Categorie archief: Goede Vrijdag en Pasen

Jezus graf geopend – wetenschappers doen een ongelooflijke ontdekking: maar onmogelijk!

Heilige plaatsen

Het moderne Israël is de thuisbasis van de meest gerespecteerde heilige plaatsen van het christendom, maar niets is daar belangrijker dan de Heilig Grafkerk, waarvan wordt gezegd dat deze het graf van Jezus bevat. Na eeuwen van verval, waterschade en structurele schade, begonnen wetenschappers in oktober 2016 eindelijk met de renovatie van de tombe. Toen ze voor het eerst in honderden jaren de marmeren plaat optilden, deden ze een baanbrekende ontdekking die nog nooit eerder was gedaan.

Deze ontdekking was ongelooflijk en de wetenschappers waren inderdaad erg trots dat ze deze ontdekking als een van hun beste en belangrijkste konden bestempelen. Het duurde niet lang voordat de media informatie verzamelden over het prachtige evenement en al snel was het nieuws van deze bevinding overal op de nieuwszenders en op internet. Mensen waren verbaasd, ontroerd en zeer dankbaar voor de wetenschappers om zo’n ongelooflijke ontdekking te doen.

*Deze wetenschappers beseffen niet dat het lichaam van deze geascendeerde Meester nooit teruggevonden is omdat het fysiek door deze inwijding gedematerialiseerd werd en dus geen sporen heeft kunnen nalaten.

Raadselachtige link: https://www.soo-healthy.com/nl/38601?utm_source=obr&utm_campaign=000166596f7139c9ae4da73269e07c431c&utm_medium=referral&utm_term=MSN+Netherlands+%28PREMIUM+Header+Bidding%29_MSN+-+NL-NL+-+Edge+Chromium+New+Tab+-+PREMIUM+Header+Bidding&s_id=0004134df93581e7a9e48c4f6d5421d876&cl=v1-194fd8ef2bff3306c275ded0121c71e2-004c1e20bd0aca49120d4e788eb709ce80-my4tmmlggjsdklldgrstaljugftdiljzgjtdgljqmq3ginjymfrtemlbg4&dicbo=v1-194fd8ef2bff3306c275ded0121c71e2-004c1e20bd0aca49120d4e788eb709ce80-my4tmmlggjsdklldgrstaljugftdiljzgjtdgljqmq3ginjymfrtemlbg4

De Kern van Pasen: ‘In de toekomst is incarneren en sterven niet meer nodig’

De kern van Pasen: ‘In de toekomst is incarneren en sterven niet meer nodig’

[Bron: Gabriela en Reint Gaastra-Levin, Jij bent God. p.142]

In de toekomst is incarneren en sterven niet meer nodig

Maria en Jezus: “Sterven is dus een essentiële ervaring voor het openen van je hart. Als jullie hart zich zodanig opent dat jullie in staat zijn om de eenheid tussen het spirituele en het materiële volledig te ervaren, zullen jullie ook in staat zijn om het Goddelijke in jezelf en in alles bewust te beleven. Dan zullen de ervaringen van het incarneren en van de dood niet meer nodig zijn om jullie bewustzijn te verhogen. Dat is het  evolutiepunt waarop de Meesters en Meesteressen van de Witte Broeder- en Zusterschap, waar wij ook deel vanuit maken, zich nu bevinden. Het mogelijk aannemen van een Aardse vorm in relevante situaties of aan contact te maken met bepaalde mensen is voor hen een tijdelijke gebeurtenissen en is niet meer gekoppeld aan de cyclus van geboorte, leven en dood. Dit tussentijds op Aarde verschijnen in een energetisch lichtlichaam, dat ogenschijnlijk grote gelijkenis vertoont met een gewoon menselijk lichaam [vandaar de verwarring bij het graf van Jezus en de ‘tuinman’, jw], kan ook voor allerlei mensen in de toekomst een mogelijkheid gaan vormen. Mensen kunnen dan van de Aardse ervaring genieten, maar kunnen de Aarde tegelijkertijd ook direct loslaten. Sommige Meesters en Meesteressen van de Witte Broeder- en Zusterschap maken regelmatig gebruik van deze mogelijkheid om kanalen op Aards niveau te openen die het uitwerken van psycho-emotionele blokkades bevorderen en om contact te maken met bepaalde mensen onder specifieke omstandigheden. De boodschap die deze mensen dam van de Meesters ontvangen kan  op onbewust niveau verder in hen doorwerken en hen ondersteunen bij het uitwerken van allerlei thema’s, zowel bij individuen als bij groepen.”

