Categorie archief: metaforische begrippen

Andere toelichting op niet-kloppend scheppingsverhaal en dus dat de bijbel een sprookjesboek is

Ontleend aan William Gijsen, p.82 e.v.:

‘Mag ik het nog eens over de bijbel hebben? Klopt het scheppingsverhaal?

  • De bijbel is een sprookjesboek.

‘Wilt u zeggen dat wat er in de bijbel staat dan niet waar is?

  • In de bijbel staan heel wat wijze uitspraken die in de vorm van verhalen aanschouwelijk zijn gemaakt voor eenvoudige mensen. Daarom noem ik het een sprookjesboek. In elk sprookje zit een diepe grond van waarheid.

Dus is het scheppingsverhaal een sprookje?

  • Het is een allegorie, waarin op een symbolische manier de werkelijkheid wordt verklaard.

Verliep het ontstaan van de wereld dan zoals de wetenschap het uitlegt?

  • Min of meet wel ja.

Hoe zit de evolutie dan in elkaar?

  • Om de evolutie te snappen kunnen we het beste vertrekken vanuit het gevoel, niet vanuit het verstand. Verstandelijke verklaringen worden door de wetenschap gegeven, maar daarmee bereiken we onze ziel niet. Een ziel is niet geïnteresseerd in de objectieve werkelijkheid, alleen in de subjectieve werkelijkheid.

Bedoelt u dat het niet belangrijk is ‘hoe iets is’, alleen maar ‘hoe ik het ervaar’?

  • Juist. Alles wat er is, heeft alleen maar betekenis door jouw ervaring ervan. Al het overige is voor jou onbestaand.

Als ik vind dat ik te dik ben, is het niet belangrijk hoeveel ik weeg, het is alleen van belang hoe zwaar ik mij ‘voel’.

  • Dat heb je goed begrepen.

Maar de wetenschap benadert alles toch objectief. Heeft het dan geen waarde?

  • De wetenschap probeert zoveel mogelijk dingen vast te stellen die niet verbonden zijn aan de subjectieve waarneming. Dat is een benaderingswijze die zich opgedrongen heeft in de Middeleeuwen, omdat er een wildgroei was van subjectieve constateringen n beweringen die door de katholieke kern als absoluut werden voorgehouden. De kerk wilde subjectieve constateringen objectief maken. Een objectieve benadering zegt bijvoorbeeld dat de Aarde rond is. [Maar de subjectieve waarneming van de Middeleeuwen stelde dat de Aarde plat is].
  • Een subjectieve waarneming ontstaat vanuit jouw standpunt, met jouw zintuigen en jouw waarderingsstelsel. De wetenschap probeert zoveel mogelijk de uiterlijke waarneembare wereld te begrijpen. Daarmee kom je echter nooit te weten hoe iets echt IS voor jou, alleen maar hoe het lijkt te zijn. Met objectiviteit kun je uiterlijke ervaringen waarnemen, met subjectiviteit schep je innerlijke ervaringen. Na vijfhonderd jaar wetenschap dreigt nu het omgekeerde te gebeuren. Sommige wetenschappers trachten nu hun methoden voor objectieve waarneming toe te passen op het subjectieve, maar dat werkt niet. Het zijn twee totaal verschillende benaderingswijzen, die niet vermengd kunnen worden.

U gaat de evolutie subjectief verklaren?

  • Ik ga je de schepping en de evolutie uitleggen vanuit jouw persoonlijke ervaring. Ik vertel je niet hoe de kosmos ontstaan is, maar hoe jouw ziel dat ontstaan ervaren heeft.

Hoe ik het ontstaan beleefd heb?

  • Jij, jij hebt het ontstaan meegemaakt. In het begin was alles één. Stel je maar voor dat alles samengebald was in één grote bol. Die kun je ook eenheid, liefde, materie-antimaterie, oerziel of gewoon God noemen. Op een bepaald moment spatte die ene grote bol of oerziel uit elkaar in miljarden stukjes. Dat was de oerknal of de ‘Big Bang’

[en dus bij het ontstaan van materiële universa, jw]

. Elk uit elkaar gespat stukje was een splintertje oerziel dat miljarden kilometers werd weggeslingerd uit die oorspronkelijke oerkern. Hoe denk je nu dat zo’n splintertje zich na die knal gevoeld moet hebben?

Erg uitgestoten en eenzaam?

  • Inderdaad. Eerst zat ieder splintertje nog lekker verenigd in het grote geheel, waar het zich volledig geborgen één gevoeld heeft. Bij de oerknal kwam elk splintertje ziel afgezonderd en alleen te zitten. Kun jij je ook voorstellen wat dat splintertje toen wilde?

