Categorie archief: monotheisme

´Als de dood in de buurt is, moet je praten over het leven’

Stelling: In onderstaand interview wordt een tegenstelling geschetst, die behalve binnen het joodse geloof ook dilemma’s en worstelingen binnen christendom en waarschijnlijk ook islam bestaan. Ook al wordt in de jihadistische tak van het orthodoxe islam de dood als martelaarschap geïnterpreteerd als je vijanden van Allah om het leven brengt.

Wat bedoel ik met tegenstelling tussen leven en dood; ‘als de dood in de buurt is, moet je praten over het leven’? Bij de monotheïstische godsdiensten zoals joden- en christendom en islam met de alles overheersende en overkoepelende Eén Godheid en eenheidsbewustzijn, wordt op aarde – of beter geformuleerd – binnen de aardse leefomstandigheden een tegenstelling geschapen tussen leven en dood aangezien de dood de ‘grote onbekende’ factor is, waardoor angst voor ‘het onbekende’ bijna vanzelfsprekend naar boven komt drijven. Dat – nuttig te vermelden – in tegenstelling tot de niet-monotheïstische religies zoals hindoeïsme en boeddhisme waar de dood simpelweg de zielsverhuizing naar een volgend leven betekent en dus een overgang naar een volgend leven is, waar je dus niet bang voor hoeft te zijn.

Deze tegenstelling maakt het mogelijk dat je – anders dan binnen spirituele bewegingen zoals de theosofie, waar de dood een geen onbekende maar een feest van elkaar wederom te kunnen begroeten, na een langdurige afwezigheid omdat je een ander leven was ingedoken. Maar die monotheïstische religies maken er een groot probleem van:

“”Er is binnen het jodendom een gebrek aan dogmatische literatuur over het hiernamaals. Er zijn wel speculaties over een oordeel, het paradijs, de essentie van zielen en reïncarnatie. Maar deze ideeën hebben nauwelijks iets met elkaar te maken. Doordat niemand voor eens en altijd duidelijk kan maken wat er na de dood gebeurt, moeten we leren leven met gebrek aan zekerheid. Binnen het jodendom wordt dan ook gewaarschuwd voor de obsessie met het hiernamaals.”

De dood wordt als het ware verpakt in ‘speculaties’ over een oordeel (Dag des Oordeels; wat in alle drie godsdiensten ook anders genoemd had kunnen worden, namelijk een ‘terugblik’ op je afgeronde leven, om te onderzoeken en te analyseren wat er beter had gekund, waarom je bepaalde verkeerde keuzen hebt gemaakt en wat je in je volgende leven beter zou kunnen oplossen.

En de volgende passage is ook interessant: “”Volgens de joodse traditie is het niet de bedoeling om in de dood te investeren, maar in het leven. In het boek vertel ik het verhaal van Myriam die jarenlang in een diepe depressie zat. In die tijd had ze maar interesse in één ding: haar begrafenis.”

Ik ben zelf een esoterisch georiënteerd christen, hetgeen wil zeggen dat ik vast in karma, (re)ïncarnatie en zielsverhuizing geloof – ofwel daar zeker van ben; ik weet dat ik voor de zoveelste keer op aarde ben geïncarneerd en dat dit de laatste keer zal zijn omdat ik met deze ervaring op andere planeten aan het werk zal kunnen gaan. Met andere woorden: voor mij geldt die joodse uitspraak niet om niet in de dood te investeren, want ik investeer wel degelijk in de dood omdat ik bij nu al bezig ben mij voor te bereiden op mijn volgende leven, dat pas komt op het moment dat ik zelf kan besluiten dat ik mijn taak heb afgerond. Dan vertrek ik hier vol vreugde en dankbaarheid omdat ik mijn taken succesvol heb kunnen afronden. Een van die resultaten is dat ik als vrijwillige hulpverlener suïcidale patiënten van hun daad heb kunnen weerhouden omdat ik ze heb kunnen uitleggen dat ze verkeerde opvattingen hadden over de dood: de dood bestaat niet en daarom zullen alle gelukte pogingen op grote teleurstelling uitlopen als de ziel zonder lichaam aan ‘gene zijde’ tot de ontdekking komen data ze nog steeds leven in plaats van hun verwachting aan alles een einde hebben gemaakt. En hier lopen – ter afsluiting – alle mensen die opgroeien onder de genoemde monotheïstische religies – tegenaan. Ze zullen hun denken daarom allemaal moeten ‘resetten’ vanwege dat verkeerde godsbeeld, namelijk dat dood de dood betekent. Het nieuwe inzicht ontstaat op dat moment: er bestaat geen dood en daarom zal iedereen binnen die monotheïstische cultuur ontdekken na een gelukte suïcide dat de dood niet bestaat. Wij zijn als westerlingen die primitieven vergeleken bij culturen met een zielsverhuizing; waar waarschijnlijk ook geen pogingen tot zelfdoding worden ondernemen. Nu de tekst uit Trouw:

