Categorie archief: Soefisme

De soefi-mysticus was zelfs de wetenschap van de academische fysica ver vooruit (dl3 en slot)

‘We zien hier [de onderlinge betrekkingen van alle delen van het heelal, jw] een inspirerende parallel met Inayat Khans uitleg van wat hij het ‘drievoudige aspect van de natuur’ noemt. Hij beschrijft voorbeelden van dir drievoudige aspect van de natuur in menselijke en religieuze termen. In de menselijke activiteit zijn er drie aspecten van liefhebben: de minnaar, de beminde en het beminnen. Zo ook bij weten: de kenner, het gekende en het kennen of het kenvermogen. In de religie vinden we de Hindoe Trimurti: Brahma, de schepper, Vishnu, de onderhouder en Shiva, de vernietiger of de gelijkmaker. En uit het christendom kennen we de heilige drie-eenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

‘Inayat Khan ziet dit echter in alle dingen en en wezens. En inderdaad zien we bij het atoom dat de kern en de elektronen door een sterke onderlinge relatie te zamen worden gehouden. Ze worden, zoals we zagen, door die onderlinge relatie bepaald. Moleculen zijn ook door een sterke relatie samengekleefd.

‘Zo zien we dat in de eindeloze verscheidenheid van het heelal soortgelijke principes of krachten aan het werk zijn. Dit brengt ons weer bij David Bohms ‘ongebroken heelheid’:

Die ingevouwen orde ontvouwt zich in de expliciete orde, de wereld die wij zien en waarin alles gescheiden is. En dan zegt hij dat die impliciete orde, en de super-impliciete orde die daar bovenuit gaat, suggereert dat aan dit alles een creatieve intelligentie [of een natuurwet die trillingen en vibraties met elkaar verbindt, jw] ten grondslag ligt.

‘Dit komt overeen met Inayat Khans visie van de goddelijke geest, die zich in alle wezens en aspecten van de schepping uitdrukt.

‘In antwoord op de vraag of ‘men kan stellen dat elk atoom van de schepping een ziel heeft’, zegt Inayat Khan het volgende:

Zeker, want de manifestatie is begonnen vanuit de hemelse bron, de goddelijke sferen. Ieder atoom van dit heelal, mentaal of stoffelijk, is daarom een voortvloeisel uit die bron en kan niet bestaan zonder een deel van die hemelse straling in zich te hebben. Zelfs een klein stofje heeft een straling in zich verborgen. Als deze straling er niet zou zijn, zou het zich niet aan onze blik hebben gemanifesteerd. We zien het omdat er licht in is, zijn eigen licht vertoont het ons. Dat is zijn ziel.

Dat wat van intelligentie ontbloot lijkt te zijn, is er niet in werkelijkheid van ontbloot; de intelligentie ligt alleen begraven in het hart ervan. De intelligentie heeft zich, bij wijze van spreken, geprojecteerd en vervolgens heeft haar eigen uitwerking haar overdekt en haar in zich begraven. Maar de intelligentie moet eens naar buiten komen. Daarom tracht zij, door al die fasen van het leven heen, uit te breken. Dit is te zien in vulkanische uitbarstingen; deze macht is werkzaam in overstromingen, bliksem, sterren en planeten.

Haar verlangen is om uit te barsten wanneer ze op een of andere manier gevangen is en haar kans om op te stijgen ligt in het menselijk leven; om die reden is vergeestelijking het enige doel van de vervulling in de menselijke evolutie.

Wordt dat bedoeld in de uitdrukking: de geestelijke verwezenlijking van de materie?

Ja.

Het scheppingsproces

‘Wanneer we deze visie van de essentiële eenheid van de schepping beginnen te begrijpen, kunnen we ook haar oorsprong beginnen te verstaan. De moderne wetenschap ontwikkelt fundamentele speculaties over het point zero en de big bang en bouwt over de oorsprong van het heelal verschillende theorieën op. Hier raakt men echter aan de geheimen die het exacte denken te boven gaan. In feite plaatsen deze theorieën ons voor het ene geheim na het andere.

