Categorie archief: geestelijke visie op de aarde

‘Een kleine geschiedenis van het zelf’ @groene #ziel #geest #zelfkennis #Oosterse-inzichten

Stelling: Aangezien in de inleidende zin hieronder wordt gesteld/geponeerd dat ‘we er nog niet uit hoe lichaam en geest zijn verbonden’, valt het tegendeel te bewijzen, als er maar de oosterse religies zoals de veda’s, hindoeïsme, boeddhisme en taoïsme bestudeerd worden, maar dat gebeurt niet omdat die wijsheden ‘een ver van mijn bed’ gegeven zijn. Daarom hierbij het antwoord: de westerse wetenschap met haar materiële paradigma – dat de geestelijk/spirituele thema’s niet thuis horen in de meetbare onderzoekswerkelijkheid -, maakt dat er dus bestaande oeroude teksten en antwoorden op deze levensvragen onbenut blijven. Die antwoorden bestaan dus wel: er bestaat een verband tussen lichaam, geest en ziel maar die is niet onbekend omdat in deze westerse wereld nog uitgegaan wordt van 19e eeuwse darwinistische basisbegrippen en niet verder is gekomen dan dat alleen. Daarvoor zijn de academische paradisma’s  verantwoordelijk. Tragisch, maar waar.  

Kun je jezelf eigenlijk wel kennen?

Sinds mensenheugenis zijn we er nog niet uit hoe lichaam en geest zijn verbonden. Lukt het ons ooit een coherent beeld van ons zelf op te bouwen? Overpeinzingen vanuit een hersenscanner.

*Deze zin klopt inhoudelijk dus niet; geestelijke wijsheid uit het oosten wordt in ons werelddeel genegeerd.

Arthur Eaton, De Groene A’dammer, 21 december 2022 – verschenen in nr. 51-52

‘U mag de rode lijnen volgen naar de afdeling neurologie.’ Mag, zegt de vrouw achter glas, alsof ik een keuze heb. Dus ik achter die lijnen aan.

Als ik de afdeling heb gevonden, trek ik een nummertje en ga ik zitten. Om me heen allemaal grijze bolletjes die omhoog turen naar een scherm waarop steeds nummers verschijnen. ‘Mijn beurt’, zegt de oude baas in een stoel tegenover me, en staat met moeite op.

Dit ziekenhuis is ooit gebouwd als een dependance van een kerk. Het zit nog in de naam. In het aangezicht van leed en ziekte zijn we allemaal verloren zielen, denk ik een beetje pathetisch terwijl ik mijn rugzak neerzet. Erg lang kan ik er niet op mediteren, mijn nummer verschijnt al gauw.

Ik word opgehaald door een vriendelijke zuster. Ze geeft me een soort schort en laat me zien waar ik me kan omkleden. Als ik klaar ben, legt ze me geduldig uit wat een fMRI is – een serie scans van de hersenen die de activiteit ervan in kaart brengen – en hoe de machine werkt. Het ding ziet eruit als een vliegtuigmotor. ‘Wil je muziek op?’ vraagt ze. ‘Het is nogal een lawaai daarbinnen.’ Liever niet, maar ik krijg toch twee oortjes in zodat de vrouw me tijdens de procedure instructies kan geven.

Het infuus is voor de contrastvloeistof, zegt ze. ‘Zit het allemaal goed zo?’ Zo ongeveer wel ja. Het laatste wat ik zie voordat ik de magnetron word ingeschoven is het bekende blauwe logo van Philips. Vreemd geruststellend in deze context. ‘Knipper als je me kunt horen.’ En dan ontstaat me toch een kabaal.

Ik probeer het geluid te negeren door mezelf af te leiden. Wat is een betere plek om na te denken over de geschiedenis van het zelf dan in een hersenscanner? Elke keer als een elektronische stem zegt: ‘de volgende scan duurt vijf minuten’, moet ik aan Lieke Marsman denken.

De meesten van ons hebben een vanzelfsprekend gevoel van innerlijke samenhang. Het gevoel dat alles wat we zien, voelen en ervaren niet gefragmenteerd en onsamenhangend is, maar op de een of andere manier bij elkaar hoort. Gedachten, herinneringen, gevoelens: ze zijn van ‘mij’. We weten allemaal waar we het over hebben als we ‘ik’ zeggen, en toch is het een glibberig onderwerp.

*Geen glibberig onderwerp als we de moeite zouden nemen om geestelijke literatuur tot ons te nemen.

Probeer maar eens uit te leggen wat dat zelfgevoel precies inhoudt. Als ik het heb over mijn ‘zelf’, heb ik het dan over mijn innerlijke theater van gedachten, of de contouren van mijn huid? Waar eindigt mijn lichaam en begint mijn geest? Kan ik mezelf eigenlijk wel kennen?