Sterven:  interview

Rabbijn Delphine Horvilleur schrijft in haar nieuwe boek over haar ervaringen bij het ondersteunen van nabestaanden. ‘Via verhalen, die vaak gebaseerd zijn op heilige teksten, probeer ik troost te bieden.’

JESSIE EICKHOFF, Katern de Verdieping/Trouw, 6-7-22

Delphine Horvilleur (1974) klopte op eindeloos veel deuren, maar kreeg overal hetzelfde antwoord: “We hebben Talmoed-lessen, maar deze zijn alleen voor mannen.” Een orthodoxe gedachte, die overeenkwam met de normen en waarden van haar eigen familie. “Wat ik jarenlang in Europa en Israël niet kon vinden, bleek wel in Amerika te bestaan”, vertelt Horvilleur. Ze vertrok naar New York om in een groepje van zowel mannen als vrouwen de Talmoed te bestuderen.

Op een dag zat ze in een koffiezaakje in New York met een progressieve rabbijn, een goede vriend van haar. “Waarom word jij geen rabbijn?”, vroeg hij. “Ik begon te lachen, maar hij deed niet mee”, vertelt Horvilleur. “Toen ik me realiseerde dat hij geen grapje maakte, ging er een pad voor mij open.”

Ze stopte met haar werk bij de Franse televisie en haalde in 2008 in New York haar diploma. Sindsdien geeft ze in Frankrijk vanuit de liberale joodse traditie ondersteuning aan rouwende mensen. “Via verhalen, die vaak gebaseerd zijn op heilige teksten, probeer ik troost te bieden.”

U ziet taal als een troostende kracht. Lukt het u dan altijd om de juiste woorden te vinden?

“Niet altijd, het is makkelijk om de plank mis te slaan. We moeten voorzichtig zijn met de taal die we gebruiken. Zeker binnen de religieuze wereld, waarin verhalen als heilig worden gezien. Woorden en vooral verhalen hebben de kracht om te bevrijden, maar ook de kracht om te vernietigen. Dat zien we terug in de geschiedenis. Waar verhalen van hoop en liefde het beste bij mensen naar boven brachten, haalden verhalen van wanhoop en haat het slechtste bij de mens naar boven. Als ik even niet weet wat ik tegen iemand moet zeggen, is stilte de beste taal. Simpelweg laten voelen dat ik zonder woorden aan hun zijde sta.

“Een voorbeeld uit mijn boek, waarin ik niet wist hoe ik moest reageren, is het verhaal van de broer van Isaac. De kleine Isaac was overleden en zijn broer snapte niet waar hij naartoe was. Zijn ouders vertelden hem dat ze hem morgen gingen begraven, maar zeiden ook dat hij naar de hemel was. ‘Nou, dat begrijp ik niet’, zei hij tegen mij. ‘Gaat hij nu naar de aarde of naar de hemel?’ Hiermee schonk Isaacs broer aandacht aan het onvermogen van de volwassenen om hem heen, onder wie ik, de rabbijn. Hoe graag ik ook wilde, ik had niet het vermogen om hem een antwoord te geven. Dit verhaal illustreert de onmacht van taal.

“De dood staat simpelweg buiten de taal. Het enige wat je kunt doen als de dood in de buurt is, is praten over het leven. Het leven koesteren dat was, en het leven van de overledene via herinneringen laten voortduren. Zo vertel ik in mijn boek over de uitvaart van Sarah, een overlevende van de Holocaust. Tijdens de begrafenis vertaalde ik wat haar zoon mij eerder had verteld. ‘Wat een leven heeft ze gehad!’, zei hij huilend na de uitvaart. Hoewel ik hem niets nieuws had verteld, raakte het hem dieper dan ooit tevoren. Door uit iemand anders mond te horen wat hij al wist, leek hij het leven van zijn moeder nog meer te koesteren.”