‘Inayat Khan geeft ons zijn mystieke visie van het scheppingsproces in de inleiding tot zijn meesterwerk De ziel, vanwaar, waarheen?:

              Wat bestond er voorafgaand aan de manifestatie?

Zat, de essentie van het Zijn, het waarlijk bestaande, het Enig Zijnde. In welke vorm? In generlei vorm. Als wat? Als niets. De enige definitie, in woorden te geven, is: als het Absolute. In de soefi-terminologie wordt dit bestaan Ahadiat genoemd.

Een bewustzijn rees op uit dit Absolute, een bewustzijn van bestaan. Er was niets waarvan het Absolute bewust kon zijn [Is dit niet typisch menselijk – ook een profeet is een mens! – , 3D gedacht? Het Absolute bewuste is zich te allen tijde bewust van zijn potentiele of gemanifesteerde schepping!] – alleen van ‘te bestaan’. Deze fase wordt Wahdat genoemd.

Zoals in The Message of Spiritual Liberty staat, betekent Wahdat ook bewustzijn van klank. Terwijl Zat, het Absolute, stil en onbeweeglijk is – abstract leven in de eerste scheppingsfase van Wahdat – ontwikkelt de eerste vibratie zich als klank.

(93) Zo wordt deze stap in het scheppingsproces gekenmerkt door geestelijk licht. In de expansie van dit licht – dat op natuurlijke wijze volgt op de samentrekking die er de oorsprong van is – ‘is de oorzak gelegen van de gehele manifestatie’.

‘Dit manifestatie[proces wordt door Inayat Khan op de volgende wijze kort samengevat:

Dit gecentreerde licht verdeelde vervolgens het bestaan in twee verschijningsvormen: licht en duisternis. In feite bestaat er niet zoiets als duisternis, er is nooit duisternis geweest. Er is alleen ‘meer licht’ vergeleken bij ‘minder licht’. Dit licht en duister vormde akasha, in soefi-termen asman, een accommodatie, een plaatsruimte, een vorm. En het fenomeen licht en schaduw, zoals dat binnen die vorm in werking kwam, deed de manifestatie voortgaan in een groot aantal verdere plaatsruimtes, asmans of akasha’s, de een binnen de ander of de een over de ander heen. Iedere stap in de manifestatie heeft een verscheidenheid van vormen tot gevolg gehad, opgebouwd uit verschillende substanties die zijn voortgebracht gedurende het proces waarbij geest werd tot materie. Dit proces verliep volgens de wet van trilling, die het geheim is van beweging.[i] Het is het gebied van de duidelijk bepaalde vormen van de natuur, dat in de soefi-terminologie adjsam wordt genoemd. Uit deze vormen ontstond geleidelijk: uit het rijk der mineralen, het plantenrijk; uit het plantenrijk, het dierenrijk en uit het dierenrijk, het menselijke ras, insan, om aldus de goddelijke geest te voorzien van lichaam  – adjsam – die benodigd waren sinds Hij zich centreerde op één punt en van daaruit Zijn stralen verspreidde in een verscheidenheid van zielen.

‘De manifestatie is de uitademing van God en wat door de Hindoes pralaya wordt genoemd – de vernietiger of het einde van de wereld – is absorptie, de inademing van God.

‘Deze grootse visie die Inayat Khan heeft van het begin en het eind van de schepping blijkt enige gelijkenis te vertonen met die theorie van de astronomie die uitgaat van een Big Squeeze, vóór het huidige heelal begon uit te dijen, zodat we:

een soort pulserend of bonzend heelal [konden hebben, auteur] dat zich, anders dan het zogenaamde hyperbolische heelal dat onbegrensd moet uitdijen, als een long of een kloppend hart afwisselend uitzet en samentrekt. Het laatste heelal moet, volgens het ‘meest zuivere’ mathematische vereiste ‘een eeuwigheid geleden’ – vóór de Big Squeeze – ook uit ‘een oneindige dunne staat’ zijn samengetrokken. De beide kanten van de Squeeze vertonen ten opzichte van elkaar een geheimzinnige spiegelsymmetrie – een evenwicht van implosie-explosie, involutie-evolutie – dat valt te vergelijken met het naderen en verdwijnen van een komeet en uiteindelijk de sleutel kan leveren voor een inzicht in het begrip tijd.[ii]