*Zelfgevoel zijn alle gevoelens die door je eigen persoonlijkheid worden opgeroepen bij alles wat we thuis of buitenshuis observeren en waarnemen; over jezelf of over de indrukken die van buitenaf bij jezelf binnenkomen. het gaat dus inderdaad over je eigen innerlijke theater van je gedachten maar niet per se over de contouren van mijn huid, tenzij de huis irritaties oplevert. Dan word je erop attent gemaakt. E  wat betreft het onderscheid tussen lichaam en geest, ook een simpel antwoord: de geest is ‘de wereld van’ het eigen denkwezen (hersenen) maar ook gecombineerd het je gevoelsindrukken. En de slotzin is voor velen een vraag, maar voor geestelijk bewust levende mensen een feit: je kunt jezelf zeker kennen als je ook de hier genoemde basisbegrippen lichaam/geest/ziel goed hebt overdacht en daar komen de meeste mensen moet aan toe. Helaas, want dat zou veel gepieker overbodig maken.

‘Voor een denker als Descartes was het duidelijk: ik denk, dus ik ben. Het is het beroemdste gezegde uit de westerse filosofie. Dat samenvallen van het zelf met je gedachten was lange tijd de norm. Ver vóór Descartes zei de Egyptische filosoof Plotinus al iets soortgelijks. Nog altijd is ons zelfbewustzijn een belangrijk aspect van ons zelf, maar niet meer het enige.

Er zijn veel verhalen te vertellen over de geschiedenis van het zelf. Een overzicht schiet noodzakelijk tekort. U moet het me maar vergeven: ik lig in een hersenscanner, tenslotte.

*Als je in een hersenscanner terecht bent gekomen, dan is het te laat om met die vragen aan de gang te gaan, want heb je die kansen om dat te overdenken al ruimschoots laten liggen.

Ooit, laten we zeggen in de Middeleeuwen, hadden we een ziel. De ziel was immaterieel en onsterfelijk; heel en ondeelbaar. Na mijn dood leefde mijn ziel voort. Ergens, in een hemel of een hel, of iets ertussenin, dolen nu nog alle talloze zielen van de mensen die tot nu toe leefden. Althans, dat stel ik me zo voor.

*Ook hier klopt de eerste zin niet: het is geen kwestie dat we ‘ooit’ een ziel hadden, aangezien ieder mens – en levend wezen dat bezield is – een ziel heeft. Dat is het brondeeltje dat ik ieder mens altijd aanwezig is en op aarde binnen in je eigen lichaam, dat als ‘energiedeeltje’ ergens in je lichaam ‘ligt’ of ‘aanwezig is’; maar inderdaad ‘immaterieel’ (onstoffelijk) en daarom door geen arts of medisch meetinstrument aanwijsbaar/zichtbaar.

Mijn lichaam was gastheer van de ziel. Als je geboren werd kwam je ziel in je lichaam, verbleef er een poosje, stuurde het geheel aan, en verdween dan weer met de dood. Lichaam en ziel stonden zo tegenover elkaar. Dat was eeuwenlang de overtuiging van velen, in Europa althans: dat het stoffelijke lichaam aan de ene kant stond, en de onsterfelijke ziel aan de andere.

*Vanuit de oosterse ‘wijsbegeerte’ – lees: genoemde geestelijke literatuur – klopt het bovenstaande ook niet: in plaats van “Mijn lichaam was gastheer van de ziel” zou het anders – omgekeerd – geformuleerd kunnen worden, namelijk dat de eeuwige ziel bij de geboorte op aarde plaats neemt in het lichaam –  in dat net geboren babylijfje – en dat tot aan het overlijden – na een lang of kort leven – daarin blijft leven, omdat de ziel dan vertrekt naar een volgende levensbestemming elders binnen het uitspansel en het lichaam dus ophoudt te functioneren; omdat het stervensproces intreedt. De ziel van een ieder is onsterfelijk en dus ‘eindeloos en oneindig lang’ levend – door alle universa heen – maar ieder lichaam – als reisinstrument – is tijdelijk omdat het gebonden is aan de aarde omdat we anders niet kunnen eten en reizen. Zodra de ziel vertrekt, heeft het lichaam zijn doel en taak bereikt en beëindigd.

Zo zadelde de predikant ons op met een zondig lijf en een geest met morele verantwoordelijkheid. De geneeskunde ontwikkelde zich juist in tegenovergestelde richting: zij beschreef het lichaam als een soort ontzielde machine, waardoor we ziekte zijn gaan zien als een mechanisch defect.