Wat leert de joodse traditie over het hiernamaals?

“Er is binnen het jodendom een gebrek aan dogmatische literatuur over het hiernamaals. Er zijn wel speculaties over een oordeel, het paradijs, de essentie van zielen en reïncarnatie. Maar deze ideeën hebben nauwelijks iets met elkaar te maken. Doordat niemand voor eens en altijd duidelijk kan maken wat er na de dood gebeurt, moeten we leren leven met gebrek aan zekerheid. Binnen het jodendom wordt dan ook gewaarschuwd voor de obsessie met het hiernamaals.

“Volgens de joodse traditie is het niet de bedoeling om in de dood te investeren, maar in het leven. In het boek vertel ik het verhaal van Myriam die jarenlang in een diepe depressie zat. In die tijd had ze maar interesse in één ding: haar begrafenis. Ze wist op welk nummer ze binnen gedragen wilde worden, hoe groot de boeketten moesten zijn en wie voor hoe lang het woord zou nemen. Dit verhaal laat zien dat wanneer mensen geobsedeerd zijn door wat er na het leven gebeurt, ze stoppen met investeren in het leven.

“In de joodse traditie hoor je dan ook een eenvoudige begrafenis te hebben en is het de grootste eer als in naam van de overledene geld gedoneerd wordt aan een goed doel.”

Hoe krijgt dit vorm in uw eigen leven?

“Eigenlijk verschilt het nogal per dag wat ik geloof. Niet alle dagen zijn hetzelfde. Het is makkelijker om in God te geloven als je de loterij wint dan wanneer het noodlot toeslaat.

“Ik kom zelf uit een familie waarin de dood ons vaak heeft bezocht, die deels bestaat uit overlevenden van de Holocaust. Het ene moment voel ik me verbonden met het traditionele geloof in een hogere macht, de andere keer meer met de heilige banden tussen generaties.

“Tegelijkertijd houd ik van het idee dat ik mijn geloof niet kan benoemen, maar wel op een bepaalde manier in de wereld kan handelen. Hierbij ben ik beïnvloed door de mystici in het jodendom die geloven dat God geen naam heeft.

“Zo is Gods naam in de Bijbel opgebouwd uit vier letters die niemand weet uit te spreken. Als je God daarentegen in het Hebreeuws wilt uitspreken, is het geen zelfstandig naamwoord maar een werkwoord. Mijn daden zijn een getuigenis van het goddelijke. Het is een manier van zijn. Het is een actie in de wereld.”

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1602/articles/1618148/34/1

De tanende macht van de islam vanwege het nog dominerende oude denken en dat is tot de ondergang gedoemd (dl1)

De dubbele macht van Mohammed (Sam Janse, Katern Letter & Geest/Trouw, 26 augustus)

Mohammed vervulde een dubbelrol: als profeet én krijgsheer. Dat moest wel fout gaan, aldus Sam Janse. Maar kan de islam de onzalige verbinding tussen religie en politiek wel doorbreken?

De dubbelrol tussen profeet en krijgsheer is een typische vorm van 3D-denken, aangezien in het rationele denken het een onmogelijke combinatie is, maar de Levensbron maakt geen fouten en dus was het onder de omstandigheden waaronder Mohammed op aarde werd geboren – en op aarde verscheen – onvermijdelijk dat die combinatie zinvol was. Dat valt dus op aarde niet te beredeneren omdat de ratio niet in staat is het goddelijke denken te benaderen.

Dat er vervolgens wordt vastgesteld dat ‘het wel fout moest gaan’, is ondanks het feit dat dit ook een uiting is van modern denken, dat toen niet van toepassing was, wel een juist inzicht aangezien de functie van het profeetschap altijd tegen de gevestigde orde moet ingaan: machthebbers in welke maatschappij of samenleving dan ook zijn egocentrische, machtsbeluste types, persoonlijkheden die daar – de status – eenmaal bereikt, niet meer kunnen loslaten en dus alles in het werk stellen om die macht te handhaven of het liefst verder uitbreiden.

