13: IK BEN DIE IK BEN
*Wie ben ik?*
‘Op zichzelf genomen blijft het leven toch een groot vraagstuk, want je kunt tegen elkaar zeggen dat er zo ontzaglijk veel problemen zijn, en dat natuurlijk voor iedereen en voor iedereen apart. De een raakt daarvan in de put en de ander zegt, nou ja, wat moet ik ermee beginnen? Ik kan er toch niets aan doen? Ik leef dus maar zoals het op me afkomt. Maar ja, het is natuurlijk ook weer zo, dat je voor jezelf moet weten waar je aan toe bent. Je zou eigenlijk zo af en toe tot jezelf moeten zeggen: wie ben ik? Dan komen er nieuwe vragen, zoals de ‘persoonlijkheid mens’. Dat kan een heel interessant onderwerp zijn, maar het is geen eenvoudig onderwerp omdat het zo gecompliceerd is. Elk mens is immers weer anders. Je zou je dus alleen kunnen afvragen: wat zijn de hoofdlijnen van het mens-zijn? Iedereen is een klein beetje anders en niemand is werkelijk gelijk aan de ander.
Dat is altijd het wonder van het leven en dat wijst dan dus ook op vaste wetten in de natuur. Je kunt iemand fysiek, iemands stoffelijk lichaam zien, maar het is ook mogelijk via concentratie om tot iemand dieper door te dringen en dan zie je wie en wat iemand als persoonlijkheid is. In zijn algemeenheid gesproken en natuurlijk niet in de details.
Nu gaat het erom of je het oog op de ‘volmaakte’ mens moet hebben of op de onvolmaakte mens. De volmaakte mens kan nooit door het oog van een stoffelijk mens worden gezien of aanschouwd. De onvolmaakte mens daarentegen wel degelijk en zeer goed zelfs. Men kan elkaar onbewust of bewust veel verdriet doen in het leven nietwaar? Dat weten we allemaal. En dat ook heeft weer gevolgen.
Wat is de mens eigenlijk? Als wij elkaar gaan ‘schouwen’, gewoon vanuit het menselijk denken, zo in de omgang van het leven, dan zie je eigenlijk elkaar alleen maar uit het dadenleven. Het denken van de mens is een trilling, die moeilijk opgevangen wordt – althans in algemene zin gesproken. Dan blijft het een probleem hoe je verder moet leven om datgene te doen dat nodig is voor je eigen psychische ontwikkeling.
Daarom: Gelukkig is de mens die zich bewust is dat zijn aardeleven nodig is voor geestelijke en psychische ontwikkeling, want juist dat is zo belangrijk. Je kunt uitweiden over wat geestelijk is en wat psychisch, maar dat zijn algemene denkbeelden, maar dat doet nu minder ter zake.
Het punt op zichzelf is van belang. Je hebt mensen die kijken naar anderen, wat anderen zeggen en doen. De een zegt: ‘nou ja, ik zou het allemaal anders doen’ en de ander zegt: ‘ik zou dat ook wel kunnen doen.’ Daarbij kan angst ook een rol spelen. Bang zijn voor elkaar geeft altijd een dubbele betekenis, want als je nog niet zover gegroeid bent dat je de waarde kent van je eigen denken en die bewust durft toe te passen – en dat is met de meeste mensen zo – zo lang heb je angst. Angst voor kritiek van de ander. Op zichzelf kan angst een goede eigenschap zijn, zoals in situaties van gevaar. Je hebt ook mensen die een angstcomplex hebben en die komen er nooit uit.
Die durven niet zichzelf te zijn; dit of dat te doen. Niets aanraken of wat dan ook; ga zo maar door. Maar juist die angst verhindert dat die mensen een persoonlijkheid kunnen zijn. Is het niet een heerlijke gedachte dat je door het leven kunt gaan vanuit het gevoel werkelijk van binnenuit dat te doen wat je wilt doen. Dat je je bewust bent van je menszijn. En dat niet vanuit een gevoel van overmoed. Dat je gewoon het recht hebt om te denken zoals je denkt – onvolmaakt zal het altijd zijn op aarde – en daarna te handelen. Tot waar of hoever kun je daarin gaan?
