‘Er is niets waarin God [de Bron] niet woont, want waar de hemel is, daar is God ook, en waar de wereld is, daar is de hemel ook.
Ik denk dat God in de hemel is en de hemel in de wereld.’
[III, 1]
*Dit is ook weer een raadselachtige uitspraak, waarvan het overgrote deel van de mensheid geen idee heeft wat hier staat en hoe de zinnen begrepen moeten worden. Daarom geef ik hierbij mijn intuïtieve gevoel weer. Het klopt (wat betreft de eerste zin) in de metafysica dat er niets is waarin de Bron afwezig is, al zal niet iedereen dat weten. De Bron is immers onzichtbaar en ongekend in het menselijk brein, laat staan in de wetenschap want daar alleen in de theologie en dat is een uitgesproken traditionele 2- of 3D-tak van het rationele denken.
Waarbij aangetekend dat de orthodoxe mensen onder 2D geschaard kunnen worden en de vrijzinnigen onder 3D. Maar het volgende probleem is wat onder hemel moet worden verstaan. In de bijbel wordt gesproken over de tweedelen ‘hemel en aarde’ en dat is meer symbolisch uitgedrukt want de werkelijkheid is veel complexer en ingewikkelder. Laten de hemel dus maar begrijpen en benaderen als de geestelijke wereld, maar dan moet er onderscheid worden gemaakt tussen astrale en etherische werelden die voor een groot deel nog duaal zijn en pas na 4D dus 5D ofwel multidimensionaal. In de bijbel gaat het wat betreft de hemel om de ‘omgeving’ die volkomen geestelijk is georiënteerd en dus nonduaal. In de hemel komt een fysiek lichaam voor. Maar dat betekent niet dat alle daar wonende zielen allemaal spiritueel of geestelijk leven, want er lopen nog ‘legioenen’ zielen rond die volkomen materialistisch denken. Daarom gaan zij na die periode weer terug naar de aarde om hun cyclus van incarnatie af te maken en dat proces van terugkeer heet dus re-incarneren.
Niet dat Hermes een christelijke wijsgeer was, want zijn naam betekent driemaal (of driewerf) grootste” betekent (grootste filosoof, priester en koning); afgeleid van Ἑρμῆς Τρισμέγιστος (Hermes Trismegistos), de Griekse naam van de Egyptische god van de wijsheid en het schrift, Thoth. Een Griekse god dus. Ten tijde van de het Jodendom als de eerste monotheïstische religie ter wereld. Daarom beschouwden de heilige werken het monotheïsme als een hoger geestelijk niveau dan de natuurgodsdiensten, want een meer geconcentreerde vorm van de geestelijke energie, natuurgodsdiensten alleen op de natuur, of de zon, of het vuur etc. gericht waren. In die vormen van onderscheid kan men dus een geestelijke evolutie – vormen van hogere trappen van wijsheid – op aarde herkennen.
Vandaar dat het resterende deel van het geciteerde: ‘waar de hemel is, daar is God ook, en waar de wereld is, daar is de hemel ook. Ik denk dat God in de hemel is en de hemel in de wereld’, het hierbij gaat om wat ik in de voorgaande blogs in deze serie heb aangegeven, dat er sprake is van een wisselwerking of kruisbestuiving tussen aarde en de hemel, want beiden hebben invloed op elkaar en ondergaan elkaars invloed. Het één kan niet zonder het ander.