De ziel en de functie van de ziel voor de mens

In dit voorwoord van deze site wil ik stilstaan bij levensvragen in het algemeen, maar ook in bijzonder met betrekking tot het Aquariustijdperk, dat in dit boek centraal staat en waaraan we nu sinds 2012 begonnen zijn, en levensbeschouwelijke vraagstukken in het afgelopen Vissentijdperk. In dat tijdperk en vooral de laatste vijftig jaar – grofweg sinds de jaren ’60 en ’70 – is onze westerse samenleving en dan speciaal Europa geseculariseerd. Dat blijkt heel duidelijk uit het onderstaande citaat:

‘Maar waarom hebt u dan met ‘ons’ contact opgenomen?


– Zielen van de hoogste bewustzijnsniveaus stellen vast dat nu de tijd rijp is om aan de Aarde nieuwe kennis door te geven over wat mensen zelf kunnen doen aan hun zielenheil.
Wat we zelf kunnen doen aan ons zielenheil?


– Hoe de mens zelf zijn ziel kan verheffen.


Moeten we dan iets specifieks aan onze ziel doen?


– Bewust worden waarom de ziel op Aarde is, en dan zorg dragen voor die ziel. Daarvoor zijn nieuwe inzichten nodig.


U zei aan het eind van de vorige sessie dat ons leven een Hemel op Aarde zou worden als we meer volgens onze ziel leven. Wat bedoelt u daarmee?


– Als een ziel incarneert in een lichaam om mens te worden, is die mens zeer druk bezig met zich enerzijds aan te passen aan de vereisten van de wereld. Anderzijds probeert hij de wereld om te vormen naar zijn behoeften en wensen. Het is wel spijtig dat hij daarbij vergeten is hoe hij zijn ziel kan gebruiken.


Maar als we mens geworden zijn, hebben wij toch geen ziel meer nodig! Wij hebben dan hersenen en een verstand, waarmee wij leren vat te krijgen op de ons omringende wereld en waardoor wij ons kunnen waarmaken. Vanaf het moment dat we dood gaan en onze hersenen afsterven, zal de ziel wel weer haar functie overnemen en ons voertuig zijn in de geesteswereld.


– Meen jij dat echt zo?


Natuurlijk. Mijn zelf zit tijdens mijn leven op Aarde in een lichaam en tijdens mijn verblijf in de geesteswereld in een ziel.


– Merkwaardige stelling. En wat doet jouw ziel dan tijdens je verblijf op Aarde?


Weet ik veel. Die rust dan uit, in afwachting om haar functie bij de dood weer op te nemen.


– Leuke gedachte, denken alle mensen zo over de ziel?


Dat weet ik niet, maar ik denk dat de mensen die geloven in een ziel, ervan uit gaan dat die ziel tijdens het verblijf op Aarde gewoon in rust is. Daarom sta ik ervan te kijken als u beweert dat wij die ziel op Aarde moeten gebruiken. Ik heb geen benul van wat ik daarmee zou kunnen doen.
(…)

Dit is dus een perfecte beeld van het huidige beeld dat de gemiddelde mens op aarde heeft van de ziel en dat past ook bijna naadloos aan bij het Vissentijdperk, waarin het geestelijke doel van het leven bijna geheel uit zicht is verdwenen. Bijna, maar niet algemeen, aangezien spirituele mensen zich juist daarop gestort hebben vanwege hun afkeer van het materialistische leven van de gemiddelde mens vandaag de dag.

Het Aquariustijdperk dat in dit boek centraal staat, is echter een spiritueel tijdperk en dat betekent dus dat de levensvragen – zoals: wat is de zin en het doel van het leven op aarde? – weer volop in de belangstelling komt. En niet alleen ‘in de belangstelling’, maar centraal. Spiritualiteit wordt de dominante factor, zoals het materialisme de dominante factor was in het Vissentijdperk.

En dit kan voor de huidige generatie aardemensen geen verrassing zijn omdat het duidelijk is dat alle onderdelen van onze huidige maatschappij – politiek, economie, levensbeschouwing en kerkelijke instellingen – allemaal in een identiteitscrisis verkeren, tot in het traditionele gezin aan toe.

Daarom is het citaat zo’n prachtig voorbeeld van de instelling ‘Weet ik veel!’ als het over de ziel gaat en om levensvraagstukken: Waarom ben ik op aarde? Wat kan ik hier leren? Bestaat er een ziel in de mens en waartoe leidt dit leven op aarde? Is en leven na de dood, en zo niet, waarom niet? Zo ja, wat moet ik mij daarvan voorstellen? En zo bestaat er nog een eindeloze reeks van vragen, die eigenlijk bij iedereen wel leven, maar waar alleen in heel vertrouwelijke omgeving over van gedachten wordt gewisseld. Maar in deze geseculariseerde wereld is het eigenlijk bon ton geworden om atheïst te zijn, dan wel op een humanistische wijze door het leven heen te gaan, en soms ook wel door het leven heen te worstelen.
Gijsen maakt in zijn boek duidelijk dat de ziel een centrale plaats gaat krijgen in het bestaande, maar nog vage, in de nabije toekomst veel duidelijker geworden Aquariustijdperk, dat dan een tijdperk van vrede en harmonie zal zijn. Maar deze innerlijke vrede en harmonie kunnen niet zonder samenwerking met de ziel ontwikkeld worden. Zielenkunde staat daarmee ook centraal op deze site.

Lichtkinderen

‘Vele kinderen die nu reeds in incarnatie zijn kennen deze mogelijkheden, zij weten wie zij waren in een vorig leven. Zij kennen hun opdracht. Zij lezen de gedachten van hun ouders. Zij zijn intuïtief begaafd, maar zijn evenzeer intelligent. Ze hebben deze mogelijkheden omdat zij appelleren aan de nieuwe tijd, de energie van solaire kracht die reeds nu op aarde werkzaam is. Ze appelleren aan de energie waar de gehele aarde, de mensheid, nu steeds meer in zal verkeren, niemand uitgezonderd. U moet zich niet voorstellen dat er dan op aarde alleen maar vrede zou zijn, alleen maar harmonie, alleen maar goede mensen. Vanzelfsprekend zullen het yin en yang bestaan, zullen er grote tegenstellingen zijn, omdat de mens onveranderd haar vrije wil behoudt. Velen van u zullen elkaar terugvinden en ook bewust weten wanneer men in nieuwe incarnaties is in de nieuwe tijd, dat men reeds in deze tijd waarin men nu verkeert een energie heeft opgebouwd of een eenheid van verbinding. Een groepsenergie die men toevoegt aan het hoger bewustzijn gaat nimmer verloren. Velen van u zullen begrijpen dat deze tijd waarin u leeft, voor u, maar ook voor de aarde, belangrijk is omdat juist nu de fundamenten worden gelegd en kunnen worden gelegd voor de nieuwe tijd. Uw taakstelling in de groepsenergie is om juist verdieping en eenheid te creëren zoals u mediteert van hart tot hart, om uit deze verdieping en eenheid bewustzijn en informatie te verkrijgen vanuit het hoger bewuste. Wanneer het in uw Hoger Zelf stabiel is, zult u met uw manifestatie op aarde in staat zijn deze informatie uit te dragen naar andere mensen van goede wil die op uw pad worden gebracht. U zult de behoefte hebben op geestelijk terrein te werken met healing en genezing van andere mensen. U zult zien dat de krachten van de schaduw zich tegen u keren. Probeer nu hen van uw pad af te houden, ze zullen u gedachten geven die u laten twijfelen. Iedere overwinning daarop mag u voor uzelf zien als inwijding, als een nieuwe stap naar het Licht en het bewustzijn. De broeders van de schaduw zullen zeer zeker weten dat u, wanneer u zich op het pad begeeft van ontwikkeling, zoals u ook reeds in uw vorige incarnaties hebt gedaan, door twijfel, door uw omgeving, de mensen die u liefheeft, kunt gaan twijfelen aan uw mogelijkheden, aan uw taak, aan uw karma, aan uw opdracht. Zij zullen u, door die twijfels, willen afhouden van de weg die u kunt gaan. Zij weten dat ieder mens de vrije wil heeft en kan kiezen. Zij weten dat zij die keuze kunnen beïnvloeden. Zij zullen niets nalaten u van het pad der ontwikkeling af te houden. Het is belangrijk om vast te houden aan uw opdracht, aan uw karma, het karma van uw groep, die gericht is op verdieping, eenheid, harmonie en intuïtief bewustzijn en dit als groepsenergie te verbreiden naar mensen die zich aangetrokken voelen tot uw groepsenergie, die zich willen scharen als mensen van goede wil in de ontwikkeling. U hoeft deze mensen niet te zoeken, ze zullen automatisch naar uw groep worden toegetrokken door de uitstraling en energie.’

