Categorie archief: hekserij

Heksenjachten zijn van alle tijden

Daan Ballegeer, Economie & Politiek/fd, 22-8-18

Niet het slechte weer, maar concurrentie tussen het protestantse en het katholieke geloof verklaart de grote heksenvervolgingen van honderden jaren geleden. De brandstapel was een beproefd middel om gelovigen bij de leer te houden, blijkt uit nieuw onderzoek

Als de term ‘heksenjacht’ een reveil beleeft, dan is dat met dank aan Donald Trump. De Amerikaanse president brult en twittert bijna dagelijks dat het onderzoek van speciaal aanklager Robert Mueller naar contacten tussen het verkiezingscampagneteam van Trump en Rusland een witch hunt is.

Het bevestigt de bevinding van Peter Leeson en Jacob Russ van de George Mason University in Virginia dat een heksenjacht boven alles een politieke aangelegenheid is. Voor een studie die deze maand verschijnt in het vakblad The Economic Journal bestudeerden ze meer dan 43.000 rechtszaken in Europa waarin iemand was beschuldigd van hekserij, en dat over een periode van meer dan vijfhonderd jaar.

Zwarte magie

Vooral in de 16de en 17de eeuw was Europa in de ban van de heksenjacht. Tienduizenden vonden de dood na beschuldigingen dat ze zwarte magie beoefenden, ’s nachts rondzwierven als een zwarte kat, of bij volle maan door de lucht vlogen.

Tot nog toe lag de belangrijkste verklaring voor deze dodelijke ijver bij barre weersomstandigheden. Europa beleefde tussen 1570 en 1700 een Kleine IJstijd, en de lagere temperaturen leiden toen tot tegenvallende oogsten en lagere inkomens. Heksen die de velden verziekten waren dan perfecte zondebokken.

Uit de analyse van Leeson en Russ blijkt echter dat die uitleg niet statistisch significant is. Wat wél een uitstekende verklaring blijkt, is de concurrentie tussen het katholicisme en het protestantisme.

Dat zit zo. Na de reformatie die in de 16de eeuw hadden veel christenen de keuze om vast te houden aan de oude leer, of om over te stappen naar de nieuwe vorm. In de strijd om zieltjes boden de twee christelijke strekkingen tegen elkaar op. Daarbij kwam de vervolging van heksen goed van pas. Hoe meer ze er wisten aan te pakken, hoe sterker de boodschap dat ze hun volgelingen konden beschermen tegen de duivel en zijn trawanten.

Revolutionaire stellingen op de kerkdeur

Nu bestonden heksenjachten al langer, maar ze waren toen veel beperkter in omvang. Dat veranderde na 1517, het jaar waarin Martin Luther zich met een hamer en spijkers door Wittenberg spoedde om zijn revolutionaire stellingen op de kerkdeur van de slotkapel te spijkeren. Toen hij weigerde om die op last van paus Leo X te verloochenen, ontstond er een schisma binnen de kerk, en daardoor ook concurrentie tussen de verschillende strekkingen.

Zo probeerden de protestanten om gelovigen te verleiden met lagere prijzen. Tegenover de lijvige reeks van katholieke belastingen en aflaten zetten ze een enkele ‘Bijbelse tiende’. Daarnaast beloofden ze dat hun clerici minder corrupt waren, deden aan publieke dienstverlening en startten met scholen. Op hun beurt openden de katholieken nieuwe scholen, en voerden het aantal zaligverklaringen op om in te spelen op de populariteit van heiligen.

Duizenden toeschouwers

Een van de belangrijkste reclameboodschappen van beide strekkingen was de belofte om de ziel van hun gelovigen te beschermen tegen de duivel. Wie daar het meest geloofwaardig in was, had de grootste aantrekkingskracht. Om hun deugdelijkheid hard te maken, moesten de verschillende religies dus bewijzen dat ze opgewassen waren voor die taak. En wat kon dan beter zijn dan het ontmaskeren van heksen? De publieke executie trok vaak honderden, en soms zelfs duizenden toeschouwers.

Het dodental van de heksenjacht piekte daardoor tussen 1555 en 1650, een periode waarin de katholieken probeerden om met de contrareformatie paal en perk te stellen aan het bekeringssucces van de protestanten.

Twistgebieden

Weinig verrassend lag het aantal slachtoffers fors hoger in de Europese gebieden waar sprake was van grote rivaliteit tussen katholieken en protestanten. In het 17de-eeuwse Europa was dat vooral in Duitsland en Zwitserland. Daar vielen tussen 1300 en 1850 respectievelijk 42% en 35% van de 16.333 slachtoffers van beschuldigingen van hekserij. In Nederland waren er dat alles samen maar 46. Ter vergelijking: in het Beierse Würzburg werden op een enkele dag 400 ‘heksen’ geëxecuteerd.

Omgekeerd telden de strikt katholieke landen Spanje, Italië, Portugal en Ierland samen maar 6% van alle slachtoffers. In de 150 jaar dat de heksenjacht op volle kracht was, stonden 80.000 mensen terecht voor hekserij. De helft van hen eindigde aan een koord, of op de brandstapel.

In de tweede helft van de 17de eeuw nam de heksenjacht gevoelig af, om tegen 1700 bijna helemaal te verdwijnen. De reden daarvoor ligt bij de vrede van Westfalen, die in 1648 een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog, en de religieuze twisten die daar een belangrijke rol in hadden gespeeld. Katholieken en protestanten kregen territoriale monopolies, waarbinnen er dus geen ruimte was voor een concurrent.

Demoniseren

De duivel zijn politieke rol was dan wel flink verminderd, maar toch bleef de Vorst der Duisternis nog lang in de geesten van de Europeanen rondwaren, op de loer om hen te koeioneren en geen minuut met rust te laten.

Het demoniseren heeft de tand des tijds in elk geval moeiteloos overleefd. Zo excelleert Trump in het wegzetten van zijn tegenstanders als bedriegende creaturen. Of het nu gaat om Lying Ted Cruz, Crooked Hillary’ Lying James Comey, Sneaky Dianne Feinstein, Al Frankenstein, Cheatin’ Obama. De lijst is lang. Dat uitgerekend hij spreekt over een heksenjacht, is dus wel heel ironisch.

Kortom, waar de macht van de geestelijkheid en kerk in het geding waren, ontstonden heksenprocessen.

https://fd.nl/economie-politiek/1266038/heksenjachten-zijn-van-alle-tijden