De christelijke geschiedenis in de Middeleeuwen leert waartoe het leidt als kerk en staat één machtsblok vormen en dat de maatschappelijke vooruitgang dan tot stilstand komt. De les is dus dat geestelijke en spirituele macht niet samengaat met wereldlijke macht. Die twee staan haaks op elkaar. De christelijke wereld heeft dat via de Renaissance ontdekt, maar de islamitische wereld heeft die doorbraak nooit bereikt. Dat bood de mensheid twee fundamenteel verschillende ervaringswerelden op en dat hoort bij de leerschool aarde.

# Dat Allah God is en Mohammed zijn profeet, is de kern van de islam. De shahada, de islamitische geloofsbelijdenis, luidt: ‘Ik getuig dat er geen godheid is dan alleen God en ik getuig dat Mohammed de gezant van God is.’

De uitspraak dat de islamitische gelovige getuigt dat er geen godheid is dan alleen God’ duidt op een geestelijke, innerlijke tegenstrijdigheid: er bestaat inderdaad een godheid, omdat dat een betere benaming is dat een persoonlijk bedoelde Bron, want die bestaat juist niet. De ‘godheid’ is kortom in de letterlijke zin een onpersoonlijke benadering van ‘god’ en dus de juiste. De Bron bestaat simpelweg niet want die Bron is geen mens. De Bron is ofwel de hoogste energie ofwel het hele uitspansel tegelijkertijd. Maar dat is in het menselijk denken niet voorstelbaar en daarom blijven alle monotheïstische geloven in dat oude denken gevangen zitten. Daarmee is ook hun toekomst bezegeld: alleen een fundamentele revolutie in hun godsbegrip maakt dat ze het komende tijdperk van Aquarius zullen overleven, maar het vasthouden aan oude dogma’s betekent een stille dood, het afsterven van de bladeren van hun takken in de herfst afvallen.

Dat Mohammed de gezant van de Bron is klopt, zoals ook alle joodse profeten in het Oude Testament gezanten van de Bron waren. Waarom? Omdat deze profeten mediamiek begaafde personen waren die contact met hun innerlijke Bron konden maken en daarmee ook de boodschappers van die goddelijke stem uit de mensheid konden doorgeven. Daarom was Mohammed niet anders en niet anders dan alle eerdere Joodse profeten, zoals ook Jezus een profeet was en geen ‘Enig Geboren Zoon van God’, want dat zijn alle mensen, zoals ook Jezus gewoon mens op aarde was. Hij was alleen een verder gevorderde ziel dan zijn medemensen zodat hij zijn wonderen kon doen en tonen.

https://www.trouw.nl/religie-en-filosofie/profeet-mohammed-vervulde-een-dubbelrol-dat-moest-wel-fout-gaan~a10db9b9/

Wordt vervolgd.

 

Het onderscheid tussen monotheïstische en natuurgodsdiensten

Volgens Wikipedia is het monotheïsme:

Monotheïsme

Deel van een serie artikelen over de

Godsdienstfilosofie

Filosofie

Monotheïsme (van het Grieks μονος (monos): één en θεος (theos): god) is het geloof in het bestaan van één god, in tegenstelling met het polytheïsme waarbij men in het bestaan van meer goden gelooft. Een vroege monotheïst was Amenhotep IV, een Egyptische farao uit de 18e dynastie. Hij schafte alle goden af behalve de zonnegod Aton, waarvan hij geloofde dat het zijn herrezen vader (Amenhotep III) was.

Van de wereldgodsdiensten zijn het jodendom, het christendom en de islam monotheïstische religies. Naar de wel geduide gemeenschappelijke oorsprong of aartsvader Abraham worden ze ook wel Abrahamitische religies genoemd. Ook bepaalde groepen hindoes beschouwen zich als monotheïst. Zoals het christendom de Heilige Drie-eenheid als één god beschouwt, zo zien zij eveneens een enkele god (Brahman) vertegenwoordigd door talrijke menselijke of dierlijke verschijningsvormen. Er zijn nog tal van kleinere monotheïstische religies, zoals brahmanisme en zoroastrisme, en er zijn ook monotheïsten die zich niet tot een georganiseerde godsdienst rekenen.

In Nederland en België wordt de god van het jodendom, christendom en islam met de Nederlandse naam God aangeduid. Ook bij andere monotheïsten is dat meestal gebruikelijk. Vaak wordt door joden ook G’d of JHWH gebruikt en door moslims vaak Allah. Per land kan de naam verschillen of juist overeenkomen; zo gebruiken Arabische christenen eveneens Allah.

