Gechanneld via Jahn J. Kassl – 29 augustus 2021, via wakkeremensen.org
“Hoe weet je dat je bewustzijn je leidende ster is en niet het ego?
Wanneer je in staat bent te accepteren wat is.”
DE LIEFDE
Liefde maakt alles mogelijk, Liefde brengt genezing naar allen, Liefde is de sleutel tot alles. Zij die liefhebben zijn de ankers van deze tijd, de lichtbrengers van deze aarde, zij zijn de levende vuurtorens in deze lichtarme wereld.
Hij die liefheeft is volmaakt, zonder liefde is alles vergeefs.
*liefhebben als werkwoord werkt verwarring in de hand, vooral als de kleine letter ‘l’ wordt gebruikt. Want wat de gemiddelde mens onder liefhebben verstaat heeft altijd betrekking op huwelijkse of relationele liefde, maar dat heeft weinig te maken met kosmische LIEFDE die in de kop van deze blog wordt genoemd.
Geliefde mensen,
Jullie bereiken het niveau van liefde door jezelf te overwinnen (en daarmee boven de dualiteit uit te stijgen, jw) en de lage niveaus van je ego te doorbreken.
De ideeën van je ego binden je aan deze wereld en zij ontnemen je de moed om lief te hebben, de hoop om het doel van de liefde te bereiken en de vastberadenheid om alles uit de weg te ruimen wat je daarvan weerhoudt.
Als alles om je ego draait, is er geen liefde.
HET EGO
Want waar het ego zijn recht opeist, heeft het bewustzijn nodig en waar het ego zijn macht uitspeelt, heeft het vastberadenheid nodig om die te beperken.
Daarom nodig ik je uit om een geliefde te worden, om liefde door en door in praktijk te brengen. Laat je ego leven, maar niet zo levend dat het jou domineert en je leven beheerst.
Breng je ego onder de macht van je bewustzijn, dat wil zeggen, identificeer je niet langer met wat je ego wil, maar volg de roep van je hart.
Het is je ego dat onrust in je hoofd veroorzaakt – en het is je ego dat je op een dwaalspoor brengt. Het ego trekt je weg van God, weg van het licht, weg van de liefde. Je hart en je bewustzijn bestaan echter uit (kosmische) liefde. Daarom is het van cruciaal belang dat elke beslissing geboren wordt uit je bewustzijn en hart.
“De oefening is eenvoudig: doorvraag jezelf innerlijk en ga na wat je motieven zijn. Dat is alles!”
De weg naar onvoorwaardelijke liefde wordt gemakkelijk als je hem frontaal aanpakt. Dat betekent, ga naar de bron van de onrust verwekkende en schadelijke gedachten die zich bij jou opdringen.
EIS MEER VAN JEZELF!
Sta jezelf toe te zien wat essentieel en waar is en wees pas tevreden als je bewustzijn de macht over het ego heeft overgenomen. Als het andersom is, zal zelfs de goede daad je tot ongeluk leiden!
Hoe kun je herkennen dat je bewustzijn je leidende ster is en niet het ego? Wanneer je in staat bent te accepteren wat is.
Dan begint alles te bewegen. Stilte en vrede breiden zich uit en liefde floreert op een gezonde bodem.
Liefde is de oertoestand van je geest en is de fundamentele frequentie van je ziel. Je rusteloze geest mag ertegen in opstand komen, je immense bewustzijn hoeft het niet te raken.
Ontwaken is jezelf bevrijden van het ego en het koninkrijk van vrede in je hart vestigen.
“Stilte en vrede, mededogen en liefde worden geboren buiten het ego om.
Tijdens sessies en seminars hoor ik vaak dat mensen het
moeilijk vinden om te onderscheiden tussen de impulsen van de ziel en die van
het ego.
Kort samengevat: de boodschappen van de ziel zijn steeds
zacht en licht en gaan met een zekere vreugde van herkenning gepaard. Het is
een herkennen van de waarheid tot in de diepste diepte van ons zijn.
Daarentegen wordt al wat van het ego komt vergezeld van een zekere druk,
spanning en veel zwaarte. Ik moet, ik zal, ik kan niet anders dan …
In de jaren zeventig en tachtig ging ik regelmatig in Londen
naar het ‘Festival for Mind, Body and Spirit’, waar mensen uit de hele wereld
samenkwamen om het Nieuwe Tijd’s gevoel samen te vieren, ik kan er geen betere
uitdrukking voor bedenken. Het was een groot feest met voordrachten en
workshops, maar ook een beurs met talloze standjes, van astrologie, via yoga en
diverse healingtechnieken tot aura- en chakrareading en channeling. Hier hing
helemaal geen commerciële sfeer, maar een energie van vreugde en liefde. In het
begin kwam ik er als bezoeker en later gaf ik er zelf voordrachten en
workshops. Het Festival bestaat nog steeds en is na een hele tijd weer terug in
Olympia.
Het was ook in die tijd dat ‘EST’ populair werd, een seminar
over persoonlijke ontwikkeling dat door Amerikanen in Londen werd gegeven in
een groot hotel en waarvan deelname vrij duur was. Tenminste voor mij.