Zo snel mogelijk weer in die geborgenheid terechtkomen?

  • Juist. En zo ontstond de evolutie. Ieder stukje ziel zocht vanaf dat moment naar een weg, een methode, om zo snel mogelijk weer in die eenheid te komen. Miljoenen manieren werden uitgeprobeerd met maar één doel: zich opnieuw verenigen, opdat die geborgenheid, die liefde, die eenheid opnieuw ervaren kon worden.
  • Elk stukje in de kosmos was bezield, want het droeg in zich de herinnering aan de vroegere, totale eenheid. Die herinnering zit in het DNA vervat. Elk splintertje ziel probeert sindsdien miljoenen manieren uit om opnieuw die eenheid te kunnen ervaren. Eerst als cel, dan als plant, als dier, als mens, steeds hoger en hoger. Elke hogere zijnsvorm ontwikkelde een grotere vaardigheid om liefde en eenheid vast te houden. Zodoende is het hoogste wezen datgene dat het langst en het meest intens eenheid of liefde kan aantrekken en vasthouden. Wat is in die evolutie dan het hoogste wezen?

De mens natuurlijk.

  • Toch niet, de geesteswereld. Nadat de ziel op Aarde ettelijke malen heeft bestaan in een mensenlichaam, gaat zij over naar een wereld waarin enkel zielen zijn, zonder fysiek lichaam. In de geesteswereld specialiseert de ziel zich verder in ‘liefde zijn’, tot de volledige eenheid bereikt is, totdat het splintertje ziel weer is opgegaan in de geborgenheid van God.

De ziel komt uit God en keert terug in God?

  • Daaruit volgt dat iedere splintertje ziel even ver staat in de evolutie. Het ene splintertje heeft een snellere weg gevonden, een betere aanpassing dan het andere. Welke ziel zal dan het verst geëvolueerd zijn?

De ziel die de meeste eenheid kan scheppen?

  • Juist. Alle mensen op Aarde staan niet even ver in de evolutie. Sommigen zijn beter in staat zich te hechten en liefde aan te trekken en te beleven dan anderen.

Dat zou dan betekenen dat alle mensen niet gelijk zijn?

  • Alle mensen zijn wel gelijk, ze hebben dezelfde rechten en ze krijgen dezelfde kansen, ze zijn allemaal in evolutie, maar de ene is liefdevoller dan de andere en staat verder qua liefdesbewustzijn. Sommige mensen zijn verder geëvolueerd dan anderen.

Hoe komt dat dan?

  • Omdat de ene ziel meer levens op Aarde achter de rug heeft dan de andere. De ziel heeft zelf de vrije keuze wanneer en hoe zij wil incarneren. Door die vrije keuze bevindt niet elke ziel zich op hetzelfde bewustzijnsniveau. Zij heeft haar vrije wil gebruikt om een voortuitgang te scheppen en iedere ingeslagen weg leidt niet tot het gewenste resultaat. Dan moet weer een andere weg gezocht worden. Door het feit dat zielen verschillende ontwikkelingsstadia doorlopen, kunnen we het vergelijken met het onderwijssysteem. Er zitten leerlingen op de basisschool of op de middelbare school en er zijn studenten op de universiteit. Ze leren allemaal en toch is er een verschillend ontwikkelings- en bewustzijnsniveau.
  • We kunnen toch niet zeggen dat iemand van het vijfde studiejaar minder student is dan een eerstejaarsstudent? Beiden hebben ze leerstof, toetsen, examens, leerkrachten, moeilijke en makkelijke vakken. En wanneer ze voldoende resultaten hebben geboekt, gaan ze beiden naar een volgend jaar. Toch is er verschil in wijsheidsniveau. Op dezelfde manier is er een verschil tussen de zielen.

Eigenlijk zie ik dat onderscheid wel. We ontmoeten mensen die wijzer zijn dan anderen. De een maakt om de haverklap ruzie en de ander heeft de gave om op een respectvolle manier met zijn medemens om te gaan .

  • Wanneer een ziel bepaalde bewustzijnsniveau doorlopen heeft, hoeft zij niet meer terug te keren op Aarde en mag zij in de geesteswereld blijven om daar ook weer, op hoger niveau, te leren liefde te zijn. Dan heeft ze ook geen lichaam meer nodig.

Doorloopt iedere ziel dan niet evenveel incarnaties als mens? Als we vlugger onze lessen geleerd hebben, hoeven we dan niet meer terug te komen op Aarde?