[Lanto (2003), p.39-40]

Aarde en omwenteling

‘Moeder Aarde, de planeet van ons fysieke dualistische bestaan, is hevig in beroering. Vele rampen en klimatologische veranderingen vinden plaats. De aarde zoekt naar evenwicht, balans, en haar inwijding, omwenteling is dan ook aanstaande. Atlantis zal herrijzen. Continenten zullen verdwijnen.

Alle rampen en klimatologische veranderingen die plaatsvinden, zijn een definitief afscheid van ruim vijfentwintigduizend jaar energie die de mensheid heeft gebracht op aarde. De natuurrampoen in het westelijk deel van de wereld (Amerika, Zuid-Amerika) hebben te maken met het beëindigen van de fase van de ondergang van Atlantis.

Om te transformeren naar een hoger gebied, een hoger bewustzijnsniveau, moet de aarde, in het Aquariustijdperk, de negatieve elementen van zich afschudden, en wel door een enorme verschuiving van de aardas. De energievelden tussen de noordpool en de zuidpool zullen veranderen. Dus de polarisatie verandert. Vele landen zullen niet meer bestaan. Een derde van de mensheid zoals die nu bestaat, zal nog slechts aanwezig zijn. De technologie waarop de mens zich nu verlaat, zal niet meer bestaan.

Bij de huidige ontwikkeling van de elektronica, computers en verder, is sprake van een hernieuwde energie van technologie, afkomstig uit het Atlantische tijdperk. Het biedt de mogelijkheid tot het wereldwijs uitwisselen van informatie, de mogelijkheid tot groei naar een wereldbroederschap. Een eerste stap naar het Aquariustijdperk.

In het nieuwe tijdperk, het Aquariustijdperk, zullen op aarde nieuwe vormen van leven ontstaan. Maar ook de mens zal transparanter zijn, intuïtiever, en zich beter bewust van haar taak op aarde. De verregaande ontwikkeling van de communicatietechnologie is dan niet meer nodig. Communicatie vindt dan plaats door middel van gedachtenkrant.

Alle elementen op aarde streven naar evenwicht en balans. Maar ze zullen nooit balans vinden omdat dán juist de aarde niet meer [?] in beweging is. Het streven naar balans en evenwicht houdt voor de mens groei in en voor de aarde evolutie. Doordat er constante beweging is op aarde, is er groei voor de mens. doordat er constante beweging is in de mens, is er groei voor de mens. Door de paren van tegenstellingen die evenwicht proberen te vinden, is er groei.

Paren van evenwicht zullen pas dán ontstaan wanneer alle elementen in balans zijn en alle tegenstellingen zijn opgeheven. Juist dán kan er harmonie ontstaan. Wanneer er harmonie is, is de groei volbracht. Dan is er kosmisch bewustzijn en heeft men het pad van incarnatie en reïncarnatie volbracht.

Bij het streven van de aarde om alle elementen in evenwicht te brengen is sprake van een wetmatigheid: iedere omwenteling is een stap om weer een hogere vorm van een cyclus in evenwicht te brengen.

De aarde kent echter ook allerlei verschillende kleinere vormen van cycli die evenwicht willen nastreven. In de aarde, de elementen, de mensheid, de dierenwereld en de plantenwereld vindt een enorme beweging en groei plaats. De beweging is in alles vertegenwoordigd. Juist alles wil in evenwicht komen. Of het ooit evenwicht zal vinden, zal afhangen van de leerschool van de aarde voor de mensheid en voor alles wat is.
Er is streven naar evenwicht, er is evolutie in verschillende situaties, vanuit verschillende niveaus, zowel geestelijk als materieel. De evolutie is in alles. De evolutie vindt plaats door het streven naar evenwicht van alle elementen, van alles wat is.

De aarde heeft reeds vele evolutieprocessen gekend. Het zal echter nog miljoenen jaren duren voordat de aarde zich heeft opgeheven en zal zijn overgegaan naar het Kosmisch Licht.’
[Lanto (2003), p.17-18]

Op basis van deze tekst kan een samenvattende, samengebalde kosmologie worden opgemaakt; samengesteld omdat alle in de loop der menselijke geschiedenis geformuleerde kosmologieën nu kunnen worden samengevoegd: het Leven uit zich in het Uitspansel, het Heel AL, de Kosmos en dat bestaat uit drie onderdelen:

De Geest, de Fijnstoffelijke en de Grofstoffelijke Werelden.

Deze laatste categorie is voor ons bekende hele planetaire stelsel, van ons zichtbare zonnestelsel en wat zichtbaar wordt via telescopen: de Melkweg en vele andere nevels en sterrenstelsels die voor ons zichtbaar en bekend zijn.

De Geest is het rijk der Goddelijke Ideeën, het rijk der Goddelijke Schepping, en dit rijk uit zich in het Geestenrijk, en vervolgens de Fijnstoffelijke en Grofstoffelijke werelden. De fijnstoffelijke en grofstoffelijke zijn nodig voor de ontwikkeling, groei en evolutie van onbewuste wezens op weg naar volkomen bewustzijn.

Het Geestenrijk wordt bestuurd door de hoogste geesten, de scheppende geesten, de Elohim en andere goddelijke Energieën, zoals ook de Aartsengelen. Dit zijn allemaal en stuk voor stuk energieën van de hoogste lichtfrequenties. De 12e dimensie. Terwijl wij aardelingen ons bevinden in 3e dimensies, die grofstoffelijk is en daarmee wordt bepaald door trage lage lichtfrequenties. Wij verkeren in de lage 3e dimensie vanwege onze relatief jonge ziel. Maar op aarde is een leefklimaat ontstaan waarin alle 3e dimensionale zielen door elkaar leven en dat is voor de beginnende ziel even moeilijk als voor de gevorderde ziel die gevorderd is tot aan het eind van de 3e dimensie en na dit leven op aarde de overstap maakt naar de 5e dimensie. De 4e dimensie kan namelijk ook aanwezig zijn onder de 3e dimensionele mensheid. Dat zijn de paranormaal begaafde mensen, hoewel er geen verband noodzakelijk is tussen paranormaliteit en gevorderde geestelijk ontwikkelingsniveau. Vele paranormale zielen kiezen ervoor om ervaring op de doen met paranormale gaven zonder dat er al een geestelijke rijping is ontstaan. Opdat dan fouten kunnen worden gemaakt, waaruit weer geleerd kan worden.

Onder fijnstoffelijke levensvormen op aarde worden veel in aanleg 4e dimensionale mensen gerekend worden (het duidelijkste voorbeeld van een 4e dimensionele mens was Jezus, die via Zijn laatste inwijding aan het kruis via de Opstanding en Hemelvaart de 5e dimensie binnenkwam) kunnen ook het rijk der elfen, kabouters en nimfen, om een drietal te noemen.

Uit deze tekst van Lanto wordt ook duidelijk dat vliegende schotels fijnstoffelijke ruimtevoertuigen zijn en dus behoren de bemanningen van deze ruimtereizigers tot de fijnstoffelijke werelden en dat zijn dus werelden van hoger geestelijk niveau dan de aarde. En dat betekent dan tevens dat bezoekende ruimteschepen allemaal – zonder uitzondering hogere wezens zijn dan wij zijn – en dat ze met intenties van harmonie en vrede in onze omgeving reizen. Omdat wij het Aquariustijdperk ingaan, zullen we in staat zijn contact met deze fijnstoffelijke wezens op te bouwen en ons door hen te laten adviseren. En deze fijnstoffelijke beschermen ons ook tegen de grofstoffelijke ruimtebewoners die, zoals in het verleden met zijn galactische oorlogen, de strijd om de aarde inmiddels hebben verloren. Dat is echter nog geen algemeen bekend of geaccepteerd feit en daarom ontstaat een heel geruchtencircuit in de (sociale) media dat angstgedachten op aarde wil voeden. Maar de universele broederschap van ons universum betekent met het ingaan van het Aquariustijdperk ook dat alle ons omringende planeten de ontwikkelingen op de aarde tijdens deze transformatie of transitie nauwkeurig volgen opdat er geen ongelukken gebeuren die het Goddelijke Plan kunnen doorkruisen. Zoals gebeurde tijdens de ondergang van Atlantis, zoals genoemd in de tekst. Een menselijk ras zonder emotie betekent dus ook een ongebalanceerd volk, dat door het gebrek aan balans tussen gevoel en verstand een 3e dimensionele mensheid was, hoe hoogbegaafd ook. Met alleen hoogbegaafdheid kom je er niet.