Ik had dat geld niet, maar voelde heel sterk dat ik daarbij
moest zijn en vertrouwde helemaal op de wijsheid van mijn ziel. Toen mijn
besluit vast stond viel alles op zijn plaats en kon ik het geld, zij het op
korte termijn, lenen en vertrok naar Londen. De eerste dag in de voormiddag had
ik er al iets geleerd waarvan ik meteen wist dat het dat was, waarvoor ik moest
deelnemen. Toch ben ik gebleven, ook voor het tweede weekend dat op het eerste
volgde.
Tussen de twee weekends zat ik eens op de brede trappen van
St. Martin-in-the-Fields, die kerk bij Trafalgar Square, toen een man naar me
toe kwam, die me om geld vroeg. Hij vertelde een verhaal waarvan ik met mijn
tenen voelde, dat het hoogst waarschijnlijk niet waar was. Hij vroeg, ik
herinner het me nog heel goed, om negen pond zestig, zogenaamd om een
treinkaartje te kunnen kopen. In plaats van hem meteen af te wimpelen,
realiseerde ik mij dat iemand om geld vroeg en ook dat, mocht zijn verhaal niet
kloppen, hij het geld wel nodig zou hebben, anders zou hij het niet vragen.
Vervolgens ging ik bij mijn ziel te rade en voelde dat ik hem het geld moest
geven en mocht hij liegen, dat dit zijn probleem was en niet het mijne.
Van het geleende geld had ik net nog twintig pond over en
moest tot na het volgende weekend daarmee zien rond te komen en toch gaf ik hem
de helft ervan. Gelukkig kon ik gratis bij vrienden overnachten. De volgende
dag had ik een afspraak met de stichter en directeur van het eerder genoemde
Festival. Wij waren vrienden geworden, ook al omdat ik vanaf een bepaald moment
begonnen was met hem tijdens het festival te helpen in het ‘Kensington
Olympia’, waar het in die tijd plaats vond en waar er in de hoogtijdagen wel
negentigduizend bezoekers uit de hele wereld samenkwamen. Zo kwam het ook voor
dat ik insprong om een workshop te geven als een geplande om de een of andere
reden, soms op het laatste moment, niet doorging. Dat was wel een uitdaging om
zonder enige voorbereiding zoiets klaar te spelen. Ik begon dan met te
vertellen wat ik zelf over het thema wist, om het dan om te buigen naar iets
waar ik heel goed in thuis was …
De volgende dag, tijdens mijn afspraak, vertelde ik mijn
vriend van mijn plannen om in Brussel een centrum te beginnen waar ik in het
klein wilde doen wat hij in het groot in Londen op poten had gezet. Toen ik
klaar was met mijn verhaal, toverde hij een portefeuille op tafel, haalde er
een biljet van vijfhonderd pond uit en legde het met de woorden voor me neer:
“Goed idee, hier heb je al iets om je op weg te helpen” …
Met dat geld, kon ik mijn lening voor het seminar
terugbetalen en had de zekerheid dat mijn project ook door de Geestelijke
Wereld werd ondersteund. Ik vroeg mij wel af of dit gebaar ook had plaats
gevonden, als ik die man de dag tevoren had weggestuurd. Veel later kwam ik op
de gedachte, dat ik hem dat geld mogelijk schuldig was uit een vorig leven.
Natuurlijk word ik nog steeds gevraagd om iets of iemand te
ondersteunen, op straat, of nog vaker via internet. Ik reageer altijd op
dezelfde manier, steeds volgens mijn gevoel: soms geef ik en soms ook niet.
Overigens kwam dat idee voor een centrum in Brussel op een
moment dat ik weer mijn ziel om raad moest vragen. Ik was bijna veertig en niet
erg tevreden met mijn leven. Ik voelde dat ik eindelijk moest doen waar mijn
hart naar uitging en mediteerde met de bedoeling een antwoord te vinden.
Het Festival in Londen was iets waar ik steeds naar uitkeek,
in zekere zin naartoe leefde. Tijdens deze meditatie kreeg ik het beeld van een
centrum voor de Nieuwe Tijd, waar ook voordrachten en seminars zouden worden
gegeven. Meteen voelde ik dat dit het antwoord op mijn vraag was en mijn
besluit stond vast, ofschoon ik voelde dat ik helemaal niet klaar was om zo’n
project uit de grond te stampen.
Ik wende mij toen tot de schepper en zei woordelijk: ‘Ik
weet dat ik nog heel veel mis om dit project te kunnen realiseren, maar omdat
ik diep in mij voel, dat ik dit moet doen, ga ik ervoor. Dus leer me maar alles
wat ik nog mis om te slagen, maar ik wil hiervoor wel geen tijd verliezen. Zo
gevraagd, zo ontvangen. Ik kreeg dan ook op korte termijn alles op mijn bord om
te verwerken wat ik nog nodig had en het bleek in het begin vaak heel, heel
moeilijk. Mijn vrienden gaven me regelmatig de raad om te stoppen. Alles leek wel tegen te vallen, niets viel
meteen op zijn plaats. Toch had ik een onverwoestbaar vertrouwen dat ik
uiteindelijk zou slagen. En zo was het ook.
Het werd een centrum waar spirituele leraren uit vele landen
voordrachten en seminars hebben gegeven, uit Engeland natuurlijk, maar ook uit
de V.S, Mexico, Zuid Korea of tot Sri Lanka toe, maar ook healers en mediums,
meestal mensen die ik in Londen tijdens het Festival had leren kennen en
waarderen.