*Deze onvolmaakte wereld én wetenschappelijke onvolmaakte medische sector kunnen vanwege deze beperkte – dus die onvolmaaktheid – omstandigheden niets anders dan maar een verklaring te verzinnen: onze kennis reikt niet verder dan de veronderstelling dat het lichaam als een soort ontzielde machine gezien moet worden. Dat is je reinste flauwekul en dus onjuist omdat de biologische en medische wetenschap de verkeerde weg of richting is ingeslagen: het lichaam is geen ontzielde machine, maar omgekeerd: het lichaam is dat wat voor de mens zo belangrijk is, kunnen eten en zichzelf in leven houden, waarbij het gestuurd wordt door de ziel en gevoed/gestuurd door kennis over morele verantwoordelijkheid. We mogen rustig aannemen dat iedere oosterse – Aziatische en mogelijk ook Afrikaanse – arts de functie van de zie heel goed begrijpt en zelfs vanuit zijn cultuur heeft meegekregen in de eigen opvoeding. Geen probleem dus. Alleen het westerse denken is achtergebleven.

‘In de zeventiende eeuw werd die harde scheiding tussen lichaam en geest in twijfel getrokken door Verlichtingsdenkers, in het bijzonder door John Locke. Nu hoor ik u denken: John Locke? Was dat niet de Engelse liberale politiek filosoof? Ja, ook. Maar naast filosoof was hij arts, en hij bedacht dat een deel van onze ziel afhankelijk moet zijn van het lichaam: een deel van de ziel hóórt volgens hem bij het lichaam.

*Interessant weetje!

Ik zie het hem schrijven, bij kaarslicht: ‘The body too goes to the making of the man.’ En net als ons lijf, kan het lichamelijke deel van onze ziel ziek of gezond zijn. Niet goed of fout, zoals onze christelijke broeders dachten, maar ziek of gezond.

Dat luidde een nieuwe manier van denken over onszelf in. Een die voortduurt tot op de dag van vandaag, en waardoor we misschien wel kunnen zeggen dat de grondlegger van de psychologie niet Descartes is, en zeker niet Freud of Jung, maar John Locke. Hij noemde dit materiële aspect van de ziel de ‘mind’. En zijn inzicht leidde tot de studie van de moderne psychologie: het categoriseren, beschrijven en proberen te begrijpen van het materiële aspect van de ziel.

*Over dit laatste zijn meningsverschillen mogelijk. De oosterlingen kennen geen ‘materieel aspect van de ziel’, maar een volwaardig immaterieel en dus geestelijk deeltje nondualiteit in het menselijk lichaam waardoor de Bron contact kan onderhouden met ieder lichaam en dus met ieder mens. De ziel is dus te beschouwen als een samenhangende en samenwerkende ‘constructie’ tussen macro én micro: de grote kosmische geestelijke Bron als motor die de creatieve en scheppende Bronkracht is op macroniveau enerzijds, en het menselijk leven via de ziel als microcelletje maar ook immaterieel in het menselijk lichaam anderzijds.   

‘Het is jammer dat we in het Nederlands geen woord hebben voor mind, laten we het dus maar op ‘geest’ houden. In elk geval werd het mogelijk om te bestuderen op welke manieren onze geest ziek of gezond kan zijn. Er was daarmee een belangrijke stap gezet in de transformatie van de ziel naar het zelf: de erkenning dat lichaam en geest op de een of andere manier bij elkaar horen.

Het gebonk stopt even. Ik hoor een klik door mijn oortjes. ‘Lig je nog goed?’ vraagt de vrouw.

‘Ja, prima’, lieg ik.

‘Oké. Dan ga ik nu de contrastvloeistof toedienen.’

Voor freudianen was de geest een huis vol onontdekte kamers. Het grootste deel van onszelf is gehuld in duisternis, zagen ze.

*Maar bedoelden waarschijnlijk ‘onzichtbaar’ in plaats van duisternis.

‘Ik dacht eerlijk gezegd dat die allang was toegediend, maar dan voel ik door mijn linkerarm een koud stroompje lopen dat langzaam richting mijn nek en hoofd kruipt. En dan begint de machine weer te bonken en te zoemen.

‘Amerika is als geen ander land ontvankelijk voor het idee van mentale genezing’, kopte The New York Times in 1913. Drie jaar ervoor zei Sigmund Freud tegen Carl Jung terwijl hun schip de haven van New York in voer: ‘Ze hebben geen idee, maar we brengen ze de pest.’

Wat de psychoanalytici in werkelijkheid kwamen brengen was een idee van het zelf. Een verdeeld zelf. Een zelf dat niet onsterfelijk was, zoals de ziel dat ooit was, maar vergankelijk en kwetsbaar. Net als Locke geloofde Freud dat onze geest niet goed of slecht is, maar ziek of gezond. En wat ons ziek maakt is het conflict tussen de verschillende versies van onszelf ín onszelf.

