Categorie archief: ritueel of rituelen

Een net geplaatste blog op mijn aquariuspolitiek over onverdoofd rituele slacht

Het advies van de Raad van State inzake Tekortkomingen bij onverdoofde rituele slacht en de rol én opmerking van Denk bij monde van Kamerlid Öztürk @DenkNL #ozturk #debatTK28-9-17

(…)

De heer Öztürk (DENK):

De heer Graus van de PVV is tegen ritueel slachten, dus tegen koosjer vlees. Aan de andere kant proberen we hier de lange arm van Israël en de joden eruit te hangen in de Kamer …

‘Tegen ritueel slachten’ is wat anders dan ‘tegen koosjer vlees’, Öztürk! Waarom is dat wat anders? Omdat koosjer vlees een typisch ritueel begrip is, dat in onze tijd met zijn keurmerken wat betreft voeding en vleeswaren, geen enkel nut meer dient. In feite kun je het vandaag geconsumeerde vlees en vis koosjer noemen, want hygiënisch gewaarborgd. 

Wat heeft ‘de lange arm van Israël en de joden eruit te hangen in de Kamer’ met dit debat te maken???

De voorzitter:

Wacht even mijnheer Graus, er is nog een vraag voor u van de heer Öztürk.

De heer Graus (PVV):

Mijn Limburgse collega.

De heer Öztürk (DENK):

De heer Graus van de PVV is tegen ritueel slachten, dus tegen koosjer vlees. Aan de andere kant proberen we hier de lange arm van Israël en de joden eruit te hangen in de Kamer …

De voorzitter:

Wat zegt u?

De heer Öztürk (DENK):

… en proberen ze in deze Kamer zogenaamd op te komen voor de joodse mensen. Ik vraag de heer Graus hoe het nu zit met de geloofsvrijheid, de vrijheid van godsdienst van deze joodse burgers in Nederland, als u het ritueel slachten, het hoge ritueel van hen afpakt?

De heer Graus (PVV):

Ik zei al in een zinnetje en ik zeg al elf jaar — ik herhaal het altijd — dat geen enkele vorm van geloof of ideologie mag leiden tot mishandeling van mensen of dieren. Nogmaals, je mag dieren niet boven de mens stellen, maar voor mij zijn ze niet minder belangrijk dan mensen. Vanwege de dieren ben ik in de politiek gegaan. Anders was ik nooit naar de Tweede Kamer gekomen. Vanwege de dieren heb ik gevraagd om hier Kamerlid te worden. Dat is de enige reden voor mij om hier te staan: ik ben een dierenambassadeur. Ik laat die dieren niet lijden.

Het ligt bij de regering en bij de Kamermeerderheid, maar ik heb tegen de christelijke partijen gezegd dat ze vanwege het geloof in het scheppingsverhaal tegen de christenen zeggen dat ze respect moeten hebben voor alles wat God geschapen heeft. Maar waar is dat respect voor alles wat God geschapen heeft? Die God heeft de dieren eerder geschapen dan de mensen. Waar is het respect? Nergens! Ik vind dat schandelijk. Dat mag u gerust weten.

De voorzitter:

Wij moeten bij het onderwerp blijven. Tot slot.

De heer Öztürk (DENK):

De PVV zegt dus tegen de joodse gemeenschap, tegen mensen uit Israël, dat ze het ritueel slachten om koosjer vlees te kunnen eten, in Nederland kunnen vergeten. Maar uit een citaat blijkt dat op 1 april 1933 in Duitsland het ritueel slachten als één van de eerste anti-joodse maatregelen werd verboden. Ik zie verbanden. Ondanks dat de PVV zegt dat zij voor de joodse gemeenschap opkomt, zie ik dat zij dezelfde zaken steunt die wij voor de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt in deze omgeving.