Samenvattend over het verschil tussen de impulsen van het
ego en van de ziel: In mijn vorig artikel over mijn eerder huwelijk schreef ik
hoe dat tot stand kwam onder grote druk van het ego, dat voor alles een
‘schandaal’ wilde vermijden terwijl ik doof bleef voor de stem van mijn ziel.
Daarom liep het ook spaak:
Toen ik mijn gevoel volgde op de trappen van St Martin-in
the-Fields, was er geen sprake van druk, het voelde heel zacht. Ik kon in
vrijheid kiezen, nam in vol vetrouwen de stap in het onbekende en werd de
volgende dag meteen beloond.
Ik koos voor het openen van een spiritueel- en healingcentrum
in Brussel omdat dit mij door mijn ziel werd ingegeven en ondanks alle
problemen werd het een succes. Dit door het luisteren naar mijn gevoel en een
rotsvast vertrouwen. Ook ontdekte ik door deze weg te kiezen snel dat ik een
gave voor healing had die ik overigens tot de dag van vandaag nog steeds verder
ontwikkel. Als ik in mijn leven één ding geleerd heb, dan is het wel, dat als
we de aanwijzingen van onze ziel, onze intuïtie, ons diepste gevoel volgen, we
altijd goed terecht komen.
Uiteindelijk draait alles om de ‘strijd’ tussen ziel en
ego, als dit een strijd kan en mag worden genoemd. Eigenlijk is het geen strijd
omdat het hooguit een ‘eenzijdige’ strijd is. Waarom? Omdat de ziel geen strijd
‘kent’ of bewust is. De ziel van ieder mens wacht alleen maar geduldig af tot
het ego dat in hetzelfde lichaam aanwezig of opgeslagen ligt, tot de ontdekking
komt dat het ego kan groeien naar het Hoger Ego en dus het strijdperk van het lager
ego heeft verlaten en dat is de strijd om de overleving in de materie.
Wij als mensheid op aarde, afkomstig van andere planeten
omdat er in de geestelijke wereld geen begin en geen einde bestaat, die bij
geboorte hebben ‘geleerd’ van onze ouders is dat wij maar een kort leven hebben
op deze aarde, namelijk beginnend vanuit de geboorte naar het moment van
sterven toe, hebben ons vereenzelvigd met die tijdelijkheid op aarde. Maar die
ouders weten niet – zijn zich niet bewust – dat dit is een illusie is die – alleen
– op aarde bestaat omdat het de planeet is met de Vrije Wil die de mensen de gelegenheid
biedt om te leren wat dit betekent. Het betekent namelijk dat als je ‘wilt’ –
vrije keuze – denken dat je maar een tijdelijk – iets korter of iets langer dan
een medemens – op aarde mag rondlopen tot je doodgaat en bent opgegroeid met
Nietzsches ‘dood is dood’, dat dit ‘tranendal’ ook met dat sterfmoment is
afgelopen en je daarvan verlost bent. Maar….
Tot het moment dat je zelf door die tunnel reizen naar de
‘andere kant’, ofwel ‘gene zijde’ achter de sluier, om daar te ontdekken dat je
nog steeds in leven bent, maar dan zonder lichaam. En als je eenmaal die ‘nieuwe’
ervaring hebt opgedaan, dat je dan pas ervaart dat er helemaal geen ‘dood (is
dood)’ bestaat, omdat je nog steeds leeft en je ‘voelt’ dan ook pas dat je ziel
bent, dat je altijd blijft leven. Dat is – oneerbiedig uitgedrukt – de poppenkast
van de aarde, de illusie die wel een doel heeft, namelijk al die mensen die op
aarde leven ooit tot het intuïtieve inzicht te brengen – dat je nooit dood kunt
gaan omdat er geen dood bestaat.
Dat besef kan snel in dit leven komen als je geluk hebt
om snel in contact te komen met boeken die je ‘aanspreken’, die je ‘triggeren’,
zoals met mij het geval was. Ik heb eerder geschreven dat ik op mijn 14e
boeken in een kast bij vrienden over geestelijke en opgestane meesters hebt
ontdekt, die ik toen verslonden heb omdat ik voelde dat ik hier een ‘echte’
waarheid had aangetroffen die mij ook nooit meer heeft losgelaten. Het geluk
was wel aan mijn zijde omdat ik geboren ben bij ouders die niets met een geloof
hadden en die hun kinderen daarom ook geen kerkelijke opvoeding hebben
meegegeven. Daarmee heb ik de ‘vrijheid’ van keuze ontdekt dat ik mijn eigen ‘geloof’
kon opbouwen zodat ik na die beginjaren op de middelbare school ben blijven
lezen in een tijd (jaren ’60) waar ik maar dat ‘soort’ (spaarzame) boeken waarmee
ik mezelf heb kunnen voeden. Spaarzaam omdat het nog niet mogelijk was veel van
dit soort boeken in boekhandels aan te treffen, want daarvoor bestond nog geen ‘markt’.
Laat staan in de bieb.
Inmiddels heb ik via dit ‘platform’ voor gedachten- en
geestesontwikkeling dat internet heet, mijn geestelijke gedachtenontwikkeling
verder kunnen ontwikkelen én uitwerken en heb ik zelfs mijn ontwikkelde en
uitgewerkte visie gisteren aan de hoofdredacteur van het Filosofisch Magazine
kunnen voorleggen. Ben benieuwd wat hij ermee gaat doen.