[i] Als voetnoot plaats ik hierbij de kanttekening dat de visie vanuit dit boek Levenswetten, uitgegaan wordt van een eeuwig proces, want hier in deze tekst van Inayat Khan suggereren zijn woorden dat er sprake was van ‘dit’, en dus een eenmalig proces, terwijl ik uitga dat er kosmisch als ‘geestelijke’ manifestatie geen beginpunt (big bang) bestond, noch een eindpunt. Alleen de individuele universa en heelallen die ‘materieel’ of ‘stoffelijk’ achtereen geschapen werden en zijn, kenden ieder voor zichzelf een ‘eigen’ big bang en een ‘eigen’ einde via zwarte gaten, zoals door Hiddinga omschreven.

[ii] Deze formulering doet denken aan de tegengestelde krachten en werelden van/tussen ‘materie en antimaterie’ van Hiddinga.

De soefi-mysticus was zelfs de wetenschap van de academische fysica ver vooruit (dl2)

‘Even verder geeft hij hetzelfde beeld, wanneer hij spreekt over substantie en vacuüm:

Substantie is samengesteld, heeft zich ontwikkeld, gevormd en geconstrueerd in het vacuüm en zal er te zijner tijd weer in opgaan.

Geest wordt materie via vibratie. Door vibratie wordt de geest eerst hoorbaar, vervolgens zichtbaar en ten slotte aanraakbaar. Hier haalt Inayat Khan het bijbelwoord aan: ‘In den beginne was het woord en het woord was God.’ Hij beschrijft dit proces als volgt:

Trillingen worden tot atomen en atomen brengen voort wat wij leven noemen: zo komt het dat door de aantrekkingskracht der natuur hun groepering een levend geheel vormt, en zoals de adem zich door de vorm openbaart, zo wordt het lichaam bewust.

Deze gedachte schijnt volkomen in lijn te zijn met de visie van de moderne wetenschap. Fritjof Capra heeft dit heel helder uitgelegd in zijn boek De Tao van Fysica. Over dit aspect zegt hij:

De relatie tussen de virtuele deeltjes en het vacuüm is een in wezen dynamische relatie; het vacuüm ia waarlijk een ‘levende Leegte’, pulserend in eindeloze ritme van schepping en vernietiging. Door veel fysici wordt de ontdekking dat het vacuüm een dynamisch karakter heeft, beschouwd als een van de belangrijkste ontdekkingen van de moderne fysica. Vanuit zijn rol van ‘leeg vat’ voor de fysische verschijnselen is de lege ruimte nu duidelijk een dynamische grootheid van het grootste belang geworden. De resultaten van de moderne fysica lijken zo de woorden van de Chinese wijze Tsjang Tao te bevestigen: ‘Als men weet dat de grote Leegte vervuld is van ch’í (vitale energie), beseft men dat er niet zoiets als niet-zijn bestaat.

‘Dan rest alleen nog de vraag: wat is deze geest die via vibratie eerst hoorbaar en dan zichtbare materie wordt? Hierover zegt Inayat Khan dat men de geest niet met onze begrippen kan definiëren, maar hem het best kan duiden als zuivere intelligentie. Daarmee bedoelt hij niet intelligentie in de zin van ons intellect. Dit concept gaat het kenvermogen te boven. Ten slotte komt hij tot deze formulering:

Zuivere intelligentie is het bewustzijn dat zich nergens van bewust [Dit is onduidelijk en problematisch aangezien de zuivere intelligentie ook als het volmaakte en dus qualitate qua als bovenmenselijke intelligentie benoemd kan worden en die is zich tevens ‘van alles’ bewust, jw] is. In de verwezenlijking daarvan openbaart zich het grootste geheim van het leven.