*Een zelf dat niet onsterfelijk was, zoals de ziel dat ooit was, maar vergankelijk en kwetsbaar’, maar zoals Pim van Lommel gisteren in een interview in de Volkskrant meldde: de ziel én dus ‘het zelf’ – vanwege het bewustzijn dat actief blijft buiten het lichaam zoals aangetoond via BDE[i] -, de ziel is wel onsterfelijk! ‘Dezelfde’ ziel  gaat leven na leven mee in het bewustzijn van ieder mens.

‘De geest was voor freudianen niet iets transparants, niet de koele zelfkennis van Descartes, maar juist een huis vol onontdekte kamers. Het grootste deel van onszelf is gehuld in duisternis, zagen zij. Er zijn vele verdrongen versies van onszelf: de driften en de onacceptabele gedachten die steeds weer aan de deur kloppen. Zo zit ons zelf ingeklemd tussen de noden van het lichaam en de morele eisen van de buitenwereld. En tegelijk houdt het al die verschillende versies van onszelf bij elkaar.

*Razend knappe constructie van het ‘ons zelf’.

‘Niet geheel toevallig schreef Freud dit alles op in het Wenen van rond 1900: een multiculturele stad, vol progressieve stemmen, liberalen, conservatieven. Op de straathoeken kon je zowel Sachertorte als anarchistische pamfletten kopen. Ons zelf is een smeltkroes, zag Freud: een parlement vol tegenstrijdigheden.

Nu was Freud natuurlijk niet de eerste die dit beweerde, schrijvers en dichters gingen hem voor, maar de freudiaanse beweging was wel erg effectief in het uitdragen van de boodschap. Binnen de kortste keren werden psychoanalytische opvattingen over ons mentale leven in Europa en de VS gemeengoed. En vandaaruit verspreidde het zich over de hele wereld. De spreekkamer werd het laboratorium van het humanisme; de divan de nieuwe biechtstoel.

We begonnen onszelf te zien als psychologische wezens. Bij Freuds overlijden schreef W.H. Auden over hem dat zijn gedachtegoed een climate of opinion was geworden. Tot op zekere hoogte waren we nu allemaal freudianen. In elk geval was de ziel definitief naar de achtergrond verdwenen; de twintigste eeuw was de eeuw van het zelf.

Plotseling stopt het geraas om me heen. Ik lig al zo lang stil dat ik mijn armen en benen niet meer voel. Met wat moeite hijs ik mezelf uit het apparaat. De vrouw komt me tegemoet: ‘Over drie weken krijgt u de uitslag. De dokter zal die met u bespreken.’ Het is vreemd, maar ik voel dat de vrouw koeler tegen me is nu de procedure is afgelopen. Een goed teken, denk ik hoopvol, misschien is er niks op de scans te zien. Ik kleed me aan en loop langs het park naar de tramhalte. Al met al ben ik blij dat het voorbij is.

(…)

*Een uiterst boeiend artikel met heel veel denkstof om het nieuwe jaar mee in te gaan! Dank aan de Groene Amsterdammer!

https://www.groene.nl/artikel/kun-je-jezelf-eigenlijk-wel-kennen


[i] Bijna-door-ervaring

Mag je als spiritueel begeesterende burgers onderling van mening verschillen? Of te allen tijde eenheid nastreven?

Volgens mij kun en moet je op de eerste vraag bevestigend antwoorden en op de tweede ontkennend.

Ik zal beide vragen proberen te beantwoorden en uit te leggen:

  1. Laat ik eerst vaststellen dat de groep spirituele burgers in ons land en overal elders een erg uiteenlopende groep mensen vormt en dat is vanwege het dualistische karakter van onze samenleving niet wonderlijk of vreemd. Maar houvast heb ik wel aan het onderscheid tussen 3D (aarde) en 5D (multidimensionale werkelijkheid van het grootste deel van de kosmos is het relatief kleine gedeelte op bewoonde planeten 3D. Vanuit de verschillende groeistadia die op onze aardse leerschool bestaan binnen het spectrum van nieuwkomers (voor de allereerste keer of eerste tien levens op aarde) en anderzijds gevorderde mensen die al duizenden jaren een leven op aarde hebben geleefd, bestaat spiritueel een groot verschil. Daarom is het zinvol om onderscheid te maken tussen een gelijksoortig spectrum dat varieert van 1D (‘overlevers’ die zich moeten leren handhaven op aarde en vaak religieus-fanatiek optreden, zoals je de jihadstrijders en orthodoxe christen en Joden kunt noemen: alles is zwart-wit) optreden. In 2D komt wordt meer aan denkkracht/bewustzijnsontwikkeling en creativiteit of ruimtelijk denken gewerkt, die in 3D hun voltooiing bereiken (met de grote kunstenaars als eindstadium, want hier vindt de ontwikkeling van het intuïtieve vermogen plaats). Deze ontwikkeling ondergaat een hoogtepunt i4D waar enkele zintuigen vanuit alleen stoffelijk functioneren overstappen of zich ontwikkelen naar geestelijke gebruik van die zintuigen (zoals heldervoelendheid, helderziendheid etc.). als je klaar bent voor 5D zijn alle zintuigen geestelijk volkomen ‘opgetuigd’. En dan ben je een 5D-mens geworden. Kortom: ook grote verschillen in geestelijk en spiritueel denken zie je op aarde en dat maakt dat dit hele normale verschijnselen zijn, die onvermijdelijk horen in de 3D-samenleving. De conclusie luist dus dat onderlinge meningsverschillen volkomen normaal zijn en erbij horen want onderdeel het ieders groeiproces.
  2. En dan het dilemma van het nastreven van het eenheidsbewustzijn. Dat gebeurt even gefaseerd als de ontwikkeling van 1- naar 3 en 4D en dus is dat eenheidsbewustzijn maar een relatief begrip omdat het van ieders ontwikkeling afhangt hoe ver je gevorderd bent. Het opleggen van eenheidsbewustzijn is dus onmogelijk. Als er maar naar Liefde en Licht gestreefd wordt, want dat is de bedoeling. En bestaan dus op dit vlak geen ‘absolute’ waarheden, want die bestaan alleen binnen de multidimensionaliteit en zel/fs daar alleen in gradaties. De absolute Waarheid heeft Hiddinga beschreven want alleen in het godenrijk en dus niet in het hemelrijk.

Het leven op aarde heeft het grote voordeel dat ervaring kan worden opgedaan die nergens anders mogelijk is

[Aartsengel Gabriel gechanneld door Christoph Fasching, De samenleving in 2015. Een handleiding voor het vormgeven van een nieuwe maatschappij in de vijfde dimensie. Uitgeverij Akasha 2012, p. 14-15]

Vraag: Wij kennen aartsengel Gabriel uit de literatuur, de Bijbel en veel legendes. Toch zijn er maar weinig die geloven dat je echt bestaat. Wil je ons verklappen wie je nu daadwerkelijk bent?

Antwoord: ‘De aartsengelen werden in het kader van de schepping van het totale universum door God ingezet om in opdracht van Hem ervoor te zorgen dat het universum zijn doel kan halen. Zijn doel is om de zielen, die allemaal een deel van God zijn, de kans te geven in materiële vorm een leven te leiden zodat ze ervaringen en wijsheid kunnen opdoen die ze in de vorm van licht en energie niet zouden kunnen vergaren. Het is de onze taak om dit te waarborgen en ervoor te zorgen dat deze ervaringen opgedaan worden zoals gewenst is, en zo het verkrijgen van wijsheid door levenservaring en inzicht te bevorderen. Als dit proces via meerdere ontwikkelingsfasen naar een afronding gaat, is de tijd aangebroken om dit in een veranderde vorm van bewustzijn mogelijk te maken – daarom is nu de opstijging van het menselijk bewustzijn naar de volgende dimensie. Wij aartsengelen werken samen met de opgestane meesters die allen hun incarnatiecyclus op aarde al hebben volbracht en daardoor over alle ervaringen beschikken die je op aarde kunt opdoen. Samen met hen bereiden wij de wereld erop voor, opdat deze overgang naar de volgende bewustzijnsfase zonder problemen verloopt. De taak van de aartsengelen is ervoor te zorgen dat alle uitkomsten op aarde in het kader van de scheppingstaak mogelijk zijn. Mijn speciale taak is de verkondiging van Gods woord en daartoe maak ik gebruik van allerlei verschillende mediums op aarde die voor mij tot jullie spreken. Dat gebeurt op verschillende manieren – dit boek is er een van.’

Ik vind dit heel nuttige informatie en ook houvastbiedend voor alle mensen die dit soort boeken niet lezen omdat het tegen de maatschappelijke conventies indruist.