En nu ga ik op dit thema van ‘ziel en ego’ verder
doorredeneren – neen: verder doorvoelen! – wat dit voor consequenties kan
hebben. De kranten van vanochtend hebben me geholpen:
De Volkskrant: ‘Iran zal pas rusten als
de Messias verschijnt’. Dat klinkt niet onbekend omdat datzelfde probleem ook
speelt bij de joodse gelovigen – wat anders dus dan de Joden als volk –
namelijk dat ze de Messias buiten zichzelf zoeken en dus niet begrijpen (ego) dat
je pas contact met de ziel (de ‘innerlijke’ Messias) kunt maken als je afstand
hebt gedaan van de verslaving die materie heet. Dat is dus ook een bondige
samenvatting van de strijd tussen ziel en ego, maar dan op politiek vlak en
vooral in de geopolitieke orde op aarde.
Ook in de Volkskrant: ‘Mijn kat is leuker
dan mijn broertje’, een portret van een kind (Fien de Koe, 8 jaar) in haar
slaapkamer. Ja, dacht ik, ook een mooi voorbeeld van de strijd tussen ziel en
ego. Waarom vindt ze haar kat veel leuker dan haar broertje? Omdat er tussen
kinderen in het gezin altijd ruzie en onenigheid bestaat vanwege de eerste
mogelijkheid (dus gelegenheid) om je te leren aarden – wat noodzakelijk is in
dit leven – en je dus de eerste gelegenheid daartoe meemaakt met je eigen
broertje(s) en zus(jes) – om zo te leren later ‘je mannetje of vrouwtje’ te
staan en je dus weerbaar te voelen. Pas als het zelfbewustzijn zich ontwikkeld
heeft heb je geen behoefte meer tot je drang om je te ‘identificeren’ omdat je
weet wie je bent en je ook weet dat je je niet meer hoeft ‘te bewijzen’. Dan heb
je het stadium van het – eigen – ego verlaten. Het verschil tussen je ‘kat’ en
je ‘broertje’ is namelijk het probleem tussen ziel en ego, omdat kat – zoals ieder
huisdier – een onvoorwaardelijke liefde kent en dat dagelijks toont hun
dierengedrag, dat je je altijd veilig voelt bij je eigen huisdier. En dat is
met broertje of zusje niet zo. Daarom is het ‘hemelse rijk’ ook het rijk van de
‘onvoorwaardelijke liefde’, zoals Boeddha en Jezus ons hebben geleerd.
Conclusie van dit eerste deel van deze nieuwe ‘serie’ is
dat de strijd tussen ziel en ego altijd een persoonlijke strijd is, die het overgrote
deel van de mensheid iedere dag nog steeds aan het uitvechten is, omdat die ‘gemiddelde’
mens hier niet ‘beter’ weet dat iedere ruzie uit te vechten. Maar als je je
bewust bent van die persoonlijke strijd tussen ziel en ego, dan weet je (nu)
ook dat je in staat bent die ego – met alle negatieve kanten – van je af te
schudden en over te stappen naar ‘je’ ziel, om zo te leren dat je in staat bent
om iedere dag in onvoorwaardelijke liefde te (leren) leven. En dat is heel wat
anders dan het dagelijkse gevecht om het brood op de plank en jezelf afsluiten
van alles wat er om je heen gebeurt. Alles wat er gebeurt heeft zin, zelfs de meest
afgrijselijke zaken – zoals moord en doodslag – omdat je het anders niet kunt
leren. Een prettige dag toegewenst!
‘Het is voornamelijk de wond van de mens (vaak van vele,
parallelle) levens dat we het vertrouwen kwijt geraakt zijn. Vertrouwen in ons
Zelf, in onze Ziel, in Bron, en alles wat daar tussen ligt binnen ons Zelf. Het
ego zelf is in zoverre geëvolueerd dat het een enorm scala aan patronen en
mechanismen heeft ontwikkeld om ons staande te houden in een duale wereld. Om
ons daarin te verdedigen, houvast, (schijn)veiligheid te zoeken en dus ook om
controle over ons leven te krijgen. Dat geeft een surrogaat gevoel van dat wij
‘in charge’ zijn van ons leven. Dus als een Zielendoel ontbreekt, betekend het
dat we geen richting hebben.
‘Het kan je angstig maken, verdrietig, zoekend en zelfs een
moedeloos gevoel of depressie geven, wanneer je geen antwoord op die vraag kan
vinden.
‘Maar herinner je dan één ding, als jij dat zo ervaart: Ziel
weet, en persoonlijk zelf of ego zelf zoekt!
‘Op het moment dat je je dat weer realiseert, laat dat een
uitnodiging zijn om ‘naar binnen te keren’, om je af te stemmen op jezelf en je
hart. Om je jezelf af te vertellen: oké, vanuit deze afstemming op ego zelf
vind ik de oplossing niet. Want die kan ik alleen voelen in mijn hart, want
daarin ben ik in verbinding met mijn Ziel. En Ziel weet!
Zielen die de hemelse sferen verlaten om buiten-hemelse
gebieden te verkennen, lopen altijd tegen teleurstellingen en verrassingen op
die hun wonden veroorzaken en die ook weer hersteld moeten worden. Maar het is
een rijk leven vol groei en levenservaring die wordt opgedaan. Dat kun je ook
beter accepteren want je hebt zelf gekozen voor die moeilijke weg van het
avontuur!