Jezus als gewoon mens is even wennen voor gelovigen in het heden … maar briljant én met een fotografisch geheugen

‘Alles wat op aarde gebeurt, is ondergeschikt aan de stuwing die uitgaat van de evolutie en alles wat daarbij behoort. Karma is individueel. Wij zouden moeten zeggen dat Jezus wel ver genoeg gevorderd was om geschikt te zijn voor zijn aardse boodschap, maar dat hij toch nog niet zo ver was dat hij het volmaakte had bereikt, want zonder zonden zijn betekent dat je volmaakt bent.

Er zijn ook wel in de geschiedenis van Jezus verschillende punten aan te wijzen waarop hij wel heel strek zijn gewone mens-zijn demonstreerde. Als we nagaan hoe hij ageerde tegen de farizeeërs, die tenslotte zijn grootste tegenstanders waren, en ook toen hij de tempel reinigde. Dat getuigde van een mens die nog niet helemaal vrij was van zonden, dus een karmische roeping had in zijn aardse leven. Hij zou toch wel gesproken kunnen hebben, maar op een andere manier, namelijk volgens de hogere levenswetten. Door zo te zijn verbitterde hij degenen waar hij zich tegen richtte en dat kan nooit het doel zijn geweest. Op deze wijze kon hij geen licht brengen onder de mensen. Maar wat domineerde was dat hij zijn hoger denken op aarde nodig had, om bewust en in vertrouwen op de hogere sferen, datgene te doen wat hij karmisch als zijn taak had meegekregen [om zijn gevoelens in toom te houden].

Wij zien dus dat de leer ‘Gods Zoon en mensenzoon een dubieuze factor is die – laten we zeggen = niet door de hogere wetten kan worden getolereerd. Ook de leer van Jezus: als iemand u op de wang slaat, keer hem dan de andere toe en zo meer van deze uitdrukkingen, wijst erop dat hij voor zichzelf wel overtuigd was dat het zo moest en niet zoals hij het deed. Toen hij in de tempel stond, zag hij eruit als een echte Jood, die ook daarin zijn godsdienst zag: hij beriep zich altijd op het oude testament. Hij vond het nodig dat steeds opnieuw aan te duiden als een gang van eeuw tot eeuw in zijn evoluerende werking. Hij was een voorstander van de monotheïstische God en alles wat daarbij kwam. Het is dus zo dat hij wel wist hoe het moest en het ook bewust toepaste voor zover het hem mogelijk was. Maar hij werd evengoed als een gewoon mens, geïrriteerd door dat wat gebeurde. Dat bracht hem in opstand. Hij vond, evengoed als ieder ander die daar eerlijk tegenover zou staan, dat de goddelijke liefde moest domineren; dus de kracht van de liefdewet in het leven moest worden gebracht en toegepast.

Als je er een studie van maakt vanuit de evangeliën, kom je tot de conclusie dat Jezus in bepaalde situaties zijn woorden opbouwde om een overbrugging mogelijk te maken tot dit principe. De vraag is dus nogmaals of Jezus een karmisch doel had in het leven, omdat we geneigd zijn te denken: neen, een Zoon van God kent geen karma. Je kunt natuurlijk voor je levenskarma evengoed een doel hebben waaraan je je moet optrekken. Zijn overtuiging was dus gegrondvest op dat wat reeds in hem was opgebouwd in meerdere levens. Zo komen we in de gewone, evoluerende stijgende denklijn. We moeten een goed begrip krijgen over deze dingen, juist omdat die op aarde voor de mensen problemen zijn die in hun geest zijn gegroeid. Als je vast blijft houden aan het principe van de wetmatigheid, dan is er ook voor Jezus geen mogelijkheid om daaraan te ontkomen. Vanuit de hoogste regionen kan nooit een volmaakte geest belast worden om een taak op aarde te hebben, want deze is de aarde geheel ontgroeid en zou daar niet geschikt voor zijn. Zo zien wij dat we moeten leren denken én dúrven denken.