Een goede geestelijke visie op het leven van de aarde door Maria Magdalena

26 januari 2018 / Pamela kribbe

Posted: 28 Jan 2018 01:30 AM PST [via wakkeremensen.blogspot.nl, 28-1-18]

Maria Magdalena over de liefde

26 januari 2018 / Pamela kribbe

Ik ben Maria Magdalena. Ik groet jullie allen. Met eerbied ben ik vervuld. Ik zie jullie dapperheid en moed. Het kost volledige inzet, durf en vertrouwen om je weg op aarde te gaan, om te blijven geloven in de liefde en de goedheid van het universum. Dagelijks kom je zoveel negatieve energieën tegen, gedragen door angst, ongeduld en wantrouwen. In de wereld om je heen, een jachtige wereld, is er veel aandacht voor uiterlijk succes, voor prestatie en voor hoe iets eruitziet, maar de binnenkant wordt verwaarloosd.

Veel mensen ervaren hun binnenwereld als een gevangenis. Hen wordt niet geleerd hoe zich thuis te voelen bij de eigen emoties, bij zware gevoelens, bij strijd met jezelf. Er gaat zo’n druk uit van de buitenwereld dat het verslavend wordt en het niet meer gewoon is om je op een intieme manier met jezelf te verhouden. Om met zachtheid en erbarmen naar jezelf te kijken en je pijnlijkste ervaringen en gevoelens met liefde te bezien. Jullie zijn hard voor jezelf en dat is je zo aangeleerd in een wereld die lang is aangedreven door angst en de noodzaak om te overleven.

Ik nodig jullie uit opnieuw liefde te ervaren. Liefde is zo ongewoon geworden. Wanneer je jezelf vergelijkt met anderen of met een ideaalbeeld dat je voor ogen staat – dat kan een maatschappelijk beeld zijn, maar ook een spiritueel beeld waaraan je denkt te moeten voldoen -, als je steeds bezig bent jezelf daarmee te vergelijken, jezelf te beoordelen en te bekritiseren, word je eenzaam en raak je vervreemd van de liefde. Liefde is eenvoudig. Het is de meest natuurlijke stroom in het universum.

Stel je voor dat je ontspant, dat je even niks hoeft, dat er niets te presteren valt, dat alles aan jou goed is, werkelijk goed. Je bent als een schilderij dat vele kleuren, richtingen en vormen bevat. Sommige donker en grillig, andere helder en verfijnd, maar alle kleuren en vormen zijn mooi en betekenisvol, spelen een rol in het geheel. Zie jezelf op deze manier. Probeer jezelf niet te veranderen. Stel je voor dat je niets hoeft te veranderen aan jezelf of aan je leven en dat je jezelf helemaal laat zijn. Dan kun je contact maken met liefde. Dat is ook de liefde die jouw gidsen voor jou voelen. Ze houden van je zoals je bent. En dat is de liefde waar iedereen naar verlangt.

Ooit, toen je als kind begon aan dit leven, kende je die liefde nog. Je kwam rechtstreeks uit de hemel en was bekend met de energie van onvoorwaardelijke liefde. Toen je op aarde kwam, zocht je die energie weer op vanuit een diepe levensnood. Vanuit de geïncarneerde ziel is liefde ervaren belangrijker dan zuurstof of voedsel. De verbondenheid voelen met het geheel waar je uit voortkomt, je omgeven voelen door geborgenheid, bescherming, is een oerverlangen van elk kind.

Maar het is ook de tragiek van elk kind op aarde dat het die energie slechts onvolledig weerspiegeld ziet in de ouders. Want de ouders dragen een oude erfenis met zich mee, zijn deel van het aards krachtenspel en zijn de liefde vaak ten dele of bijna geheel kwijtgeraakt. Hun zelfbewustzijn is vertroebeld. Ze willen het kind wellicht alles geven, maar weten niet meer hoe. Kennen zelf de energie van liefde niet meer. Ze werken hard, doen erg hun best, maar een basale voeding blijft uit voor het kind. En dat gebrek neemt het mee doorheen haar of zijn jeugd. Er ontstaat een soort leegte, een gat in het kind.

Als een kind op de tienerleeftijd in de puberteit komt, gaat het zich seksueel ontwikkelen en kunnen er krachtige gevoelens van verliefdheid, aantrekking en hartstocht ontstaan. De hoop vlamt op. Het diepe zoeken naar liefde, totale geborgenheid, herkenning krijgt dan een seksuele lading. En in het spel tussen geliefden, tussen mannen en vrouwen, ontstaat een grote emotionele lading: de hoop op verlossing en terugkeer naar de oorspronkelijke liefde waar je ooit uit voortkwam. Maar wat er dan vaak gebeurt, is dat gewonde mannen en vrouwen zich aan elkaar vastklemmen, in een soort houtgreep, om terug te vinden wat ze verloren zijn. En dit gaat niet, want de wonden die zijn geslagen, kunnen niet door een ander worden geheeld.