Het eeuwige leven

‘Vanaf de selecte amoebe verandert het Goddelijke Beeld nooit. Het beheerst de ideale en volmaakte vorm en geeft die volmaakte vorm onveranderd door aan elke nieuwe cel die in de totale vorm gecreëerd wordt. Zo bezit elke cel van de lichamen van het gehele menselijke ras niet alleen het volmaakte beeld van de Opperste Intelligentie, maar is dit ook. Zo hebben we het onomstotelijke bewijs dat de mens of de mensheid de goddelijke, opperste intelligentie is, die God is, de Overwinnende Christus, de Godmens, het resultaat van het volledige verbond van de Drie-eenheid. Elk zaadje bevat werkelijk het nauwkeurige beeld van dat wat het voort zal brengen.’

[Baird T. Spalding, De Meesters van het Verre Oosten, p.619]

Esoterische informatie wordt gemeengoed

Uit de sessie van 4 februari 1993

In een vorige sessie sprak u van een, in onze tijd, sterk toenemende karmische activiteit van individuele zielen. Het doorwerken van hun karma betekent een grote belasting voor de aarde, die immers de materie moet leveren voor hun incarnatie en daar de wrijving van ondergaat. U zei dat dit noodzakelijk is om de aarde in het komende Aquariustijdperk te voeren en dat die overgang niet anders dan via catastrofes kan gaan. Hoe moeten wij ons die catastrofes voorstellen en welke verantwoordelijkheid hebben wij ten aanzien van die catastrofes?

“U begrijpt dat de informatie die wij geven, esoterische informatie is die gemeengoed zou kunnen worden in de algemene gedachtegang van mensen. U zou kunnen zeggen dat de materie eerst verbrand moet worden voordat het zich kan verheffen, maar dat geldt ook voor het bijproduct van de catastrofes die hebben plaatsgevonden in de afgelopen tijdperken, via vele beschavingen, via vele individuen, door groepen en landen en door oorlogen gevormd. Dit alles zal getransformeerd moeten worden, voordat een nieuw tijdperk kan worden binnengegaan. Anders zouden de restanten van deze gevormde energieën zich nog blijven manifesteren in het nieuwe tijdperk. Het is belangrijk dat de oude ballast zich, qua energie, gaat transformeren. De enorme krachtenvelden die zijn blijven liggen via verschillende tijdperken, zullen zich, voordat het nieuwe tijdperk inluidt, moeten verheffen of getransformeerd moeten worden. Hiervoor moet, en dit is overdrachtelijk bedoeld, de aarde branden en daardoor zal de aarde zich kunnen transformeren.

Hiervoor zijn aspecten nodig die in staat zijn schijnbaar het negatief te veroorzaken, waardoor de aarde zich kan verheffen. De, voor de mens ogenschijnlijke catastrofe, gebeurtenissen zijn eigenlijk een verheffing, waardoor de aarde een nieuwe baan, een nieuwe vorm en een nieuwe verheffing kan binnengaan. Op deze wijze is de mens in de nieuwe tijd in staat zich te verbinden aan een nieuwe energie die harmonieuzer verdeeld is. Catastrofes zijn er niet om de mensheid te straffen, de mensheid straft zich enkel zelf. Niet God roept de vernietiging over de aarde uit, de mens doet het door zijn eigen energie. Niet alleen de mens van nu die op dit moment geïncarneerd is, is verantwoordelijk, maar ook de mensheid die zij zelf is en aan zichzelf is voorgegaan, is verantwoordelijk. Al deze energie zal niet anders dan getransformeerd kunnen worden, is het niet in de huidige vorm, dan zal het zijn op het moment van de climax van de omwenteling. Naarmate de mens in staat is veel energie, veel ballast, veel frequentie te transformeren, naar die mate zal de omwenteling minder, althans voor de mensheid, shockerend zijn.

De verandering van de polarisatie rond de aarde, de verandering van het krachtveld rond de aarde, zijn nodig om een nieuwe basis te creëren, waarin de geestelijke spirituele mens zich in het nieuwe tijdperk beter kan vormen. Wanneer de aarde zich op een andere wijze polariseert, kunt u zich voorstellen dat er grote veranderingen in de zwaartekracht, in de natuurlijke energieën die u nu vanzelfsprekend vindt rond de aarde, in de mogelijkheden van de mens zich hierin te bewegen. De geest staat dan in een andere verhouding tot de materie en andersom. U begrijpt dat deze grote verandering in vorm en vervorming, vele veranderingen voor de mensheid inhoudt. Het is onvergelijkbaar en voor u niet voor te stellen wat er gaat gebeuren. Maar let wel, het menselijk leven, het aardse leven, de dualiteit, het groeiproces voor de mensheid op aarde, gaat nimmer verloren. Er zullen velen stoffelijk, fysiek ten onder gaan tijdens de omwenteling, maar er zullen ook velen nieuw geboren worden in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.”

[Lanto (2005), p.220-221]

Fossiele brandstoffen

Wat zijn de gevolgen van het verstoren van de aardkorst door boringen naar fossiele brandstoffen en het delven van waardevolle gesteenten en metalen?

“De verbinding die de mens naar de aarde en naar de minerale wereld maakt, schaadt, zoals alle exploitaties van de aarde, zeer zeker de wezens die deze krachtvelden bewaken. Men schaadt zeer zeker ook de materie, men schaadt in feite Moeder Aarde die, in al haar energievormen, een levend orgaan is. Vanuit de verschillende gelaagdheden heeft zij verschillende structuren die elkaar instandhouden. De aarde wil in haar vorm steeds in evenwicht zijn.

Het is zo dat de aarde op een bepaalde wijze steeds weer in contact wil komen met de mens in harmonie en evenwicht. De mens en de aarde hebben in die zin een grote gelijkenis. Indien men bij de mens iets verstoort, wil het lichaam zich genezen of weer met zichzelf in evenwicht komen. Zo is het ook met de aarde. Indien men iets uit de aarde neemt, zal de aarde met zichzelf in evenwicht willen komen, wil zij harmonie hervinden. Dit is een natuurlijk, automatisch proces. Daarom is het schade toebrengen aan de aarde door exploitatie van welk mineraal of andere organische stoffen dan ook, in feite een aanslag op de harmonie van de aarde.

Vandaar dat ook deze krachten na de omwenteling in harmonie zullen komen. Dit betekent dat tijdens de omwenteling ook alle verbindingen die de aarde heeft gehad en die in het verleden door de mens zijn verstoord, zichzelf weer in harmonie willen brengen. Door de verschuiving van de aardas zal de aarde zich puur grofstoffelijk weer in harmonie willen en gaan brengen. Deze verschuiving van de aardas zal evenzeer invloed hebben op de geestelijke verworvenheden, op de geestelijke uitstraling van de mens en op de geestelijke hoedanigheid en manifestatie van de mens. Dit houdt direct in dat, zoals in eerdere antwoorden gesteld, de mens reageert op de veranderende constellatie van de aarde ten aanzien van het universum, de planeten en de sterren.”

[Lanto (2005), p.227-228]

Ontstaansgeschiedenis mensheid volgens Peter Ruppel (deel4)

De scheppergoden van de homo sapiens

‘De geschiedenis van de homo sapiens klinkt eerst als een mooi, gefantaseerd sprookje. Een van de bekendste auteurs over dit onderwerp is Zecharia Sitchin; de hier volgende geschiedenis is volgens hem op hetzelfde soort kleitabletten geschreven als die in Mesopotamië zijn gevonden. Sitchins beschrijvingen worden bevestigd door de mythen en oude geschriften van vele volken. Ook wetenschappelijke historische onderzoekers erkennen en aanvaarden zijn stellingen steeds meer.

480.000 jaar geleden kreeg onze planeet bezoek van de bewoners van de vreemde planeet Nibiru. Deze planeet was door zijn zwaartekracht door onze zon ingevangen en gold daarmee als de twaalfde planeet van ons zonnestelsel. Bij deze telling worden zon en maan, die licht geven, als planeet meegeteld.

Nibiru wordt in de literatuur vaak ‘planeet X’ genoemd. De ‘X’ wordt in wiskunde gebruikt voor de onbekende die gezocht moet worden. ‘X’ betekent bij de Romeinen ‘10’, wat ook op Nibiru van toepassing is, want als we de zon en de maan niet meetellen, hebben we samen met Nibiru tien planeten.

Nibiru draait om de zon in een zeer langgerekte ellips, die de zon als een van de twee brandpunten heeft. De omlooptijd van Nibiru moet 3600 jaar zijn. Dat kunnen we helaas niet verifiëren omdat onze waarnemingshorizon te kort is.

Zijn bewoners waren op zoek naar nieuwe levensruimten. Ze zochten vooral goud, dat ze nodig hadden om hun planeet te beschermen. Deze had bij de laatste oorlogshandelingen aanzienlijke schade opgelopen aan zijn atmosfeer. Die schade kon met goudstof worden hersteld. In Mesopotamië en later in het zuiden van Afrika vonden ze grote voorraden. Vanwege die goudvoorraden besloten ze langer op aarde te blijven. Hun eerste nederzettingen stichtten ze in het mondingsgebied van de Eufraat en de Tigris.