De volgende religies zijn voorbeelden van georganiseerde monotheïstische religies:

Bahá’í

Brahmanisme

Christendom

Islam

Jodendom

Zoroastrisme

Sikhisme

Samaritisme

Overig monotheïsme[bewerken]

Het geloof in een enkele god is niet voorbehouden aan georganiseerde religies. Individuen kunnen een dergelijk geloof aanhangen zonder de wens zich bijvoorbeeld bij een kerk aan te sluiten.[1] Tevens zijn er in de geschiedenis voorbeelden te over van volgelingen van een monotheïstisch geloof dat nooit een organisatiegraad bereikte als de bovengenoemde religies.[2][3][4]

Een voorbeeld van een monotheïstisch geloof dat maar weinig georganiseerd is geweest, maar wel een grote invloed heeft gehad en tegenwoordig nog steeds beleden wordt door de inheemse volkeren van Eurazië, is het tengriisme. Dit is het geloof van onder andere de Hongaren, Turkse en Mongoolse volkeren in de hemelgod Tanri. De verschillende volkeren namen redelijk snel het christendom, de islam en het jodendom over, omdat zij geen probleem hadden met het accepteren van een enkele God. Toch zijn in afgelegen gebieden nog steeds mensen te vinden die in Tengri geloven. Interessant is ook dat het geloof in Tengri meestal niets af doet aan het geloof in de krachten van voorwerpen en natuurlijke elementen. In dit geloof gaan animisme, sjamanisme en monotheïsme samen.

Zie ook[bewerken]

God (christendom)

God (islam)

God (jodendom)

Polytheïsme

Theïsme

Henotheïsme

Deïsme

Religie

Lijst van religies

 

God en het Verbond met Israël [Dr. F. de Graaff, Spinoza en de crisis van de westerse cultuur. J.N. Voorhoeve, Den Haag 1977, p.25]

‘God heeft met Israël Het Verbond gesloten. De thorah is Vaderlijke onderwijzing en wegwijzing ten leven. Hierin is geen sprake van gebod, maar de wet is gesteld in deze vorm: “Dat doe je, als je Mijn kind bent.” Wie zo apart gezet is door God[1], weet wat nog onverlost is. Alles wat buiten de volmaaktheid der Thorah is, is onverlost. God Zelf is de bevrijder. Zijn almachtige liefde zal overwinnen. De wereld zal geheiligd worden.[2] Israël zelf is instrument in Gods hand om de wereld te heiligen, d.w.z. te verlossen. Het wordt niet gedwongen. Het verbond is een liefdesverhouding. Israël heeft zijn God leren kennen als “Achad”, enig niet in de zin van het monisme, dat zegt dat God alleen is, maar enig in de betekenis van onvergelijkelijk, unique.

Israëls God is niet de nameloze, die niet aan te spreken is, maar JHWH, dat is letterlijk de uitroep een aanroep “O, Hij”, die ik ontmoet, die tegenover wij is, als geen ander. Of anders uitgedrukt, naar Bubers vertaling: “Ich bin da”, Ik ben bij u, zoals ik bij u zal zijn.

De verbondenheidsrelatie is persoonlijk, maar Israëls God is meer dan persoon, Hij is ook huiveringwekkend verheven, maar het heeft Hem behaagd om een verbond met Israël te sluiten als een voorteken tot Zijn Verbond met Zijn ganse schepping.

[slot]

Natuurgodsdiensten [uit J. Slavenburg, De geheime woorden. Een ontdekkingstocht door vijfentwintig eeuwen gnosis. Ankh-Hermes bv, Deventer. 1996 (3e geheel herziene druk, p.174-175)

‘Onder de duizenden exotische of met elkaar strijdende volksgodsdiensten die sinds de tijd waarop de eerste mensen in staat waren van denkbeeld te wisselen zich hebben verbreid, is er een natie, geen volk … geweest dat niet op zijn eigen manier geloofde aan de onzichtbare God als de eerste oorzaak van de onfeilbare, onveranderlijke wetten, en eveneens aan de onsterfelijkheid van onze geest. Geen geloofsbelijdenis, geen onware wijsbegeerte, geen godsdienstige overdrijving konden dat gevoel ooit vernietigen. Het moest daarom een absolute waarheid als grondslag hebben. (…)