Deze geest is in de hele schepping werkzaam in ieder wezen [vandaar ook dat de geest als ziel, in tegenstelling tot wat de christelijke leerstellingen beweren, in ieder mens woont]. De geest die in de mens werkzaam is, is de ziel. Inayat Khan vergelijkt de ziel met de straal van de goddelijke zon. Zoals de stralen zich enerzijds afzonderlijk voordoen, maar anderzijds één geheel vormen als de straling van één zon, zo is dat ook bij zielen het geval.

‘Zo wordt de fundamentele eenheid  van de hele schepping ons duidelijk. Deze eenheid duikt dus in de visie van de wetenschap op een veel ingewikkelder manier op. Zo gebruikt David Bohm het concept ‘ongebroken heelheid’ en beschrijft Capra de wereldvisie van de moderne wetenschap als

Één ondeelbaar, dynamisch geheel, waarvan de delen op een wezenlijke manier onderling samenhangen en alleen kunnen worden begrepen als de patronen van een kosmisch proces [Dit uitgangspunt heeft natuurlijk ook consequenties voor ons eigen milieu- en klimaatbeleid wereldwijd, jw].

Capra drukt dit ook uit door op het volgende te wijzen:

Naarmate we dieper in de materie doordringen laat de natuur ons geen geïsoleerde fundamentele bouwstenen zien, maar verschijnt zij als een ingewikkeld web van betrekkingen tussen de verschillende delen van een samenhangend geheel.

Dit wordt duidelijk als we het atoom analyseren:

De subatomaire deeltjes – en dus uiteindelijk alle delen van het heelal – kunnen niet als geïsoleerde entiteiten worden begrepen, maar moeten worden beschreven door middel van hun onderlinge betrekkingen. [Zie mijn opmerking in het voorlaatste citaat!]

Wordt vervolgd �F�

De soefi-mysticus was zelfs de wetenschap van de academische fysica ver vooruit

 Vibratie

‘Allereerst ziet Inayat Khan de hele schepping als vibratie:[i]

Al wat bestaat, al wat we zien en horen, wat we waarnemen, vibreert.[ii]Als edelstenen niet vibreerden, lieten we ons hun kleur en glans niet zien. Vibratie doet de bomen groeien, het fruit rijpen en de bloemen bloeien. Ook ons bestaan – niet alleen ons fysieke lichaam, ook onze gedachten en gevoelens – volgt de wet der vibraties.[iii]

Dit is geheel in lijn met de oudste mystieke geschriften van de hermetici, waar het derde principe luidt: ‘Niets staat stil, alles beweegt, alles vibreert.’

‘Er zijn verschillende soorten vibraties. De moderne wetenschap heeft ze met steeds verfijndere precisie geanalyseerd en ons de merkwaardige geheimen van onze wereld van vibraties onthuld. Het laat een harmonie van het heelal zien, die men aanduidt als de muziek der sferen.

‘Het is niet moeilijk in te zien dat klank vibratie is. We kunnen een vioolsnaar zien en voelen trillen. In de terminologie van de natuurkunde ontstaat klank als de moleculen van een daartoe geëigend object – bijvoorbeeld een snaar – in trilling worden gebracht. De toonhoogte wordt bepaald door het aantal vibraties per seconde – zo is bijvoorbeeld de middelste C 262 vibraties per seconde – onafhankelijk van de aard van het voorwerp dat in trilling wordt gebracht. Klank is dus in zekere zin een abstract verschijnsel.

‘Licht is een veel mysterieuzere vibratie. Het wordt in de natuurkunde beschreven en geanalyseerd als een stroom van energiedeeltjes – fotons [of fotonen?] – en als een golf. Verschillende kleuren licht blijken een verschillende golflengte en frequenties te bezitten. Het is interessant dat het product van golflengte en frequentie – de lichtsnelheid – altijd constant is, namelijk 300.000 kolometer per seconde voor alle soorten licht en straling.

‘Zichtbaar licht beslaat echter slechts een klein gedeelte van de enorme reikwijdte van elektromagnetische golven. Naast het zichtbare licht hebben we eerst infrarode en ultraviolette stralen en vervolgens een lange reeks radar- en radiogolven, enzovoort, met lagere frequenties, en anderzijds röntgenstralen enzovoort, met hogere frequenties.