De bevolking van de planeet Nibiru vormde een bont geheel omdat veel gestrande wezens en ook enkele verdreven reptiloïden na de laatste galactische oorlog op Nibiru waren opgenomen. Het vorstenhuis van Nibiru en zijn familie, de Annunaki, hebben op onze aarde enkele sporen nagelaten.

Het opperbevel was in handen van een eerbiedwaardige oude man, An geheten. In zijn aderen stroomde het genetisch onverdunde blauwe bloed van de koningin van Vega, de geboorteplaats van de hominiden. An had twee zonen, Enlil en Enki, en een dochter, Ninhursag. Alle drie kinderen leefden op onze aarde en hebben geschiedenis geschreven (zie bijlage 1[1]).

Enlil, Enki en Ninhursag zijn natuurlijk niet de enige nakomelingen, maar ze zijn wel de hoofddragers van de erfelijkheidslijn en de dominerende persoonlijkheden. De Annunaki waren altijd heel actief in het verwekken van nakomelingen. Ze waren ook niet erg monogaam en zelfs met incest hadden ze weinig problemen.[2] An had deze drie kinderen bij drie verschillende vrouwen.

De moeder van Enlil is Antu. Antu is tegelijkertijd de halfzuster van haar man An. Ze geldt als hoofdvrouw omdat ze draagster van de koninklijke Lyriaanse bloedlijn is. ‘Koninklijk’ heeft hier betrekking op de zuiverheid van het erfelijke materiaal. Enlil was dus de drager van het koninklijke erfelijke materiaal. Hij is echter niet de eerstgeborene.

De eerstgeborene is Enki en zijn moeder is Dramin. An had Dramin als vrouw genomen om de relaties met het drakenvolk te verbeteren. Dramin was namelijk een drakenkoningin. Enki komt dan ook uit twee heel verschillende ontwikkelingsstammen.

De moeder van Ninhursag is Rayshondra, die van de Plejaden afkomstig is. In haar aderen stroomt het bloed van wezens uit een ander, ons niet bekend melkwegstelsel. Ze stamt uit de twee volken die aan de oorspronkelijke schepping van de mens hadden meegewerkt. Rayshondra zelf had op de Plejaden al een goede reputatie verworven. Ze war daar een gerenommeerde genetische arts.

De schepping van de mens

Enki hield zich voornamelijk bezig met de winning van goud in Zuid-Afrika. Enlil had tot taak het nederzettingsgebied in Mesopotamië op te bouwen. Dat verliep allemaal volgens plan totdat de mijnwerkers in de goudmijnen in opstand kwamen omdat ze het werk te zwaar vonden.

Toen besloten de Annunaki de inheemse aardebewoners voor dat werk te gebruiken. De lokale bevolking stond op zo’n laag geestelijk niveau dat ze niet geschikt voor dat werk was. Daarom kwamen de Annunaki op het idee hun intelligentie door genetische ingrepen en kruisingen te verhogen.

Na een paar mislukte pogingen slaagden ze erin een inheemse bewoonster en een Annunaki te kruisen. vermoedelijk werd er een in-vitrofertisisatie verricht en gebruikten ze voor de zwangerschap een draagmoeder. De nakomelingen waren onvruchtbaar, zoals bij hybride kruisingen vaak het geval is. Daarom probeerden ze aardmensen te ‘telen’ die zichzelf konden voortplanten.

Ook dat lukte pas na vele fiasco’s. de nieuwe aardeburger kreeg royaal het beste erfelijke materiaal mee op zijn weg. Dat wordt in het Oude Testament (Genesis 1:26-27) als volgt beschreven:

‘Laat ons mensen maken als ons evenbeeld, dat op ons lijkt. (…) God schiep dus de mens als zijn evenbeeld.’

Dit is het geboorte-uur van Adam of Adapas, zoals hij in het Sumerisch heet. Dit was zeker niet een individuele mens, zoals in de Bijbel wordt beschreven, maar een hele teelt met aansluitend een selectie van de beste exemplaren die voor de verdere teelt werden gebruikt.

De schepping van Eva heeft ongeveer als volgt afgespeeld (Genesis 2:21-23)”

‘Toen liet God, de Heer, de mens in een diepe slaap vallen, zodat hij insliep, nam een van zijn ribben en vulde de plaats met vlees. God, de Heer, bouwde uit de rib die hij van de mens had genomen, een vrouw en leidde haar naar de mens. En de mens sprak: Eindelijk is dat been van mijn been en vlees van mijn vlees. Vrouw moet ze heten want ze is uit een man genomen.’

Dus een perfecte in-vitrofertilisatie met het zaad van Adam om een homogene en compatibele genetica van de kant van de vrouw te garanderen. Enkele Bijbelplaatsen komen met deze achtergrond in een heel ander licht te staan en worden op die manier ook veel begrijpelijker.

De zaaddonor van Adam zou Enki geweest kunnen zijn. Zijn moeder was Dramin, die haar reptiloïde drakengenen aan haar zoon had doorgegeven. De donor van de eicel was beslist een inheemse aardbewoonster. Genetisch deskundige bij deze genetische manipulatie was Ninhursag, die ook de rol van draagmoeder op zich nam.

Dit scheppingsproces was geen eenmalige gebeurtenis. Het is in de loop van meerdere duizenden jaren voortdurend herhaald. En het was ook niet beperkt tot het gebied van Mesopotamië.[3]

De homo sapiens werd door de scheppergoden op meerdere klimatologisch gunstige en centraal gelegen plaatsen geschapen. In het zuiden van Afrika (het huidige Namibië, Botswana en de Republiek Zuid-Afrika) werd het negroïde ras verder ontwikkeld. In Meso-Amerika (het huidige Mexico) werden de rode rassen, de oerbewoners van Amerika, geteeld en het mondingsgebied van de Gele Rivier (tussen Beijing en Shanghai) werd gekozen voor het creëren van de gele rassen. In India, preciezer gezegd in het mondingsgebied van het Indusdal (nu gedeeltelijk Pakistan) werden de witte rassen op het niveau van homo sapiens hoogwaardig geteeld. Daar ligt de oorsprong van het Indo-Germaanse ras, waartoe ook de Europeanen behoren.

Hoogstwaarschijnlijk heeft dit zich ongeveer 200.000 jaar geleden afgespeeld. Met het optreden van de cro-magnonmens als de eerste homo sapiens, ongeveer 50.000 jaar geleden, was deze ontwikkeling – we kunnen beter zeggen schepping – afgesloten.

De antropologische archeologie kent slechts heel weinig vondsten van voor de cro-magnonmens, buiten enkele spaarzame restanten van de neanderthaler, die meer dan een miljoen jaar oud moeten zijn. Als er dus tussen de neanderthaler en de cro-magnonmens inderdaad geen aantoonbare ontwikkelingsstap is geweest, zou dat een aanwijzing kunnen zijn dat de evolutie van de mens door een ingreep van buiten is versneld.

Toen de genetische uitrusting van de mens door de ingrepen van de Annunaki compatibel met hun eigen erfelijke aanleg was gemaakt, kon een vermenging van beide beschavingen op brede basis plaatsvinden. Deze vermenging werd bevorderd door de temperamentvolle voortplantingsdrift van de Annunaki.

Onze mythen en verhalen zijn vol berichten over godenhelden die met aardse vrouwen paarden. Ook de Bijbel vertelt over de Nefilim, die uit de hemel kwamen en de mensenvrouwen mooi vonden. Deze berichten moeten we niet als gefantaseerde verhalen afdoen. In Genesis 6:1-2 lezen we:

‘Toen de mensen zich over de aarde begonnen te verspreiden[4] en er dochters geboren werden, zagen de godenzonen hoe mooi de mensendochters waren, en ze namen er de vrouwen uit die hun bevielen. ‘

Onderzoekers die zich met de geschiedenis van de Annunaki hebben beziggehouden, hebben gewoonlijk hun helden uit de menselijke mythologie met de stamboom van de Annunaki kunnen identificeren. Volgens dat onderzoek is de Egyptische god Ptah identiek aan Enki, zijn zoon Dumuz stemt overeen met de figuur Osiris en zijn geliefde Isis zou in de stamboom van de Annunaki Inanna zijn, een kleindochter van Enlil.

Koning Gilgamesj was een man die het eeuwige leven van de goden probeerde te krijgen. In hem stroomde het bloed van de koninklijke Annunakiu omdat hij in de erfopvolging van Enlil stond. Hem was als eerste mens het recht op eeuwig leven in het vooruitzicht gesteld, wat het woonrecht op Nibiru zou hebben betekend. Het Gilgamesj-epos vertelt heel uitvoerig over zijn strijd, die hij verloor omdat hij nog geen toegang tot Nibiru kon krijgen.

