Een uiterst interessant interview met Jezus en geheel in overeenstemming met een van de mooiste boeken die er bestaan: Levi, Het Aquarius Evangelie van Jezus de Christus (Uitgeverij Schors) als vertaling van Aquarius Gospel, een mediamiek boek. [bron: wakkeremensen.blogspot.nl, 27-12-’15)
Jezus over de Verloren Jaren, de Heilige Graal, Reïncarnatie en Veel, Veel Meer…
Deel 2 van 2
16 Januari 2012 / Herplaatst 26 december 2015
Steve Beckow: Dank je wel, Graham. Welkom, Jezus
Jezus: Welkom. En ik vertel je nogmaals, je mag me Jezus noemen, of je mag me Yeshua noemen…
SB: Dank u wel.
Jezus: …of je mag me broeder of vriend noemen. Maar ik verwelkom jullie allemaal vanavond. En ja, ik verwelkom ook het kanaal, en wij zullen met haar werken om te verzekeren dat we samen voorwaarts kunnen gaan.
[Opmerking van Steve – De opname van Martin Luther King is hier verwijderd.]
Ik dank onze gastheer voor het afspelen van deze woorden en ons publiek te herinneren aan deze wonderbaarlijke ziel, Martin Luther King, een man die geloofde in wat hij aan het doen was en die grote veranderingen bracht, niet alleen in jullie Noord Amerikaanse maatschappij, maar over de gehele wereld. Maar ik weet dat hij ook een vraag echoot welke zovelen van jullie in jullie hart vasthouden, en dat is, hoe lang? Hoe lang voordat waarheid en gerechtigheid zullen heersen?
En dus vraag ik aan een ieder van jullie, mijn geliefde vrienden, op deze avond, binnenin jullie eigen harten, hoe lang? … rusten waarheid en gerechtigheid en eerlijkheid en liefde daar? Omdat dat de aard van mijn boodschappen is. Dat is de aard van mijn wezen. En het is wat ik werkelijk aan kom bieden. Het is zo ongeveer alles dat ik aan te bieden heb, want ik breng geen rijkdom, ik breng geen voedsel op deze dag. Ik ben momenteel niet in de broden-en-vissen onderneming.
Maar wat ik jullie breng is hoop, maar deze hoop moet getrouwd zijn met wat in jullie harten is. En als de waarheid en de hoop niet binnenin jou is, dan kom je er door het gehele universum heen niet mee overeen, je wordt het niet gewaar omdat het niet daar is bij het Licht binnenin jou.
Als je ooit wat voor twijfel dan ook hebt over de waarheid van jouw wezen, over de gerechtigheid welke je verdient, op ieder moment van iedere dag, in deze en iedere andere incarnatie die je ooit gehad hebt of zult hebben, kijk dan naar mijn Licht en laat het jou die hoop geven om door te gaan. Omdat dat wat je zoekt precies om de hoek is.
Er zijn veel te veel discussies over ascentie gaande deze dagen, over de verschuiving, over de beweging voorwaarts, en over het opengaan van harten, over een maatschappij die gebaseerd is op liefde, op oprechtheid en het hart. Maar het begint met jullie, dierbaren. Het begint niet alleen met mij. Het is binnenin een ieder van jullie om deze verandering in effect te brengen en om deze nieuwe wereld op te bouwen, deze Nova Aarde, deze Nova Gaia.
Wij zijn partners in deze onderneming, niet simpelweg ik, maar de legioenen die dienstbaar zijn en die gereed staan om hun hulp uit te breiden. Maar het is in het rechtstreekse partnerschap. Jullie zijn niet in dienstbaarheid op de manier van het wachten op ons om het voor jullie te doen. Dat is niet de manier van deze ontvouwing.
Het is jullie en dat jullie je geboorterecht als scheppers claimen, de goddelijkheid binnenin jullie erkennen, en vanuit die plaats, samen lopen – hand in hand, arm in arm, hart in hart tezamen. Dus, zoals vele jaren geleden, met jullie geachte leider, Martin Luther King, vraag ik jullie vanavond, dwars door deze luchtgolven heen, om jullie handen ineen te slaan en jullie harten te wijden aan deze verandering die wij allemaal nastreven.
SB: Dank u wel, Heer. Sorry, iedereen relateert jegens de heiligen en Geascendeerde Meesters op andere manieren en ik vind het zeer moeilijk niet het woord “Heer” te gebruiken. Ik zal mijn best doen, maar dat is de manier waarop ik tot de Geascendeerde Meesters relateer.
Ik zou u graag een passage voor willen lezen die omstreden is en ik vraag uw commentaar daarover.
“De waarheid over het Christendom is, dat het gebaseerd is op vervaardigingen over Jezus zijn geboorte, kruisiging en wederopstanding, en zijn leringen werden opzettelijk vervormd door verdunningen en weglatingen. Jezus werd ontvangen en geboren net zoals iedere andere menselijke baby, en hij is nooit gekruisigd. Hij werd afgetuigd door de Sanhedrin, die de kerk en de staat regeerden, en werd verbannen – zij wilden hem dat land uit hebben, en wilden geen martelaar van hem maken wat door het aantal van zijn volgers zou verhogen. Met zijn zwangere vrouw Mary Magdalena, ging Jezus terug naar het Oosten, waar hij als een jeugdige heengegaan was en vele jaren studerend met de meester leraren doorgebracht had.”
Zou u daar alstublieft commentaar op willen geven?
Jezus: Ik neem aan dat ik zou kunnen zeggen dat het wensdenken is en dat het zeer zeker vervormd denken is, of een vervormde channeling of begrip. Ja, Ik werd geboren. En wij hebben besproken hoe dat plaatsgevonden heeft – door de aansteking van het licht, van de Heilige Geest, van de energie van de schepping binnenin waar jullie aan denken als een maagdelijke schoot. Nam ik een menselijke vorm aan? Ja, dat deed ik zeer zeker. En ik heb menselijke ervaringen gehad.
Maar wat ik ook met u gedeeld heb is dat ik ook gevuld werd met het Licht van de Heilige Geest en overlicht werd op een zeer vroege leeftijd ( 5 of 5,5 jaar oud), zodat het gevoel van het weten, dat privilege van verbondenheid, niet zijnde in de, wat jullie zouden noemen de illusie hetgeen zovelen van het menselijke ras gepenetreerd had, maakte geen deel uit van mijn werkelijkheid.
Ik ben vele keren afgeranseld, meer dan ik zou kiezen om me te herinneren. Want gerechtigheid was niet altijd in de rechtbanken, en er waren velen die dachten dat één manier om mij te temmen was om stenen te gooien of me af te ranselen of te beschimpen. Of ja, zelfs soms, om te zeggen dat mijn leringen of wat ik geloofde een hoax zouden zijn. Er waren velen die wensten dat ik verbannen zou moeten worden. En er zijn zeker momenten geweest wanneer dat, als een menselijk alternatief, zeer aantrekkelijk was. Maar dat was niet het pad of de overeenkomst.
Dus nee, ik reisde niet met mijn geliefde vrouw naar het Oosten. Had ik met de meesters gestudeerd? Ja. En ik was bevoorrecht om dat aldus te doen. En op de één of andere kleine manier droeg dat kleine zaadje en die uitwisseling van energie bij aan allen die deel uitmaakten van deze conversaties.
Je mag je de laatste keer dat wij spraken afgevraagd hebben waarom ik zo aarzelend was om namen en plaatsen te zeggen, of wie wat deed, maar het was – één van de redenen was dat ik niet wens dat mensen zeggen, “Wel, hij was een student van, of een volger van…” en verdunnen wat ik te onderwijzen heb en wat ik te zeggen heb. Er zijn vele, vele meesters die wijsheid en liefde hebben om te delen. Er is zeer zeker genoeg om rond te gaan. Maar het is niet nodig om fantasie te maken van wat er zich in mijn leven voordeed.