‘Onze gedachten en gevoelens zijn even onzichtbaar als deze golven, en natuurkundige instrumenten zijn tot dus ver niet in staat gebleken ze te meten.[iv] We kunnen de uitwerking ervan echter waarnemen on de psychologie en de parapsychologie. Het zijn een ander soort vibraties, die zich soms over grote afstanden van de een naar de ander verplaatsen. We zien dit in het dagelijks leven als we iemands stemming aanvoelen, zonder dat deze in woorden wordt uitgedrukt. En het verschijnsel telepathie bewijst dat bepaalde gedachten, op een bepaald persoon gericht, door hem of haar over grote afstanden kunnen worden opgevangen. Even wonderbaarlijk als ons gewone denken is het verschijnsel synchroniciteit, waarbij dezelfde gedachte bijvoorbeeld tegelijk opwelt in de geest van verschillende denkers, die verder geen enkel contact met elkaar hebben. Inayat Khan wijst erop dat fijnere vibraties nog verder reiken.

‘We willen nu ten slotte kijken naar de aard van materie. Materie is voor ons solide en concreet en doet ons helemaal niet als vibratie aan. De quantumtheorie is thans echter tot de conclusie gekomen dat als men materie tot zijn kleinste subatomaire deeltjes herleidt, zij zich vertoont als deeltjes of als golf. Hier vertoont materie ‘neigingen om te bestaan’. In de verklaring van Fritjof Capra: ‘In het formalisme van de quantummechanica worden deze tendensen in waarschijnlijkheden uitgedrukt en verbonden met bepaalde grootheden die de vorm van golven aannemen. De wiskundige vorm ervan is gelijk aan die welke wordt gebruikt om bijvoorbeeld een trillende snaar van een gitaar of een geluidsgolf te beschrijven.

‘In feite ziet men het beeld van het atoom met zijn kern en zijn elektronen – als deeltjes – die eromheen cirkelen nu als een groot aantal golven rond de kern. Zo ziet met elk elektron als een trillingssegment.

‘Op soortgelijke wijze kan men een vergelijking trekken tussen de vibratie van het atoom en die van een bel.

‘Een nieuwe ontwikkeling in de natuurkunde schijnt nog verder te gaan en herleidt de hele schepping tot vibratie. Het fundamentele element van de natuur zou bestaan uit ‘super-snaren’, minuscule vibrerende snaren, honderdmiljard keer kleiner dan een proton. De verschillende fundamentele krachten en deeltjes in de natuur zouden alle verschillende vibraties zijn van supersnaren.

‘We zien in elk geval een eindeloze variatie aan vibraties, die reiken van vaste materie tot licht en straling, van klank tot gedachten en gevoelens. Over het algemeen ziet Inayat Khan materie als dichte vibraties en minder materiële, onzichtbare verschijnselen als verfijndere vibraties. Inayat Khan beschrijft de oneindige reikwijdte van de verschillende vibraties als volgt:

Trillingen hebben in de regel zowel lengte als breedte; en zij kunnen het kleinste onderdeel van een ogenblik bestaan of het grootste gedeelte van het bestaan van het heelal. Terwijl ze voortschieten, maken ze verschillende vormen, figuren en kleuren – één trilling brengt andere voort en zo ontstaan er myriaden uit één. Op deze wijze ontstaan er cirkels in cirkels en cirkels over cirkels, die allen te zamen het heelal vormen.

Geest en materie

Dan komen we nu aan de vraag: wat is geest – in tegenstelling tot de materiële wereld, met inbegrip van de meest verfijnde vibraties als klank en gedachte. Men heeft geest en materie altijd beschouwd als fundamenteel verschillend. Inayat Khan beschrijft deze tegenpolen heel duidelijk:

Het leven is in tweeën verdeeld, het ene deel wordt aanvaard, het andere nog niet. De afdeling van het leven die aanvaard wordt, is wat wij substantie noemen; de afdeling van het leven die nog niet aanvaard wordt, kan men vacuüm noemen.