Die persoonlijkheid, het ik-wezen op zichzelf, dat ben je. Je zegt altijd: ik ben, ik ga, maar dat alles wordt vaak afgeremd door angst voor de naaste, in de meeste gevallen heb je niet het gevoel – de een wat meer, de ander minder -, dat je zegt ‘nou ik vind het zo’ en ‘ik doe het zo’ – ik neem de verantwoordelijkheid, de verantwoording op me, want dat hoort bij elkaar. Je hebt volkomen het recht te leven volgens je eigen denken en opvattingen, vanuit je ik-wezen. Al doe je dat ten goede of ten kwade.
Dat kan zelfs een heel goede en gunstige uitwerking hebben omdat juist dat dominerende ik-wezen vanzelf geconfronteerd wordt met het idee dat dat ik-wezen toch eigenlijk verkeerd gericht is. Je kunt verkeerd denken nietwaar? Je kunt verkeerd gericht zijn en je hebt via ervaringen je eigen opvattingen over verschillende dingen. Zo wordt het op zichzelf een interessante situatie om over je eigen leven na te denken en het leven niet te laten verlopen alsof het allemaal wel best is, routinematig. Bewust leven is het omgekeerde van routinematig leven.
‘Wie ben je en wat ben je?’ Samengevat wordt de wie-vraag gewoonlijk beantwoord met je persoonsdata, zoals geboorteplaats en –datum, de opleidingskwalificaties en vervolgens de maatschappelijke carrière die je aan het opbouwen of bereikt hebt. De wat-vraag komt dan uit op je opgebouwde persoonlijkheid, je ik-wezen, de vaststelling hoe je je als mens ontwikkeld hebt, de ik-factor: ik ben die ik ben.
Daar wordt in het algemeen gesproken veel minder bij stilgestaan dan bij de wie-vraag. En dat is binnen een materialistische maatschappij ook geen vreemde gang van zaken. Maar als alle energie op de wie-vraag wordt geconcentreerd, zonder na te denken over de wat-vraag en zonder zelfreflectie, dan wordt het leven in geestelijk opzicht een stuk armoediger. Zeker als de mens zich hiervan niet bewust is.
Waarom zou de ene mens wel mogen proberen zijn gedachten op de ander over te brengen en de andere mens niet? Men is vaak bang voor de gevolgen van het een of ander, want zo gauw als in dit situaties de angst gaat domineren, denk je niet normaal meer, dan weet je ook helemaal niet wat je wel of niet moet doen. Dat is een heel moeilijk punt in het leven van elke dag.
We moeten ervan uitgaan dat je in jezelf een groot zelfbewustzijn moet kweken. Ten eerste moet je je waarde kennen als mens, want juist mensen die geloven in meerdere levens in het voortbestaan, zijn toch een stapje verder aangezien zij grotere verbanden – hun eigen evolutionaire pad – kunnen zien. Zij komen er gemakkelijker toe om verschillende dingen op een andere manier te beoordelen. Het is interessant als je je bewust kunt zijn van je positiviteit als mens, dat je dus je ik-wezen durft te handhaven tegen wie dan ook, natuurlijk op de goede manier.
We kunnen nooit proberen onszelf te handhaven in die zin dat anderen daardoor, laten we zeggen, er hinder of vervelend van zouden worden. dat wil dus zeggen dat je nooit je mening kunt opdringen aan iemand andere, maar je kunt wel ten opzichte van de ander op de goede manier proberen jezelf te handhaven, mits je het natuurlijk goed kunt formuleren of uitspreken. Dat je weet waarom je het zegt.
Je moet nooit te gauw weglopen met dat wat anderen denken, maar wel proberen het zelf zo te doen, dat anderen daar geen last mee hebben. Er zijn namelijk mensen die altijd willen domineren en er zijn nu eenmaal in het gewone leven ook zwakkere broeders en zusters die daar niet tegenop kunnen. Daarom is het willen domineren, of het nu automatisch gaat of met opzet gebeurt, altijd fout. Domineren, wanneer dat psychisch gezien ten koste gaat van anderen is verkeerd, helemaal fout. Dat is de logica der dingen. Daarom is juist zo’n onderwerp als dit zo buitengewoon interessant.
