Omdat ik het laatst geschreven boek van de wereldberoemde hypnotherapeute
Dolores Cannon (1931-2014), The Search for Hidden Sacred Knowledge’ (2018, 8e
druk) nu in huis heb, de volgende nieuwtjes, die mij in ieder geval meer
duidelijkheid hebben geboden over de verschillen tussen consciousness, mind en
spirit, alle drie begrippen of termen in het kader van het menselijk
bewustzijn.
Als eerste citaat op blz. 245: ‘That old stupid conscious mind, can be powerful sometimes, even
though that is not the part I want. That part knows absolutely nothing useful,
yet it does not want to give up control. Finally I saw the signs that the
SC [Subconscious op blz. ii in de Inleiding, dat als Onderbewustzijn dus overeenkomt
met de universele Super-Consciousness die wij als mensen ook in ons dragen] was
winning the battle and I would be able to communicate with it.’
Met andere woorden, ons dagelijks bewustzijn dat in beginsel
geestelijk volledig onbewust is vanwege het ‘gewiste’ geheugen waarmee we op
aarde geboren worden om ons een ‘level playing field te bieden’ zodat we ons
onbewust zijn van ons zware karmische verleden [kan het geval zijn maar hoeft
niet; de meeste mensen hebben gezien hun vorige levens op aarde wel zo’n zwaar karmische
achtergrond gelet op de wrede geschiedeis van de evolutie van de aarde en
mensen hier vol van geweld], is een praktisch werkgeheugen die noodzakelijk is
voor onze overlevingsmodus.
Daarentegen zijn onze onder- en onbewustzijn onderdeel van
ons universele bewustzijn waarin ook ‘flarden’ van ons persoonlijk Akasha
opgeslagen liggen en van waarmee ook de genieën en ‘gewone’ mensen onderscheiden
kunnen worden, namelijk vanwege hun Akasha-achtergrond, welke historische perioden
hebben zij op aarde meegemaakt. De aarde is zoals bekend een planeet met een
dubbele handicap, namelijk een ‘gemengde’ – wij op aarde als enige planeet in ‘ons’
universum – leefomgeving én een planeet met de vrije wil(skeuze) en de absolute
vrijheid van invulling van het eigen leven en beweging.
Dit heeft ook consequenties voor ons bewustzijn: beginnende zielen op aarde hebben alleen een overlevingsbewustzijn waarmee ze zich moeten zien te ontwikkelen enerzijds en ‘gevorderde’ zielen hebben hun ‘dagbewustzijn’ bijna in evenwicht en balans gebracht met hun onder- en onbewuste, DNA-multidimensionale onderdelen van het zielenbewustzijn en dus het volmaakte scheppersbewustzijn.
Samenvattend geldt nu voor mijzelf de waarheid dat de
mensensoort – in universele zin en dus in alle sterrenstelsels en universa en
niet alleen in ons universum – in samenhang met de dierensoort die bewust voor dat
collectieve dierenrijk en idem voor het plantenrijk – zijn geschapen om met ons
goddelijke DNA uit te groeien tot het scheppende-gelijke of god-gelijke, maar
wel nadat we onze eeuwige ziel en ingebouwde energetische potentieel van het
nulpunt van het overlevingsmechanisme in de lagere dimensionale gebieden op te
klimmen naar een hoger bewustzijn: HogerZelf en vervolgens het HoogsteZelf zodat
we een bewust-beleefde eenheid vormen met de Scheppende Intelligentie, die we
vanuit de oorspronkelijke scheppende energie en als partikeltje daarvan niet waren.
Dit individuele evolutieproces neemt miljarden eonen in beslag; het ene universum
wordt daarom opgevolgd door een ander universum en vanwege deze
karakteristieken is de geschapen Manifestatie van de Hoogste Wijsheid ook
eeuwig. Het was zo, het is zo en het zal altijd zo blijven. Ons overlevingsbewustzijn
en overlevingsinstinct hier op aarde kon, kan en zal dit alles niet kunnen bevatten
zolang we verslingerd blijven aan de materie op aarde, die we eerst moeten
loslaten om het HogerZelf te leren kennen en dat mondt dan weer uit in het
HoogsteZelf.
ffffffff
Hierbij laat ik het voor deze ‘Hemelvaartsdag’, voordat het betoog
te complex en ingewikkeld wordt.