Een andere, positieve gewaardeerde persoonlijkheid is Thot (bij de Grieken Hermes Trismegistos). Hij staat erom bekend dat hij zijn kennis aan de mensen heeft doorgegeven. Thot werd door zijn broer Marduk uit Egypte verdreven, waarna hij de oversteek naar Midden-Amerika maakte (volgens Jelaila Starr in het jaar 3113 voor onze tijdrekening). En daar werd hij door de oerbewoners vereerd als de Gevederde Slang. Deze benaming herinnert weer aan Hermes, de Romeinse boodschapper der goden met slangenstaf en veren vleugels. De Azteken noemden hem Quetzalcoatl en de Maya Kukulkan. De kalenderkennis in Midden-Amerika gaat heel waarschijnlijk op hem terug.

Verdrijving uit het paradijs

De mensen hadden vrijwel dezelfde vermogens als hun scheppers. Wat de scheppersgoden op hen voor hadden, was onsterfelijkheid. Absoluut onsterfelijk waren ze ook niet, maar vergeleken bij de mens waren ze wel zo te noemen.[5]

Ed hadden ook het voordeel dat ze zich op de planeet Nibiru konden terugtrekken, zoals de Sumerische mythologie vertelt. Daar verbleven ze eerst in het binnenste van de planeet, zodat de niet blootstonden aan de snel oud makende kosmische straling.

De mensen kregen na verloop van tijd vrijwel dezelfde geestelijke vermogens als hun scheppers [hetgeen logisch is, want dat zit in menselijk-DNA, jw). De scheppers werden dan ook bang dat ze door hun eigen scheppingen overvleugeld en verdreven zouden worden als hun technische en geestelijke vooruitgang maar door zou gaan.[6] De mensen streefden naar kennis en inzicht. Dit streven wordt in de Bijbel beschreven met het beeld van het eten van de appel van de boom der kennis.

Daarom werden de mensen uit het paradijs verdreven.[7] Vanaf toen moesten Adam en Eva in het zweet huns aanschijns brood verdienen en hun kinderen onder pijnen baren. Het leven, dat toch al zwaar was, werd toen nog vele maken zwaarder.

De slang die Eva een appel van de boom der kennis gaf, is al sinds de oertijd het symbool van Enki. Op hem ging ook de Broederschap van de Slang terug, een geheim genootschap dat een handjevol mensen uit elke generatie in echte kennis inwijdde. Hier vinden we de voorlopers en geestelijke vaders van de geheime genootschappen die ook in onze tijd nog steeds de touwtjes in handen hebben.

De bouw van de toren van Babel

Gebeurtenissen waarover de Bijbel vertelt, werden vaak pas vele jaren later opgetekend, zodat de auteurs als bron alleen de mondelinge verhalen hadden van mensen die het gebeurde zelf niet hadden meegemaakt. Veel feiten werden ook verkeerd doorgegeven en volgens de wensen van de toenmalige machthebbers beschreven.

Wat zou de geschiedenis van de toren van Babel te betekenen hebben? Hoogstwaarschijnlijk niet, zoals nu wordt gezegd, dat de mens heel bescheiden moet zijn en niet al te grote doelen moet nastreven.

De situatie in de toenmalige wereld was troosteloos. Een ‘van bovenaf’ gereguleerde voorziening van de bevolking met voedsel en woonruimte of zelfs hulp en verpleging bij ziekte bestonden gewoon niet.

In het begin hadden de Annunaki zelf de regering en de macht in handen, waarbij ze zeer willekeurig optraden.[8] Later werd de regeringsmacht gedelegeerd aan collaborateurs die in hun heerszucht hun vorsten probeerden te overtreffen.

In Egypte heersten de farao’s, die gesteund werden door een corrupte priesterstand.[9] De machtigen achter de machtigen in dat land leken wel veel op mensen, ze waren mentaal zeer sterk en buitengewoon intelligent, maar ze hadden gezichten van dieren. Op elke tempelwand en op elke stèle in Egypte zijn deze wezens nu nog te zien: Ra (Marduk bij de Annunaki) had de kop van een valk. Horus had ook de kop van een valk, Seth (Sati/Satu) had de kop van een ezel, Thot (Ningiszida0 die van een ibis (een watervogel met een lange gebogen snavel). En in China kwam een koningsdynastie op de troon die de veelbetekenende naam Drakentroon droeg.

De bouw van de toren van Babel was de mislukte poging tot opstand van de mensen tegen hun heersers en hun onderdrukkers. Er wordt niet verteld hoe deze opstand verliep en wat de eigenlijke aanleiding was. Er wordt alleen iets over de totale mislukking gezegd. Net als nu was het toen gebruikelijk dat als opstanden verijdeld en ‘in de kiem gesmoord’ werden, in de geschiedschrijving de echte feiten worden achtergehouden en verdraaid. De draconische straffen en de gevolgen worden wel beschreven om toekomstige navolgers te ontmoedigen. Het was een poging van de onderdrukten om zich van hun meedogenloze heersers te bevrijden.

Vermoedelijk hebben aan dit complot ook enkele Annunaki meegewerkt die de mensen goedgezind waren. de mensen deden in intelligentie niet onder voor de scheppergoden, maar ze hadden niet zo’n hoge levensverwachting als hun goddelijke kwellers[10] en ze beschikten ook niet over de nietsontziende volharding die voor een succesvolle opstand nodig zou zijn geweest. Wat er toen precies is gebeurd, weten we niet. In de Bijbel wordt alleen verteld dat de bouw van de toren door een van de scheppergoden hoogstpersoonlijk is beëindigd. Als straf voor hun hoogmoed verwarde hij de talen der volken, zodat ze elkaar niet meer konden verstaan.

De opstand was mislukt en de vermogens van de mensheid werden beperkt zodat ze niet meer op het idee zouden komen ooit nog zoiets te proberen.

Wat moeten we onder ‘verwarring van talen’ of ‘beperking van vermogens’ verstaan? Genetisch gesproken werd aan aanzienlijk deel (97 procent) van het DNA stilgelegd, zodat de mensen niet meer aangesloten waren op de kennis en de vermogens van hogere dimensies. Het resterende potentieel was veel te gering om de levenstaken nog aan te kunnen. Nood en ellende bij de een en uitbuiting en onderdrukking door de ander waren voorgeprogrammeerd. Het gaat hier om een ongehoorde intrige die nog steeds met alle middelen buiten de openbaarheid wordt gehouden.

Als je dit nu leest, moet je proberen je woede en agressie niet op de Annunaki of hun opvolgers af te reageren. Blijft rustig. Ten eerste zouden de machthebbers nooit hun macht hebben kunnen bereiken en die ook niet hebben kunnen misbruiken, als een hogere instantie daar geen toestemming voor had gegeven. En ten tweede moet je jezelf niet als slachtoffer zien, want ieder slachtoffer heeft op hoger niveau met dit machtsspel ingestemd om op een dag de verdiensten te kunnen oogsten die met deze rol verbonden zijn.

De mensen hebben zich in de oertijd bereid verklaard een groot deel van hun goddelijkheid op te geven, want alleen daardoor is het spel van macht en machtsmisbruik mogelijk geworden.[11] Daarbij waren ze zich ervan bewust welke grote kans voor een verdere ontwikkeling aan hen en de volgende generaties geboden werd.

En deze toestand zal niet lang meer duren, want de mens staat vlak voor een bewustzijnstransformatie zoals nog nooit is beleefd op deze planeet aarde of zelfs in ons melkwegstelsel.

De activering van ons DNA zal een belangrijke rol spelen. In het volgende hoofdstuk zal ik de maatregelen beschrijven waarmee we de DNA-activering kunnen bevorderen en versnellen. Daarbij beroep ik mij op de informatie die het medium Jelaila Starr, een Amerikaanse, heeft ontvangen. Volgens haar eigen mededelingen is ze een bode van de planeet Nibiru, een van de planeten waar de scheppergoden vandaan kwamen.