Er zijn een paar richtlijnen te geven. Vraag jezelf eens af waarom wil ik dit of waarom doe ik dat? Zo ga je dan de levensvragen ontleden. Dan ga je zeggen: Ja, waarom reageer ik zo? Want ja, het werkelijke weten is er op aarde niet. Daar zitten de grootste geleerden nog mee. Het is bekend genoeg dat juist de grote geleerden soms wel wetenschappelijk een principe kunnen aanwijzen en de waarom daarvan, maar dat het ook maar weer voor tijdelijk is.
Als je de wetenschap van nu gaat vergelijken met die van zoveel jaren terug, is dat een verschil van dag en nacht. Het werkelijke weten op aarde bestaat dus niet; ook in de wetenschap niet. De mens weet veel, kan veel, maar het is altijd ten dele. Waarom zou iemand die rijk is, of een wetenschapsmens is en heel wat gepresteerd heeft, met een grote borst door het leven gaan en zich meer voelen dan een ander? Als zulke mensen aan gene zijde aankomen dan hebben ze vaak totaal niets gedaan aan hun geestelijke opbouw en dan zijn ze even ver als mensen die aan hun aardeleven beginnen.
Als je het zo gaat zien, dan wordt het levend. Ja, je moet denken, veel denken zelfs en vragen stellen, en dat op de juiste plaats. Je kunt natuurlijk met elkaar hele gesprekken hierover houden, maar daar kom je nooit zo gauw mee uit, want je hebt toch een zekere leiding nodig bij dit soort gedachten en op zichzelf genomen is het de moeite waard bewust door het leven te gaan. In de eerste plaats te denken aan jezelf, want als je in jezelf bewust je karakterfouten hebt willen ontleden, dan ga je proberen het op een andere manier te doen. Maar dan is het ook zo dat je daarmee vaak toch nog meer de liefdeswet kunt toepassen of betrachten ten opzichte van anderen.
We willen graag groot doen en helpen. Als je geld hebt kun je geven, heb je het niet, dan kun je het niet geven. Als je geestelijke rijkdom bezit, als je dus gebouwd hebt aan je eigen psyche, aan je menszijn, aan je ik-wezen, dan wordt alles anders. Want je gaat automatisch van binnenuit daarnaar leven. Je zult ook gaan proberen op aarde niet maar raak te praten en te doen.
Ook ten opzichte van anderen niet de zaak kritisch te bekijken, want je weet toch niet hoe die ander precies is van binnen en de waaroms van die ander, dat heeft geen zin. Verbeteren doe je ze toch niet en je moet dus de dingen proberen te zien op een hoger niveau. Word je bewust dat je mens bent, een stukje vanuit de eeuwige schepping en in die schepping is niets doelloos; daarin is de logica dat de mens als mens zal voortleven, zal veredelen. Zo’n denken zal zich automatisch richten op hogere dingen. Als hij eenmaal die hogere dingen – als levenswetten – heeft geleerd en ondergaan, dan kan hij niet meer op een andere manier leven.
Vraag: Kan wijsheid worden opgevat als iets geestelijks, maar niet psychisch? Deze vraag kan als volgt worden toegelicht. Het geestelijke heeft te maken met inzicht en kennis van de levenswetten, terwijl het psychische betrekking heeft op de ontwikkeling van het individuele menselijke denkvermogen. Kan hieruit worden afgeleid dat het psychische en het geestelijke als twee aparte soorten energieën vanuit de oerbron de mens helpen om zijn roeping te vinden en om zijn bestemming te vinden?
Antwoord: Dit is een buitengewoon interessante vraag. Hiermee kan ik het mee eens zijn. Wijsheid kan geestelijk zijn, maar ja, in werkelijkheid valt het buiten de persoonlijkheid in die zin van: ‘hoe leef ik en wat doe ik’? Wijsheid is dus een eigenschap die gebruikt wordt om zo goed mogelijk te leven nietwaar? Wijsheid is dus heel wat anders dan studeren.