Naslagwerk

Werkstukken? https://www.startpagina.nl/v/religie-spiritualiteit/religie/vraag/18620/monotheisme-ontstaan#antwoorden

Hoe is monotheïsme ontstaan?[3]

7 jaar geleden

Je hebt natuurgodsdiensten, polytheïstische godsdiensten (zoals het hindoeïsme) en monotheïstische godsdiensten (christendom, jodendom, islam). Hoe is monotheïsme ontstaan en waarom heeft het schijnbaar zo’n succes? Zeker als je bedenkt dat de drie bovengenoemde monotheïsmen uit één voortkomen.

Marleen

Zilveren medaille

Aanvankelijk waren bijna alle godsdiensten polytheistisch. Aanbedenen gevreesd werden voornamelijk natuurverschijnselen als onweer, regen, zon, maan, sterren, water, vulkanen, aardbevingen……‘God’ was alles wat je niet begreep en alles waar je geen vat op had.

Bidden, aanbidden, dansen, mediteren, het waren allemaal methoden om te proberen de krachten achter deze verschijnselen te sturen en te manipuleren. Niet dat dat werkte, maar zoals je weet doet geloof wonderen. Als het niet af en toe verrek inderdaad ging regenen na een bepaald dansje, zou de regendans allang zijn uitgestorven voor wij er ooit van hadden gehoord. En vele huidige bijgeloven (zoals afkloppen) zijn nog steeds een beetje van dat type, al nemen we het niet meer zo serieus.

God (of aanvankelijk ook vaak Godin)was de aarde zelf, de Zon zelf, helemaal op de manier waarop mensen dat doen werd alles om de mensen heen ‘vermenselijkt’ of in een menselijk verband gezet. Dat was / is nu eenmaal ons enige referentiekader. In de loop van de geschiedenis leerden we natuurlijk heel veel bij over hoe de natuur en de aarde werken, en kregen we op veel verschijnselen min of meer een soort van controle. Dit moet begonnen zijn in de regio van de vruchtbare halve maan, ten tijde van het ontstaan van de landbouw, zo’n 5000 jaar geleden.

In die periode kwam ook het begrip ‘beschaving’ op. Want waar je voedsel kunt verbouwen, kun je sedentair gaan leven, je bevolking ongelofelijk uitbreiden, waardoor er een vorm van bestuur, wetten en regels nodig worden. Geen kleine stammen meer, maar grote volken met koningen zijn een ‘uitvinding’ uit deze tijd. En toen begon macht een rol te spelen. Van mannen, uiteraard.

Er zijn erg veel theorieën over wie er uiteindelijk op het idee kwam van één God. De mooiste is die van Ahmed Osman, Uit Egypte heb ik hem geroepen. Heel kort : hij plaatst alle bijbelse figuren één op één op (oudere) historische Egyptische koningen. Waarbij de ‘uitvinder’  van de 1-god-theorie uiteindelijk op naam komt van David (Seti I als ik me goed herinner). Zeer plausibel EN vermakelijk.

En inderdaad, alle huidige monotheistische godsdiensten, hebben hun wortels in deze zelfde Egyptische cultuur ; Christendom, Jodendom en Islam. Ze hebben vermoedelijk zo’n succes omdat ze overzichtelijk en eenvoudig zijn, zeer toepasbaar, eenvoudig naar behoefte te interpreteren en derhalve zeer bruikbaar voor het creëren, vasthouden en binden van grote groepen volgelingen.

Bronnen:  www.ahmedosman.com/home.html

Het is makkelijker om je te focussen op één god. Dit lijkt me de meest waarschijnlijke uitleg.

Is overigens maar de vraag of de drie monotheïstische godsdiensten die je noemt strikt genomen ook écht monotheïstisch zijn. Elohim, dat gebruikt wordt in Genesis I wanneer dit in het Nederlands vertaald wordt naar “En God zei” is namelijk meervoud; de Elohim zijn de kinderen van El, de goddelijke patriarch van het pantheon uit die regio. Jahweh, Ba’al, en nog vele anderen waren zijn kinderen, die elk een eigen stam vertegenwoordigden. Waarschijnlijkste verklaring is, dat de stam van Jahweh gewoon de overhand kreeg (iets wat je ook terugvind in de Bijbelpassages, wanneer er geschreven wordt over de veroveringen van het volk van Israël, en hun god ze opdraagt alle inwoners te doden, opdat zij niet geconfronteerd worden met andere goden).