Iedereen heeft een energieveld om zich heen, een
uitstraling. Ook wel een aura genoemd. Van beneden naar boven heb je ook
energiepunten in de kleuren van de regenboog, dat zijn chakra’s. De eerste is
rode energie en begint bij je stuitje en de laatste is paars en eindigt bij je
kruin. Kinderen met een oude ziel voelen aan of de energie van iemand
positief is of slecht aanvoelt. Zij komen een kamer binnenlopen en voelen
meteen of de sfeer goed is. Zij stemmen hier altijd op af. Doordat zij
zo gevoelig zijn en open staan, kleeft de energie van het gezin of klasgenoten
ook regelmatig aan deze kinderen vast. Daardoor voelen zij zich niet meer
zichzelf en kunnen overprikkeld raken en ontploffen. Een hond schudt zich
uit en alles is weg. Voor kinderen is het ook belangrijk om te leren hoe je
hiermee omgaat zodat je de energie van anderen kunt loslaten. Via de buik komt
veel energie van de omgeving namelijk naar binnen.
Contact met de ziel
Dit is een oefening om contact te maken met je ziel: Ga
liggen op bed, doe je ogen dicht en leg je handen op je onderbuik. Adem rustig
in en uit en scan je lijf van top tot teen tot het rustig is. Voel je ergens
spanning? Adem daar dan naar toe. Voel daarna met 2 vingers onder je navel de
plek met meer energie. Daaronder maak je
contact met je ziel. Ga daar met je aandacht naar toe en laat je buik wat naar
beneden zakken. Stel je voor dat daar
een draad naar beneden loopt naar de bron. Hier zit je kern en is het rustig en
vertrouwd. Je kunt je ziel vragen
stellen. Bijvoorbeeld: ‘Wat is beter voor mij, keuze A of B? Wat heb ik te
doen?’ Wat er in je hoofd opkomt na een stilte is het antwoord. Soms verschijnt
dat antwoord in een nummer op de radio later die dag of valt je oog op een
quote voor je. Het kan van alles zijn.
Voordelen van kinderen met een oude ziel
Voor ouders die hun kind met een oude ziel hierin herkennen
en er moeite mee hebben, volgen hier een aantal voordelen. Hierdoor komt
er meer harmonie in huis en ontstaat er een betere verbinding met
elkaar.
Wijs advies
Kinderen met een oude ziel zijn heel wijs. Zij luisteren
niet meteen naar je tenzij je het met liefde zegt en met goede argumenten
komt als je iets vraagt. Dat is soms heel vermoeiend als je haast
hebt. Zij geven soms ongevraagd advies en raken daarbij de kern. Hier
kunnen ouders wat aan hebben en van leren. Mijn dochter riep weleens: “Maak het
niet zo groot mam”, als ik alles perfect wilde hebben in huis, omdat ik bezoek
kreeg. “Straks worden die mensen gestrest door jou. ” Verder kunnen het later
goede leiders of mediators zijn van een groep.
[Gebaseerd op en geïnspireerd door blog van Nienke Postma,
nieuwetijdskind.nl, 10-1-19
door Esther Bergsma | mei 9, 2018 | kenmerken, volwassenen |
9 reacties
HSP brein versus ASS brein
Wanneer ben je hoogsensitief en wanneer heb je
autisme? Dat onderscheid is niet glashelder en leidt dan ook tot
veel discussies. De klachten waar een hoogsensitief persoon en iemand met
autisme mee te maken krijgen, lijken namelijk op elkaar. Beide bemerken [Vlaams]/ondergaan
veel stimuli – zoals geluid en licht – en raken daardoor overweldigd.
Beide hebben daarnaast vaak moeite met veranderingen.
Onderliggende oorzaak
De onderliggende oorzaak van deze overeenkomsten is
echter verschillend. Ik denk dat het verhelderend is om meer naar die
achtergronden te kijken dan naar de symptomen. Eén recent onderzoek
dat licht kan werpen op de verschillen is het onderzoek van Bianca Acevedo,
Elaine Aron, Sarah Pospos en Dana Jessen (2018). Ze hebben heel veel
breinonderzoeken opnieuw geanalyseerd om zicht te krijgen op de
verschillen tussen het hoogsensitieve brein en het brein van mensen met autisme.
Uniek
Natuurlijk is elk mens uniek. Dé hoogsensitieve
persoon bestaat niet, evenals dé mens met autisme. Maar zowel
hoogsensitiviteit als autisme hebben elk een gemeenschappelijke kern.
Een aantal kenmerken die ieder binnen die groep heeft. Acevedo en
collega’s analyseerden in hun onderzoek of die verschillen terug te zien
zijn in de hersenen.