Het bestaan en de geschiedenis van de planeet Nibiru is zeer omstreden en ik wil in deze kwestie noch een pro-, noch een contra-standpunt innemen. Jij, lezer, moet zelf een oordeel vormen. ‘Nibiru’ is overigens een woord uit het Sumerisch. Deze taal kent samengestelde woorden, die uit meerdere logogrammen (schrifttekens) bestaan, waaruit de betekenis volgt. In een Sumerisch woordenboek heb ik het volgende gevonden:

Het teken ‘NI’ betekent ‘eigendom, iets persoonlijks’, ‘BI’ betekent ‘wonen, waarin men past’ en de lettergreep ‘RU’ is te vertalen als ‘verwant, gelijke in rang’. ‘NI.BI.RU’ betekent dus ‘de eigen plek waarop men met zijn gelijken woont’.[12]

 

[1] Genealogie van de AN.UNNA.KI [zuivere bloedlijn]

AN oo Dramin (Nimul, drakenkoningin)

è  En.ki (Ptah, Elohim, Jehova)

o    Marduk

o    Du.muz (Osiris)

o    Ningiszida (Thot, Hermes, Trismegistos, Mercurius, Kukulkan, Quetzalcoatl)

o    Ziusudra (Noach, Uranus, Jupiter)

o    Adapa (Adam, eerste homo sapiens, ontstaan door genetische ingrepen, moeder Ninhursag)

oo = ‘trouwt met’; -> ‘nakomeling’

[2] In de niet-westerse wereld, zoals Azië (Pakistan) is incest heel gebruikelijk.

[3] Deze ‘aanname’ kan inderdaad als waarschijnlijkheid worden beschouwd aangezien deze buitenaardsen ook in staat waren reizen naar de aarde te ondernemen. Zij waren dus technisch op veel hoger niveau dan de huidige generatie mensheid.

[4] In mijn bijbel staat niet ‘verspreiden’, maar vermenigvuldigen en dat past ook beter in deze context. En in plaats van ‘bevielen’ staat er ‘wie zij maar verkozen’.

[5] Als deze zin beoordeeld wordt naar huidige maatstaven van 3e en hoger dimensioneel leven, dan dient allereerst de opmerking te worden gesteld dat ieder mens onsterfelijk is in zijn ziel, maar dat het ontwikkelingsstadium dat in de 3e dimensie verkeert nog een evolutie naar de hoogste (12e?) dimensie noodzakelijk maakt om bewust eeuwig te leven. Aldus kan de vraag worden gesteld of de scheppergoden zich in de 5e, 6e of 7e dimensie bevonden en bezig waren met het scheppen van dat nieuwe wortelras dat toen als nieuwe zielenwezens hun evolutie begonnen.

[6] Dit is daarentegen volkomen onlogisch omdat op dat hogere dimensionale niveau helemaal niet meer en polariteiten – zij tegenover wij – gedacht wordt; het 3e dimensionele menselijke leven van dit moment maakt dat er vanuit dualiteit wordt geleefd en gedacht!

[7] In het huidige spirituele jargon betekent dit dat de levenscyclus in de 3e stoffelijke dimensie een aanvang neemt en het Rad van Wedergeboorte moet worden doorlopen.

[8] Met het gebruik van ‘willekeurig’ wordt duidelijk dat deze Annunaki zelf ook nog in geestelijke zin nauwelijks gevorderd waren en hooguit op de 4e of 5e dimensie leefden; willekeurig regeren betekent immers schending van levenswetten.

[9] Dit moet dus betrekking hebben op de latere Egyptische dynastieën.

[10] De aanduiding ‘goddelijke kwellers’ moet een symbolische projectie zijn aangezien goddelijke kwellers een innerlijke tegenstrijd idee is. Goden zijn geen kwellers, maar Liefde. Alleen hieruit kan al worden afgeleid dat deze ‘kwellers’ niet op een goddelijke frequentie leefden.

[11] Zie mijn eerdere opmerking over de weg van de dualiteit.

[12] Deze betekenis maakt mogelijkerwijs iets anders ook duidelijk: in de spirituele literatuur wordt aangegeven dat onze planeet aarde de enige in ons universum is waar ook ‘ongelijke’ mensen – in geestelijke zin – wonen, d.w.z. dat de aarde een leefsfeer met een gemengde orde, waarin zowel beginnende zielen leven naast zeer gevorderde zielen, die bij wijze van spreken tegen hun ‘Verlichtingsmoment’ aanzitten. Deze gemengde orde op aarde maakt het leven veel moeilijker dan op andere planeten, waar geestelijk of spiritueel ‘gelijken’, dus met dezelfde geestelijke ontwikkeling wonen. Kortom: de planeet Nibiru mist het gemengde karakter van de menselijke samenleving die wij op aarde kennen.

Ontstaansgeschiedenis mensheid volgens Peter Ruppel (deel3)

Geboorteland en oorsprong van de mens

‘Het geboorteland van de mens, of nauwkeuriger gezegd de hominiden, de vroege mensachtige vormen, was niet de aarde. Het lag in het sterrenstelsel Vega [ook Wega genoemd, jw] in het sterrenbeeld Lier (Lyra). In heldere zomernachten is het sterrenbeeld Lier met Vega hoog aan de hemel te zien. Vega is een van de helderste sterren en staat op een afstand van 24,4 lichtjaren van ons zonnestelsel. […]

Waar komt de kennis van de evolutie vandaan?

Schriftelijke notities over de geschiedenis van de mensheid bestaan pas sinds de laatste vijfduizend jaar. We hebben slechts heel weinig archeologische vondsten uit de periode daarvoor tot aan de zondvloed, die naar schatting vijf- tot vijftienduizend jaar geleden heeft plaatsgevonden.

Maar we beschikken over de mythologieën van de verschillende volken, die vaak ten onrechte sprookjes worden genoemd. Bovendien hebben we het celgeheugen en onze erfelijke substantie, die absoluut niets vergeet en de gebeurtenissen zorgvuldiger opslaat dan welke computer of welk boek dan ook. Tot slot bestaan er ook nog de wezens uit de geestelijke wereld, waarvan sommigen een uitstekende kennis hebben en met alle dankbare inspanningen proberen contact met ons, mensen, te krijgen.

Het ontstaan van de mens, vrijwel vanaf het begin

In dit hoofdstuk zal ik in hoofdlijnen de ontwikkelingsgeschiedenis van de mens weergeven. Deze staat lijnrecht tegenover religie en wetenschap. Ze is door de machtigen niet aan de mensen voorgehouden en alleen in occulte krijgen en genootschappen aan ingewijden doorgegeven. Daarom zou een en ander wat vreemd kunnen overkomen. Deze kennis kan echter niet langer worden tegengehouden en in de loop van het hoofdstuk noem ik enkele auteurs die in hun boeken verdere informatie beiden.

Op een planeet in het sterrenstelsel Vega in het sterrenbeeld Lier (Lyra) is de mens ontstaan, en niet door toeval. Hij is door hoger ontwikkelde wezens geschapen. De naam van de planeet waarop dat gebeurde, kennen we niet. Misschien bestaat die planeet al niet meer, zoals we straks nog zullen zien. Dit heeft honderden of duizenden miljoenen jaren geleden plaatsgevonden.

De scheppergoden die de mensen schiepen, bevonden zich op een zeer hoog trillingsniveau, vlak onder of heel dicht bij de Allerhoogste. In de Bijbel wordt dat het niveau van de aartsengelen genoemd. In de omgangstaal hebben we daar niet de juiste woorden voor.

De scheppende activiteiten werden gevolgd door een college dat in mystieke boeken de ‘Raad van Negen’ wordt genoemd. De scheppers hadden het plan een beschaving te scheppen die zich door naastenliefde spiritueel snel verder moest ontwikkelen. Deze beschaving zou later de opdracht kunnen aannemen om als beschermer van planeten en planetenstelsels te fungeren.

Omdat deze spirituele ontwikkeling niet moest eindigen in stagnatie of zelfgenoegzaamheid[2], werd er nog een groep wezens geschapen die een tegengestelde filosofie meekreeg.[3] Deze groep moest zich vooral met zijn eigen welzijn bezighouden. Hij kreeg ook te horen dat hij een aanspraak op het hele melkwegstelsel had en vanwege zijn intellectuele en technische vermogens moest proberen de hominiden die als eerste geschapen waren, aan zich te onderwerpen.[4] Dat zou uiteindelijk leiden tot welzijn voor allen.[5]

Deze tweede groep werd op een andere planeert in het sterrenbeeld Draak gevestigd en had ook een iets andere genetische aanleg. Het waren reptielachtige, rechtop lopende tweebenige wezens met een schubbige huid, die hun lichaamstemperatuur moeilijk constant konden houden, zodat ze de warmte van de zon opzochten. Ook waren het geen zoogdieren, maar ze legden eieren en bekommerden zich dan niet meer om hun nakomelingen. De jongen moesten zichzelf uit de eierschaal bevrijden, meteen hun eigen voedsel zoeken en zien te overleven.

De oermensen hadden een heel andere aanleg. Ze brachten jun kinderen levend ter wereld, zoogden en gaven ze een tijdlang geborgenheid. Ook hadden ze een meer vrouwelijke aard en waren ze dus emotioneel ingesteld, op moederlijke wijze zorgzaam en op het licht gericht. De groep van reptiloïden was mannelijker. Intellectueel ingesteld en bezeten van macht.

