Categorie archief: Tao

Overdaad schaadt 2

Maar alleen daarom

waren zij zo moeilijk te doorgronden,

omdat dit de houding was

die hen in staat stelde

grote werken te doen:

zij namen de voorzienigheid in acht

van iemand die ’s winters een rivier oversteekt;

zij behandelen bedachtzaam,

alsof zij door gevaarlijke buren waren omringd;

zij betrachtten terughoudendheid

als gasten in den vreemde;

soepel als smeltend ijs,

eenvoudig als een grondstof,

mild als welwater,

ondoorzichtig als een kolkende stroom. –

Tao

Schatkamers

De beker vasthouden

en hem dadelijk vullen:

men zou het beter kunnen nalaten.

Strelen met dezelfde hand

die tuchtigt:

lang kan fat niet goed gaan.

Schatkamers volgestouwd met goud en juwelen,

kan niemand afdoende bewaken.

Wie vermogend is en algemeen geacht,

maar dichtbij het hart hoog draagt, overleeft zijn goede naam.

Zijn werk blijven doen,

Teruggetrokken leven:

dat is de hemelse weg,

die men gaan moet.