‘De wetenschap heeft nu inderdaad het enorme belang ontdekt van deze leegte, dit vacuüm. Wat concrete materie leek te zijn, blijkt bij nadere analyse te bestaan uit atomen, waarin heel kleine elektronen rond een heel kleine kern cirkelen. Deze bewegingen vinden plaats in een lege ruimte,  een vacuüm, dat veruit het grootste deel van het atoom beslaat. Maar wat is die leegte? We kunnen er zelfs met het meest verfijnde instrumentarium niets van waarnemen en beschouwen het daarom als ‘niets’. Inayat Khan maakt dan echter de sprong van een mysticus:

Maar in werkelijkheid is het vacuüm alles en alle dingen.

‘Het probleem is dat we dit vacuüm niet met dezelfde methodes kunnen waarnemen als waarmee we substanties, zelfs de meest verfijnde, gadeslaan. Maar in werkelijkheid is dit vacuüm – dat alles is – geest. Zoals Inayat Khan zegt: ‘Dat was substantie te boven gaat geest. Geest is de afwezigheid van materie[v], zelfs in zijn fijnste vorm.

‘Dus is het in werkelijkheid, zoals de Bijbel zegt, de alles doordringende goddelijke geest, waarin wij leven, bewegen en zijn.

‘Nadat hij zo duidelijk onderscheid heeft gemaakt tussen materie en geest, brengt Inayat Khan deze twee begrippen weer bij elkaar. Hij maakt dit duidelijk met een vergelijking:

Zoals ijs en water twee dingen zijn en toch in hun ware aard één, zi is het ook met geest en materie. Water verandert gedurende een bepaalde tijd in ijs en als het ijs smelt verandert het weer in water.

In werkelijkheid komt materie voort uit geest. Materie is naar haar ware aard geest. Materie is een daad van de geest die zich heeft gematerialiseerd en voor onze waarnemingszintuigen begrijpelijk en tot een werkelijkheid is geworden, waaronder de geest schuilgaat.

Wordt vervolgd


[i] Witteveen 1995, 82 e.v.

[ii] Deze uitspraak stemt volledig overeen met meerdere visioenen van Jaap Hiddinga.

[iii] Deze tekst had dus ook ingepast kunnen worden in hoofdstuk 2.

[iv] Inderdaad zijn onze gedachten  en gevoelens onzichtbaar voor 3D-ogen, maar helderzienden kunnen die gedachten en gevoelens wél lezen, omdat ze de trillingen daarvan kunnen waarnemen. Om die reden is iedereen in 5D volledig helderziend, heldervoelend en helderhorend, om ons tot die drie zintuigen te beperken. Dat de wetenschap daartoe niet in staat is, is natuurlijk verklaarbaar vanuit hun 3D-paradigma, zodat hun traditionele wetenschappelijke denken ook niet boven 3D uitstijgt.

[v] Vergelijk dit met de esoterische uitdrukking ‘licht is de afwezigheid van duister(nis)’.

Waarom universeel soefisme een centrale rol gaat spelen mijn boek

Na mijn uitleg van gisteren over de ‘mind’, die binnen de mystieke soefi een duidelijker betekenis heeft gekregen in deze wereld, wil ik nu uitleggen wat ‘universeel’ betekent en daarom terecht voor soefi tot speerpunt van beleid is gemaakt.

Universeel voor mij persoonlijk wil zeggen dat een wereld- of godsbeeld iedereen moet kunnen aanspreken en dat is ook met de omschrijving soefi-omschrijving zo omschreven:

‘Het soefi-ideaal is evenwicht te bewaren tussen het innerlijk en het uiterlijk leven. Dat ideaal heb ik [Johannes Witteveen, die het boek schreef] geprobeerd in mijn actieve leven als econoom te volgen.’ (9)