De scheppergoden, die bijna altijd lid van de ‘Raad van Negen’ waren, haalden een paar ervaren medescheppers uit andere melkwegstelsels om het scheppingsproces op gang te brengen. Voor de ontwikkeling van de oermensen werden de leoniden uitgekozen. Dat zijn wezens die heel veel op menselijke wezens lijken maar hun gelaatstrekken zijn te vergelijken met die van een leeuw. Voor de reptiloïde groep werden eveneens ondersteunende wezens aangetrokken met een lichaamsbouw die veel op die van ons mensen leek, maar met een vogelachtig gezicht.

Het erfelijke materiaal van deze wezens werd door kruising of genetische manipulatie in het erfelijke materiaal van de nieuwe scheppingen ingeplant. Dit alles gebeurde op een veel hoger trillingsniveau, waarop met louter denkkracht heel andere mogelijkheden bestaan om iets te scheppen dan in onze trage driedimensionale wereld met zijn lage vibraties.

Dat een constellatie van zulke verschillende wezens tot een conflict van galactische afmeting zou leiden, werd door de leden van de ‘Raad van Negen’ op de koop toe genomen.[6] Toch hadden ze het doel een bewuste integratie van de tegenstellingen te bereiken. Ze moesten het vermogen ontwikkelen om elkaar te accepteren en op vreedzame wijze samen te leven. De co-existentie van de twee zo uiteenlopende groepen leidde algauw tot heftige conflicten, die niet met pijl en boog maar met atoomwapens werden uitgevochten. De geboorteplaneet van de hominiden werd daardoor zwaar vernield en onbewoonbaar. De twee wereldoorlogen op aarde, die in de vorige eeuw zoveel leed over de mensheid hebben gebracht, zijn vergeleken daarbij kinderspel.

Na deze verwoestende conflicten, die de Eerste Galactische Oorlog wordt genoemd, trokken de reptiloïde geweldenaren zich terug in de richting van het sterrenbeeld Orion. De overlevende hominiden brachten zich in veiligheid op de Plejaden of op een ster van het Siriusstelsel. Na vele duizenden, misschien wel miljoenen jaren hadden de hominiden zich op Sirius hersteld en het hoofdtoneel van de ontwikkeling werd daarheen verplaatst. De retinoïden begonnen nu opnieuw in de levensruimte van de hominiden binnen te dringen en konden zo na een korte periode van vrede weer haat en tweedracht zaaien.

Er brak opnieuw een oorlog uit, die nog grotere verwoestingen teweeg zou brengen. Het sterrenbeeld Sirius, met de totale bevolking van hominiden en reptiloïden, werd bijna volledig weggevaagd. De weinige overlevende reptiloïden trokken zich nogmaals terug, in heg sterrenbeeld Orion en dat van de Draak. De overlevende bewoners van Sirius en ook de hominiden die ooit vanuit Lier waren geïmmigreerd, brachten zich op nog bestaande planetenresten in veiligheid of vluchtten naar ons zonnestelsel.

Om zulke dramatische ontwikkelingen tijdig te onderkennen en in de toekomst beter in de hand te kunnen houden werd de Galactische Federatie van Sterrenstelsels opgericht. In deze Federatie kunnen volwassen en vreedzame beschavingen zich bij elkaar aansluiten om elkaar te helpen, de Federatie biedt ook bescherming aan zwakkeren.

Na vele duizenden jaren, waarin telkens weer militaire conflicten waren uitgebroken, begonnen mensen en reptiloïden vreedzaam met elkaar om te gaan en wel op onze planeet, de naburige planeten Venus en Mars, en op diverse manen die om deze planeten draaien. Bij de reptiloïden op onze planeer voegden zich nog dinosauriërs van zeer uiteenlopende aard. Ze waren wel log, maar bezaten grote intellectuele vermogens en overtroffen de reptiloïden nog in egoïsme en agressiviteit.

De aardbewoners offerden zich zowel voor de reptiloïden als voor de dinosauriërs op. Ze dienden hen en gaven hun voedsel. Ondanks deze onderdanigheid verkeerden de hominiden in groot gevaar. De reptiloïden en de dinosauriërs hadden het plan hun medebewoners in een verrassingsaanval te liquideren om de voedselvoorraden niet langer met hen te hoeven delen.

De ‘Raad van Negen’ verijdelde dit plan samen met de Galactische Federatie door zelf de eerste klap uit te delen. Ze kregen steun van de spirituele hiërarchie, een verbond van verrezen meesters en engelenwezens van ons melkwegstelsel, dat op dat moment al gevormd was.

Deze gezamenlijke alliantie vernietigde de dinosauriërs en de reptiloïden, en slechts heel weinigen ervan bleven in leven. De planeet aarde was daarna volkomen onbewoonbaar, zodat de hominiden naar andere sterrenstelsels moesten worden geëvalueerd, bijvoorbeeld naar dat van Pegasus.

Delen van de oorspronkelijke Sirius-bevolking probeerden zich door incarnatie of overname van lichamen in zee te redden, wat ten dele ook lukte. Een klein aantal reptiloïden was in het binnenste van de aarde gevlucht en was zodoende beschermd tegen de radioactieve straling die het gevolg was van de kernaanval.

Tijdens deze Derde Galactische Oorlog werden ook de oppervlakten van Venus en Mars geheel vernietigd. Bekend is de verwoeste piramidestad in het Sidoniagebied op Mars, die Richard C. Hoagland uitvoerig heeft beschreven.

Het doel, door vreedzame co-existentie van de hominide en reptiloïde rassen een verdere spirituele ontwikkeling in goede banen te leiden, was weer eens mislukt.[1]

De bevolkingsgroepen herstelden zich slechts heel langzaam van hun traumatische ervaringen. Ongeveer een half miljoen jaar geleden begon er een nieuwe periode in de evolutie op onze aarde. Tot die tijd was er op aarde geen opmerkelijke ontwikkeling geweest, want er leefden hier slechts enkele verspreide indogene bevolkingsgroepen op het niveau van de zeer primitieve neanderthalers.

Wat ik hier beschrijf, kan voor sommige[2] lezers als een Hollywoodscenario klinken. Ik heb dit alles echter niet zelf bedacht, maar steun op veel auteurs, van wie ik er hier enkelen noem zodat je alles kunt nalezen.

We beginnen met Michael George. Met zijn beide esoterische boeken Das Licht Gottes versagt nie! en Die Himmlischen und ihre Kinder krijg je al een heel goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van de mens. De Amerikaan Arthur David Horn (Humanity’s Extraterrestrial Origins), voormalig hoogleraar antropologie, werd door zijn vrouw langs spirituele en esoterische wegen geleid en staat nu niet meer achter de op school geleerde kennis.

Enkele andere Amerikaanse newageauteurs die over dit onderwerp hebben gepubliceerd, zijn Barbara Marciniak, Lyssa Royal met co-auteur Keith Priest, Virginia Essene met Sheldon Nidle, R.A. Boulay, VS. Ferguson en de kosmopoliet Zecharia Sitchin, die een bijzondere plaats inneemt. Hij heeft de kleitabletten van de Sumeriërs uitgebreid kunnen bestuderen omdat hij de oude Sumerische taal en spijkerschrift kan lezen. Dan nog de Amerikaanse Jelaila Starr, die naar eigen zeggen een boodschapper van de planeet Nibiru is. Tot slot noem ik nog de Engelsman David Icke, een onderzoeksjournalist met de speurzin van een Engelse criminoloog. Ik heb hier alleen de auteurs genoemd van wie de publicaties wijdverbreid en toegankelijk zijn.’

 

[1] Deze mislukking ligt ook voor de hand aangezien de kloof tussen goedwillende hominide en egoïstische reptiloïde rassen te groot was om te overbruggen. Ze verkeerden bij wijze van spreken al op verschillende dimensies, vermoedelijk op de 3e en 4e, en dito trillingsfrequenties.

[2] De lezers die tot dit punt in het boek zijn gevorderd, hebben geen probleem met deze theorie aangezien ze anders allang eerder waren afgehaakt.

 

[2] Iedereen associeert het Paradijs als een oord van zelfgenoegzaamheid en eeuwige vreugde en harmonie!

[3] Zie anti-materie bij Jaap Hiddinga.

[4] Dit zou als een dualistisch stelsel kunnen worden beschouwd.

[5] Dat is wel erg aards gedacht en dus een uiting van een te lage frequentie.

[6] Zoals ook het duale pad op aarde als aardse leerschool?

Ontstaansgeschiedenis mensheid volgens Peter Ruppel (deel2)

De evolutietheorie in de Bijbel

‘In het eerste boek van het Oude Testament, Genesis, staat in hoofdstuk 1, vers 21 geschreven:

‘God schiep alle soorten grote zeedieren en andere levende wezens, waarvan het water wemelt, en alle soorten gevederde vogels. God zag dat het goed was.’