Er zal voor vele mensen die nog op een kerkelijk niveau denken, wanneer zij onze gedachten zouden horen, echt wel iets schrijnends in zijn/zitten, want men denkt immers dat Jezus zonder zonden en zonder karma en harmonisch en als meester in balans naar de aarde kwam. Voor hen die hebben durven denken moet er wel iets teleurstellends in zijn dat zij moeten leren aanvaarden.

De kwestie houdt ook verband met de zin van het lijden. Nu kunnen we dat lijden wel verbinden aan de wet van oorzaak en gevolg. Natuurlijk ligt dat eenvoudig want die wet werkt altijd weer opnieuw, maar het principe van het lijden ligt vaak op een basis waarvan je zegt ‘waarom gebeurt dit mij nou?’. Wij kunnen ons voorstellen dat iemand die als een slecht mens heeft geleefd en daardoor in de gevangenis komt, na dit leven aan gene zijde tenslotte tot de gedachte komt ‘dat had ik toch maar niet moeten doen’.

Er zijn zoveel vormen van lijden. Als individu is men geplaatst in een leven en in dat leven heb je de taak om een deel van karma te verwerken en verder op te bouwen. Nu komt daar dat lijden, waar men niets aan kan doen. Het is dus voorstelbaar dat vele mensen dan opstandig worden en zich afvragen: waarom is dat zo? De les die daaruit te trekken valt is dat er ook een Wet van Acceptatie, van leren ‘accepteren zoals iets op je levenspad komt’, bestaat. Dat karma is absoluut individueel. Het is een groot probleem om dat karma in jezelf te leren achterhalen.

Je kunt wel zeggen dat Jezus door zijn meerdere kennis – zie tweede helft onder ‘fotografisch geheugen’ – in diepst van zijn wezen meebracht, absoluut bewust was van dat karma. Als een mens, die zeker ook fouten maakte. ‘Wie is immers zonder fouten in dit leven?’.

Vandaar ook die enorme strijd, dat vreselijke lijden. Ten eerste al door de hogepriesters, dan door Pilatus en door zijn gang naar Gethsémané. Er bestaat een lichamelijk en een psychisch lijden, wat we niet geheel van elkaar kunnen scheiden. Zo komen we voor de vraag te staan of Jezus wel zijn karma zover kende dat hij wist dat het hierop zou uitlopen. Nog afgezien van de vraag of alles precies zo is gegaan zoals het beschreven staat in het nieuwe testament. Er bestaan wel dubieuze factoren vanwege de meerdere evangeliën en zoveel meningen, zoveel onbewezen zaken. Wel weten we zeker dat Jezus geleefd heeft en zijn boodschap heeft gebracht omdat de evangeliën niet geschreven hadden kunnen worden. Dat is een afdoende argument ter bewijs.

Al deze dingen leiden vaak tot zeer gecompliceerde beelden voor een mens, die wil uitmaken hoe hij houvast zou kunnen krijgen.

De achtergrond van karma is iets dat je diep in je ziel hebt meegebracht. Karma is een lange lijn, een rijgen van beelden aan belden in je denkwezen, waardoor je uiteindelijk tot een ontwikkeling komt, waaraan je niet kunt ontkomen. Je kunt wel zeggen dat je niet geïnteresseerd bent, en daarom weigert eraan mee te doen. Zo redeneren velen op aarde.