(308) ‘Op een praktisch niveau klopt dat [‘Wanneer alle
gehechtheden ontstegen zijn, ontstaat er ook geen ik en kan het ego
niet meer in de weg zitten om een staat van ontwaken te verwezenlijken.’
Dit klopt volgens mij niet en zal onderdeel zijn van de eerste opmerking in
mijn commentaar.] Wanneer je je niet identificeert met je begeerte – meestal
naar iets dat je eigenlijk niet nodig hebt of naar iemand die sowieso
onbereikbaar is – scheelt dat een boel ellende. En wanneer je je niet laat
meeslepen door woede, haat, jaloezie of arrogantie, doe je geen dingen waar je
nog jaren spijt van hebt. En wanner je op het praktische niveau voor jezelf en
anderen geen problemen creëert, blijft je bewustzijn ook heel vrij, en dan voel
je je ook vrij en onbezorgd.’
1. Wat de eerste zin betreft, wie is op aarde
van alle gehechtheden ontstegen? Helemaal niemand omdat je hier anders niet
aanwezig was. En deze passages – te beginnen bij de voorafgaande in deel 3 is
te theoretisch beschreven, want wat helemaal niet aan de orde komt is de
collectieve druk die maatschappelijke bestaat om iedereen hoger op te voeren,
de maatschappelijke ladder op. Want als je dat niet lukt, verlies je je
vriendenkring, waar je niet meer meetelt als je dat niet lukt. Iedereen is op
de een of andere manier verbonden met die collectieve groepsdruk, die ook
multimediale taken behelst, om populariteit op de sociale media te garanderen.
Een ander voorbeeld is het gevoel van achterstelling
als je het binnen het ‘gemiddelde bedrijfsleven’ niet lukt om minimaal mee te
komen in de jaarlijkse bevorderingsronden, die de status van je in de groep
bepalen. Je zakt steeds verder in de modder als dat niet lukt. Kortom, er zijn
of bestaan juist in onze maatschappij van het harde kapitalisme zoveel harde
statuscriteria waar je niet onderuit komt als je niet meedoet in die ratrace.
Dat wreekt zich in je gemoedrust en zoeken naar andere
banen die minder stress oproepen. Maar dan blijf je onder aan de
maatschappelijke ladder bungelen en dan kun je wel van mening zijn dat het
opklimmen van die maatschappelijke ladder spiritueel van generlei waarde is,
maar je voelt dat je er alleen maar zelf door in de problemen komt.
Natuurlijk ben ik blij en gelukkig dat ik voor het
eerst deze teksten van een boeddhist tegenkom, die ik nergens anders kan
lezen, maar het drukt me wel met de neus
op de feiten dat er veel meer factoren meespelen die de mens ongelukkig
maken en dat deze maatschappij – anders dan in de middeleeuwen, die ook
barbaars waren – een eigen ‘rücksichtslosheid’ kent die iedere spiritueel
bewuste persoon aan het denken moet zetten.
2. Het advies om ‘je niet te identificeren met je
begeerte – meestal naar iets dat je eigenlijk niet nodig hebt of naar iemand
die sowieso onbereikbaar is – scheelt dat een boel ellende’ is ook te
gemakkelijk aan het papier toevertrouwd. Iedereen heeft of kent begeerte want
daarom ben je mens. Alleen verschillen die algemene begeerten enorm in mate en
soort.
Je hoeft helemaal geen abnormaal mens te zijn om geen
waarde te hechten aan dure spullen en statusartikelen of dat je de onbereikbare
personen – laat ons dan niet in termen van popsterren denken, maar aan
onbekende geliefden op het stations perron of op straat waarmee je graag eens
op een terrasje een kopje koffie gaat drinken – ter nadere kennismaking.
Spirituele mensen weten immers ook dat uiterlijk knappe mensen een zwak topt
matig bewuste ziel hebben (zoals Hiddinga schrijft), maar het blijft voor
iedereen een worsteling hoe daarmee om te gaan.
Deze factoren negeren klinkt makkelijk, maar die komen
in de praktijk ook eigenlijk niet voor. Eerder bestaat er de angst om iemand
die je wel of niet goed kent, recht in de ogen te kijken bij het elkaar spreken
of dieper op zaken in te gaan waarbij je angst voelt om te veel in details te
treden, terwijl je wel voelt dat er iets sluimert zodat de ander zich minder
goed in z’n vel voelt zitten. Wanneer kun je daarnaar vragen en wanneer niet?
Iedereen kent zijn eigensoortige begeerte(leven) of
begeerten die dus ook niet genegeerd moeten of mogen worden. Want ieder die dat
ontkent is in feite zelf bezig met verstoppertje te spelen. Het is dus ook te
makkelijk om te schrijven dat ‘wanneer je je [niet] laat meeslepen door woede,
haat, jaloezie of arrogantie, doe je geen dingen waar je nog jaren spijt’, want
deze processen spelen dagelijks een rol.