De weg naar binnen is essentieel. De weg waarop je uiterlijke standaarden loslaat, waarop je alle valse ideeën over succes, prestatie, vergelijkingen met anderen loslaat: dat is de weg naar binnen. En de grote uitdaging aan jullie allen is die weg in te slaan en daarbij helemaal voor jezelf te gaan staan. Pas als je op de bodem bent aanbeland van je eigen binnenwereld, je pijn, je verlangens en angsten, maar ook je talenten en je oorspronkelijkheid, je gaven en creativiteit…. pas als je thuiskomt in jezelf, kan de liefde echt opbloeien in jou en tussen jou en een ander. Kom thuis in jezelf.

Stel je voor dat je met je bewustzijn nu afdaalt in het gebied van je hart. Voel de ruimte in je hart. Word heel stil van binnen. Alles is daar aanwezig. De sleutel tot liefde ligt in je eigen hart. Ook als het in je hart leeg en eenzaam voelt, blijf aanwezig. Vertrouw jezelf. En zak dan nog dieper in je lichaam: in het gebied van je buik. In je buik bevindt zich je basis, je fundament, je verbinding met de aarde en met je lichaam. Strijk met je aandacht door je buik heen. Heet jezelf welkom: je bent goed zoals je bent. Er is niets vreemds, anders of slecht aan jou. Dat is allemaal opgedrongen van buitenaf. Alles in jou is goed en natuurlijk, zoekt zijn weg naar evenwicht. En jij helpt daarbij door in liefde aanwezig te zijn, zonder te duwen en trekken aan jezelf; door jezelf volledig te aanvaarden.

Nu wil ik iets zeggen over de relatie tussen mannen en vrouwen. Relaties kunnen een belangrijke rol spelen als het gaat om thuiskomen bij jezelf. Als je een ander ontmoet die jou diep raakt en je voelt je aangetrokken tot die ander – er is sprake van verliefdheid -, zie je doorgaans jezelf in een ander licht. Door de ogen en de uitstraling van de ander word jij opeens anders. Je voelt je lichter dan voorheen, je gaat stralen. Iemand kijkt in jouw hart en je voelt dat je de moeite waard bent. Aspecten van jou die in verdrukking zijn geraakt, komen tot leven, mogen er zijn. De energie van de ander maakt dit mogelijk. Op een bijna magische manier doe je een stap uit je eigen gevangenis van zelfveroordeling. En dat effect heb je ook op de ander als het wederzijds is. De ander raakt betoverd door jouw aanwezigheid, door jouw specifieke manier van kijken en zijn. Er gaat een poort open in beide mensen.

Nu kun je twee kanten op. Als de ander jou zo in verrukking brengt, wil je steeds bij hem of haar zijn. Je kunt je dan aan haar of hem gaan vastklampen. Hij is de man, of zij is de vrouw, van jouw dromen die jou heel maakt. Maar dan gebeurt er iets pijnlijks. Als twee mensen zich aan elkaar vastklampen, bevestigen ze eigenlijk dat ze gewond zijn en het niet alleen kunnen. Ze worden afhankelijk. Ze willen de ander gaan bezitten. De schaduwkanten die ook leven in beide personen, komen dan naar de oppervlakte, worden actief. Er ontstaat een onmogelijke dans. Er kan bezitsdrang ontstaan, jaloezie of juist weerstand en zich terugtrekken uit de relatie. Alle pijnlijke patronen die tussen mannen en vrouwen optreden, worden zo geactiveerd. Mannen die zich niet kunnen verbinden, vrouwen die teveel willen verbinden en emotioneel afhankelijk worden… Jullie kennen deze dans. En sommigen van jullie zijn zo gedesillusioneerd geraakt dat je de hoop hebt opgegeven op ware liefde.

Maar er is nog een andere manier om te reageren op het spel van aantrekking en verliefdheid. Als je zelfbewustzijn groot genoeg is, kun je zien dat, terwijl je je in het spel van aantrekking bevindt, de ander een poort opent voor jou naar diepere lagen van jezelf. Ten diepste nodigt verliefdheid je uit deze diepere lagen of verscholen aspecten zélf te ontvangen en tot ontplooiing brengen. De ander wijst je de weg maar jij bewandelt ‘m. Seksualiteit en liefdesrelaties openen jou voor je eigen innerlijke rijkdom op een diepe manier, die alle niveaus van je leven raakt. Daarbij is het ontzettend belangrijk dat je de functie van de liefde begrijpt. Je wordt aangeraakt door de zoete geur van een roos die verlokt. Maar de roos wijst naar binnen, bevindt zich in je eigen hart en je eigen buik. Je mag genieten van alles wat de liefde te bieden heeft, maar het gaat om de heling van jouw innerlijke wonden.