De heer Graus (PVV):

Dit vind ik erg … Ik heb eerder meegemaakt dat ik voor SS’er en zo werd uitgemaakt. Ik vind het echt schofterig wat u doet. Het is een diepe schande! Ik was niet eens geboren toen de Tweede Wereldoorlog hier aan de gang was. Ik heb daar helemaal niets mee te maken, helemaal niets. En ik kom op voor dieren en het dierenwelzijn. Ik heb helemaal niets te maken met nazi’s en wat er allemaal is gebeurd in Duitsland. Ik ben Dion Graus. Ik ben geboren in Limburg. Ik kom op voor dieren in Nederland en zal ook opkomen voor dieren in de wereld als ik ooit uit de Kamer ga. U moet niet proberen me in die hoek te drukken, want dat pik ik niet van u! Dat pik ik echt niet. Ik vind het schofterig en schandelijk wat u doet, want u weet dat ik het voor de dieren doe. Het maakt mij niet uit wie het doet: als mijn moeder een dier zou slachten, zou ik haar net zo hard aanpakken.

(…)

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. DENK is voor de vrijheid van iedere Nederlandse burger, de vrijheid zoals die is vastgelegd in onze Grondwet, en is dus ook voor de vrijheid van godsdienst zoals die in artikel 6 van onze Grondwet beschreven is. DENK staat hiermee garant voor de vrijheden van moslims, joden, christenen en alle andere gelovigen. Maar helaas moeten we constateren dat het belijden van een godsdienst steeds moeilijker wordt. Verschillende partijen hier in deze Kamer proberen grondwettelijke vrijheden voor gelovigen te beperken en in sommige gevallen willen ze die zelfs afschaffen.

Laten we een gemiddelde hardwerkende Nederlandse moslim als voorbeeld nemen, een hardwerkende Nederlandse moslim die dag in, dag uit zijn bijdrage levert aan onze samenleving door een opleiding te volgen, door hard te werken, door belasting te betalen, door vrijwilligerswerk te verrichten en heel veel meer. Die hardwerkende moslim zou ik bijna willen adviseren om niet naar dit soort debatten te kijken. Maar als die hardwerkende moslim wel naar dit soort debatten kijkt, wat hoort hij dan? Islamitische scholen moeten gesloten worden. Moskeeën gaan we niet beveiligen. De Koran moet worden verboden. Je moet afstand nemen van terroristen waar je helemaal niets mee te maken hebt. Geen hoofddoek of boerka in ons land. Als het aan de meeste partijen ligt zou het ritueel slachten vandaag nog verboden worden, ook wat betreft GroenLinks, terwijl zij dat uitschrijft.

Het zit nog vers in ons geheugen dat de meerderheid van de Kamerleden van de VVD, de PvdA, GroenLinks, D66, de SP en de PVV voor het wetsvoorstel van mevrouw Thieme was om ritueel slachten te stoppen, af te schaffen. Jammer en triest. Ik vraag mij soms af: waar gaat dit heen, waar zijn jullie mee bezig?

Voorzitter. Wij voeren dit debat vandaag naar aanleiding van een artikel in de NRC waarvan de titel luidt: Veel tekortkomingen bij onverdoofd ritueel slachten voor islamitisch offerfeest. Koeienletters in de NRC. En dan moeten we debatteren, want het gaat over moslims. Dan wordt er een debat aangevraagd. Als je daadwerkelijk kijkt wat er gebeurd is, zie je dat van de 28 slachterijen er 21 zijn die hun tekortkomingen hebben verbeterd en die nu dus voldoen aan de eisen. Vier daarvan zijn ofwel failliet gegaan ofwel er is iets anders gebeurd. In principe gaat het conform de vraag die wij richting de slachthuizen hebben gesteld. Mijn vraag aan deze minister is: wat gaat u doen om deze slachthuizen te ondersteunen, om ze te helpen om naar dat convenant toe te werken en om ze te helpen dat we de dieren zo min mogelijk pijn doen? Ja, mijnheer Graus, ja, mevrouw Ouwehand, ook wij willen dat de dieren zo min mogelijk pijn lijden, maar daar moet u ze wel mee helpen en ze niet iedere keer in de hoek zetten vanuit het geloof.

Tot slot. Wij staan met z’n allen voor artikel 6 van de Grondwet, vrijheid van godsdienst. Laten we dat met z’n allen overeind houden.

