. We gingen naar deze boom en we voerden het meest ongelooflijke gesprek met de Prins der Leugens. We waren onschuldig. We wisten niets. We  vertrouwen iedereen. En daar was de Prins der Leugens, e eerste verteller, een heel slimme jongen. Nu wordt het verhaal een beetje interessanter, omdat deze slang zijn eigen verhaal had.

‘De gevallen engel praatte en praatte en wij luisterden en luisterden en luisterden. Zoals je weet, willen we als kind geen woord missen van de verhalen die onze grootouders vertellen. We leren en het is zeer verleidelijk, want we willen meer weten. Maar nu was de Prins der Leugens aan het woord. Geen twijfel mogelijk – hij was aan het liegen en wij werden verleid door de leugens. We geloofden het verhaal van de gevallen engel, en dat was onze grote fout [dit werd alleen aan kleine kinderen verteld! Maar dat werd tot de werkelijkheid gemaakt.] Dat bedoelt men wanneer men het heeft over het eten van de vruchten van de Boom der Kennis. We stemden ermee in en namen zijn woorden voor waar aan. We geloofden de leugens; we stelden er vertrouwen in.’

Tot zover deze Tolteekse uitleg. Overal op aarde werden deze vertelsels doorgegeven. Niemand wist erdoor heen te prikken.

#Geen waarheid dus van de Tolteken. De uitgever is erin getrapt.

[Bron: Don Miguel Ruiz (samen met Janet Mills), Herontdek de stem van waarheid. Een praktische gids naar innerlijke rust. Uitgeverij Deltas, 2016; 9-12]

De vele namen van de schepper

Het is jammer dat de wereldberoemde wetenschapper én spiritueel onderzoeker Gregg Braden in zijn ‘The god code’ (2005, 2e dr.) geen verband legt tussen het mysterieuze feit dat de schepper vele namen wordt toegedicht, wordt genoemd in alle oudste bestaande mythen op aarde, en vooral zonder geslacht is ofwel geslachtsloos, naamloos en zich manifesteert door wonderen als natuur en leven, niet koppelt aan een 5e dimensionale energetische entiteit.

Maar dat is te verklaren door de nog steeds onbekendheid van de multidimensionale werkelijkheid buiten de aarde, ofwel de kwantumfysica, die ook voor de gemiddelde fysicus een raadsel is, juist vanwege de onbestaanbare aanwezigheid van één stoffelijk voorwerp tegelijkertijd op meerdere plakken. Dat is dus met onze fysieke meetapparatuur onmogelijk vast te stellen.

Daarom zal de nieuwe tijd volgend jaar ook worden ingeluid door een nieuwe wetenschap die gaat verschijnen en al het oude omver gooit of zelfs kegelt. Zo wordt erover geschreven tenminste. De mens gaat dan ook ervaren wat het wezen van energie is, die ook omni-aanwezig is en dus overal bestaat en gebruikt kan worden, zoals de afschaduwing van die kosmische energie in aardse vormen als elektriciteit.

De schepper is vanwege de kwaliteit van overal aanwezig te zijn – het is soms een sport om die scheppende bron zonder lidwoord ‘hij’ of ‘zij’ te schrijven, maar met het onzijdige ‘het’ – niet voor te stellen in het menselijke brein en via zijn denkcapaciteit daarover te communiceren. Je kunt ‘het’ alleen maar voelen en alleen maar vanuit gedachtenkracht benaderen en om hulp vragen en zelfs vragen aanwezig te zijn, terwijl je weet dat het aanwezig is. In de nieuwe tijd leren wij ons contact met ‘het’ te versterken en te verbeteren, en dat gebeurt via onze medemens die ook die aanwezigheid van ‘het’ in zich meedraagt, zoals bij ons allemaal.

Waarom er een theologische revolutie noodzakelijk is: overal in alle godsdiensten wordt de Almachtige als personage gezien in plaats van een innerlijke kracht

God als personage: in de Koran als barmhartiger dan in het Oude Testament (Sjoerd Mulder, Katern de Verdieping/Trouw, 13-3-19)

Boekrecensie religie: Jack Miles, God in de Koran, Athenaeum, (€22,50)

De auteur

Jack Miles is emeritus professor in de taalkunde en religiewetenschap. In 1996 schreef hij het boek ‘God, een biografie’, over God in de Tenach, en daarmee won hij een Pulitzerprijs. Daarna schreef hij ‘Jezus, een crisis in het leven van God’, in feite een biografie van God in de christelijke Bijbel. ‘God in de Koran’ is het sluitstuk van deze trilogie.

Zolang over de schepper als God en als ‘personage’ wordt geschreven, wordt die schepper als ‘persoon’ gezien, die het – lees: geen hij – niet is. Op dat niveau van Leven bestaan er geen personen meer, los van het feit dat de kosmische of universele schepper in ieder mens en in ieder levens wezen en dus ook in dieren, planten en bomen, en mineralen of in de natuur als zodanig woont en leeft en zo aanwezig alom aanwezig is.

Die schepper is dus een kwantum- ofwel een multidimensionale energie die mede vanwege de menselijke manifestaties in stoffelijke werelden op planeten de evolutie geschapen heeft om de mens tot volledig en scheppend bewustzijn te brengen en te loodsen. Gevolg van dit feit is dat de mensen en engelen die altijd onbewust hebben bestaan, een eigensoortige scheppingsvorm zijn met dat verschil dat engelen nooit in fysieke lichamen hebben geleefd en dus geen emotioneel leven hebben meegemaakt.