En dan, even verderop, staat in vers 26 en 27 geschreven:

‘Toen sprak God: Laat ons mensen maken als ons evenbeeld, dat op ons lijkt. Ze moeten heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alle kruipende dieren op het land. God schiep dus de mens als zijn evenbeeld; als evenbeeld van God schiep hij hem. Als man en vrouw schiep hij hen.’

Als onbevangen lezer zouden we hier kunnen vragen tot wie God deze woorden sprak en welke verschijningsvorm hij in feite had toen de mens als zijn evenbeeld werd geschapen.

Werd de mens geschapen naar het beeld van een oude man met een grijze baard, die in de hemel troont?[2] Volgens de huidige, moderne spirituele opvatting is God een transcendent en immanent wezen en daarmee principieel niet met de mens te vergelijken.[3] In deze visie is God ‘alles in alles’ of de essentie van al het zijn’.

Is de scheppergod van het Oude Testament een transcendent of een fysisch existerend God?

Een priester of een rabbi zou aanvaarden dat de mens in de beginperiode, voor wie het Oude Testament oorspronkelijk geschreven werd, een realistisch godsbeeld moest krijgen dat hij kon begrijpen.

Over de schepping van Eva lezen we in de Bijbel (Genesis 2:21-22):

‘Toen liet God, de Heer, de mens in een diepe slaap vallen, zodat hij insliep, nam een van zijn ribben en vulde de plaats met vlees. God, de Heer, bouwde uit de rib die hij van de mens had genomen, een vrouw en leidde haar naar de mens.’

Niet echt heel aanschouwelijk, al wordt hierin de man [in het citaat gaat het over ‘de mens’, jw] wel medegedeeld dat hij boven de vrouw staat en haar als zijn eigendom mag beschouwen. Zo werd deze Bijbelplaats over de relatie tussen man en vrouw althans in de laatste eeuwen geïnterpreteerd.

Net als Darwin hadden de auteurs van het Oude Testament oorspronkelijk beslist de beste bedoelingen en konden ze niet vermoeden dat latere uitleggers en machtsbeluste manipulatoren aan de inhoud een eigen draai zouden geven. Daarbij heeft de Bijbel in mijn ogen in feite alleen maar geprobeerd de stand van zaken te beschrijven volgens de toenmalige kennis en woordenschat [terecht opgemerkt, jw]. Aan de huidige exegeten moet voorzichtig duidelijk worden gemaakt dat ze de correcte historische verbanden ook slechts kunnen vermoeden en dat hun interpretatie beïnvloed is door subjectieve zienswijzen of manipulatieve consensus.

De vraag blijft: Waar komt de mens vandaan en wat is zijn doel? Om daarop een antwoord te krijgen moeten we nog andere bronnen erbij betrekken.’

[p.33-35]

 

[2] Dit beeld stamt vanuit de Middeleeuwen en de Renaissance! Dus deze opmerking is nauwelijks serieus te noemen.

[3] Tenzij de definitie wordt gehanteerd dat de mens eveneens transcendent wezen is op weg naar het immanente als hij de Verlichting heeft bereikt. Ook dat past in de spirituele en esoterische traditie.

Ontstaansgeschiedenis mensheid volgens Peter Ruppel (deel1)

Ontstaansgeschiedenis mensheid volgens Peter Ruppel[1]

Hoofdstuk 3: Wat weten we van de evolutie van de mens?

‘Op de vraag hoe de evolutie van de mens kan hebben plaatsgevonden, geven twee zeer tegengestelde kampen een antwoord. Het ene antwoord komt uit het gebied van de wetenschap en is voornamelijk gebaseerd op de onderzoeksresultaten van Charles Darwin. Het andere is gebaseerd op de Bijbel, vooral het Oude Testament. Beide evolutietheorieën hebben overtuigde aanhangers en ze worden allebei fel bestreden. Daarom wil ik deze theorieën kort behandelen en dan aangeven waar hun zwakke kanten zitten.

De evolutietheorie van Darwin

Charles Darwin was een tijdgenoot van Gregor Mendel [hoofdstuk 2 van het boek], de grondlegger van de erfelijkheidsleer. In het jaar 1859 werd Darwins hoofdwerk, On the Origin of Species (Nederlandse titel: Over het bestaan van soorten) gepubliceerd. Darwin verklaarde het ontstaan van nieuwe soorten in het dierenrijk aan de hand van mutatie en selectie. Zijn theorie luidt, kernachtig geformuleerd, als volgt:

  1. Alle wezens hebben gewoonlijk meer nakomelingen dan hun omgeving kan voeden. Daarom is er een voortdurende overlevingsstrijd. […]
  2. Door toevallige mutaties komen er verschillende capaciteiten. Als een van deze capaciteiten in de gegeven omstandigheden gunstig blijkt te zijn, kunnen de individuen meer nakomelingen voeden. Daardoor wint deze mutatie terrein. […]
  3. Door langdurige isolatie en door ontwikkeling op grond van aanpassing aan de levensomstandigheden zijn op de continenten de diverse soorten en geslachten ontstaan. Daardoor kunnen zelfs de meest uiteenlopende dieren, zoals chimpansees, arenden en krokodillen, tot gemeenschappelijke voorouders worden herleid [de zogenaamde primaten? jw]

Darwins theorieën werden meteen na verschijning zeer fel bekritiseerd en bestreden. De academische wereld nam echter steeds meer de gedachtegang van de evolutietheorie over, die na verloop van tijd een dogma werd. Ook in het algemene politieke denken werd geëist dat men zich bij Darwins theorieën aansloot.

Mijn mening over de wetenschapper Darwin heb ik door mijn studie voor dit boek in zijn voordeel herzien, niet vanwege zijn theorieën, maar vanwege zijn oprechte, integere den ruimdenkende karakter. Darwin ondernam in zijn jonge jaren een onderzoeksreis van vijf jaar (1831-1836) op een zeilschoener naar Zuid-Amerika en toen om de hele wereld. […]

Zijn ontdekkingen en de onderzoeksobjecten die hij van zijn wereldreis meenam, deelde hij royaal met zijn collega’s, die er gebruik van maakten en daarmee lof oogstten. Ze werden echter ook trouwe aanhangers van zijn persoon en zijn leer. Darwin ging het om het onderzoek op zich en omdat hij zelf aan zijn theorieën bleef twijfelen, zocht hij voortdurend (tot aan zijn levenseinde) naar bewijzen.

Zeer veel inzichten in de botanica, biologie en geologie gaan terug op zijn zorgvuldige waarnemingen en precieze beschrijvingen. Hij vermeed de discussie over zijn evolutietheorie en hij liet, helemaal in Engelse stijl, anderen discussiëren en disputeren.

In mijn ogen zijn de roem en de erkenning die hem al tijdens zijn leven ten deel vielen, terecht – maar alleen voor zijn oprechte streven naar kennis, niet voor zijn evolutietheorie.

De kerngedachten van Darwins evolutietheorie hebben veel wetenschappers en theoretici na hem op hun vaandel geschreven. Met de filosofie dat struggle for life en survival of the fittest onherroepelijke natuurprincipes waren, was het agressieve streven naar macht door ondernemers en staatslieden te rechtvaardigen. Darwins theorieën worden vaak onbewust als rechtvaardiging gebruikt voor de visie dat de kolonisering van volken, oorlogen om energiebronnen en de niets ontziende globalisering natuurlijke processen zijn.

Darwins theorie is een algemeen erkend dogma geworden. Die theorie heeft echter een groot gebrek en daarmee bedoel ik niet kritiek op details, de ontbrekende tussenschakels in de ontwikkeling (de zogenoemde missing links) tussen de mens en zijn voorgangers of zelfs het dierenrijk.

De gebrekkigheid van Darwins theorie bestaat erin dat ze geen rekening houdt met het feit dat ion onze driedimensionale wereld niets vanzelf gaat. Al helemaal niet als er iets intelligents en nuttigs uit moet komen. Alles heeft een schepper, een geest, die het van tevoren heeft bedacht.

Voor een huis is een architect nodig, voor een bedrijf een directeur, voor een auto een ingenieur [doeltreffend argument, jw]. Maar de mens, een geniaal en complex product, zou vanzelf op deze planeet zijn ontstaan. Darwins theorie is een puur materialistische theorie volgens welke de mens alleen uit zijn lichaam bestaat. De mens is echter niet zijn lichaam, maar hij heeft een lichaam [heeft de faculteit der wijsbegeerte problemen van deze propositie? jw]. Waar blijven in Darwins theorie dus de ziel en de geest? [waren die begrippen erkend in wetenschapskring in Darwins tijd? jw]. Dit is het moment om naar de antwoorden van de bijbel te kijken.’ (wordt vervolgd)

 

[1] Peter Ruppel, Activeer je DNA. Akasha 2011