(…)

De heer Öztürk (DENK):

GroenLinks is er voorstander van om ritueel slachten af te schaffen en dat moslims en joden in Nederland geen halal vlees en geen koosjer vlees mogen eten. Wat zegt u tegen uw kiezers die toch moslim zijn, op GroenLinks hebben gestemd en het advies van de Raad van State hebben gelezen waarin staat dat dit toch een beperking van hun vrijheid van godsdienst is? Ik wil even kort citeren wat de Raad van State heeft gezegd: “De Raad is dan ook van oordeel dat een verbod op onbedwelmd ritueel slachten een beperking van de vrijheid van godsdienst vormt. Het voorstel stuit naar het oordeel van de Raad aldus op de grenzen van artikel 6, eerste lid van de Grondwet.” De Raad van State, adviseert het voorstel nader te overwegen. Horende dit, vindt GroenLinks nog steeds dat ze ritueel slachten moeten afschaffen?

De voorzitter:

Dit is precies wat ik bedoelde, mijnheer Grashoff, dus gaat u daar als u wilt op in.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dit gaat nog een slag verder, dit gaat namelijk niet over een discussie over het convenant, maar nog verder terug naar de start van de discussie rondom een totaal verbod op ritueel slachten. Dat heeft zijn geschiedenis gehad en dat stukje van het debat ga ik echt niet over doen. Misschien heeft de heer Öztürk net gehoord dat ik in alle nuances die er op dit punt zijn, zoek of het antwoord op dit punt van de staatssecretaris en nu van de minister om, wat ik dan maar noem appels en peren vergelijkend, dierenwelzijn en godsdienstvrijheid op een evenwichtige manier te benaderen, nu de juiste gang van zaken is of niet. Ik zou ook de heer Öztürk willen vragen om die nuance een beetje in de discussie te houden.

De heer Öztürk (DENK):

De heer Grashoff geeft eigenlijk geen antwoord. Hij laat het in het midden en schuift het door naar de minister. De GroenLinks-kiezer wil weten nu er een initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren komt: zijn jullie voor halal vlees en koosjer vlees, zijn jullie voor ritueel slachten of niet? Zeg gewoon eerlijk waar jullie voor zijn. Dan denk ik dat het ook helder is voor de kiezer. Die weet dan waar jullie voor staan.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dat is een heel bekende truc, om op een ongelegen moment als iets niet aan de orde is, een wat-alsvraag te stellen. Stel dat er straks weer een nieuw initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren komt, dan zullen wij dat op dat moment wegen. Wij zullen het op die manier doen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, tot slot. De fractie van GroenLinks is het ermee eens dat consequent wordt vastgehouden aan het principe dat geen vlees van onbedwelmde slacht wordt vermengd met regulier vlees. GroenLinks is van mening dat voor eenieder onder voorwaarden zo veel als mogelijk het recht op eten van vlees uit rituele slacht zou moeten worden gerespecteerd, maar ook het recht om alleen vlees uit bedwelmde slacht te eten. Het moet dus altijd duidelijk zijn waar het vlees vandaan komt. Waarom is er op dit punt dan weerstand bij VSV? Is het handhaafbaar? Hoe zit het met restproducten als botten en de gelatineproductie? Zijn die ook voldoende uitgesloten? En, is inmiddels al begonnen met de voorbereiding van de wettelijke verankering?

Dank u wel.

(…)

De heer Öztürk (DENK):

Ik heb wel het advies van de Raad van State gelezen en die heeft ook veel gestudeerd. Zij zeggen dat de vrijheid van godsdienst in het geding is. Wat ik ook zie, is wat er in het verleden is gebeurd. U kunt misschien wel een dierenliefhebber zijn en de heer Wilders tolereert u in de fractie, zo van: laten we ook een sociaal gezicht hebben bij de PVV, een beetje een knuffel-Kamerlid, zodat we kunnen laten zien dat we ook sociaal zijn.

De voorzitter:

Mijnheer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Die ruimte krijgt u van Geert, maar het feit blijft dat de geschiedenis zich hier aan het herhalen is. Daar waarschuw ik voor.