Stierf ik? Werd ik gekruisigd? Ja. En het was verre van waar mensen aan gedacht hebben als heilig of gewijd. Het was pijnlijk, menselijk pijnlijk, en bij tijden spiritueel pijnlijk. Maar een ieder van jullie heeft ook momenten van extreme pijn gekend, ofwel in jullie hart of in jullie lichaam, jullie mentale of emotionele gebieden. Ik ben op die manier niet uniek, het is niet nodig het te verminderen. Dus nee, laat ons voor eens en voor altijd klaar zijn met deze mythologie van de “grote ontsnapping”.
SB: Dank u wel, Heer. Er is een cluster aan vragen over wat er gebeurde opvolgend aan uw kruisiging. En ik bedoel daarmee die naar Frankrijk gingen. Zou u ons meer details kunnen geven over het leven van uw dochter Sara in Frankrijk? Dus zou u ons een klein beetje meer detail kunnen geven over wat er gebeurde met Mary en Sara en de anderen die met haar mee naar Frankrijk gingen?
Jezus: Ja. Mijn vrouw en Sara, James, mijn broeder Josheph, en een gevolg van discipelen die erop toe zouden zien dat de familie naar Frankrijk ging. Andrew ook nog. Het leven was zeer eenvoudig, en zeer rustig. De Magdalena trok zich op vele manieren terug. Maar Sara deed dat niet, want zij bewoog zich onder de mensen, en zij omhelsde hen. En zij omhelsden haar ook. En zij is degene die de afstamming droeg.
SB: Is er ook maar iets dat wij zouden moeten weten over de afstamming, Heer? Is dat een onderwerp dat winstgevend verkend zou worden?
Jezus: Nee. Omdat er teveel tijd en teveel interesse is, hoewel het een fascinerend onderwerp is, nietwaar?
SB: Ja.
Jezus: Maar velen wensen te weten wie waar wanneer was, en dus zou ik een ieder van jullie willen vragen, waar was jij? Herinner jij je bij mij te zijn toen wij deze kusten bewandelden, toen wij over deze stoffige, stoffige wegen liepen? Deze paden, deze geitenpaden, echt. En dan zijn er te velen bereid te zeggen, “Wel, ik was er, ik was daar bij het afranselen of de kruisiging, of is was deze apostel of die apostel,” en in de meeste gevallen zijn jullie absoluut correct, dat waren jullie. Maar dat is de kwestie niet.
De kwestie is, als deze wezens hebben jullie gekozen om precies nu terug te komen tijdens de vervulling van de belofte. Op sommige manieren, was het plan ontwikkeld, geboren, lang voordag ik ooit de Aarde bewandelde. Dat is zeer zeker en duidelijk. Maar sommigen denken eraan als de geboorte van de belofte. Je kunt er wel of niet op die manier aan denken. Ik kwam zeker om de mensen eenvoudig te herinneren aan hun potentieel van Liefde.
Maar nu, jullie, die in een zeer andere wereld leven die absoluut niet verschilt, jullie zijn de vervulling van de belofte. En ja, ik vertel jullie, terzijde van mezelf, dat jullie allemaal teruggekeerd zijn, en als jullie ascenderen in/naar de vijfde of de zevende, dat ik weer met jullie zal wandelen. Velen van ons zullen dat. Maar de meesten van jullie zijn daar al.
Nu, ik bedoel niet te impliceren dat dit eenvoudigweg een herhaling is. Dat is het niet, omdat er zo een evolutie geweest is. En er zijn enige stappen voorwaarts en enige stappen achterwaarts geweest. Maar jullie hebben volgehouden, een ieder van jullie, op jullie eigen manier, ofwel jullie een aanvoerder waren of een gouverneur, rechter, apostel, dienstmeisje. Jullie hebben gezegd, “Ik zal weer gaan, en ik zal blijven gaan totdat deze belofte vervuld is.” Dat is waarom jullie hier zijn.
SB: Dank u wel, Heer. Een andere lezer heeft gevraagd, of u de bron van een Cursus in Wonderen was – ik denk dat zij het van uw eigen lippen willen horen – is er ook maar iets dat u graag zou willen zeggen over dat project en uw verbinding ermee? Ik ben er zeker van dat onze luisteraars geïnteresseerd zouden zijn in alles dat u wilt delen over een Cursus in Wonderen.
Jezus: Ik was een volledige deelnemer, laat mij het op die manier zeggen. Ja, ik ben daar de bron van. De volledige cursus. Ik ben zeer zeker niet de enige, wat jullie zouden noemen, begunstiger. Wat ik zou willen zeggen is dat er velen zij – wel, er zijn miljoenen en miljoenen die dit genomen hebben en het ter harte genomen hebben.
Nu, wat ik graag zou willen dat jullie doen is om het te versnellen. De lessen staan daar allemaal in. Maar de tijd is echt korter aan het worden, weet je, in de menselijke werkelijkheid. Ja, zelfs het aantal uren op een dag komen nader tot elkaar. Zij zijn aan het krimpen. Ik ben er zeker van dat jullie dat opgemerkt hebben.
Dus neem deze prachtige boodschappen, deze lessen, en breng hen, vouw hen samen, en plaats hen dan in jullie hart. Ja, kalm, één, twee, drie per dag – het doet er niet toe. De lessen zijn eeuwig en geldig. Maar ga met hen aan de slag.
Dit is geen tijd om simpelweg aan het studeren te zijn. De studie gaat altijd door, leven na leven na leven. Maar het is ook een tijd van actie, en dat is wat de cursus ook onderwijst. Het is om in je op te nemen en het dan voorwaarts in/naar jouw leven te brengen de essentie van Liefde en de lessen van manifestatie, van creatie, van aantrekking, van afstoting – deze allemaal. Breng hen nu naar de voorgrond.
SB: Heer, toen de profeet Malachi de naam Imperator aannam en door Dominee Stanton Moses sprak – u bent u bewust van dat kanaal, nietwaar?
Jezus: Ja.
SB: En toen hij dat deed, bracht hij met zich mee Plotinus, Al Ghazzali, Athenodorus en andere verheven wezens wiens namen mij nu even ontglippen. Maar u zei dat er bij de Cursus in Wonderen een groep wezens betrokken was. Kunt u wie dan ook van de anderen noemen?
Jezus: Je kunt eraan denken als de groep van geascendeerde meesters. Je kunt er op die manier aan denken.
SB: Oké. En u bent het hoofd van de Grote Witte Broederschap, nietwaar?
Jezus: Ik wordt beschouwd als het onbezoldigde hoofd. Ik zou nooit willen impliceren dat ik het hoofd van de Grote Witte Broederschap ben. De Grote Witte Broederschap, zoals vele van de broederschappen, is ook onderdeel van de Raad van Liefde. Dus wij zijn allen verbonden, en helemaal één. Maar ja, ik maak deel uit van deze gerespecteerde groep die ervan houden om te onderwijzen.
SB: Oké. Ik dacht dat het Sananda was die zei dat u de Hiërarch was. Maar ik zal dat loslaten dan.
Ik heb een vraag van mezelf, en eentje die ik graag voor mezelf beantwoord zou willen zien, als u dat zou willen. Jan Ruusbroec in de Middeleeuwen omschreef eens de Christus, en hij zei dit;
“In deze duisternis werd een ondoorgrondelijk Licht geboren en straalt voort; dit is de Zoon van God in wie een persoon in staat wordt het eeuwige leven te zien en erover na te denken.”
“Het is Christus, het Licht van de Waarheid, die zegt, “Zie,” en het is door hem dat wij in staat zijn om te zien, want hij is het Licht van de Vader, zonder welke er geen Licht in de Hemel of op de Aarde is.”
Is dat Licht inderdaad de Christus en diens essentiële vorm?
Jezus: Het is het Christus Licht, ja, je hebt het juist. In diens volledigste vorm.
SB: Prima, nu, kunt u – Het zou zo een belangrijk iets voor mij zijn als u uw relatie tot dat Licht kunt bespreken. Belichaamde u het op de volledigste manier? Wat dat uw rol of missie? Of wat was uw relatie tot de Christus?