  • Iedere ziel krijgt 1360 incarnaties als mens op Aarde. Als een ziel echter sneller een bepaald niveau heeft bereikt, stopt haar reïncarnatie.

Dan maakt het wel uit hoe snel we evolueren?

  • Objectief gezien maakt het niet uit, omdat elk splintertje uiteindelijk toch ooit weer in de eenheid zal terechtkomen, maar subjectief gezien maakt het wel verschil. Hoe sneller een ziel vooruitgang boekt, des te langer ervaart ze liefde en harmonie.

Maar in de eeuwigheid bestaat er toch geen tijd, dan maakt het toch ook niet uit hoe lang iets duurt?

  • In de eenheid bestaat geen tijd, tijd is verbonden met wording. Een ziel die in de eenheid is opgegaan, leeft zonder tijd. Een ziel die nog evolueert, heeft tijd nodig als graadmeter om de evolutie te meten. In de geesteswereld bestaat er dus ook tijd, want ook daar is evolutie. Een ziel die op Aarde leeft, heeft daarbij ook te maken met een bijkomend tijdselement dat nodig is om te scheppen in de materie. Op Aarde is de ziel onderhevig aan evolutietijd én aan omzettingstijd om een idee of een gevoel om te zetten in de materiële werkelijkheid. Aangezien elke ziel blijft evolueren, blijft tijd bestaan tot we opgegaan zijn in de uiteindelijke eenheid.

Voel ik hier op Aarde dan die omzettingstijd of die evolutietijd aan?

  • Je voelt op Aarde slechts één tijd aan, maar die bestaat uit die twee componenten. Objectief gezien bestaat tijd dus niet, maar subjectief gezien voelt ieder mens dat er wel tijd is. Hij voelt zich ouder worden, hij verdeelt zijn bestaan in verleden, heden en toekomst, allemaal aanduidingen van tijd. Vanuit de persoon zelf is er dus een tijdsbegrip. Tijd heeft alles met de mate van bewustzijn te maken. Volledig bewustzijn is tijdloos en duurt eeuwig. Bewust worden is zich ontwikkelen en heeft tijd nodig. De mate van bewustzijn schept de tijd. Het bewustzijn groeit naarmate de evolutie toeneemt. De tijd verdwijnt naarmate we sneller evolueren.
  • Als het bewustzijn nog niet volledig is, heeft het tijd nodig om te kunnen groeien. Groeien is veranderen van de ene situatie naar de andere. Een individu dat in ontwikkeling is, voelt verschil tussen de ene situatie en de daaropvolgende. Evolutie ontwikkelt in een bepaalde richting en is een opeenvolging van oude situaties en nieuwe situaties.
  • Om van ‘niet-kennen’ naar ‘kennen’ over te gaan heb je tijd nodig. Zonder tijd kan je bewustzijn niet groeien, want je zou niet weten waarvan jij je bewust bent en waarvan niet. De oerziel is totaal bewustzijn , een splintertje ziel is gedeeltelijk bewust en moet nog groeien naar bewustzijn. Zolang is het gevangen in de tijd.
  • Tijd bestaat uit twee componenten: materie en richting. De richting geeft een plaats aan waar jij je in de evolutie bevindt, de plaats in het bewustwordingsproces. Tijd wordt dus bepaald door het evolutiepunt dat je bereikt hebt.

Komt materie overeen met het begrip massa in de wetenschappelijke verklaring, en richting met snelheid?

  • Ja. Zolang een ziel nog niet volledig bewust is, nog niet volledig weet wat ze voelt, heeft ze tijd nodig om bewust te worden. Dat ‘bewust worden’ heet schepping. In dat scheppingsproces heeft de ziel in aanvang een uiterlijke vorm, een spiegel nodig. Zo wordt ze zich bewust van zichzelf. Die uiterlijke vorm is materie. Om zich gemakkelijker bewust te worden, heeft de ziel behoefte aan de spiegel van de materie.
  • De ziel schept uiterlijke vormen en situaties om zich meer en meer bewust te worden van zichzelf. Die uiterlijke vormen en situaties heten materie of massa. Die materie is een uiterlijke verschijningsvorm die het innerlijke (de ziel) weerspiegelt. De gesteldheid van de ziel zie je in de uiterlijke vormen en situaties waarin de ziel zich bevindt. Hoe meer we ons bewust worden, des te verfijnder kunnen we scheppen.

Komt er dan een moment dat ik geen materie meer nodig heb om te scheppen, maar dat ik gewoon mezelf schep?