Iedereen maakt immers mislukkingen mee en levert op
z’n tijd halfwerk af waarover je ontevreden bent en dat je een negatief gevoel
geeft. Dit zijn van die praktische voorbeelden die iedereen meemaakt – behalve
die burgers die hun tijd geheel verloren laten gaan met thuis hele avonden achter
de buis te zitten (wat overigens wel hun recht is) – en in deze tekst niet
worden besproken. Mijn conclusie is dus dat hier een boeddhist aan het woord is
die er te gemakkelijk over denkt en zijn eigen adviezen niet voldoende heeft
overdacht. Ik ben dus benieuwd of Shivatje mij hierin kan volgen of niet.
Deze derde blog is
houdt een specifieke vraag in aan Shivatje als boeddhist die mij en
waarschijnlijk meerdere lezers van een antwoord op mijn raadsel mag voorzien:
(307) ‘De bevrijding van de monnik die de hinayana beoefent
zit daarin dat hij zich onthecht, zich bevrijdt van zijn egoïstische neigingen
door op de juiste manier te handelen en te denken, ingetogen naar de grond te
kijken zodat begeerte en haat niet ontstaan, en een sober en celibatair leven
te leiden. Wanneer alle gehechtheid ontstegen zijn, ontstaat er ook geen ik en
kan het ego niet meer in de weg zitten om een staat van ontwaken te verwezenlijken.’
Het gaat mij om de
stelling of bewering dat ‘onthechting betekent dat de monnik die hinayana
beoefent, zich kan leren onthechten en bevrijden van egoïstische neigingen door
de staren naar de grond’ tijdens de meditatie. Letterlijk opgevat zoals het
citaat ons leert, is dit onzin. Waarom? Omdat het op de grond staren je hooguit
leert om je gedachten op stil te zetten, tot stilstand te brengen. En zelfs dat
is al moeilijk genoeg aangezien vele pogingen hiertoe al binnen enkele minuten
of dagen mislukken. Dit proces lukt pas – voor de gemiddelde oefenaar die hierop
langdurig moet trainen – als je een bepaalde discipline hebt opgebouwd. En
vervolgens ontstaat een soort verslaving omdat je er niet meer buiten kunt.
Maar dat heeft betrekking op het leerproces om je denken tot stoppen te
brengen. Want pas na afstoppen van je ratio krijg je toegang tot je
(geestelijk) hart of ziel en kunnen er boodschappen ‘naar boven’ komen.
Terugkerend naar dat
onthechtingsproces of bevrijding van egoïstische neigingen staat er letterlijk
dat dit mogelijk is door ‘ingetogen naar de grond te kijken’, alsof dat het wonder zal kunnen veroorzaken.
En dat is naar mijn mening onjuist voorgesteld. Want die neigingen worden niet
afgestopt door naar de grond te staren, alsof aangeboren neigingen zich laten
afstoppen. Waarmee dan wel?
Allereerst je eigen
neigingen te onderzoeken en bewust te leren kennen. Daarin bestaan een aantal
mogelijkheden: enerzijds door je behoeften als consument en anderzijds neigingen
als emotioneel wezen te leren kennen. Als consument kun je je aangetrokken te
voelen tot luxevoorwerpen en financiële ruimte die aanschaf daarvan mogelijk
maken. Als je je bewust wordt van de ‘eindigheid’ van dure voorwerpen, dan is
de belangstelling daarvoor snel geslonken. Is dus een te betrekkelijke ‘waarde’
om daardoor eeuwig achtervolgd te worden.
Wat een emotionele en
fysiek-seksuele neiging betreft kun je denken aan lichamelijke schoonheden die
je op straat tegenkomt en de verbeelding daarvan in tijdschriften en glossy’s.
Maar in spirituele boeken is te lezen dat de ‘eerste, de beste’ schoonheid die
je op straat ziet, geestelijk een lelijke aura heeft en dus betekent dat er
geen innerlijke wijsheid aanwezig is. Daartoe zal een spiritueel persoon zich
dus niet aangetrokken voelen omdat er dan bij voorbaat een onmogelijk contact
zal ontstaan of eventueel een relatie, die voorbestemd is om te mislukken. Dit
zijn dus voorbeelden hoe gemakkelijk mensen zich door uiterlijke illusies laten
leiden.
Daarvoor hoef je geen
meditatie ‘starend naar de grond’ voor te doen. Overdenking hoe de eigen
persoonlijkheid in elkaar zit is afdoende. Eigen psychologisch inzicht is
afdoende om geen flaters te slaan in het dagelijks leven. Kortom: (zelf)kennis
en inzicht in eigen ontwikkelingsprocessen die je doorloopt, is voldoende om
een eigen bewuste koers te varen in het leven.
Hiermee kan ik een
samenvatting gegeven van mijn antwoord op het citaat: onthechtzijn, zich
bevrijd voelen van zijn egoïstische neigingen door op de juiste manier te denken
én in het verlengde daarvan te handelen zullen geen emoties als haat en woede
laten ontstaan als gevolg van je eigen opgeroepen nederlagen in het leven. In
het verlengde hiervan leer je ook sober te laven want altijd gezond en
tegemoetkomend aan een duurzame levensstijl. Maar het genoemde ‘celibataire’
leven wijs ik te allen tijde af want volkomen onnatuurlijk en niet alleen dat,
maar de praktijk van de afgelopen jaren die kindermisbruik aan het daglicht
hebben gebracht, vloeien voort uit kerkelijk machtsmisbruik. Dit misbruik wordt
volgens mij veroorzaakt door onbegrip wat spiritualiteit en geestelijk leven
betekent. Met fatale gevolgen. Daarmee is het geciteerde ook een voorbeeld van
een verkeerde uitleg en voorstelling van zaken. En dat noem ik rustig een schande
voor een geestelijk boek dat dit beoogt te zijn. Ik had dit boek van Hartzema
al sinds publicatie in 2012 in huis, maar nog niet echt bestudeerd of erover
heen gelezen. Daarmee heb ik mezelf nu gecorrigeerd.