‘Soefisme is veel meer dan men onder woorden kan brengen en in ideeën kan vatten, want het is geen theorie, het kent geen dogma’s. Het is een manier van leven, een levenshouding. Het wordt gekenmerkt door een bepaalde sfeer van vrede, van een diepere werkelijkheid. Ik hoop dat iets van die sfeer toch door de sluier van mijn geschreven uitleg heen straalt.’ (10)

‘Het Universele Soefisme dat hij [grondlegger Hazrat Inayat Khan] de wereld bracht geeft zo een diep en afdoende antwoord op de behoeften van de huidige tijd. Want in een wereld die steeds meer geïntegreerd raakt, waarin alle culturen en religies meer en meer met elkaar in contact komen, is duidelijk grote behoefte aan begrip en harmonie tussen die verschillende religies. Hiertoe roept Inayat Khan de Universele Eredienst in het leven, die alle religies in één inspirerende, religieuze dienst samenbrengt (zie hfd 7). Hij laat zien dat er een essentiële eenheid bestaat tussen de grote religies van de wereld. Hij ziet een goddelijke inspiratie die van tijd tot tijd tot de mensheid komt in vormen die in harmonie zijn met de cultuur van een bepaald volk in een bepaalde tijd. Verschillende vormen weliswaar, maar dezelfde essentiële waarheid. (11)

‘In onze wetenschappelijke, gespecialiseerde wereld, waar religieuze tradities en dogma’s vaak in conflict komen met de wetenschappelijke kijk op de wereld, biedt het Universeel Soefisme een mystieke filosofie die aansluit bij de wetenschappelijke vondsten van de moderne wetenschap enerzijds en mystiek en religie anderzijds. Inayat Khans grote bijdrage tot het soefisme is dat hij een synthese schiep tussen het klassieke soefisme, zijn persoonlijke inspiratie en een universele vorm. Er is in de staat waarin het menselijk bewustzijn thans verkeert grote behoefte aan een dergelijke allesomvattende universele visie (hfd 5). (11-12)

‘Om tot de verwezenlijking van de ene universele waarheid te komen, moet men één bepaald pas van geestelijke training volgen. Men  kan de verschillende technieken niet met elkaar vermengen. Maar, geïnspireerd door zijn persoonlijke ervaring, hernieuwde Inayat Khan deze esoterische oefeningen en maakte ze universeel. Zo heeft deze mystieke traditie, die eeuwenlang heeft bestaan, thans een nieuwe levensimpuls gekregen door deze grote spirituele leider en mysticus van deze tijd. En deze benadering van meditatie en innerlijk leven vraagt niet van ons dat wij ons dat wij ons van het uiterlijke leven afkeren. Integendeel, zij inspireert  en sterkt ons om ons werk te verrichten en aan onze verplichtingen te voldoen. Het leven in de wereld wordt gezien als positief, als een kans om te leren, ons bewustzijn te verruimen en ons zo op de mystieke ervaring voor te bereiden.  Het soefi-ideaal is erop gericht om het evenwicht tussen het innerlijke en het uiterlijke leven te bewaren. (hfd 8). (12)

Wordt vervolgd

Mooie betekenis van het begrip ‘mind’ bij de soefi Hazrat Inayat Khan naast verstand ook gevoel

[bron: Dr H.J. Witteveen, Universeel soefisme. De weg van liefde, harmonie en schoonheid. Aantekening over de vertaling van het woord ‘mind’. Panta Rhei Katwijk, 2000, (8)]

‘In Nederlandse vertalingen van Hazrat Inayat Khan voordrachten stuiten wij steeds op een ernstig probleem bij het woord mind. Dit begrip is in Inayat Khans denkwereld zeer omvattend: hij bedoelt er meestal niet alleen denken mee, maar ook het hart. Het bestaat uit denken, rede, gevoel, geheugen en ego. De gehele inhoud van ons gevoelsleven, bewust en onderbewust, is erin begrepen. De mind moet echter zuiver worden onderscheiden van de ziel, die het goddelijke in de mens vertegenwoordigt: het zuivere bewustzijn, waarin de inhoud van de mind zich weerspiegelt.’