Het meest interessant is de vraag in hoeverre Christus zijn leven karmisch beleefde of niet. Zoals aangetoond blijkt uit verschillende punten in zijn punten in zijn leven duidelijk dat hij gewoon als mens heft geleefd en dat zijn roeping geleidelijk vanuit zijn zielewezen tot bewustzijn kwam. Totdat hij de drang voelde een eigen richting te gaan, een eigen weg in te slaan, zijn eigen beelden vanuit zijn diepste wezen te volgen en in woorden tot de mensheid te brengen. Dan komen, zoals men kan zeggen, de consequenties. Wij vragen dan waarom Jezus door Gethsémané moest gaan. Dan kunnen we zeggen en antwoorden dat het karmisch was, maar het is beter om ons te bepalen tot het standpunt dan ook Jezus de zin van het lijden moet leren verstaan, waar hij altijd anderen heeft geholpen en genezen. We moeten allemaal als mens immers alles doorleven, ook het lijden in alle fasen van het leven.

Waarom moest Jezus uiteindelijk dan aan het kruis komen te hangen? Waarom moest hij in het Hof van Gethsémané waar die beker hem werd voorgehouden, zijn discipelen slapend vinden? Deze mens Jezus was karmisch tot dingen in staat, die vele mensen hem niet zouden nadoen. Jezus heeft in zijn aardebestaan getoond alleen maar mens te zijn. Dit is niet kleinerend bedoeld, want het woord ‘mens’ heeft immers een goddelijke betekenis. De mensen denken te klein van zichzelf, van de mens. Dit zou niet zo moeten zijn. Er staat geschreven in het boek over de Schepper; God schiep de mens. Zo was de gedachte over al die krachten, die werkingen, die door de tijden heen, het menselijk wezen vormden. Mozes zag in zijn verhaal over Adam en Eva, het begin van een nieuw tijdperk.

Zo wordt de zin van het lijden hiermee wel niet verklaard, aangezien elk mens zijn eigen moeilijkheden kent om zijn eigen lijden te doorworstelen. Elk mens moet immers tot het weten komen. Daartoe werken alle wetten mee, ook die van oorzaak en gevolg. Maar in de gang van het leven, die elk mens moet gaan, is het toch altijd de karmische achtergrond, waarvan de stuwende kracht uitgaat, die daartoe de wet van oorzaak en gevolg in werking stelt. Ik geloof dat het zo wel iets meer begrijpelijk is geworden. Logischerwijs is het begrijpelijk geworden omdat het doel beter zichtbaar is geworden. Maar het dogmatische denken werpt een schaduw over dit alles heen, want de mens wordt dan op een doodlopend spoor gebracht. Met dat dogma is er niets meer begrijpelijk en telt de logica ook niet meer mee. Het is immers ontstaan uit het menselijk brein en niet uit de schepping zelf. Sterker nog: de dogmatische gedachte kon nooit ontstaan zijn uit de gang van hoger denken omdat vanuit een God van Liefde dit niet mogelijk is.

Het dogma ter afsluiting, stelt alleen de vraag vóór of tégen Christus en dat kan niet. Als je op die wijze Christus in het middelpunt plaatst, dan sta je er volkomen naast. Christus is een deel van de kracht, zoals er andere delen van de kracht bestaan. Jezus heeft zijn roeping volbracht, zoals ook alle andere profeten die in de menselijke geschiedenis hebben bestaan, hun roeping hebben volbracht, zoals ook Mohammed met zijn levende contacten met Allah, om een gevoelig voorbeeld te noemen in deze tijden van scherpe polarisatie tussen de westerse christelijke wereld en de islamitische.

Jezus moest voor zijn eigen karma aldus de zin van het lijden uit eigen ervaring doormaken en zo begrijpen, waardoor hij gelouterd van zijn aardebestaan zou kunnen terugkeren naar hoger leven, naar een hogere sfeer dan waar hij was, voordat hij tot die roeping kwam. Hierin zit een zekere logica en als je zo durft te denken en dus los van die oude principes – men kan immers geen nieuwe wijn in oude zakken doen – dan ontstaat verruiming in ons denken. Dan ga je Jezus zien zoals hij werkelijk was.