‘In het hinayana wordt – behalve het volmaakt uitpluizen hoe het ego
zijn eigen lijden creëert – uiteindelijk door allerlei redenaties onomstotelijk
aan getoond dat het ego eigenlijk nergens concreet te vinden is [logisch omdat
het ego ‘ik’ betekent in het latijn en dat is dus de persoonlijkheid, die in het
lichaam ‘huist’ of ‘woont’]. Want waar zou het moeten zijn? Bevindt het ego
zich in je hoofd [wel wat betreft het menselijk ratio], in je hersenen [jawel,
want dat is een onderdeel van de ratio] of in het hart [jawel, want daar woont
het gevoel en de intuïtie]. Is het een apart orgaan [neen!], en hoe ziet het er
dan uit? Is het rood of groen, rond of vierkant? [wat een schrijver toch
fantaseren kan!] En als het ergens concreet bestaat, hoe kan het dan dat je
gevoel van ‘ik’ continu verandert? [als het eerste – ‘concreet bestaat’ – onmogelijk is vanwege het feit dat de
persoonlijkheid geen lichaam(sdeel) is ,maar een bewustzijnsvorm, … en dus een
energie, dan is de tweede ‘hoe’-vraag een heel ander ‘geval’: een energie
verandert en dus het gevoel verandert eveneens, ook continu, en dus ‘concreet
veranderbaar’ of ‘dito veranderlijk’.’
Ja, wat een boeddhistisch schrijver niet al kan veroorzaken….aan reacties en andere opmerkingen, haha.
Uit: Robert Hartzema, Dimensies van Bewustzijn (2012,
307)
‘Er is iets heel merkwaardigs aan de hand met het woord
ego. Op een of andere manier heeft het een hele negatieve betekenis
gekregen, niet alleen in het boeddhisme, maar ook in het westerse denken. Alsof
ego gelijk staat aan een egocentrische houding die altijd ten koste van
anderen gaat. Alsof het ego de bron is van alle ellende en uitsluitend
leidt naar hel en verdoemenis, de erfzonde waardoor je altijd geneigd
bent tot het kwaad. Ook het boeddhisme ziet het ego en het najagen van
zijn begeerten als de belangrijkste oorzaak van alle frustraties en lijden,
de ultieme boosdoener die op een of andere manier uitgeroeid moet worden.
En op het moment dat je het ego de nek hebt omgedraaid, vertoef je in het nirwana,
de uitdoving van alle begeerten en de bevrijding van het lijden.’
Dit is een uiterst boeiend citaat aangezien hier het
woord of begrip ego als de negatieve oorzaak wordt gezien of aangemerkt voor al
het kwaad dat op ons afkomt en teleurstellingen die ons overkomen. Toch is dat
niet helemaal zo, want het woord ego staat voor de metafoor die er gedragsmatig
de oorzaak van is dat wij anderen altijd pijn doen door voor ons eigen eenzijdige
geluk te gaan en daarom nooit genoeg rekening met de ander houden.
En waarom een metafoor? Omdat het ego zelf niet de
oorzaak is, maar ons gedrag dat gedreven wordt door eigen hartstocht en
bezitsdrang of zelfs winstoormerk. Kortom, ons handelen dat de oorzaak is van
het causale verband waar je je eigen voordeel nastreeft en altijd een tegendeel
of een nadeel voor een ander aan verbonden is en dat doet niet alleen de ander
pijn, maar ook voor jezelf omdat het een boemerang-effect heeft.
Daarom wordt binnen de oosterse filosofie gesproken van wederzijdse
pijn omdat een andermans pijn veroorzaakt door je eigen gedrag ook je eigen
pijn betekent (karmische verbanden). Veroorzaakt door najagen van je eigen
begeerten. Die ten koste gaan van begeerten van anderen. En dat klopt altijd
zonder enige uitzondering.
Wordt vervolgd
“:function(e,t
Robert Hartzema, Dimensies van Bewustzijn (2012, 307)
‘Er is iets heel merkwaardigs aan de hand met het woord
ego. Op een of andere manier heeft het een hele negatieve betekenis
gekregen, niet alleen in het boeddhisme, maar ook in het westerse denken. Alsof
ego gelijk staat aan een egocentrische houding die altijd ten koste van
anderen gaat. Alsof het ego de bron is van alle ellende en uitsluitend
leidt naar hel en verdoemenis, de erfzonde waardoor je altijd geneigd
bent tot het kwaad. Ook het boeddhisme ziet het ego en het najagen van
zijn begeerten als de belangrijkste oorzaak van alle frustraties en lijden,
de ultieme boosdoener die op een of andere manier uitgeroeid moet worden.
En op het moment dat je het ego de nek hebt omgedraaid, vertoef je in het nirwana,
de uitdoving van alle begeerten en de bevrijding van het lijden.’
