Categorie archief: wederkomstChristus

Ik heb probleem met de ‘wederkomst van Christus’ zoals beschreven door Alice Bailey in haar gelijknamige boek

Om van achteren naar voren te werken in hoofdstuk 7: ‘Voorbereiding tot het weder verschijnen van de Christus; De Nodige Voorbereiding; Het Werk van de Nieuwe Groep van Wereld-Dienaren’:

‘De oplossing kan gevonden worden in de wederkomst van Christus.

(164) Dit is de vastgestelde wil van God [sic] en hiervan getuigen de wereld-Schriften; het is het verlangen van Christus Zelf en van Zijn discipelen, de Meesters van Wijsheid. Het is de niet besefte smeekbede van mensen in alle landen. Waar eenheid is van doel, van geestelijke intentie en van besefte behoefte, is er slechts één ding, waardoor Zijn wederkomst zou kunnen worden tegengehouden en dat is, wanneer de mensheid er niet in slaagt het toneel voor die geweldig gebeurtenis klaar te maken, te “bereiden de Weg des Heren en Zijn paden recht te maken” (Matth. III, 3), het volk overal met het denken van Zijn komst vertrouwd te maken en de vereiste mate van vrede op aarde tot stand te brengen – een vrede, gebaseerd op juiste menselijke verhoudingen.’

En om eerst maar een plat commentaar op de laatste zin te geven: de vrede op aarde is verder weg dan ooit en in dat opzicht is een wederkomst volgens de voorwaarden van Bailey absoluut onmogelijk.

Welnu, mijn aanduiding [sic] en dat staat in het Latijn voor ‘het staat er echt!’, staat voor iets breders. Een persoonlijke uiting van (mijn) verbazing dus, want ik meende dat theosofen en antroposofen wel zouden weten dat Christus niet in een stofkleed (lichaam) kán terugkeren, want daarvoor is zijn trillingsgetal van zijn ziel en dus van zijn wezen te hoog om überhaupt weer op aarde, nog steeds in 3D, te kunnen afdalen. Wel is nu de transitie op aarde van 3- naar 5D gaande, en alleen dan kan worden verklaard dat Christus dan zou kunnen terug- of wederkeren, want dan hoeft hij zijn trillingsgetal niet onnodig te verlagen want iedere Meester kan in 5D leven.

Maar in dit boek van Bailey komt die transitie niet voor en daarom vermoed ik dat schrijfster zich daarvan helemaal niet bewust is. Haar boek ‘De Wederkomst van de Christus’ is in 1975 gepubliceerd en als er doorlopend wordt geschreven over die wederkomst en inmiddels is er een halve eeuw verstreken, dan zullen de lezers wel denken dat dit een vreemde ‘voorspelling’ was.

Overigens weet ik van andere auteurs ((Cory: 2004; 89) dat jaartallen ook bij mediums en channelaars niet kloppen. Is ook niet verbazingwekkend omdat de geestelijke boodschappen die worden doorgegeven allemaal uit 5D afkomstig zijn en dat is dus de sfeer zonder tijd en ruimte. Er kan van genezijdse dus nooit een nauwkeurig tijdsbepaling of jaartal worden genoemd.

Goed, dit te hebben opgemerkt, ga ik terug naar blz. 162, waar staat:

Ten eerste: de werkzaamheid die gevoeld kan worden in “het centrum waar Gods Wil gekend wordt”, die wil-ten-goede, waardoor de gehele schepping wordt gedreven tot groter heerlijkheid en een gestadig zich verdiepend, intelligent weerklankgeven. Dit is het, wat thans op scheppende wijze tracht de nieuwe wereld-orde, de orde van het Koninkrijk Gods, binnen te brengen onder de stoffelijke supervisie van de Christus. Dit zou kunnen worden beschouwd als het tot veruiterlijking [?] brengen van de Geestelijke Hiërarchie van onze planeet. Hiervan zal het terugkomen van de Christus tot zichtbare activiteit het teken en het symbool zijn.

Wat zou ‘zichtbare’ activiteit kunnen betekenen. Zoals al aangegeven kan Christus op dit moment niet fysiek op aarde worden geboren, maar wel in geestelijke engelengedaante aan mensen verschijnen. Want daarvoor hebben alle Meesters de mogelijkheden en gelegenheid. Zoals ook Moeder Maria en Maria Magdalena aan mensen kunnen verschijnen in engelengedaante.

‘Ten tweede: de hachelijke werkzaamheid di de voorwaarde bepaalt van de Geestelijke Hiërarchie, van de Christus Zelf af tot aan de laagste aspirant, die gevonden wordt aan de buitenkant van dat “centrum”, waar de liefde van God” in volle werking is. Daar is het – zo beseft men ten volle – dat (in de woorden van Paulus) “het ganse schepsel zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe… verwachtende de openbaring der kinderen Gods”. (Rom. VIII 22, 19). Voor die openbaring is het, dat Zij zich voorbereiden, die “Zonen van God, Die de Zonen zijn der Mensen”. Het is ter wille van dit tot uiterlijke, actieve dienst tevoorschijn komen, dat Zij nu reeds – één voor één – op het stoffelijke gebeid tot uiterlijke werkzaamheid komen. Zij worden niet herkend voor wat ze zijn, maar zij houden zich op met de zaken van de Vader, goed wil tonend, trachtend de horizon der mensheid te verwijden en zo de weg voor te bereiden voor de Ene, Die Zij dienen, de Christus, de Meester aller Meesters en de Leraar van zowel engelen als mensen.

‘Derdens is er de mensheid zelve, “het centrum, dat wij ’t ras der mensen noemen” – een centrum dat thans vol chaos, beroering en verwarring is, een mensheid vol pijn, verbijstering, verstoring en toch mentaal bewust van oneindige mogelijkheden, emotioneel strijdend voor dát ontwerp of plan, dat haar het beste schijnt te zijn, maar zonder gevoel van samenhang of enig besef dat dit plan moet zijn: de éne wereld voor de éne mensheid. Zij wensen alleen maar emotionele vrede, de veiligheid, waarin zij kunnen leven en werken, en een kijk op een toekomst, waardoor het een of ander onrijp gevoel van goddelijk voortbestaan zal worden bevredigd. Lichamelijk zijn zij ziek, voor het merendeel ontbloot van de meest essentiële dingen van het normale, gezonde leven, gesloopt door het gevoel van financiële onzekerheid en – bewust of onbewust – de Vader van allen inroepend ter wille van zichzelf en van de rest van de wereld.

Hiermee beëindig ik deze passage uit het boek van Bailey met de nog onbeantwoorde vraag of de logica van dit betoog van de auteur wel coherent of de juiste samenhang toont of juist niet, namelijk dat de terugkeer van de Christus onder de huidige omstandigheden in een volwaardig lichaam via een geboorte wel of niet onmogelijk is, tenzij er gebruik wordt gemaakt van een ‘walk in’-constructie, dus gebruikmakend van een lichaam dat door een incident (zoals en auto-ongeluk) komt te overlijden en op die manier een andere entiteit gebruik kan maken van dat lichaam. Ik ben bang dat dit boek onvolledig is. Maar ik heb dit boek ook net uit boekenkast gehaald en mijn herinneringen van de eerste lezing ontbreken mij. Vandaar dat ik benieuwd ben wie hierop kan reageren!