(81) De spirituele wereld was niet alleen een plek voor vredige rust na de hardvochtige ervaringen in de materiële wereld, maar ook een plek voor diverse activiteiten. Tot nu toe wisten mensen ofwel niets over het bestaan van de spirituele wereld, of beschikten slechts over zeer gefragmenteerde kennis erover. Sommige hebben zich de plek voorgesteld als sukh vati, de woning van volmaakte gelukzaligheid of hemel, of als een paradijs waar goden en engelen verblijven. Anderen hadden een beeld van een donkere en schemerachtige wereld van geesten, of een plek waar de koning van de hel een oordeel velt over de doden en hen beloont dan wel straft, op basis van hoe zij zich tijdens hun leven op aarde gedragen hebben.
Ruwweg bestaat de spirituele wereld uit diverse plekken met afzonderlijke rollen,: een plek om je vorige leven te herinneren [evalueren], een plek van totale rust, een plek voor activiteiten, een plek om je voor de bereiden op de volgende incarnatie, en andere plekken die gewijd waren aan speciale doelen. Alle wezens – ongeacht of het gaat om mensen, dieren of enige andere levensvormen – worden meteen na de fysieke dood naar de spirituele wereld begeleid.
De eerste plek waar alle wezens onmiddellijk na de fysieke dood arriveren, is de plek om je vorige leven te herinneren. Op deze plek kijkt elk van de pas overledenen met behulp van adviseurs die werkzaam zijn voor de spirituele wereld, terug op elk moment van zijn voorbije leven en heeft tijd voor berouw – niet berouw vanuit het standpunt van de menselijke samenleving, maar eerder vanuit het standpunt van spirituele groei middels ervaringen. Nadat dit proces is afgerond, gaan de nieuwelingen ofwel naar de plek voor totale rust, of naar de plek voor activiteiten.
Terwijl wezens die extreme ervaringen hebben ondergaan op de fysieke aarde mogelijk naar de plek van totale rust gaan, gaan de andere wezens door naar de plek van activiteiten die onmetelijk groot is en uit verschillende afdelingen bestaat. Op basis van allerlei overwegingen – inclusief de levensvorm die ze in hun vorige incarnatie hebben gehad, hun oorspronkelijke frequentie [van moment van geboorte op aarde, vermoed ik], de ervaringen uit het verleden en het plan voor de volgende reïncarnatie – verblijft elk van de nieuwkomers in een van de afdelingen van dit gebied en blijft daar meestal tot de volgende reïncarnatie. Hoewel het meeste leren voor wezens op aarde weliswaar het gevolg is van ervaringen op de fysieke aarde, vindt een deel van het leren ook plaats in de spirituele wereld.
Voor elk wezen dat geacht [éénmaal in dit evolutie[proces in de neutrale zone opgenomen, bestaat er altijd een einddoel, te weten de overwinning op en het vertrek uit de dualiteit] wordt opnieuw een levensvorm te worden op de fysieke aarde, is de plek om je voor te bereiden op de volgende reïncarnatie de laatste bestemming in de spirituele wereld [binnen die rust- of tussenperiode]. Op deze plek plant elk wezen met professionele hulp van een levensplanner zijn of haar naderende leven op de materiële aarde.
Bovendien zijn er wezens die de spirituele wereld besturen. Hoewel ze toezicht houden op de drie- en vierdimensionale aarde en de aarde in een gewenste richting leiden, verschilt de manier waarop deze wezens te werk gaan sterk van de manier waarop ze op andere sterren hun werk doen. Op de meeste sterren hebben alle bewoners een vorm van inspraak en voert de bestuurder de beslissingen uit [klinkt 5D!]. Maar op aarde wordt ten behoeve van het creëren van een centrum om te leren, rechtstreeks en heimelijk controle uitgeoefend [logisch vanwege de chaotische geschiedenis van de aarde].