Zo kunnen we concluderen dat Jezus inderdaad op aarde was gekomen om zijn boodschap, maar in de eerste plaats voor zijn karma, want karma gaat altijd voor. Karma is dominerend, zonder meer. Dit moeten we vasthouden. Dat karma is een machtig iets dat in de menselijke ziel is neergelegd. Daarin werken krachten die dwingend zijn en daarmee wordt het begrijpelijk dat Jezus alleen maar door zijn eigen moeilijkheden in Gethsémané kwam waar hij die vreselijke teleurstelling moest ondergaan dat degenen die hem volgden, ook zijn discipelen, hem in de steek lieten. Want dat kan niet anders dan een groot deel hebben uitgemaakt van zijn strijd in Gethsémané als je zelfs door één van je discipelen wordt verraden.

Het is dus duidelijk dat Jezus nooit Gods Zoon kon zijn in de betekenis die het dogma daaraan geeft. Daarom moeten die dogma’s worden afgebroken voordat de nieuwe tijd aanbreekt, want die belemmeren onze geestelijke groei. Die banden moeten worden verbroken en alleen zo komen we tot een universele religie die de religie van de Liefde kan worden genoemd. Verkeerd gericht denkleven wordt dus geleidelijk aan uitgeschakeld. Ook de christelijke leer in orthodoxe richting, zoals dat ook geldt in islamisme in orthodoxe beleving en soortgelijke stromingen in andere wereldgodsdiensten. Pas dan zal liefde tot de naaste – buiten de huiselijke sfeer van het eigen gezin om – tot een ware harmonie, vrede en contact met de eigen innerlijke goddelijke energie kunnen komen, vanuit de geestelijke opstanding van Pasen. [Meester Psycho, 7-4-1971]

Tweede paasdag, 2 maart 2018

Jezus met zijn briljant verstand en fotografische geheugen blijkt uit de tekst van het boek Aquarius Evangelie van Jezus de Christus door Levi Dowling:

DEEL V
De woning van Jozef. Maria onderwijst haar zoon. De grootouders van Jezus geven een feest ter ere van Jezus. Jezus heeft een droom. De uitlegging daarvan door zijn grootmoeder.

HOOFDSTUK 16: 3 De joodse profetische boeken waren een genot voor hem, en toen hij zeven jaar oud was behoefde hij de boeken niet meer te lezen, want elk woord was in zijn geheugen gegrift.

HOOFDSTUK 17 Jezus spreekt met de rabbi van de synagoge van Nazareth. Hij levert kritiek op de bekrompenheid van het joodse denken.

NU WAS HET ZO, DAT RABBI Barachia van de synagoge van Nazareth, Maria hielp bij het onderwijs van Jezus.

2. Op een morgen na de dienst in de synagoge zeide de rabbi tot Jezus, die stil in gedachten verdiept zat: Welke is de grootste van de tien geboden?

3. En Jezus zeide: Ik zie geen ‘grootste’ in de tien geboden. Ik zie een gouden koord dat door alle tien geboden gaat, het samenbindt en hen één maakt.

4. Dit koord is liefde en het hoort bij elk woord van alle tien geboden.

5. Als iemand vol liefde is, kan hij niets anders doen dan God aanbidden, want God is liefde.

6. Als iemand van liefde vervuld is, kan hij niet doden; hij kan niet valselijk getuigen; hij kan niet begeren; hij kan niet anders doen dan God en mens eren.

7. Iemand die van liefde vervuld is, heeft geen enkel gebod nodig.

8. En rabbi Barachia zeide: Uw woorden zijn gekruid met het zout der wijsheid, dat van boven is. wie is de leraar die u deze waarheid geopenbaard heeft?

9. En Jezus zeide: Ik weet niet dat een of andere leraar deze waarheid voor mij ontsloten heeft. Het komt mij voor dat waarheid nooit ontsloten is geweest; dat zij altijd open was, want waarheid is één en is overal.

10. En als wij de vensters van onze zielen ontsluiten, zal de waarheid binnen komen en in ons blijven; want waarheid vindt haar weg door iedere spleet, door ieder venster, door iedere open deur.

11. De rabbi zeide: Welke hand is sterk genoeg om de vensters en de deuren van de ziel te openen, opdat waarheid kan binnenkomen?