Jezus: Dat is altijd de volledigheid van mijn missie geweest, in wat voor vorm ik ook genomen heb. Ik Ben het Licht dat voortbarst. Ik Ben het Licht dat vanuit het Hart van de Ene kwam, vanuit het Hart van God. En mijn doel in deze gehele relatie was om eenvoudig niet alleen waarnaar gerefereerd werd als Hemel en Aarde aan te steken, maar verre daaraan voorbij.
Als je naar mijn essentie kijkt, lieve vriend, alles dat je zult zien is Licht. Dat is alles dat er is. En het kan relatie aannemen, en na de relatie kan het uiteenlopende vormen aannemen. Maar het is – Licht dat voorbij het Christus Licht was. Kan je eraan denken als een inscheuring? Het was een implosie, explosie van Licht, en het is nooit veranderd. En het zal nooit veranderen.
SB: En wanneer u zegt, “Ik Ben het Licht,” wie is de “Ik Ben”? Spreekt u als Jezus, of spreekt u als de Christus, als het Licht?
Jezus: Nee, Ik spreek als het Licht.
SB: En is dat iets….
Jezus: Het Licht dat dan doorgegeven wordt in/naar het Christus Licht, dat dan doorgegeven wordt in/naar het wezen dat jij, hier vanavond zittende, Jezus noemt. Maar je vroeg mij over mijn essentie.
SB: Ja, dat doe ik. Is dat Licht, dat de Christus werd, is dat de Vader?
Jezus: Denk eraan als een replicatie van de Vader. Het deed geen afbreuk aan de Bron. Het breidde zich slechts uit. Het is deel van de oneindige uitbreiding van de schepping. Het werd niet op de manier dat jullie denken geboren. Het is gewoon een explosie van Licht, dat Is.
SB: En dat is niet de Heilige Geest die u beschrijft?
Jezus: Dat is het vrouwelijke. En wanneer dat ook explodeert, wordt het het Licht. En Ik Ben die versmelting.
SB: Prima. Wel, er is zeer zeker meer voor mij om te begrijpen dan ik momenteel doe, omdat dat een zeer diepe verklaring is, en niet eentje die ik momenteel volledig begrijp. Maar ik dank u voor…
Jezus: Het is niet wat je verwachtte.
SB: Nee, nee, dat is het niet. Nee, natuurlijk, dat is het niet, maar dan, mijn inzicht is simplistisch. Hoe kan het anders zijn? Ik weet dat.
Jezus: Jij bent niet een eenvoudige man. Wanneer je aan de schepping denkt, wanneer je aan Alles Dat Is denkt, is de schepping meer Licht. En dat eerste Licht dat voortbarst is wie Ik Ben.
SB: Um-hmm. Wel, ik vraag dat u dat met de één of andere gelegenheid aan mij duidelijk maakt – in de nabije toekomst, Heer. Dank u wel. En ik zal steeds weer opnieuw naar deze opname luisteren. Dank u wel.
Jezus: Graag gedaan.
SB: Ik geloof dat u over karma en reïncarnatie wilde spreken.
Jezus: Ja, dat wilde ik. Omdat er precies nu een tijd is, zoals jullie mogen weten, van grote karmische dispensatie. Want er is een grote hoeveelheid aan beroering, twijfel, bezorgdheid, angst, en de cirkel van karma, welke steeds maar weer opnieuw de cirkel van het leven en reïncarnatie geweest is, moet besproken worden. En dus zouden wij de mensen willen vragen – alle mensen, alle wezens, alle isme’s, alle werkelijkheden – om te bidden, te vragen, te verzoeken, hoe het ook is dat je dit gaat doen, om voor deze karmische dispensatie (1) te vragen, om voor deze tijd te vragen dat alle karma, dat aan jou verschuldigd is en dat jij verschuldigd bent, dat alle daden die onbeheerd achtergelaten werden, om opgeruimd te worden, zodat jullie allemaal vrij zijn gedurende deze tijd van hergeboorte om zonder belemmering voorwaarts te gaan.
Nu, wij hebben kort gesproken over onsterfelijkheid en incarnatie en reïncarnatie, want, natuurlijk, ging die cyclus maar door en door. Velen van jullie zijn sterrenzaad en hebben duizenden en duizenden aan jaren gereisd om hier in deze tijd van de hergeboorte van de Aarde aanwezig te zijn, van de ontvouwing van een verschuiving, van de hergeboorte van Liefde, van een hogere dimensie van werkelijkheid dan dat jullie gekend hebben. Jullie zijn gekomen om getuige te zijn en om te leren over hoe Liefde eruit ziet en hoe het geconstrueerd wordt en om te helpen – en jullie hulp is nodig in dit proces van constructie, en ja, reconstructie.
Een ieder van jullie heeft deze bekwaamheid om door te gaan, vrij, en om vrij te breken van deze banden die jullie in deze cirkel en in deze cyclus hebben vastgehouden. Nu, Ik spreek niet over het sterven voor onsterfelijkheid. Ik spreek over het leven en het aannemen van jullie menselijke vorm, of, wat dat betreft, wat het ook is dat je kiest, om door te gaan in/naar de gouden tijden.
Beperk jezelf niet tot wat een constructie of een geloofsysteem van jullie derde dimensie geweest is, dat je alleen komt voor een bepaalde tijdsduur en dan desintegreer je en sterf je – niet dat het sterven een moeilijk proces is. In feite, kan het tamelijk plezierig zijn. Maar dat is niet waar jullie hiervoor zijn op dit moment. Jullie zijn hier om in de vorm vrij te vliegen, wat voor vorm het ook is dat je kiest. Dus neem ik deze kans om een ieder van jullie te vragen om, om dit geschenk te verzoeken.
Een lange tijd geleden, toen ik stierf, toen was er ook een grote hoeveelheid aan mythologie. En de kerken die graag de controle wilden behouden zeiden, “Wel, hij stierf voor jullie zonden.” Dat is altijd onsmakelijk voor mij geweest, omdat het vastzit in schuldgevoel en schaamte en beschuldiging.
Tijdens die periode – waar jullie aan denken als mijn dood en dan ascentie – was toen een tijd van grote karmische dispensatie, niet slechts voor diegenen die aanwezig waren maar voor iedereen op de planeet in die tijd. En dat geschenk is in deze periode wederom vernieuwd. En dus is dat het waarom ik vraag om het precies nu onder jullie aandacht te brengen. Je kunt dit niet snel genoeg doen. Laat los.
SB: Dank u wel. Zou u commentaar kunnen leveren, alstublieft, over de lering dat sommige mensen zeggen dat het geloof in u alle zonde verwijdert? Is dat een accurate verklaring?
Jezus: Als je in mij geloofd – en ik ga dit voor jou doen, Steve, ik ga me er weer op richten – Ik ga zeggen; als je in mij geloofd op de manier dat ik in jou geloof, als je van mij houdt op de manier dat ik van jou houd, de manier waarop de Moeder/Vader van jou houdt, de manier dat Sanat Kumara van jou houdt, Aartsengel Michael van jou houdt, als je op die manier liefhebt, dan is er geen zonde, omdat je in uitlijning bent.
Daar is dit geloof dat goede mensen slechte dingen doen. Dat is niet zo. Wanneer jij in de waarheid van jouw wezen bent, jouw geest, jouw hart, jouw ziel, en als je in liefde gelooft, dan, ja, kan alles, alles vergeven worden. Maar het grootste obstakel is altijd geweest de vergiffenis van je zelf, vergiffenis van elkaar.
SB: Nou, er zijn enkelen die in overweging nemen dat er niveaus van kennis zijn, van mysterie naar geloof naar gedachte naar gevoel, om feitelijk iets aan te raken, en verder omhoog naar een verlichte of natuurlijke wetenschap. En zij zeggen dat geloven een lage dimensie van kennis is. Als ik eenvoudigweg in u geloof zoals ik geloof in Visa of Mastercard of de regering, zogezegd, is dat genoeg om….
Jezus: Nee, natuurlijk niet. Dat is als te geloven in dat wat je op de TV ziet, of geloofd in dat wat je op het nieuws ziet.