Dit is een uiterst boeiend citaat aangezien hier het
woord of begrip ego als de negatieve oorzaak wordt gezien of aangemerkt voor al
het kwaad dat op ons afkomt en teleurstellingen die ons overkomen. Toch is dat
niet helemaal zo, want het woord ego staat voor de metafoor die er gedragsmatig
de oorzaak van is dat wij anderen altijd pijn doen door voor ons eigen eenzijdige
geluk te gaan en daarom nooit genoeg rekening met de ander houden.
En waarom een metafoor? Omdat het ego zelf niet de
oorzaak is, maar ons gedrag dat gedreven wordt door eigen hartstocht en
bezitsdrang of zelfs winstoormerk. Kortom, ons handelen dat de oorzaak is van
het causale verband waar je je eigen voordeel nastreeft en altijd een tegendeel
of een nadeel voor een ander aan verbonden is en dat doet niet alleen de ander
pijn, maar ook voor jezelf omdat het een boemerang-effect heeft.
Daarom wordt binnen de oosterse filosofie gesproken van wederzijdse
pijn omdat een andermans pijn veroorzaakt door je eigen gedrag ook je eigen
pijn betekent (karmische verbanden). Veroorzaakt door najagen van je eigen
begeerten. Die ten koste gaan van begeerten van anderen. En dat klopt altijd
zonder enige uitzondering.
Een reis naar het kruis dient de laatste, ‘zinloze reis’ te zijn. Blijf er niet bij stilstaan, maar laat die achter je als volbracht. Als jij die kunt aanvaarden als jouw eigen laatste zinloze reis, ben je ook vrij je bij mijn opstanding aan te sluiten. Zolang je dat niet doet is je leven beslist verspild. Het is dan niet meer dan een heropvoering van de afscheiding, het verlies van macht, de vergeefse herstelpoging van het ego en uiteindelijk de kruisiging van je lichaam, of de dood. Zulke herhalingen zijn eindeloos tot ze vrijwillig worden opgegeven. Bega niet de jammerlijke fout je ‘vast te klampen aan het oude, robuuste, ruwhouten kruis.’ De enige boodschap van de kruisiging is dat je het kruis overwinnen kunt. Tot dat laatste moment staat het jou vrij jezelf te kruisigen zo vaak je maar wilt. Dit is niet het evangelie dat ik jou bedoelde te geven. Wij hebben een andere reis te ondernemen, en als je deze les zorgvuldig leest [dus in je ziel laat doordringen, jw], zullen ze jou helpen en voorbereiden die te ondernemen.’
[bron: Een cursus in wonderen, hfd 4, Inleiding, p.52]
‘Je kunt naar keuze vanuit de geest of vanuit het ego spreken. Als je vanuit de geest spreekt, heb je gekozen voor ‘Wees stil en weet dat ik God ben’. Deze woorden zijn geïnspireerd omdat ze kennis weerspiegelen. Als jij vanuit het ego spreekt, doe je afstand van kennis in plaats van die te bevestigen, en ontneem jij jezelf zo inspiratie. Begeef je niet op zinloze reizen, want die zijn inderdaad tevergeefs. Het ego kan daar misschien naar verlangen, maar de geest kan zich er niet in begeven, omdat hij voor altijd onwillig is zijn Fundament te verlaten.’
Hier staat een mooi beeld van het fenomeen vanuit de heilige geest, je geestelijk-zijn te spreken. Ik schrijf bewust heilige geest met kleine letters, omdat ik mij niet wil beroepen op de bijbel, vanwege de verwarring die daaruit kan ontstaan. Ik ben een christen die niet in kerkelijke traditie is opgevoed en die mezelf na een lange zoektocht tot christen heeft verklaard, een christelijk bewustzijn van binnenuit en dus alleen gebaseerd op mijn hartsgevoelens. Ik voel mij dus op mijn manier drager van het kosmische Christusbewustzijn, waarvan de historische wereldleraar Jezus een manifestatie van was.
Ego betekent voor mij het uitschakelen van het persoonlijk ik-bewustzijn om daarmee de goddelijke zielenkern van jezelf tot uiting te brengen en het kosmische BewustZijn te laten spreken waarnaar je kunt luisteren. Vandaar het ‘Wees stil’ in het citaat, en dat is ook de voorwaarde om die goddelijke stem te kunnen horen. En die stem, die geestelijke woorden, dat gevoel is inderdaad inspiratie, want het komt als geestelijke inspiratie tot je.
Vandaar ook dat ‘het’ – overgeaccentueerde – materiële, het stoffelijke enerzijds en het geestelijke anderzijds niet zich tegelijkertijd kunnen manifesteren: het is of het één of het ander. 99% van de mensheid leeft vanuit het ego- of Ik-bewustzijn (het zg. derde dimensionale bewustzijn of 3D) en heeft dus geen contact met het kosmische, met het geestelijke. Dit betekent dat als je niet kunt mediteren en in stilte kunt verblijven (wat voor het overgrote deel van de mensheid geldt), je ook geen contact met dat kosmische (dit woord heeft mijn voorkeur boven het goddelijke). Mediteer je niet dan ‘ontneem jij jezelf zo de [innerlijke] inspiratie’. Vandaar dat de weg tot de verlicht een moeilijke en langdurige is. nogmaals: materie en geest sluiten elkaar uit, hoewel ze kunnen samenwerken als de materie effectief en dus alleen waar nodig wordt gehanteerd; en zeker niet in ‘overmaat’.