Bij vrouwen uit de innerlijke wond zich vaak in het feit dat zij zichzelf klein maken, onvoldoende zelfstandigheid en onafhankelijkheid aan de dag leggen en steun zoeken bij een mannelijke energie die beschermt en omvat. Dit kan hen in een positie van afhankelijkheid brengen en hen verzwakken.
Bij mannen is het zo dat ze vaak een leegte ervaren in hun hart en in een vrouw de droom vertegenwoordigd zien van ultieme liefde en zachtheid. Ze verlangen in wezen naar de moederliefde die hoort bij de stroom van het leven zelf. Te mogen ontspannen, geliefd te zijn, niet te hoeven presteren, maar gewoon te mogen zijn: dat is de hoop in het mannelijk hart. Het is belangrijk voor vrouwen te zien hoe deze wond in het mannelijk hart werkzaam is. Vaak begrijpen vrouwen niet waarom mannen emotioneel afwezig zijn. Ze verwijten hen dat ze niet beschikbaar zijn, hen onvoldoende steunen of begrijpen en niet genoeg met hen communiceren. Er is wel degelijk een diep verlangen in het mannelijk hart om de verbinding te maken. Maar tevens is er eeuwenlang een ontmoediging geweest en hebben ook vrouwen dingen van mannen geëist die hen in een eenzijdige rol dwongen. Vergeef mannen. Dat is een boodschap die ik wil brengen.

Ik besef heel goed hoe diep de wonden in de vrouwelijke energie zijn: de pijn van misbruik, agressie, minachting van het vrouwelijke. Het vrouwelijke is nu aan het opstaan. Er is een golf van vernieuwing gaande op aarde en het vrouwelijk bewustzijn wint aan terrein. Er is meer oog en oor voor het hart, de intuïtie, het verbinden van mensen. Maar er is nog onvoldoende besef van de wond in het mannelijk hart. Vaak is er in mannen niet zozeer sprake van een onwil om te verbinden en te communiceren, maar eerder een onvermogen, een leegte, een niet thuis zijn bij het eigen gevoel en zich daarin eenzaam of verlaten voelen. Probeer in een man altijd het innerlijk kind waar te nemen waarin de onschuld nog leeft. In de jongen zijn niet de sluiers van traditie, hardvochtigheid en ontkenning werkzaam zijn. Ik vraag jullie allen dit te doen. Niet alleen voor een ander maar ook voor jezelf: om tot een dieper begrip te komen van welke wonden jullie allen meedragen. Wonden die in de intiemste relaties vaak het sterkst tot uiting komen.

Vrouwen kunnen boos zijn op mannen omdat zij in hun ogen emotioneel tekortschieten, hen onvoldoende begrijpen. En soms is het goed om boos te worden, omdat in boosheid een stuk zelfbewustzijn en kracht vrijkomt wat vrouwen nodig hebben om zich te manifesteren. Maar voel naast de boosheid ook compassie. Voel de leegte en de eenzaamheid die in de mannelijke energie werkzaam is. Het verlangen naar contact en tegelijk het onvermogen. Het daaruit verstoten zijn geweest. Als vrouwen dit doen, gaan ze milder worden ten aanzien van mannen en gaan ze hun eigen mannelijke energie makkelijker toelaten. Ze zullen mannelijkheid steeds minder associëren met agressie en kilheid, maar de oorspronkelijke mannelijke energie, de hogere trilling daarin, werkelijk verstaan en toelaten. Dit is van enorm belang in de huidige ontwikkeling op aarde. Mannelijk en vrouwelijk zijn als yin en yang: onlosmakelijk verbonden. Eén in de schepping. Ze kunnen niet zonder elkaar. Mannen en vrouwen kunnen niet zonder elkaar. Het is tijd om vrede te sluiten. De tijd van oorlog en strijd is voorbij. Een Nieuwe Aarde kan alleen ontstaan als mannen en vrouwen elkaar de hand weer reiken.

Ik ben hier om te vertellen dat dit mogelijk is. Dat deze belofte waar kan worden. En het begint bij jezelf. Je hoeft niet groot te denken. Kijk in je eigen hart, kijk naar je relaties, je partnerrelatie, de relatie met je ouders en je kinderen, je vrienden. Omarm jezelf. Je bent gewond, maar daarin ook volledig. Je hoeft niet te veranderen. Alleen jezelf te accepteren en met dezelfde mildheid naar een ander te kijken. Dat brengt zoveel warmte en heling op gang dat alles makkelijker wordt. Ik groet jullie allen en dank je voor je aanwezigheid op aarde in deze tijd en de moed die je daarbij laat zien.

© Pamela Kribbe

http://www.pamela-kribbe.nl