Wat ik vraag – en ik nodig jullie uit om in mij te geloven op de manier dat ik in jullie geloof – is om ertoe te komen mij te kennen. Het geloof is het beginpunt, het vertrouwen is het beginpunt, maar als je ertoe komt om mij te kennen, kom je ertoe alles te kennen. Als je mij aanraakt, raak je alles aan. Als je weet en in mij geloofd, dan ben je er, dan ben je thuis. Maar wij geloven niet op de manier dat het gemeenzaam of op deze niveaus gebruikt wordt.
Omdat, als er een klein kind is dat alleen het geloof vasthoudt, als er een man op Wall Street is die alleen het geloof vasthoudt, of een herder in Sudan, dan zeg ik nee, omdat zij alleen geloofd hebben? Het zijn dat soort mensen waartoe ik me zeer aangetrokken voel om aan hen te verschijnen, zodat zij hun geloof bevestigd zullen hebben.
Dus onderschat het geloof niet. Maar ik bedoel het op de waarachtigste harts-gewaarwordende geloof. Ik bedoel niet onbewust verwerven wat het ook is dat je verteld wordt. Het is wat je met jouw geest en jouw hart en jouw werkelijke kern onderzoekt/verkend, en wat jou toeschijnt voorbij enige vraag te zijn. En daarom kom je daardoor ertoe te weten. Het is niet altijd door de studie, of soms is de studie rechtstreeks met mij.
SB: Dat is zeer duidelijk. Het klinkt voor mij, dat wat u bedoelt met geloof in mij ietwat gelijk is aan wat u bedoelt met “Kom naar mij toe.”
Jezus: Ja.
SB: “Benader mij, houd van mij.” Is dat correct?
Jezus: Dat is correct. En het is een open uitnodiging.
SB: Wel, sommige van uw discipelen zei tegen u op één punt, “Wel, Heer, nu spreekt u onverbloemd,” maar u sprak niet onverbloemd op dat moment, nietwaar? Zo ver als ik me kan herinneren, wat u zei had een zeer diepe betekenis.
Jezus: Dat is precies juist.
SB: [lacht] Ik dacht dat dat een vorm van een juk was dat achtergelaten was in de Bijbel!
Jezus: Ja. Ik werd heel veel geplaagd, weet je.
SB: [laugh] Uh-hunh. Wat — wij hebben slechts een paar minuten over. Kunt u ons vertellen over Nocodemus en uw omgang met hem? Wat gebeurde daar op een dieper niveau dan de woorden aangeven, Heer?
Jezus: Het was een conversatie van ziel-naar-ziel. Het was een ontwaking van zijn wezen. Het was een pleidooi voor geloof in gerechtigheid. Het was een kans om enige assen, bijna van macht, te verschuiven. Dat is wat er plaatsvond.
SB: En hij was een lid van de Pharisees, was hij dat niet?
Jezus: Ja.
SB: Dus hij was een lid van de machten-die-zijn van dat tijdperk en nam een gigantisch risico door met u te spreken, nietwaar?
Jezus: Hij nam een risico, maar begrijp, hij was ook de vertegenwoordiger van een groep. Dus het was niet zo’n groot risico als je zou mogen aannemen. Je weet dat de Pharisees niet om mij gaven.
SB: Ja. [lacht] Ja.
Jezus: Maar daar was wat er aan het oppervlak tevoorschijn kwam en dan waren daar de werkelijke vragen die wij elkander vroegen. En het was deze kans om te verschuiven en om een zeer actieve aanhanger te worden. En een deel van zijn vraag aan mij was, “Zult u doorgaan op deze reis waarvan u weet dat het naar moeilijkheden voor u gaat leiden?” dat was de echte conversatie, en wat het doel ervan was. En het ging over vertrouwen/geloof.
SB: Prima, Heer. Dank u wel voor dat u gekomen bent vanavond.
Jezus: Graag gedaan. Vaarwel.
SB: Vaarwel.
[einde]
Klik hier voor Deel 1 van 2
Voetnoot
(1) Sanat Kumara – De Universele Wet van Dispensatie
Vertaling: Cobie de Haan – http://www.denkmetjehart.blogspot.nl/
http://www.goldenageofgaia.com/
Een Uur Met een Engel: Jezus over de Verloren Jaren, de Heilige Graal, Reïncarnatie en Veel, Veel Meer… Deel 1 van 2 / 9 Januari 2012 Herplaatst 26 december 2015
Posted: 26 Dec 2015 05:17 AM PST
Een Uur Met een Engel:
Jezus over de Verloren Jaren, de Heilige Graal, Reïncarnatie en Veel, Veel Meer…
Deel 1 van 2
9 Januari 2012
Herplaatst 26 december 2015
Steve Beckow – 24.12.2013: Zoveel mensen zijn hongerig naar de waarheid over Jezus dat wij delen gereproduceerd hebben van twee eerdere interviews met hem in Een Uur Met een Engel. Hier verteld hij wat de Christus werkelijk is, erkend dat hij een avatar was, legt vele moeilijke concepten uit, en geeft meer details van zijn familieleven.
Ik weet dat dit heel veel om te lezen is. Ik weet het, ik weet het. Maar voor diegenen die de tijd hebben, is het zo fascinerend als het maar zijn kan. Als je het nu niet leest, leg het dan nog even terzijde.
Steve Beckow: Dank u wel, Heer, door ons vandaag opnieuw te bezoeken. Ik zei de laatste keer dat wij spraken, dat het beter scheen te zijn om een tijdstip na Kerstmis te reserveren om enige van de details te bespreken van wat ertoe gekomen is om “de verloren jaren,” genoemd te worden, en ook andere zaken die relateren naar uw ambt op de Aarde. Ons doel is om voor uw volgers geen enkel hartzeer te veroorzaken, maar om eenvoudig enige van de mysteries die uw leven omringden glad te strijken. Is dat voor u toereikend?
Jezus: Ja, dat is het. Hoewel ik niet zou willen zeggen dat er wat voor verloren jaren dan ook waren! Maar ik verwelkom jou, Steve, en ik verwelkom jullie allemaal. En je mag mij Jezus noemen, of je mag me Yeshua noemen. Maar ik ben verheugd om hier bij jullie te zijn vanavond.
SB: Dank u wel. Jee, ik geloof niet dat ik u wat dan ook anders dan Heer kan noemen, Heer. Het komt als vanzelfsprekend, en ik zou me een beetje vreemd voelen. Ik zal het proberen.
Voordat we verder gaan met de verloren jaren, Linda zelf heeft mij gevraagd om u een vraag te stellen, en dus kan ik die misschien eerst vragen. En dat is: “Wat kunnen wij doen voor de mensen die in wanhoop zijn?” En met wanhoop, bedoelt zij, “Gaat Ascentie echt gebeuren? Ga ik het voor elkaar krijgen?” Zij rapporteert dat heel veel mensen een ietwat teneergeslagen gevoel hebben. Kunt u dat alstublieft eerst met ons bespreken?
Jezus: Ja, ik zal verheugd zijn dat te doen. Want we hebben allemaal een donkere nacht van de ziel gekend. We hebben allemaal een tijd gekend wanneer er helemaal geen Licht lijkt te zijn dat naar binnen kruipt, ofwel met de dageraard of onder de deuropening; wanneer wij het Licht vergeten dat ons Innerlijke Licht en onze Innerlijke Begeleiding is.
En wat er voor velen gebeurd tijdens deze tijd is niet eenvoudigweg de bezorgdheid, of de angst, of de wanhoop of het gebrek aan hoop rondom de Ascentie of rondom de gebeurtenissen van 2012, maar ook rondom de kwestie van hun levens, rondom de betekenis van hun missie, de vervulling van hun missie, het gevoel van liefde in hun harten, of het gebrek daarvan.
Onze Moeder [de Goddelijke Moeder of de Heilige Geest] heeft vaak gezegd, waar er geen hoop is is er geen leven. En ik weet dat vele van mijn volgelingen, zo nu en dan, in/naar deze plaats vervielen, en zelfs ik heb bij tijden gevoelens van neerslachtigheid gehad, hoewel ik nooit de gebeurtenis gehad heb om zonder hoop te leven.