Maar voor de mens op aarde is het bewustzijn dat hij een scheppende energie is die zijn inspiratie alleen vanuit zijn innerlijke bron of stem kan ontvangen, van cruciaal belang omdat hij zonder dat  ‘weten’ nooit tot dat hoogste bewustzijn kan groeien en daarom zijn alle profeten in de menselijke geschiedenis ook mensen geweest (van vlees en bloed) die dat contact met de innerlijke kracht wél hadden en daaruit ook leefden. En een beschaving zonder die profeten gaat altijd ooit ten onder omdat er zonder de scheppende intuïtie geen innerlijke stem kan worden gehoord.

In deze recensie die ik vanuit de krant ben tegengekomen, wordt een mooie vergelijking gemaakt tussen het ontstaan van het christendom (de profeten Abraham en Jezus) en de persoonlijke god in de wolken als het ontstaan van de islam via Mohammed die die contacten met Allah die dezelfde scheppende energie als de oude Jahweh en de god van het nieuwe testament ook had. De Almachtige is immers een Eén-Zijnde. Daar vallen alle godsdiensten en religies onder. Alleen is de ‘algemene’ mensheid zich daarvan nog niet bewust. Daarom is die revolutie nodig en noodzakelijk.

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/584/articles/869695/35/1

God als personage: in de Koran barmhartiger dan in het Oude Testament

boekrecensie religie

SJOERD MULDER

De auteur

Jack Miles is emeritus professor in de taalkunde en religiewetenschap. In 1996 schreef hij het boek ‘God, een biografie’, over God in de Tenach, en daarmee won hij een Pulitzerprijs. Daarna schreef hij ‘Jezus, een crisis in het leven van God’, in feite een biografie van God in de christelijke Bijbel. ‘God in de Koran’ is het sluitstuk van deze trilogie.

Het boek

Wat voor iemand is Allah? Om deze vraag te beantwoorden kiest Miles voor een eigenzinnige literaire insteek die hij ontwikkelde in zijn eerdere boeken. Zijn stelling is: ook al weet je dat een roman niet echt gebeurd is, toch kun je je inleven in het verhaal. Je schort je ongeloof tijdelijk op: suspension of disbelief. Welnu, of je nu gelooft in de Koran of niet, je kunt je erin inleven en jezelf met de hoofdpersonen vertrouwd maken. Laten we dus, zegt Miles, dit verhaal eens lezen, ons erin inleven en ons afvragen wat voor karakter de hoofdpersoon Allah heeft.

Deze ‘theografische’ benadering, zoals Miles het noemt, houdt zich dus niet bezig met islamitische theologie. Zijn enige vraag is hoe het ‘personage’ Allah in het verhaal van de Koran handelt en spreekt. Door middel van koranteksten neemt hij de lezer mee in die zoektocht.

Zo ontstaat er stukje bij beetje een karakterschets van deze goddelijke hoofdpersoon, en ter verdieping vergelijkt Miles die met godspersonages uit bijvoorbeeld het Oude Testament of literatuur. Hij richt zich vooral op die koranverhalen die ook bekend zijn uit de Bijbel: de verhalen over Adam en Eva, Noach, Abraham, Jozef, Mozes en Jezus.

Het hele doel van deze literaire exercitie is volgens Miles, die zelf overigens christen is, een oefening in inlevingsvermogen in een religie die niet van jezelf is. Als je die ervaring van suspension of disbelief ook bij de Koran even kunt hebben, dan helpt dat je wellicht om meer inzicht te krijgen in wat moslims nu aanspreekt in de Koran.

Opvallendste stelling

Miles laat zien dat Allah zich in vergelijkbare verhalen veel milder en barmhartiger opstelt dan Jahweh, God in het Oude Testament. In de koranversie wil Allah graag vergiffenis schenken, als mensen maar berouw hebben. Terwijl Jahweh vaak eerst woedend wordt en een periode van afkoeling nodig lijkt te hebben.

Behalve met een ander godsbeeld hangt dat ook samen met een andere literaire stijl: in de Koran, zo laat Miles zien, dienen de verhalen vooral als voorbeeld voor een morele boodschap. In de Bijbel staat de spanningsboog van het verhaal zelf meer centraal.

Kenmerkend citaat

Zo schrijft Miles over het offer van Abrahams zoon: “Literair gesproken kent het bijbelverhaal elementen als voorafschaduwing, ironie, dubbelzinnigheid en spanning. Het meest ijzingwekkende moment zit misschien wel in de allerlaatste regel. In de koranversie is van al deze effecten geen sprake, maar Allah is dan ook nooit uit op effect. Het gaat Hem er niet om Mohammed te vermaken, Hij roept bij hem slechts bekende verhalen in herinnering om in wezen telkens weer hetzelfde punt te maken: het allesoverstijgende belang van onderwerping, islam, aan Allah.”

Reden om dit boek niet te lezen

Ondanks het spannende verhaal dat Miles met dit boek vertelt, had ik soms moeite mijn aandacht erbij te houden: de auteur is tamelijk lang van stof en maakt niet altijd een duidelijk punt. Verder heeft hij me er nog niet van overtuigd dat die methode van de ‘theografie’ nu zo behulpzaam is; diverse gelovigen lezen de Bijbel en de Koran tenslotte ook niet zo. Maar gelukkig houdt hij zich er zelf niet al te strikt aan.

Reden om dit boek wel te lezen

Als een aanhanger van de ene godsdienst een serieuze en welwillende poging doet om een andere godsdienst beter te begrijpen, is dat altijd interessant. Met dit boek laat Miles zien dat de God van de Koran soms verrassend anders is dan de God van de christelijke of joodse Bijbel, hoewel de gelijkenissen vaak ook minstens zo verrassend zijn. Lezenswaardig voor gelovigen en ongelovigen van alle snit, die geïnteresseerd zijn in de islam, en bereid om hun (on)geloof voor de duur van dit boek op te schorten.

God in de Koran

Jack Miles