Het mooie van deze omschrijving is dat niet alleen verstand en gevoel in deze omschrijving van mind een rol spelen, maar ook het intuïtieve al wordt dat begrip in dit citaat niet genoemd want alleen ‘denken, rede, gevoel, geheugen en ego’ en het ‘bewust en onderbewust’ gevoelsleven of simpelweg hoger bewustzijn. En ook het onderscheid tussen ‘mind’ en ‘ziel’, dat hier staat voor het goddelijke in de mens, dat in tegenstelling tot het netgenoemde hoger bewustzijn door mij, het volmaakte bewustzijn is. Het hoger en volmaakte bewustzijn zijn duidelijk 5D en hoger, en dus voor ons niet voor te stellen, maar dimensionaal op deze manier wel te verwoorden. En daarmee bewijst het soefisme dat ze verder komen en niet voor niets als mystieke islam bekend staat. Zonder mystiek zou de mensheid nog onder aan de ontwikkelingsladder staan.

Oud-politicus witteveen was de westerse leider van het universele Soefisme

Oud-politicus en Soefist Johan Witteveen: keynesiaan, briljant en spiritueel ingesteld (Louis Hoeks, In memoriam/fd, 26-4-19)

De dinsdag overleden Johan Witteveen (1921-2019) gold als briljant econoom. Hoogleraar op zijn 27ste, daarna minister en topman bij het IMF.

‘Er zijn duizend economen, maar er is maar één Witteveen’, zei collega-econoom Jan Pen over Johan Witteveen. De voormalige hoogleraar, senator, minister van Financiën, Kamerlid en IMF-directeur, die dinsdag op 97-jarige leeftijd overleed zoals de Soefi Beweging Nederland meldt, was een man vol paradoxen. VVD-lid én overtuigd Keynesiaan; een briljant econoom, die tegelijk geïnspireerd werd door het soefisme, en een minzame, ietwat verlegen man die tegelijkertijd niet bang was voor controverses.

‘Tot op hoge leeftijd ging Witteveen de strijd aan. Zomer 2013 presenteerde hij, 92 jaar oud, een Deltaplan om de vaderlandse economie een impuls te geven door de oprichting van een maatschappelijk investeringsfonds, gefinancierd door overheid en pensioenfondsen. Het initiatief kreeg volop bijval, maar premier en partijgenoot Mark Rutte reageerde met een oorverdovende stilte. Overheden zijn geobsedeerd door bezuinigen, vond Witteveen, ‘het lijkt wel een collectieve psychose’.

Het kan dus wel: nuchter en briljant econoom,  bevlogen soefist, religieus geïnspireerd mens, die de wereld veel heeft gebracht vanuit zijn maatschappelijk dienstbare houding. En van huisuit een moeder die hem in aanraking bracht met het Soefisme:

‘Witteveens moeder Anna Maria was een dochter van de befaamde Amsterdamse zakenman en socialistische wethouder Floor Wibaut. Op reis in India had zij het soefisme ontdekt, een vrijzinnige, mystieke tak van de islam die claimt alle grote godsdiensten op aarde te omvatten. Ook Johan raakte ervan in de ban en liet zich, 18 jaar oud, vlak voor de oorlog inwijden.

‘Het soefisme zou hem zijn hele leven vergezellen. Witteveen begon zijn dagen met meditatie en werd voorganger in de soefitempel in Katwijk aan Zee. In de tuin van zijn Wassenaarse villa plaatste hij een borstbeeld van Hazrat Inyat Khan, de Indiër die het soefisme begin vorige eeuw naar het Westen bracht.

Economie ‘spiritualiseren’

‘Het soefisme kon ook helpen de economie ‘te spiritualiseren’, stelde Witteveen. ‘Het kapitalisme is een groeimachine geworden die mensen heeft meegesleept in een roes van geld verdienen en consumeren. Mensen moeten zich ervan bewust worden dat er naast een materiële wereld ook een spirituele wereld bestaat, waarin een veel dieper geluk is te vinden.’

Een heel begaafd en bijzonder mens is heengegaan.

https://fd.nl/profiel/1273674/briljant-econoom-die-zich-liet-inspireren-door-het-soefisme