Wijsheid is een eigenschap waarmee je een richting bepaalt in je leven, in de totaliteit van je leven en daarom ben ik het volkomen met je eens dat je op deze wijze dit zo voor jezelf duidelijk hebt gemaakt. Ik dacht wel dat het de moeite waard zou zijn om juist in dit ontledingsproces zo af en toe eens beetje door te gaan. Het is belangrijk dat we het even met elkaar hebben besproken en dat moet je ook weer moed geven.
Vraag: Over volmaaktheid en onvolmaaktheid gesproken, of concreter over volmaakte en onvolmaakte mensen, hoe moeten Adam en Eva in het Paradijs die zuiver en rein leefden, in dit verband worden begrepen? In bepaalde boeken – zoals in De Meesters van het Verre Oosten – kan namelijk worden gelezen dat er vroeger een zuiver menselijk ras heeft geleefd op aarde.
Aan de andere kant wordt ook wel eens gesproken van volmaakte mensen in Atlantis hebben geleefd. Wat betekent dus het begrip ‘rein en zuiver’? Betekent dat volmaakt, omdat Adam en Eva in het Licht wandelden en daar waar licht is, is geen duisternis? En als dat zo is, is het dan niet strijdig met de evolutiegedachte, de groei naar het licht? En hoe moet anderzijds het goede contact met het goddelijke worden opgevat, als dat ook door onvolmaakte mensen kan worden bereikt of opgebouwd? Volmaaktheid op een lager niveau?
Antwoord: Een interessante vraag. Een volmaaktheid op lager niveau. Ik geloof dat we toch het paradijsverhaal weer een beetje anders moeten zien. Je kunt het van verschillende kanten bekijken. Ik heb indertijd het belicht zoals je nu hebt verteld. Dat blijft in zekere zin wel altijd zo. Maar het principe van het paradijsverhaal heeft Mozes meegebracht van de berg, waar hij met de hoogste regionen contact had.
Er was geen begin en om dus de mensheid een goed voorbeeld te geven, kwam Mozes met het beeld van het paradijsverhaal. Het is net wat je zegt, ze hebben gezondigd, dus volmaakt konden ze niet zijn. Dan zouden zij niet zondigen. Maar dat is het niet alleen.
Volmaakte mensen kunnen niet op aarde wonen en Mozes deed het beeld ontstaan alsof ze werkelijk op aarde woonden. Er zijn natuurlijk nog een heleboel dingen van te zeggen. Als je het dus van deze kant bekijkt, dan geloof ik dat je dit niet moet zien als de totaliteit daarvan, als zijnde een volmaakt soort mensen, aangezien ‘half volmaakt’ niets met het volmaakte te maken heeft. En zo komt niemand er ooit uit.
Als je het van een andere kant gaan bezien, door het beeld van de mens die zelf het Licht kan bouwen, dan komt je er verder mee. Dan ontstaat er geen vertekenend beeld aangezien die mens als hij valt en dan in de duisternis terechtkomt, hij dan als gevolg zijn aangezicht moet bedekken voor God, in het beeld van toen.
In onze eigen huidige tijd wordt dan het betere beeld zichtbaar: indien mensen levens volgens de geestelijke of spirituele levenswetten leeft, die hij zich verinnerlijkt heeft, dan leven die mensen in hun eigen gevormde paradijs aangezien ze weten dat schending van die wetten betekent dat je de val (weer) maakt naar de duisternis, ofwel naar lagere frequentiegebieden. Energie is immers licht en daarom heeft de mens ook een lichtlichaam.
We zien dus duidelijk uit dat beeld van Mozes dat het om de kleine mens ging. Die twee beelden heeft Mozes dus aan het volk willen tonen omdat hij de leider van het joodse volk was in die dagen. Op deze wijze moet je dit nu toch maar zien. En Mozes had te maken met een volk dat zwak en onderontwikkeld was en lang niet op het peil waarop het nu is.
Vraag: Als er vandaag een nieuw paradijsverhaal moest worden geschreven, dan zou dat er heel anders uit moeten zien, zo vermoed ik nu dus. Maar, met de wetenschappelijke kennis van vandaag, kan die kennis toch niet vanuit de ziel naar boven komen?
Antwoord: Ja, dat is een moeilijk punt. In de eerste plaats: hoe zie je de ziel? Daar moet je eerst mee beginnen.