Onderzoek
Bianca Acevedo, Elaine Aron, Sarah Pospos en Dana Jessen
constateren dat de eigenschap Hoogsensitiviteit soms verward wordt met
schijnbaar vergelijkbare diagnoses. De overeenkomst is de gevoeligheid
voor prikkels, of algemener gezegd: de over- of onder-reactiviteit op
stimuli. Daarom bekeken ze hersenonderzoeken naar Sensory Processing
Sensitivity (SPS – de wetenschappelijk naam voor Hoogsensitiviteit), Autisme
(ASS), Schizofrenie (Sz) en Post-Traumatische StressStoornis
(PTSS). Ze hebben 27 (review-)artikelen geanalyseerd. In dit blog
vat ik hun bevindingen samen ten aanzien van de verschillen tussen
hoogsensitiviteit en autisme.
Mijn eigen commentaar hierbij is dat ik het vreemd
vind dat SPS, ASS op één lijn wordt gesteld met Sz en PTSS. Deze laatste twee
zijn volgens mij psychiatrische aandoeningen, die door ‘denkgaten’, niet tot volkomen
volwassenheid uitgegroeide bewustzijnswerking van hun hersenen zijn toegekomen,
en dus van een heel andere orde zijn dan HSP’ers die wel met een normaal
denkvermogen op aarde zijn geboren, maar moeite hebben zich afdoende te aarden
en op jonge leeftijd zwaar worden gepest vanwege hun afwijkend gedrag.
Schizofrenie is mijns inziens een gespleten persoonlijkheid
en is een dergelijk patiënt niet toegekomen aan een evenwichtige groei van zijn
denkvermogen en haalt zaken door elkaar als hij op het ene moment denkt dat hij
een aardse sterveling is en op een ander moment een grote popster en in vroeger
tijden Napoleon. En PTSS is het gevolg van traumatische oorlogshandelingen
waardoor je je voortdurend achtervolgd voelt. Gevoeligheden die door
traumatische ervaringen zijn ontstaan en niet met de geboorte zijn meegebracht
vanuit een hoger bewustzijn (minimaal 5D).
Overeenkomst
Voordat ik in ga op de verschillen die ze constateren, is
het ook interessant of er overeenkomsten zijn. Dit geeft zicht op hoe
gevoeligheid voor prikkels in de hersenen tot stand komt. De onderzoekers
constateren dat bij alle vier deze hersengebieden geactiveerd werden: de
caudate – betrokken bij beloningen-, de thalamus-cingulate-curcuit – betrokken
bij aandacht, en het Default Mode Netwerk – betrokken bij reflectie en
bewegings- en cognitieve controle.
Mogelijk hangen deze hersengebieden samen met het
verwerken van prikkels.
SPS is meer dan sensorische gevoeligheid
Vaak wordt hoogsensitiviteit vooral gezien als prikkelgevoeligheid.
Het opmerken van prikkels als: licht, geluid, emoties van anderen,
kleine veranderingen, subtiele geuren. Hoe meer last je van die prikkels hebt, hoe
hooggevoeliger je bent, denken mensen. Daar komt ook de (onjuiste)
stelling uit voort dat autisme een vorm van hoogsensitiviteit zou zijn. Dat
doet de aandoening ASS evenals de eigenschap SPS geen recht. Er zijn veel
meer aspecten van belang.
Dit vind ik een erg medisch-technisch betoog waarin ik
niets herken van het kenmerk van HSP, namelijk hoger ontwikkeld en ontplooid
DNA. In plaats van dat 33,3% van het DNA is geactiveerd, is er 40 tot 50
procent geactiveerd en dat is de oorzaak van heldere vermogens zoals
helderziendheid. Maar die kennis en inzichten hebben de wetenschappers niet in
huis en daarom wordt in dit artikel ook een verkeerde indruk gewekt van wat er
aan de hand is. Deze tekst is 3D en dat komt dus nooit in de buurt van 5D. Hierbij
laat ik het wat betreft mijn kanttekeningen.
Een korte omschrijving: Hoogsensitiviteit is eigenschap die,
volgens Acevedo, gekenmerkt wordt door:
Diepgaande verwerking
Waarnemen van subtiele details
Snel overprikkeld raken
Sterkere emotionele reacties (zowel positief als negatief)
Empathie in reactie op signalen van anderen
In het kort kun je dit samenvatten als het waarnemen van
subtiele details, deze diepgaand verwerken en intens op reageren.