Maar deze situatie is vaak een overblijfsel van wat er gaande was in het leven van het individu, of in de levens van het collectief, of zelfs in vroegere levensspannen, dat nu naar het oppervlak komt voor volledige eliminatie, voor reiniging, voor het loslaten, voor wat het ook is dat je het verkiest te noemen.
Welnu, dat helpt niet altijd, om te weten dat het iets is dat je bezig bent voor eens en voor altijd los te laten. Het ironische over wat velen voelen is dat het gebrek aan hoop niet is omdat er geen oplossing is, van boven of beneden of van het innerlijke wezen, van de ziel of van het hogere zelf. Waarvoor het hunkeren vaak is, is contact, voor communicatie, voor vereniging, voor eenheid, voor gemeenschap, voor de herbevestiging van het menselijke ras, van vrienden, van buren, van familie – soms zelfs van vreemden.
Het is de tijd waar wij over gesproken hebben, voor actie en voor het opstaan en voor het delen van wat je weet de waarheid te zijn, en de waarheid van jouw eigen individuele reis. Maar een deel van die actie is ook het uitreiken naar deze mede Licht-houders, Licht-dragers en Lichtwerkers die zichzelf in deze moeilijke positie gewaarworden, in deze plaats waar zij niet weten hoe geliefd en gewaardeerd zij zijn.
Zij zijn hun eigen innerlijke waarde en hun eigen gevoel van hoop verloren. Het ding dat ik aanbeveel, de actie die ik aanbeveel en van jullie vraag, is om uit te reiken naar diegenen, niet eenvoudig door genezing te sturen, of door Licht en Liefde te sturen, maar ook op een fysieke manier, door een praatje via de telefoon te maken, door een conversatie – persoonlijk of [via] andere media.
Laat het individu weten dat je er bent en dat je de hoop voor hen vasthoudt totdat zij gereed zijn om hun plaats in deze ontvouwing te hervatten. Het is om elkaar gerust te stellen dat je niet alleen op deze reis bent, dat het een reis van het collectief is. En natuurlijk geldt dat niet alleen voor Licht-houders, [maar] ook voor diegenen waarvan jullie denken dat zij het niet begrijpen, dat zij niet begrepen hebben wat deze ontvouwing, of wat 2012 of de Ascentie of wat voor zaak dan ook waar wij zo happig op zijn om over te spreken, over gaat, want dit zijn mensen die ook een grotere hoop nodig zijn.
Dus heb ook de conversatie met hen. En als zij het niet begrijpen, doet het er niet altijd toe. Wat ertoe doet is dat jullie communiceren, zorgdragen en liefhebben. Dat is het enige dat nodig is. Dus dit is wat ik aan jullie vraag om te doen. Verbreid jezelf, en door jezelf te verbreiden geef je het geschenk van hoop, je herinstalleert het binnenin het hart van jouw vriend, ofwel zij familie of vreemden zijn.
SB: Dank u wel, Heer. Misschien een opvolgende vraag hieraan is dat sommige mensen – ik denk aan Matthew Ward, specifiek – hebben gezegd dat volgelingen die in de categorie van Fundamentalisten vallen een behoorlijke hoeveelheid aan moeilijkheden zullen hebben met het accepteren van de Ascentie, en in feite mogen zij ervoor kiezen om niet te ascenderen, en mogen zij ervoor kiezen om te vertrekken. Kunt u enige woorden van aanmoediging spreken tegen hen op dit moment rondom de Ascentie?
Jezus: Natuurlijk kan ik dat. En er zijn velen, velen die in deze groep vallen. En misschien is het ook met wat velen zijn gaan begrijpen als de Ascentie. Het is het woord, het is de fraseologie. En wij zijn gedurende eeuwen hier tegenop gelopen! Maar het is allereerst het woord dat hen angstig maakt. Maar het is ook een kwestie van zelfwaarde en zelfliefde. Maar zij denken, bijvoorbeeld, in termen aan mijn Ascentie, maar er zijn ook andere voorbeelden geweest, zoals jullie goed weten.
Maar wij spreken niet over het nemen van jullie lichamelijke, of zelfs astrale of spirituele lichaam en het ascenderen in/naar de eenheid van alles, in/naar waar jullie aan zouden willen denken als de hemel. Wij spreken over het ascenderen op een transdimensionale manier. Wij spreken over beweging, en om deze reden hebben wij vaak gehad dat dit kanaal het woord verschuiving gebruikte. Maar de sleutel tot Ascentie is niet volledig, intellectueel, het nochtans te begrijpen, of het niet te begrijpen. Het is het vasthouden van de Liefde in jouw hart. Dit is altijd het geval geweest. En het is altijd de boodschap geweest.
De Fundamentalisten hebben een pad gekerfd – wij zeggen dit niet in oordeel – maar in plaats van het te kerven met bloemen, gras, en beweegbaar zand, kerfden zij het uit steen, uit rots. En zij geloven dat deze fundering stevig is. En dat is voor hen geruststellend. En natuurlijk willen wij altijd dat de mensen zich gerustgesteld voelen, maar de moeilijkheid daarmee is dat teveel van deze overtuigingen die door de mens-gemaakt zijn, niet goddelijk aangestuurd, ingeworteld geraakt zijn, en dat zij denken dat hun pad voorgeschreven is. Zij denken niet dat er ook maar enige flexibiliteit is.
Zij denken in termen van beloning en straf. En natuurlijk is dat van de dualiteit. Het is van de polariteit, en op diens slechtste is het van oordeel. Het is zeer droevig, en droevig in de volste betekenis van het woord, als in ontmoedigend, maar ook als in melodramatisch, om te voelen dat wij op die manier zouden willen oordelen, dat sommigen welkom zijn en sommigen zijn dat niet, dat sommigen verloren geraakt zijn en sommigen gevonden worden. Dat er slechts een paar uitgekozenen zijn. Dat is eenvoudigweg niet het geval.
Welnu, wanneer de tijd komt zullen zij dit zien. Aan hen zullen hun eigen signalen gegeven worden en hun eigen openbaringen, en dit zal hen de mogelijkheid geven om te verhuizen, of niet. Velen zullen komen. Velen zullen op het laatste moment kiezen te ascenderen en de rest van het collectief vergezellen met dit nieuwe avontuur. En voor hen zal het loslaten van dit juk dat werkelijk zelfopgelegd werd aldus bevrijdend zijn. En dan zullen zij waarlijk weten wat het is om zich in mijn liefde te koesteren, om met ons te wandelen, om met ons te delen – want dat is altijd het Plan geweest. Wij redden niet sommigen en keuren anderen af. Dat is niet de manier van Liefde.
Ik zou graag willen beginnen met wat je me vroeg over mijn vroege jaren, over mijn leven als een kind en als een jongeman, als een volwassene die ouder wordt. En ik wil beginnen door jullie te vertellen, dat ik een ongelooflijk leven als Jezus, als Yeshua had. Ik had een ongelooflijke familie. Ja, zowel boven als beneden, en dat is waar zoveel verwarring zich vaak over voordoet.
Maar ik en mijn menselijke familie, en mijn geliefde moeder en mijn geliefde vader, en ja, mijn broers en zussen, mijn uitgebreide familie, zij waren aldus zeer ondersteunend sinds dat ik ontvangen werd. En ja, natuurlijk, het was bekend, hoewel het op vele manieren stilgehouden werd – alhoewel het niet erg stil gehouden kon worden omdat ik nogal avontuurlijk was. Zij ondersteunden mijn reis, en natuurlijk is dat het waarom ik naar deze familie gestuurd was in dergelijke buitengewone omstandigheden.
Op een zeer vroege leeftijd, ongeveer vijf, vijf en een half, was ik volledig, kan ik zeggen, herenigd of gevuld met de Heilige Geest. Die volledige herverbinding met Vader/Moeder/Eén, waar jullie aan denken als God of de Bron, waar ik aan denk als de Moeder/Heilige geest, vond toen plaats.