Reactie: De ziel zou ik willen typeren als het kern- of krachtbeginsel “mens”, omdat geest ook kracht is, ook energie en vanuit de energie ontstaat alles. Dat is of komt neer op de inwerking, de wisselwerking tussen subject en object. Dus de ziel, daar komt energie uit om gedachten te ontwikkelen en die gedachten zijn weer oorzaak tot daden, tot handelingen, tot het scheppen van dingen.
Antwoord: Ja, ik vind het een heel goede gedachte. Ik zou nog willen zeggen dat ik de ziel zie als dat heel klein beetje volmaaktheid, dat er toch in elk mens is, een zaadje van het volmaakte. Alles heeft een werking, een oorzaak. Er moet iets zijn bedoel ik. De mens is de mens, en de mens heeft al die eigenschappen, maar de mens heeft ook iets van de hoogste kracht in zich, de ziel en dat is datgene wat geleidelijk van leven tot leven zich verder in de mens ontwikkelt. Daardoor is de mens dus op die manier geleidelijk van leven tot leven in zijn éénwording met de totaliteit mens in die ziel, zijn geluk zal vinden. Zo is het wel goed hè?
Vraag: Mag ik een vraag stellen betreffende het punt: man- of vrouw-zijn? Er is een keertje tijdens een bijeenkomst gezegd dat het principe man of vrouw alleen maar op aarde bestaat; het verschil van lichaam voor de voortplanting. Nu wilde ik graag weten hoe dat is ten aanzien van het geestelijk-man of –vrouw zijn en ook t.o.v. de tweelingziel-gedachte. Ik kom daar niet helemaal uit.
Antwoord: Ik begrijp heel goed dat het een heel moeilijk probleem is, en dat je er mee zit kan ik ook begrijpen. Want daar kom je niet zo gemakkelijk uit, omdat het meer ligt in de hogere levenswetten. Het stoffelijk lichaam is alleen maar voor de aarde nodig en je krijgt aan onze kant een lichaam dat past bij je sfeer. Hoe hoger je komt, hoe ijler je lichaam wordt. Het gaat dus om de vraag: blijft de man man, en de vrouw vrouw?
Aan gene zijde is het zo dat je als psychisch wezen, al meerdere levens als man hebt geleefd, de eerste tijd dat man-zijn blijft domineren. Maar in de geestelijke wereld is dat man-zijn niet meer nodig. Hoe hoger je komt, hoe meer je dat dus los kunt laten. Je blijft in de eerste tijd gewoon man of vrouw, maar op een andere basis. Ik wil het woord geestelijk nog niet direct gebruiken, maar je gaat heel anders over verschillende dingen denken.
Op aarde denken, in algemene zin, de vrouwen toch wel weer anders over verschillende dingen dan de mannen. Dat blijf je houden, maar in mindere mate. Je moet als het ware als vrouw, in je vrouw-zijn gaan groeien en als man in je man-zijn. Dan word je eigenlijk een ander wezen. Het is vaak moeilijk om dat allemaal duidelijk te zeggen, maar dan word je toch geleidelijk een ander wezen. Je blijft verschillende geesten, maar toch op een basis van dat geen geen-man en geen-vrouw zijn.
Je kunt je dat niet indenken, het is heel moeilijk. Maar dat is wel de basis waarop je het antwoord krijgt op je vraag. Kijk, deze onderwerpen zijn een beetje bovenaards en als je naar de verre toekomst gaat met je gedachten, dan kom je wel voor dat probleem te staan, nietwaar? De mens is immers een denkend wezen. Het is interessant en ik ben altijd blij als ik op aarde mensen vind over die dingen gaan denken. Over het probleem hoe zal het zijn? Dat is dan natuurlijk de grote vraag, maar het gaat allemaal zo geleidelijk.
Vraag: Is dan de geest op een dusdanig niveau dat reïncarnatie als man of vrouw nog mogelijk is?
Antwoord: Nee, dat kan niet meer. Dan kom je niet meer terug op aarde. Nee, dat kan niet, dat ben je dan ontgroeid.
Vraag: Heeft de tweelingzielgedachte helemaal niets te maken met man of vrouw-zijn? Is dat zo?
