Categorie archief: tijdperken op aarde

Tijdperken [van de mensheid?] op aarde; hoe lang geleden zijn menselijke gemeenschappen of beschavingen op aarde ontstaan?

‘Zoals zij later in De Geheime Leer verder uiteen zal zetten, stelt Blavatsky in Isis ontsluierd dat de wereld vel ouder is dan door de wetenschappers van die dagen werd aangenomen. Deze kennis ontleende ze aan oosterse geschriften waarin sprake is van een onvoorstelbaar aantal tijdvakken.[i] De Mahâ-kalpa omvat een ontzaglijk aantal tijdperken, die tot ver in de antediluviaanse tijden terugreiken. Dit tijdperk omvat een kalpa of groot tijdperk van 4.320.000.000 jaar, dat als volgt in vier kleinere yoega’s wordt verdeeld:

  1. Satya-yoega      1.728.000 jaar
  2. Tretâ-yoega       1.296.000 jaar
  3. Dwâpara-yoega    864.000 jaar
  4. Kaili-yoega         432.000 jaar

Totaal 4.320.000 jaar, die een Mahâ-yoega vormen; 71 Mahâ-yoega’s tellen 306.720.000 jaren, en daarbij gevoegd een sandyâ (of de tijd van de overgang van dag en nacht, de morgen- en avondschemering), gelijk aan een Satya-yoega, 1.728.000 jaar maakt een manwantara van 4.318.272.000 jaren, waarbij men dan nog een sandyâ, 1.728.000 jaar moet voegen om de kalpa te beginnen, die dan de kalpa of het grote tijdperk van 4.320.000.000 jaar uitmaken. Daar wij nu pas in het Kaili-yoega van het 28e tijdperk van het zevende manwantara van 308.448.00 jaren zijn hebben we nog tijd genoeg voor ons voordat wij zelfs aan de helft van de tijd komen die de wereld is toegekend.

Als dit realistische tijdperken zijn – zoals hieronder aangegeven gegrond op sterrenkundige berekeningen – dan zou in theorie het scheppingsverhaal van Adam en Eva ook hypothetisch denkbaar zijn nadat bovenstaande tijdperken hebben bestaan en zijn verdwenen, zodat de ‘nieuwe’ Adam pas aanwezig bleek te zijn na vernietiging van voornoemde tijdperken. Anders voorafgaande aan bovenstaande tijdperken.

De schrijfster voegt daaraan toe aan deze getallen niet [on?] denkbeeldig zijn maar gegrond op sterrenkundige berekeningen, zoals door een van de geleerden uit haar[ii] tijd werd aangetoond. Deze kennis was ook bij de ouden in het Westen bekend en zou terug te vinden zijn in de geheimtaal van symbolische tekens in het Chaldeeuwse Boek de getallen. Dit werk, dat volgens Blavatsky in gen enkele bibliotheek is aan te treffen, zou een van de oudste hermetische boeken, waarvan het totale aantal onbekend is, zijn. Waarbij we dus via het Oosten weer terug bij Hermes zijn.

[Bron: Jacob Slavenburg, H.P. Blavatsky. 1991; 33]


[i] De wetenschappelijke archeologie heeft hiervan dus nooit bewijzen gevonden. En de geologie heeft die sporen klaarblijkelijk ook nog nooit gevonden of hun meetmethoden zijn daartoe volstrekt onzuiver. Over de vroegste is het dus een kwestie van gissen gebleven.

[ii] Ze noemt hier S. Davis en diens essay in Asiatic Researches.