De mens is gemaakt in “ons” evenbeeld. De goden van Egypte zijn gestraft voor de slavernij van Israël. Wie offert aan een andere god zal gestraft worden. Je mag geen andere goden vereren, omdat de god van dit volk een jaloerse god is.

Of een heel duidelijk voorbeeld:

Jozua 24:

2Jozua sprak hen toe: “De HERE, de God van Israël, zegt: ‘Uw voorouders hebben lang geleden ten oosten van de Eufraat gewoond. Zij vereerden andere goden, ook Terah, de vader van Abraham en Nahor.

Hierin wordt duidelijk gemaakt welke god de uitspraak gemaakt heeft, en aangegeven dat er andere goden aanbeden werden. Als er maar één god is, hoeft niet duidelijk gemaakt te worden dat dit de god is die de uitspraak doet.

Ik heb ook ooit ergens gelezen dat Genesis hoofdstuk 1 het verhaal is van “hoe de goden de aarde schaapten”, en Genesis hoofdstuk 2 de uitleg is “hoe onze god ons volk schaapte” – hetgeen zou verklaren hoe het kan dat Adam en Eva slechts twee zoons krijgen, die wel konden trouwen met een vrouw uit het land van Nod, terwijl een letterlijke interpretatie aangeeft dat er op dat moment maar 3 mensen zouden moeten zijn – Adam, Eva, en Kaïn die zojuist Abel gedood had.

Zo zijn er meer indicaties dat het gaat om het vereren van één god uit een pantheon.

[simplynotedible]

Monotheïsme voor de duidelijkheid is het geloof in het bestaan van één God, in tegenstelling met het polytheïsme waarbij men in het bestaan van meer goden gelooft. Een eerste monotheïst was Akhenaten, een Egyptische farao uit de 18e dynastie. Hij schafte alle goden af behalve de zonnegod Aton, waarvan hij geloofde dat het zijn herrezen vader (Amenhotep III) was. Dus dat was het begin.

Van de wereldgodsdiensten zijn het jodendom, het christendom en de islam monotheïstische religies. Naar de wel geduide gemeenschappelijke oorsprong of aartsvader Abraham worden ze ook wel Abrahamitische religies genoemd. Ook bepaalde groepen hindoes beschouwen zich als monotheïst. Zoals het christendom de Heilige Drie-eenheid als één god beschouwt, zo zien zij eveneens een enkele god met diverse verschijningsvormen. Er zijn nog tal van kleinere monotheïstische religies, zoals brahmanisme en zoroastrisme, en er zijn ook monotheïsten die zich niet tot een georganiseerde godsdienst rekenen.

In Nederland en België wordt de god van het jodendom, christendom en islam met de Nederlandse naam God aangeduid. Ook bij andere monotheïsten is dat meestal gebruikelijk. Vaak wordt door joden ook G’d of JHWH gebruikt en door moslims vaak Allah. Per land kan de naam verschillen of juist overeenkomen; zo gebruiken Arabische christenen eveneens Allah.

https://www.startpagina.nl/v/profiel/HFPK

[1] De vraag is of dit zo moet worden begrepen, want mijn intuïtie zegt mij dat het geen kwestie van apart zetten is maar weten wie jij bent want de Bron kent al zijn kinderen. In dat verband krijgt het vervolggedeelte ‘weet wat nog onverlost is’, een andere betekenis want de Bron weet ook welke evolutieweg te nog te gaan hebt, maar je wordt daarbij gesteund als je om hulp vraagt.

[2] Deze uitspraak maakt symbolisch duidelijk dat monotheïstische godsdiensten of religies een hogere dimensie bereiken, namelijk een kosmische universalisme in vergelijking tot natuurgodsdiensten, dat veelal gebaseerd is op voorouderverering en dus geen universalistische dimensie kent. Voorouders verkeren in de regel één of twee dimensies boven ons na hun vertrek van de aarde.

[3] https://www.startpagina.nl/v/religie-spiritualiteit/religie/vraag/18620/monotheisme-ontstaan