Hoogsensitieve brein
Uit de analyse van Acevedo en haar collega’s blijken
bepaalde hersengebieden specifiek bij hoogsensitieve mensen sterker geactiveerd
te worden. Het gaat om gebieden die betrokken zijn bij deze functies:
Reguleren van beloningen (op positieve stimuli) (VTA, SN)
Hormonale/fysiologische balans en pijncontrole (hypothalamus
en periaqueductal gray (PAG))
Zelf-ander-bewustzijn, empathie (IFG, insula en TPJ)
Bewustzijn en zelf-reflectie (IFG en TPJ)
Zelf-controle (PFC)
De IFG (Inferior Frontal Gyrus), Insula en TPJ
(Temporoparietal Junction) zijn betrokken bij het spiegelneuronennetwerk en
zijn daarmee van belang bij inlevingsvermogen. Uit het onderzoek blijken die
gebieden bij hoogsensitieve mensen dus sterker geactiveerd te zijn.
De conclusie die de onderzoekers trekken is dat deze
resultaten onderbouwen dat een belangrijk verschil tussen SPS en de
onderzochte diagnoses is dat hoogsensitieve mensen consciëntieuzer zijn,
diepgaand verwerken en meer empathisch vermogen hebben.
Het ASS brein
Uit de analyses van acht (review-)artikelen op het gebied
van autisme (high-functioning autism is buiten beschouwing gelaten), waar vele
breinonderzoeken in verwerkt zijn, concluderen de onderzoekers dat autisme
op een aantal cruciale punten afwijkt van hoogsensitiviteit.
“Door een
gedisreguleerde respons in de hippocampus, insula en DMN wordt de integratie
van informatie en het geheugen verstoord. Bovendien komt er minder beloning in
de hersenen vrij bij positieve stimuli, is er een gebrek aan empathie, kalmheid
en zelf-controle. Bovendien worden goedaardige stimuli al snel als een dreiging
geïnterpreteerd”.
Allemaal te technisch.
Die resultaten zijn aan specifieke hersengebieden af te
lezen. De beloning uit sociale stimuli lijkt verminderd te zijn in de hersenen
van mensen met autisme door een verminderde activatie van de VTA, amygdala,
hypocampus, hypothalamus en PAG. De verminderde zelf-ander-verwerking en
afgenomen empathie is af te lezen uit de verminderde activatie van de IFG, FG,
insula en AG: allen onderdeel van het spiegelneuronennetwerk.
Hierin zien de onderzoekers een onderbouwing van de
kernkarakteristieken van autisme zoals die in wetenschappelijke literatuur
worden beschreven: problemen in de sociale communicatie, gebrekkige empathie,
beperkte interesses en repetitieve gedragingen.
Empathie
Volgens de onderzoekers is het vermogen tot empathie één van
de grote verschillen tussen hoogsensitiviteit en autisme. Op Nederlandse fora
wordt deze conclusie nog al eens in twijfel getrokken op basis van verschenen
boeken en eigen ervaringen. Veruit de meeste wetenschappelijke literatuur,
inclusief recente lesboeken, hanteren echter de visie dat problemen in de
sociale communicatie en verminderde empathie één van de belangrijkste kenmerken
is van autisme.
Dit onderzoek laat zien dat hersengebieden die belangrijk
zijn voor het kunnen inleven in anderen, verminderd geactiveerd zijn bij mensen
met ASS. Voor empathie is het belangrijk dat je gevoelens van de ander ‘voelt’;
dat komt tot stand door het spiegelneuronennetwerk. Daarnaast is cruciaal dat
je begrijpt wat de ander bedoelt: perspectief nemen wordt dat genoemd. Daarvoor
is Theory of Mind belangrijk. Je begrijpt dan het perspectief en de intenties
van de ander. Hierbij is het hersengebied TPJ cruciaal. Tot slot is ook een
vorm van cognitieve controle belangrijk (in de PFC) om de juiste actie uit te
voeren (zie Ward, 2017). Juist deze gebieden zijn verminderd actief of
connectief bij mensen met autisme.
Reageren op sociale stimuli
Concluderend beschrijven Acevedo en haar collega’s de
verschillen tussen autisme en hoogsensitiviteit als volgt: “Mensen met autisme
lijken te verschillen van hoogsensitieve mensen in de mate waarin zij sociale
en emotionele prikkels belonend vinden. En met name in hoeverre ze in staat
zijn zich fysiologisch/hormonaal en gedragsmatig aan te passen aan positieve en
negatieve stimuli.”
Zij zien hoogsensitiviteit als een responsieve strategie.
Een strategie die bestaat uit het kunnen inzetten van empathie, bewustzijn,
kalmheid en fysiologische en cognitieve zelf-controle. Daardoor kunnen
hoogsensitieve personen sociale- en omgevingsinformatie diep integreren en
opslaan in het geheugen. Die kennis heeft een groot voordeel in het overleven,
het welbevinden en in samenwerking.