En aldus was dat besef en die verbinding, die wetenschap, en waar jullie aan zouden willen denken als informatie, vanaf het begin voor mij beschikbaar, of vanaf de zeer vroege leeftijd.
Maar ik was ook van een zeer geschoolde familie, en eentje die grote waarde plaatste – niet slechts door mijn moeder of vader, maar mijn volledige familie, – die waarde plaatsten op het onderwijs, en waar jullie aan kunnen denken als de heilige leringen, van zowel het Hebreeuws, zeer zeker de Wetten, de Wetten als een Jood, maar ook de Universele Wetten. Dus ik leerde niet alleen de talen van het Grieks, en reisde.
Er is – en ik heb in andere situaties gesproken over mijn onderwijs om mijn vader hierin te helpen, waar jullie nu aan zouden denken als een bouwonderneming. Hij was veel meer dan slechts een bescheiden timmerman, hoewel dat het werk was dat hij nam of aannam toen wij eerst naar Nazareth terugkeerden. Maar via deze familiebanden werd ik tot de studie aangezet en blootgesteld aan vele geleerden en vele anderen gezichtspunten, inclusief de Oosterse filosofieën.
Mijn neef, mijn geliefde neef John, van wie ik als een broeder hield, met hem studeerden wij en raakten wij bekend met de Essenen. Aldus werd de blootstelling gebracht. De moeilijkheid was dat ik vaak mijn leraren zou corrigeren, of ik zou mijn leraren uitdagen, niet op een manier die aanvallend of onbehoorlijk was, want ik was een zeer beleefde jongen, en zelfs een meer beleefde jongeman. Ik wenste nooit echt om grote aandacht naar mezelf toe te trekken. Maar wat ik soms niet kon begrijpen was wanneer er een punt van de wet was of een punt van een filosofie waarvan ik wist dat het onvolledig of niet afgerond of zelfs onjuist was, en daar ik vroeg dan naar.
En het was prachtig. Dit is het geschenk van getraind te zijn in een waarachtig schools milieu: het gaat niet slechts over gehoor geven aan of het gehoorzamen of de naleving – en dat is ook de boodschap die ik zou willen geven aan onze fundamentalistische vrienden, of wat voor -isme dan ook – het gaat over het verkennen.
Maar het gaat over het verkennen van de innerlijke wetenschap, en van jouw verbinding, omdat er geen wezen is – geen wezen – op Aarde die niet aangeraakt of begaafd is met de wijsheid, de energie van de Heilige Geest. Het is beschikbaar, en het is werkelijk aan velen geschonken. Ja, je kunt je afwenden en nee zeggen, maar dat werd nooit begrepen – niet terwijl ik in de menselijke vorm was, en nu ook niet echt. Het komt altijd terug naar deze situatie van zelfhaat of zelfwaarde, het gebrek aan zelfwaarde.
Nu, jullie zouden tegen mij zeggen, “Yeshua, als je gevuld was met de verbinding en de wetenschap, waarom was het dan noodzakelijk voor jou om op deze manier voorbereid te worden?” Mijn ouders – specifiek mijn moeder, een zeer scherpzinnige vrouw – het was niet slechtst de waarde van het onderricht en de cultuur. Zij wist dat ik me zou bewegen tussen en onder de mensen, tussen en onder de culturen, en dat, om geloofwaardigheid in mijn leringen te hebben, terwijl ik mijn meer publieke leven binnenging, dat er een volledig begrip en een socialisatie zou moeten zijn in deze geloofssystemen, zelfs degenen waar ik het niet volledig mee eens was.
En dat zou nodig zijn voor mij om geaccepteerd te worden onder de mensen. Omdat, hoewel mijn boodschap universeel was, en altijd geweest is, was het voor de mensen van het Joodse geloof, diegenen aan wie beloofd was en die zochten naar een redder, een Messias, naar een leider om hen uit hun gevangenschap vandaan te halen, om van hen te maken waar zij van dachten leiders van de wereld te zijn.
Maar natuurlijk is het niet van deze wereld dat ik jullie leidt. Ja, ik onderwijs jullie, ik gids/begeleid jullie, ik help jullie. Ik help jullie iedere dag, of jullie het nu weten of niet. Ik help jullie door deze wereld waarin jullie leven heen te manoeuvreren en ermee om te gaan. Ofwel jij je voelt dat je op de top van de wereld zit, op de top van jouw reis, op de top van jouw spel, ofwel dat je verloren bent, Ik Ben nog steeds bij jullie, en ik begeleid jullie. En ik heb vele stemmen, en zelfs vele gezichten, maar zij zijn altijd dezelfde boodschap geweest.
SB: Heer, sommige mensen zeggen dat u geboren werd in een kribbe of een stal, dat u in feite niet van ouders kwam met een bescheiden en arme achtergrond – bescheiden overduidelijk – maar dat u in plaats daarvan vanuit een goed gevestigde familie kwam. Zij waren op geen enkele manier arm. Welke versie is juist, Heer?
Jezus: Wij hebben goede en slechte tijden gekend. Ik kwam van een zeer goed-gevestigde familie. Laat mij dat zeer duidelijk maken. En de vestiging van onze familie was in de afstamming, en ja, positie, niet slechts in termen van rijkdom, maar in termen van afkomst, van respect. Waren mijn ouders bescheiden? Absoluut. Want zij zouden mij niet voortgebracht kunnen hebben als zij dat niet waren geweest. Maar zoals ik zei, was er in mijn familie een traditie, en een diepgaand respect, en ja, in jullie maatschappij zouden jullie zeggen een verwachting, van wat een opvoeding zou zijn, en wat dat zou omvatten in termen van training en scholing, onderwijs, blootstelling en socialisatie.
Welnu, toen ik geboren werd, toen ik vorm aannam, laat ons het zo uitdrukken, op deze prachtige Aarde, was het tijdens een tijd van massale migratie en verwarring. En het was niet waar jullie aan zouden denken, wat geromantiseerd werd als een stal, een kribbe, maar het was in een zeer bescheiden situatie, waar er een achterkamer was, ja, waar dieren dichtbij waren.
Maar dat was niet ongebruikelijk, weet je. Dus ja, in die situatie, vanwege de vereisten van het bestuur, werd is geboren als [lacht] ietwat een misplaatste persoon. Maar mijn familie, mijn familie was waar jullie aan zouden denken van een zeer goed-geplaatste afstamming.
SB: Wel, dat is zeer behulpzaam. Toen uw ouders Israël verlieten, waar gingen zij precies naartoe? Naar wel deel van Egypte – ik denk dat het Egypte was – gingen zij?
Jezus: Wij gingen naar een klein dorpje net buiten waar jullie nu aan zouden denken als Alexandria. Het was zeer bescheiden. Maar nochtans was daar familie. Dus jullie moeten begrijpen, in onze maatschappij, zoals in vele van jullie, zorgde de familie voor ons. Dus het was niet dat ik op wat voor manier dan ook, of dat onze familie op wat voor manier dan ook, tekort gedaan werd. Dat was simpelweg helemaal niet het geval. Wij hadden comfort.
Mijn moeder neigde ernaar, in het begin – wel, eigenlijk altijd, maar – te zijn wat, ik zou willen zeggen, zeer beschermend te zijn. Zij wilde niet dat ik aan teveel mensen blootgesteld werd in een vreemde en afgelegen plaats. Zij vreesde vaak dat, zouden mensen te weten komen over de belofte van mijn bestaan, dat het mij bloot zou stellen aan gevaar. En dus werd ik zeer nabij gehouden in de vroege, vroege jaren, niet dat ik waar dan ook sowieso naartoe wenste te gaan. Maar zij hield me zeer dichtbij haar in de buurt aan haar zijde binnen de familiekringen.
SB: Prima. En het ‘Aquarian Gospel’ omschrijft u terwijl u in contact komt met de Egyptische Hiërofanten. Nam u in feite een studiecursus bij de Egyptische priesters terwijl u in Egypte was?