Antwoord: Volkomen juist, want de ziel is gelijk voor man en vrouw. De tweelingziel, het is natuurlijk niet het juiste woord, maar men spreekt van een tweelingziel als twee geesten zeer nauw aan elkaar verbonden zijn. Niet gelijkdenkend, maar wel elkaar aanvullend in hun denken. Goed?
Vraag: Ik heb nog een vraag die hiermee verband houdt. Ik heb me afgevraagd wat de zin is van het celibaat? Is dat nou een kerkelijk dogma of is het destijds toch ingesteld omdat het, geestelijk gesproken, zin had?
Antwoord: Dat is ook een heel interessante vraag. Voor mij is het zo dat het kerkelijk – ik mag eerlijke praten nietwaar? Ik weet niet of hier veel katholieken hier aanwezig zijn? – maar het is zo dat het celibaat vele eeuwen terug ingesteld is door de Paus en daar is al zoveel mee – laten we zeggen – gehannest van alle kanten. Het is volkomen onjuist om de mens z’n menselijke eigenschappen te ontnemen. Want het doet veel kwaad en als een mens z’n menselijke eigenschappen mag behouden, dan kan hij evengoed leren zijn geest te laten domineren in de opgang van z’n gedachten tot het goddelijke. Daar is geen celibaat voor nodig, want hiermee zou de voortplanting in het gedrang komen als dat werkelijk nog meer toegepast zou worden of als men het als zonde zou zien. Dat kan niet.
Het celibaat is een gewone kerkelijke instelling, die men dus indertijd heeft ingesteld om de kerk in een positief hoog denkniveau te stellen, maar onbereikbaar. In die periode waren er ook veel mensen die zo dachten. Je mag geweldige eerbied hebben voor de priester, maar natuurlijk als hij werkelijk zichzelf geeft en als hij voor zichzelf het nodig vindt om niet met een vrouw te zijn. Als het om een eigen idee van een priester gaat, dan is dat geweldig. Want dan komt hij boven alle dingen te staan en toch begrijpt hij alle dingen.
Want het is elk mens ingeboren nietwaar om te trouwen. Juist daarom is het belangrijk dat het celibaat toch geleidelijk, heel geleidelijk aan het verdwijnen is, want het doet veel mensen vallen, die dan vervolgens de kerk zondig zijn en eigenlijk een beetje uitgesloten worden.
Vraag: Het is eigenlijk een denkfout, zo’n persoon uit het gewone dagelijkse leven te halen. Want juist binnen het gezin moet je toch altijd al veel weerstanden overwinnen en geduld hebben. Dat is echt moeilijk en als je daar dan buiten wordt gehouden, heb je die ervaringen die je eigenlijk nodig hebt om alle problemen in andere gezinnen op te lossen, juist niet.
Antwoord: Je ziet het goed en dat voorkomt veel rare dingen, tegennatuurlijke dingen. Je begrijpt wat ik bedoel. De lichamelijke spanningen kunnen te groot worden of wat dan ook en dan wordt daar een andere manier voor gezocht. Nee, wij persoonlijk kunnen niet voor het celibaat zijn; we zijn er tegen.
We besluiten deze avond en willen denken aan al degenen die hier niet konden zijn om de een of andere reden. Zegt maar dat wij hen altijd missen, want we horen nu eenmaal een beetje bij elkaar nietwaar?
Wij dragen u allen op aan dat Machtige, aan dat Hoogste, aan dat Goddelijke, als ik dat woord mag gebruiken. Ik spreek niet over God, maar dat Goddelijke, dat eeuwige, dat machtige wat het doel is van onze levens.
Wij dragen jullie op aan al die onzichtbare krachten, die vaak om jullie heen zijn en die jullie een klein beetje in het zicht houden en misschien, waar nodig, een klein porretje geven, als jullie er open voor staan of bent. Ik geloof dat jullie bij moeilijkheden vast moeten vertrouwen op bescherming en hulp. Doe, als je het niet weet, geen dingen die van groot belang zijn.
O machtige Kracht, van Licht en Wijsheid, mogen deze aardse mensen met uw zegen omringd worden en met uw Licht beschenen worden, opdat zij contact hebben met de eeuwige machtige Kracht, die voert tot het volmaakte.
Wordt vervolgd