(83) Zo nu en dan, wanneer de materiële wereld haar doel uit het oog verliest en de mensen steeds meer in de ban raken van materiële goederen, werden er gidsen naar de materiële wereld gestuurd om een actieve rol als spirituele leider op zich te nemen. Over het algemeen bewoog de wereld zich tijdens het leven van de gidsen in een gewenste richting, maar zodra de gidsen terugkeerden naar de spirituele wereld, vervielen de mensen vaak in hun eerdere levens van jaloezie, wrok, egoïsme, onenigheid en vijandigheid. Mensen riepen zelfs godsdiensten en dogma’s in het leven en beweerden dat die overeenkomstig de waardevolle leringen van hun spirituele meesters waren, maar daarmee werd de chaos alleen nog maar groter.
Zoals eerder vermeld, diende de spirituele wereld als een voorbereidingsschool waar wezens zich voorbereidden op hun volgende levens op aarde. Als gevolg van gebeurtenissen zoals het zinken van Lemurië, de ineenstorting van het Atlantische rijk en de Grote Overstromingen, vertoonde de bevolking op aarde opnieuw een patroon van tijdelijke toename, gevolgd door een drastische afname. Daarom brachten de meeste wezens veel meer tijd in de spirituele wereld door dan in de fysieke wereld en deed de mogelijkheid om te reïncarneren zich over het algemeen niet zoveel voor [Met inachtneming van vele ‘mislukte’ incarnaties achter de rug, lijkt een langere voorbereidingstijd ook niet erg onlogisch; de strijd tegen het materialisme is veel zwaarder dan gedacht en men kan zich er mogelijk niet eens op prepareren omdat de spirituele sfeer mede bepaald wordt door eenparigheid van de omgeving: ‘gelijk trekt gelijk’ aan, soort zoekt soort. Daar is geen materiële wereld tegen opgewassen].
Om in dergelijke omstandigheden te voorzien, werden heel veel voorbereidingen getroffen om zoveel mogelijk profijt te hebben van het leerproces tijdens het verblijf in de fysieke wereld [met welk effect?]. Wezens planden hun aanstaande leven zeer nauwgezet en bereidden zich op veel manieren voor om tot een verruiming van het bewustzijn te komen [waarom gaat het dan steeds weer ‘verkeerd’?]. Hoewel het leven in de spirituele wereld veel minder intens was dan het leven in de materiële wereld, konden wezens in de spirituele wereld ook veel leren van hun diverse rollen of activiteiten. Hoe wezens hun tijd in de spirituele wereld doorbrachten, speelde ook een grote rol in het verheffen van hun bewustzijn.
Reïncarnatie vond meestal plaats in groepen, wat betekende dat wezens die elkaar goed kenden van voorbije levens, meestal in dezelfde periode in dezelfde periode in dezelfde omgeving geboren werden om doverse soorten onderlinge relaties te ervaren. Over zo’n experimentele groep werden soms vooraf afspraken gemaakt wanneer wezens hun volgende levens planden, maar groepsreïncarnatie werd meestal ondergaan om karma op te lossen dat in vorige levens was gevormd.
Mensen creëerden in de loop van elk leven verschillende soorten karma. Ze werden dan opnieuw geboren met verwante zielen om de karmische schuld die ze hadden gecreëerd te vereffenen. Maar tijdens dit proces schiepen deze wezens nieuw karma met wezens met wie zij voorheen geen relatie hadden gehad en zo werd het noodzakelijk dat ze opnieuw geboren werden met die zielen vanwege het nieuwe karma [waaruit de gevolgtrekking kan worden gemaakt dat de spirituele wereld heel ‘eenzijdig’ is vergeleken bij de stoffelijke wereld!]. Om die reden was het gebruikelijk dat wezens binnen een groep reïncarneerden. Een dergelijk verschijnsel wordt in sommige boeken wel ‘collectieve reïncarnatie’ genoemd.
Wordt vervolgd