Jezus: Ja, dat deed ik. Maar begrijp wat ik zeg, omdat ik in mijn weten kwam, in de vervulling met de Heilige Geest, op een zeer, zeer vroege leeftijd. En dus ja, studeerde is met de hoge priesters en werd blootgesteld aan hun geloofsysteem. Ik studeerde met de Egyptenaren, later de Grieken, de Romeinen tot enige omvang, hoewel dat helemaal geen grote impact had, maar de vroege tijden, en het begrip van de werkingen van het universum, de rol van een priester in de maatschappij was ingebed vanaf deze vroege leringen in Egypte.
Maar het was – er waren ook studies met de Hebreeuwse intellectuelen. Ik leerde Grieks. Ik bestudeerde vele culturen, en specifiek van het Oosten, over die traditie, welke alledaags was, niet ongebruikelijk, in mijn familie. Maar het deed niet … het veroorzaakte geen tegenstrijdigheid, omdat er geen tegenstrijdigheid is. Ja, je mag jouw vraag stellen.
SB: Dank u wel. Toen u zei dat, “Ik studeerde met de Grieken en de Romeinen,” zegt u dat u met hen in Alexandria studeerde, of ging u op hetzelfde filosofen circuit welke Apollonius van Tyana deed. Namelijk naar Delphi, Egypte, Perzië, India?
Jezus: Ja, ik reisde heel veel in mijn vroege jaren, als een jongeman – als een adolescent, en als een jonge man. Mijn familie had het gevoel dat het zeer belangrijk was. Mijn moeder specifiek wist de universaliteit van de boodschappen waartoe ik zou komen om deze met velen te delen, en zij wilde dat ik volledig voorbereid was. Nu, zij begreep het niet altijd wanneer ik zou willen uitdagen of debatteren met, zullen we zeggen, enige van mijn leraren.
Maar zij begrepen het altijd. Zij verwelkomden de conversaties en andere inzichten. Er waren geen beperkingen. Want zie, dit is wat er onjuist begrepen werd. Er is altijd een gevoel geweest dat het geloofsysteem zeer beperkt was, en dat was het niet. Dus ja, ik werd blootgesteld en studeerde en ging op vele pelgrimstochten.
SB: Apollonius van Tyana omschreef een circuit welke vele mensen volgden, bijna alsof het goed bekend was in deze dagen.
Jezus: Het was opeenvolgend.
SB: Opeenvolgend. Trok u er feitelijk op uit om datzelfde circuit te volgen?
Jezus: Niet stap na stap na stap. Maar via blootstelling, ja, deden wij dat. En wanneer is zeg wij, bedoel ik merendeels dat ik altijd vergezeld werd door iemand van mijn familie.
SB: Prima. Ik weet dat wij vele luisteraars in India hebben, en ik ben er zeker van dat zij zeer geïnteresseerd zouden zijn in deze tijd te weten waar u in India naartoe ging, met wie u studeerde, van welke afstamming zij waren of welk pad dat zij volgden.
Jezus: Waar jullie aan zouden denken is dat het het pad zou zijn van het Hindoeïsme. Het is het pad van de Meesters, van de Leraren, van de Yogi’s.
SB: Zou u een onderscheid gemaakt hebben tussen, zeg, Vedanta [het niet-duale pad] of karma yogi’s [het pad van dienstbaarheid], of bhakti [het pad van toewijding] in die tijd?
Jezus: In die tijd, nee, deden wij dat niet. Er was zeer weinig. Het was meer bij voorkeur, maar het zou mee bhakti zijn [toewijding] dan wat dan ook, als je ernaar zou moeten kijken in termen van vandaag de dag. Maar het was ook zeer rigoureus in termen van ook fysieke discipline en ook training.
SB: En waar ging u in India naar toe om te studeren?
Jezus: Overal.
SB: Ik passeerde een markering buiten Pondicherry die de overgang van Matsya vierden, de visprofeet. Was u dat?
Jezus: Ja. Ja, ik was het.
SB: Dat is zeer, zeer interessant. Wat zouden wij nog meer moeten weten over deze jaren voordat u aan uw ambt begon? Wat anders zou er relevant voor ons zijn u te waarderen toen u aan uw ambt begon? Wat was belangrijk?
Jezus: Wat ik zou willen dat de mensen weten – ja, in India, in Afrika, in de Himalaya’s, zeer zeker, in waar jullie nu aan denken als het Midden Oosten – was de universaliteit. Mijn familie was overduidelijk in de Joodse traditie. Maar het niveau van verfijning – en ja, omdat ik het privilege had om te reizen, te studeren, maar ook te werken zij aan zij met medereizigers, was ik niet alleen. En ik heb nooit aan mezelf gedacht als de enige stem, of de enige leraar, of de enige manier. Ik was er één. Ik was er één waar het Woord, vanwege de Heilige Geest, in het vlees was. Maar ik was zeker niet de enige.
Dus daar zijn diegenen die gezegd hebben, “Oh, ja, Jezus een andere profeet.” En dan zijn daar diegenen die dat als een belediging opnamen. Ik doe dat niet. Omdat iedere traditie die ik bestudeerd heb, of het nu in India of Egypte of in de tempels was, of thuis, of het nu met de filosofen of de rabbijnen was, zij vertelden en leerden mij allemaal werkelijke hetzelfde ding.
En het was op vele manieren ironisch. Ja, ik begreep het – en het was rigoureus! Denk niet dat ik op tour ging en in de schoot van weelde leefde, omdat er daarvan niets was. Ja, er werd voor mij gezorgd. Maar het was verre van luxueus. En er waren tijden toen mijn familie afhankelijk was van de uitgebreide familie, altijd, voor ondersteuning. Maar het werd beschouwd als zijnde belangrijk – omdat iedereen wist dat ik voorbereid werd zodat ik alle paden kende.
Dus dit is op geen enkele manier bedoeld te zeggen dat wat ik onderwees, van hier en daar afkomstig was. En, ja, ik heb gereisd, zelfs verder dan dat de meesten denken. Zoals ik deze dagen reis, onder jullie sterren broeders en zusters. Maar het is de universaliteit, het is de gemeenschappelijke spirit die ik zou wensen te benadrukken, het is de gemeenschap van Liefde.
En dat was de boodschap die ik ontving. Ik ontving het van de hoge priesters. Ik ontving het van de yogi’s, ik ontving het van de leraren en de meesters, van de rabbijnen. Zij hadden allemaal waardevolle leringen, en zij leerden mij ook om niet arrogant of verwaand te zijn, om bescheidenheid naar mijn werk te brengen, en te weten dat ik eenvoudig geëerd werd om in de dienstverlening te zijn, net zoals een ieder van jullie.
SB: Wel, u heeft de Heilige Geest in het vlees aangehaald, dus ik wend me op dit moment naar een andere lijn van vragen stellen. Ik ben er tamelijk zeker van dat we vandaag onze discussie niet zullen weten te beëindigen, dus als u zo vriendelijk zou willen zijn om volgende week terug te keren, dan kunnen wij doorgaan en zal ik niet proberen om ons hier doorheen te haasten, als dat voor u bevredigend is.
Jezus: Ja, en waarom denk je dat ik me in deze richting gewend heb, dierbare vriend?
SB: Zeer goed. Dank u wel. Ik weet dat ik op u kan vertrouwen om mij te gidsen. U haalde de Heilige Geest in het vlees aan, en dat brengt vragen naar boven over uw ambt. Beschouwd u dat het woord “avatar” van toepassing is op u en uw ambt? Sri Ramakrishna zegt…
Jezus: Avatar is geen woord dat ik specifiek koester. (1) Laat mij het zo zeggen.
SB: Prima.
Jezus: Daar zijn diegenen die mij wensen te labelen als een avatar. En ik zou dat label willen accepteren, maar ik zou het niet kiezen. Ik zou het label, of de omschrijving van leraar willen kiezen.
SB: Oké. Wel, misschien zouden we het vanaf een ander route kunnen benaderen dan. Sri Ramakrishna beschouwd u als een avatar en heeft dat publiekelijk verklaard. Kunnen wij spreken over wie hier dan was, alstublieft? U was hier in de lichamelijke vorm, maar….
Jezus: Ja.