12. En Jezus zeide: Het komt mij voor dat liefde, het gouden koord dat de tien geboden tot één samenbindt, sterk genoeg is om elk menselijke deur te openen, zodat de waarheid kan binnenkomen en bewerkt dat het hart kan begrijpen.

13. Die avond zaten Jezus en zijn moeder tezamen en Jezus zeide:

14. De rabbi schijnt te denken dat God partijdig is in de behandeling van de mensenkinderen; dat joden bevoorrecht en gezegend zijn boven alle andere mensen.

15. Ik kan niet begrijpen hoe het mogelijk is dat God zijn gunstelingen heeft en toch rechtvaardig kan zijn.

16. Zijn samaritanen en grieken en romeinen niet evengoed kinderen van Eén-Heilige als de joden?

17. Ik denk dat de joden on zichzelf een muur gebouwd hebben en zij niets zien van dat wat aan de andere zijde van de muur is.

18. Zij weten niet dat daarbuiten de bloemen bloeiden; dat aaitijden en oogsttijden niet alleen voor de joden zijn, maar ook voor iedereen.

19. Het zou goed zijn als wij deze barrière konden neerhalen, zodat de joden konden zien dat God andere kinderen heeft, die even rijk gezegend zijn.

20. Ik moet het joodse land verlaten en mijn verwanten in andere streken van mijn vaderland leren kennen.

HOOFDSTUK 18 Jezus op een feest in Jeruzalem. Is bedroefd over de wreedheden van de offerpriesters. Doet een beroep op Hillel, die het met hem eens is. Hij blijft een jaar in de tempel.

HET GROTE FEEST VAN DE joden was aangebroken en Jozef, Maria en hun zoon en vele van hun verwanten gingen op naar Jeruzalem. Het kind was 10 jaar oud.

5. En Jezus zeide: Wilt u zo goed zijn mij te vertellen wanneer God afgekondigd heeft, dat zonden uitgewist zijn door een of ander soort offer?

6. Zeide David niet dat God een offer eist voor zonde. Dat het op zichzelf reeds zonde is om brandoffers voor zijn gelaat te brengen als offeranden voor zonde? Zei Jesaja niet hetzelfde?

7. De priester antwoordde: Mijn kind, je bent buiten jezelf. Weet jij meer van de wetten van God dan alle priesters van Israel? Dit is geen plaats voor jongens om hun geestigheid te demonstreren.

8. Maar Jezus sloeg geen acht op zijn schimpscheuten; hij ging naar Hillel, hoofd van het Santhedrin en zeide tot hem:

9. Rabbi, ik zou u gaarne willen speken; ik ben ontdaan over deze dienst op het Paasfeest. Ik dacht dat de tempel een huis Gods was waar liefde en goedheid wonen.

11. Kan een mens vriendelijk en rechtvaardig zijn en tevens vervuld van wreedheid zijn?

12. Een God die behagen schept in offerande, in bloed en verbrand vlees, is niet mijn Vader-God.

13. Ik wil een God van liefde vinden en gij, mijn meester, gij zijt wijs en u kunt zeker vertellen waar die God van liefde te vinden is.

14. Maar Hillel kon het kind geen antwoord geven. zijn hart was vervuld van sympathie, hij riep het kind bij zich; legde zijn hand op zijn hoofd en weende.

15. Hij zeide: Er is geen God van liefde en jij zult met mij meegaan, en hand in hand zullen wij voortgaan en die God van liefde vinden.

16. En Jezus zeide: Waarom moeten wij heengaan? Ik dacht dat God overal was? Kunnen wij niet onze harten reinigen en wreedheid uitdrijven en iedere slechte gedachte en van binnen een tempel maken waarin de God van liefde kan wonen?

17. De meester van het grote Sanhedrin voelde zich alsof hij zelf het kind was en dat vóór hem de rabbi de meester van de hogere wet stond.

HOOFDSTUK 19 Jezus op twaalfjarige leeftijd in de tempel. Heeft met de hoge wetgeleerden verschil van mening. Leest uit een boek een profetie voor. op verzoek van Hillel verklaart hij de profetie.

Wordt vervolgd