Uit dit artikel komt hoogsensitiviteit dus vooral naar voren
als een aangeboren strategie om je aan te passen aan de omstandigheden.
Sterkere antennes en lezen van de sociale context is cruciaal om adequaat te
kunnen reageren op de situatie. En daar excelleren hoogsensitieve mensen dan
ook in.
Voor mensen met autisme is het lezen van en aanpassen aan
een sociale situatie juist lastig. De precieze oorzaak van de aandoening
autisme (ASS) is overigens nog steeds onderwerp van onderzoek. Waardoor het
onduidelijk blijft wat symptoom en wat oorzaak is.
Samenvattend
Veel meer dan gevoeligheid voor prikkels, is
hoogsensitiviteit dus een manier om informatie te verwerken. Hoogsensitieve
mensen registreren meer stimuli, zijn zich bewust van wat die informatie
betekent voor de sociale context en bereiden zich (lichamelijk en mentaal) voor
op de actie die ze moeten ondernemen. Die andere manier van verwerken is terug
te zien in hersenscans. Het brein verschilt van mensen met autisme in het
kunnen lezen van, inleven in en aanpassen aan sociale situaties. Dit onderzoek
biedt hopelijk een handvat voor het onderscheiden van hoogsensitiviteit ten
opzichte van autisme.
Samenvatting van:
Acevedo,
Aron, Pospos, Jessen (2018), The functional highly sensitive brain: a review of
the brain circuits underlying sensory processing sensitivity and seemingly
related disorders, Phil. Trans. R. Soc. B 373:20170161.
Wanneer is iemands leven voltooid? Dat kon wel eens de belangrijkste vraag worden in het maatschappelijk debat rondom het voorstel dat het kabinet gisteren naar de Tweede Kamer stuurde. De minister Schippers (Volksgezondheid) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie) schrijven daarin dat mensen die vinden dat hun leven voltooid is onder strikte voorwaarden hulp moeten kunnen krijgen bij levensbeëindiging. Je leven is overigens niet voltooid als je depressief of eenzaam bent. Ook moeten er meerdere gesprekken plaatsvinden, waaronder een een-op-een gesprek, zonder druk van de omgeving. Naast de coalitiepartijen VVD en PvdA steunt ook D66 het voorstel. Met name de christelijke partijen zijn faliekant tegen.
De vraag wanneer iemands leven voltooid is, is voor de gemiddelde mens erg moeilijk, zo niet onmogelijk te beantwoorden, aangezien daarvoor contact met de ziel noodzakelijk is. En dat contact met de ziel is maar voor een heel klein deel van de mensheid weggelegd.
Een mens met contact met zijn/haar ziel weet immers dat de ziel precies het stervensmoment zal plaatsvinden, namelijk op het moment dat de aardse leven geen nieuwe leerstof voor deze ziel kan bieden. Het doel van het leven voor de mens is immers om ervaring in de grofstoffelijke ervaring op te doen en daarmee zijn zielenbewustzijn te verhogen.
Maar dit inzicht bestaat op aarde bij de gemiddelde mens niet. Maar nu we in het Aquariustijdperk leven, mag de mens ook zelfstandig of eigenstandig zijn besluit nemen om het leven als beëindigd te verklaren. Het feit dat dit kan gebeuren en nu mogelijk is, houdt namelijk in dat die betrokken mens spiritueel nog te weinig inzicht heeft en niet in staat is gebleken om zijn zingeving tijdens dit aardeleven te vinden. Dat moment breekt dus pas aan na vertrek van deze aarde. Deze mens leeft nog geheel in de derde dimensie (3D). Mensen in 5D (spiritueel gevorderden) hebben dit inzicht wel en weten dat gaan onverdroten voort met hun taken hier op aarde te vervullen, zelfs op hoge leeftijd. Zij leven tijdloos.
Dat de politiek nu toch voor een ruimere vrijheid kiest is een evolutionaire aangelegenheid en dus is daar niets mis mee voor een nationale bevolking die hoger is opgeleid en meer verantwoordelijkheid kan ‘hebben’. Dit in tegenstelling tot de middeleeuwse en vroegmoderne mens.
Dat de christelijke partijen faliekant tegen dit wetsvoorstel zijn, is kenmerkend voor deze 3D-partijen, terwijl over de seculiere partijen zoals VVD, PvdA, D66 en GroenLinks in economisch, en dus niet ethisch opzicht, 3D zijn. Deze verruiming van de eigen verantwoordelijkheid behoort dus tot het geestelijk leerproces op aarde.