SB: ….. Sananda was hier ook en overlichtte u, nietwaar?
Jezus: Ja.
SB: Dus dat zou een tweede laag jegens uw ambt zijn, zogezegd, de overlichting.
Jezus: Dat is correct.
SB: En dan daarbovenop, daalt de Heilige Geest af in/naar uw vorm. Is dat correct?
Jezus: Dat is correct.
SB: En gebeurde dat, tussen haakjes, toen u gedoopt werd in de Rivier de Jordaan?
Jezus: Nee, het gebeurde op een zeer vroege leeftijd, feitelijk. Het doopsel was een symbolische herlading, als je het zo zou willen uitdrukken. Maar, nee, voor mij om voorwaarts te gaan met mijn reis op de Aarde, was er een invulling van de Heilige Geest op een zeer vroege leeftijd, van ongeveer vijf, vijf en een half. En toen werd het hernieuwd, of – symbolisch hernieuwd – zodat de mensen zouden weten dat dit voor iedereen beschikbaar was.
SB: Prima. Wel, als u de menselijke vorm was die overlicht werd door een geest zo verheven als Sananda en de Heilige Geest daalde in u af, dat zou ik willen noemen een “avatar”. Zou u het daar niet mee eens zijn?
Jezus: [lacht] Daar ben ik het niet oneens mee. Ik zeg eenvoudig tegen jou dat het een aanduiding is die ik aldus niet geestdriftig opeis.
SB: Oké.
Jezus: Ja, ik zal het accepteren. Weet je, er was zoveel controversie, toen ik de Aarde bewandelde, niet alleen over de positie van mijn familie maar ook over de politiek van de “Koning van de Joden” en willend leiderschap en politieke intrige. Dus ik ben altijd zeer aarzelend om mezelf aanduidingen te geven of te accepteren.
SB: Ik accepteer dat.
Jezus: En ik zal je vertellen waarom. Omdat jij, of jouw luisteraars, dan zullen zeggen, “Oh, wel, hij had deze overlichting, hij had deze invulling, en dat maakt hem anders of afgescheiden,”en dat doet het niet. Wat dan ook, het staat mij toe om dichter bij jullie te zijn.
SB: Prima, ik accepteer dat, Heer.
Jezus: Prima. Dus ik heb mijn punt gemaakt dan! [lacht]
SB: Jawel, Heer.
Jezus: En ik wil dat jullie accepteren, een ieder van jullie, ik heb dit kanaal vaak geplaagd dat jullie M-in-M’s zijn, Meesters-in-de-Maak, maar nu zullen wij jullie A-in-M’s noemen, Avatars-in-de-Maak.
SB: [grinnikt] Prima. Was u in feite met Mary Magdalena getrouwd?
Jezus: Laat mij het op deze manier zeggen: Ja.
SB: Prima. Formeel getrouwd? Ik ken de gewoontes niet van die tijd, dus vergeef mij als ik een indiscrete vraag stel, maar getrouwd volgens….
Jezus: Zij was niet mijn maîtresse, lief hart, dus ja, wij waren formeel getrouwd. Zij was mijn geliefde vrouw. Zij was mijn heilige andere. Zij was mijn goddelijke andere. Zij was mijn partner, die mijn wandeling op de Aarde gevuld met vreugde maakte – en meer menselijk. Het was geanticipeerd, weet je, dat een jonge man zou trouwen. Maar het was niet eenvoudig vanwege de gewoonte, of omdat ik wenste om deel uit te maken van of gescheiden, het was omdat ik wenste om in de heilige vereniging met mijn Magdalena te zijn.
De liefde die wij deelden was diep en diepgaand. En er zijn velen geweest die nee gezegd hebben en vele mythen en verhalen over haar bedachten. Maar zij was mijn ondersteuning en ik was de hare. Zij was mijn klankbord. Het was zeer moeilijk.
Toen wij samenkwamen, wist zij het. Wij bespraken zeer volledig wat de toekomst vasthield en de weg die wij samen zouden bewandelen. Zij was iemand die altijd het ritueel voorbereidde, en hielp om, vaak, ceremonie rondom onze situaties te plaatsen.
Nu, zoals jullie goed weten van de Egyptenaren, en van de reizen naar India, had ik over het ritueel en de ceremonie en het belang ervan geleerd. Maar op vele manieren, zelfs vanuit de familie waar ik in grootgebracht werd, was ik een zeer ontspannen en vrijblijvend persoon. Ik wilde me onder de mensen bewegen.
En vaak zou zij zeggen, ja, wij zullen ons onder de mensen bewegen, en wij zullen de verbinding en het onderwijs hebben, maar laat ons enige ceremonie en ritueel plaatsen, want zij was ook op deze manier getraind. Dus ja, ik was niet alleen getrouwd, wij hadden ook een familie.
SB: Waarom zouden de evangelie schrijvers nalaten dat te vertellen?
Jezus: Het werd niet specifiek als belangrijk beschouwd, maar het werd ook beschouwd een bescherming en eerbiediging voor haar te zijn.
SB: Prima. Oké. Dus u had feitelijk kinderen, nietwaar?
Jezus: Ja.
SB: Hoeveel?
Jezus: Wij hadden twee kinderen.
SB: Twee kinderen? Een meisje en een jongen, of….?
Jezus: Ja, wij hadden een zoon. Een zoon en een dochter.
SB: Zou u ons daarover kunnen vertellen…
Jezus: Onze zoon stierf zeer jong. Het was zeer zwaar. Maar onze dochter leefde.
SB: En is zij de Heilige Graal?
Jezus: Dat is correct. Onze Sara is de Heilige Graal.
SB: Sara. Waar ging zij naartoe nadat u de Aarde verlaten had? Frankrijk?
Jezus: Zij ging naar het zuiden van Frankrijk.
SB: En was zij hetgeen dat geëerd werd door de Katharen?
Jezus: Dat is correct.
SB: Oh, het ontneemt me de adem u dit te horen zeggen, Heer. Ik merk feitelijk op dat de tijd bijna ten einde gekomen is, maar nogmaals, ik ga gewoon verder volgende week, als u het me toe zult staan. Dus dit zou misschien een afrondingsvraag kunnen zijn. Onderwees u reïncarnatie tijdens uw ambt?
Jezus: Ja, dat deed ik. Welnu, is dat voor velen geen ingrijpende verklaring om te horen?
SB: Ja.
Jezus: Maar ja, dat deed ik. Omdat dit een zeer alledaags begrip was – er werd niet altijd mee ingestemd door de rabbijnen, maar wel in vele andere culturen. De continuïteit van het leven, de continuïteit van de vlam van de ziel. Hoe zou ik kunnen onderwijzen dat je niet sterft en niet spreken over reïncarnatie? Hoe zou ik de doden kunnen doen laten opstaan en niet spreken over reïncarnatie?
SB: Ja.
Jezus: Dus ja.
SB: Maar u – u zei ook – u sprak ook over verlichting in ere van onsterfelijkheid. Maar ik neem aan dat u daarmee bedoeld dat iemand niet opnieuw geboren hoeft te worden, niet de tempel hoeft te verlaten en meer naar buiten gaat. Is dat correct?
Jezus: Dat is correct.
SB: Prima. Dus wij zijn onsterfelijk?
Jezus: Ja, jullie zijn onsterfelijk. Iedereen van jullie. En wij zullen over karma spreken en de vereisten voor reïncarnatie wanneer wij elkaar de volgende keer ontmoeten, omdat dit er behoefte aan heeft om opgehelderd te worden.
SB: En ik kijk daar immens naar uit, Heer. Dank u wel voor uw bezoek bij ons vanavond.
Jezus: Het is mijn genoegen. En ik zegen jullie, en ik dank jullie. En ik geef jullie mijn liefde.
SB: Dank u wel. Vaarwel.
[einde]
Voetnoten
(1) Omdat het een afstand tussen hem en andere mensen zou kunnen plaatsen. Maar was Jezus ook gewoon bescheiden?
Vertaling: Cobie de Haan – http://www.denkmetjehart.blogspot.nl/
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.