  • Ja, in de geesteswereld. Dan heb je geen materiele spiegel meer nodig om je bewust te zijn van wat je voelt. Je voelt het gewoon onmiddellijk. Tegelijkertijd met het voelen is er het bewustzijn. Je weet dan wat je voelt, terwijl je het voelt. Zo gebeurt schepping in de geesteswereld. En alles wat in de kosmos is, elke verschijningsvorm in de materie, is bezield. Ook een cel heeft een ziel. Het bewustzijnsniveau van de ziel van een cel ligt weliswaar lager dan de ziel van een dier, maar de ziel van elke cel evolueert, streeft naar bewustwording. Een cel streeft naar eenheid. Eenheid is een ander woord voor liefde. Een cel doet dat op zijn eigen niveau. Het feit dat een cel moleculen miljoenen jaren kan samenhouden is zijn manier van oefenen in eenheid, in liefde zijn.
  • Einstein wist dat de formule van schepping dezelfde was als de formule die hij in zijn relativiteitstheorie gebruikte. Hij was een zeer spiritueel persoon die sterk verbonden was met zijn ziel en de geesteswereld. Daardoor had hij een uitzonderlijk groot inzicht en begreep hij de kern der dingen. Maar aangezien hij in de eerste plaats wetenschapper was en geen filosoof, heeft hij alleen de wiskundige formule geopenbaard. In de formule E=mc2 is ‘E’ scheppen door de tijd (m en c) te bezielen (2). Bezielen is totaal opgaan in de tijd en zo ontstaat schepping. De intensiteit van bezieling wordt uitgedrukt door het kwadraat. Door je ergens volledig in te gooien hef je de materie op, want je verenigt jezelf met de materie en met de geesteswereld.
  • Hoe groter het inzicht, des te groter de bewustwording, des te groter de snelheid en des te kleiner de afstand tussen materie en ziel wordt, totdat de materie verdwijnt. De evolutie van het kind naar grijsaard is een perfecte afspiegeling van de bewustwording van de ziel. Het bewustwordingsproces is voor een kind totaal anders. Het kind heeft nog zoveel te ontdekken, terwijl een grijsaard al zoveel ontdekt heeft. De evolutie van het kind naar volwassenheid geeft zijn toenemende bewustwording aan. Hou ouder iemand wordt, des te meer beseft hij de relativiteit van tijd.
  • Voor een grijsaard is de kloof tussen bewustwording en bewustzijn van de Aarde veel kleiner geworden, omdat hij zoveel meer ervaren heeft en weet. Hoe beter iemand in de materie (massa) kan scheppen met een bepaalde bedoeling (richting), des te meer krijgt hij vat op de tijd en evolueert hij van bewustwording naar bewustzijn. Hoe meer bewustzijn er geschapen wordt, des te sneller evolueert alles en des te meer lost zich de tijd op. Hoe meer je je op een bepaald moment bewust bent, des te sneller verloopt de tijd of anders gezegd: des te meer verdwijnt de tijd.
  •  Ook in de geesteswereld is er tijd. Alleen is de tijd daar anders dan op Aarde. Hier in de geesteswereld heeft tijd niets meer te maken met materie. Geest wordt niet gehinderd door materie, de geest kan alles onmiddellijk waarnemen. Ze hoeft alleen maar haar aandacht ergens op te richten. In de geesteswereld zijn de zielen nog wel onderhevig aan richting, omdat zij ook nog niet totaal bewust zijn. Pas wanneer zij zich voortdurend bewust zijn van de eenheid, stopt de tijd voor hen en gaan ze naar een andere dimensie waar geen tijd meer is. Dan zijn ze eenheid, bewustzijn, God. Zolang elk afgescheiden zieltje zich nog niet totaal bewust is, is het nog in evolutie en onderhevig aan de tijd.

Voor alle zekerheid: gevallen engelen en demonen bestaan niet, maar zijn metaforen voor menselijk gedrag

https://youtu.be/5AbuT4yolhY  ‘Kryon Reveals the Truth About Hauntings [spoken], Fallen Angels and Demonic Possession’.

Mooie algemene evolutionaire tekst met dus uitleg over valse, maar vaak gehoorde, beelden van demonen en gevallen engelen. Vanuit andere bron (Hans Stolp, reformatorisch pastor en helderziende) weet ik dat engelen een ander levensvorm zijn dan mensen. (Aarts)Engelen hebben nooit een leven op aarde meegemaakt en hun taak is om boodschappen vanuit de Goddelijke cirkel ofwel de hemel door te geven aan alle mensen op aarde en elders in ons universum, andere universa en multiversa die de geestelijke hulp hebben ingeroepen. Zij leven permanent in de goddelijke energievelden zonder ooit afdalingen te hebben gemaakt naar lagere dimensies.