(…)

De heer Öztürk (DENK):

Ik heb gevraagd om de slachthuizen te ondersteunen. De minister ziet dat positief. Alleen, hoe gaat dat in de praktijk plaatsvinden? We zien dat een aantal slachthuizen hierdoor failliet gaan, niet meer ritueel slachten of de keuze maken om het niet meer te doen. Maar een aantal slachthuizen heeft ondersteuning nodig. Mensen moeten op cursus, mensen moeten getraind worden. Er is heel veel controle, er worden heel veel kosten gemaakt om artikel 6, de vrijheid van godsdienst, in Nederland overeind te houden. Bent u bereid om met de slachthuizen toch te bekijken waarmee we hen kunnen compenseren?

Minister Kamp:

Nee, daar ben ik niet toe bereid. Ik denk dat de kosten die binnen de wetten en regels voor het uitoefenen van een godsdienstwens, namelijk het ritueel onbedwelmd slachten, gemaakt moeten worden, moeten zijn voor hen die dat wensen. Sterker nog: ik vind ook dat het toezicht van de NVWA in rekening moet worden gebracht bij de slachthuizen. Die moeten die kosten dus ook dragen. Ik ben niet van plan om hen daarin tegemoet te komen. Het is aan hen om binnen de regels te blijven, ervoor te zorgen dat ze goed opgeleide mensen hebben, en ervoor te zorgen dat de materialen voor elkaar zijn. Dat is allemaal hun eigen verantwoordelijkheid. Ik ga daar wel in treden in de vorm van regels en toezicht daarop, maar ik ga hen niet tegemoetkomen in die kosten.

De heer Öztürk (DENK):

De minister is ook van de VVD, een ondernemerspartij. Wij hier in deze Kamer bedenken iets en leggen dat op aan ondernemers. En vervolgens zeggen wij: ja, jullie moeten het maar opsoppen en als je failliet gaat, ga je maar failliet. Ik denk niet dat dat gangbaar is voor de echt liberale VVD. Als wij hier iets bedenken en opleggen, dan moeten wij deze ondernemers op de een of andere manier, hoe dan ook, tegemoetkomen zodat zij hun werk kunnen doen. Het gaat ook om werkgelegenheid, minister.

(…)

De heer Öztürk (DENK):

Ik heb de heer Buma gehoord in een lezing. Dat was niet echt verbindend. Wat hij daarin bepleitte, was het in tweeën delen van de samenleving, het in een bepaalde hoek zetten van moslims. Ik denk dat u met dit verhaal dat u nu naar mij toe probeert te houden, eens met uw eigen verrechtste leider moet gaan praten. Die zegt niet meer dan wat Wilders zegt. Is dat verbinding voor het CDA? Is dat naastenliefde? Is dat broederschap? Is dat omgaan met mensen in de omgeving?

(…)

De heer Öztürk (DENK):

Het advies van de Raad van State richting de Kamer is: kijk naar artikel 6. Dat is gewaarborgd. Wat wij nu doen, kan misschien nog net, maar als wij een stap verdergaan om het mensen, gelovigen, in Nederland moeilijk te maken om halalvlees of koosjer vlees te eten, dan denk ik dat wij onze Grondwet, waar wij allemaal voor staan, met de voeten gaan treden. Ik doe een oproep aan collega’s om bij het indienen van voorstellen en moties rekening te houden met het advies van de Raad van State en met de wetenschap dat de samenleving het een en ander heeft gedaan.’

Deze laatste zin (…met de wetenschap etc.) is volkomen onduidelijk.

Natuurlijk is de Grondwet en ook artikel 6 gewaarborgd. Maar uit de opvolgende zin waar staat ‘dan denk ik’, blijkt terecht dat dit Kamerlid geen voldoende kennis heeft (genoten) van ons staatsrecht en dat mag wel verwacht worden van ieder Kamerlid. En het bewijs wordt ook geleverd door de bewering ‘wij onze Grondwet, waar wij allemaal voor staan, met de voeten gaan treden’. Dat is gewoonweg erg brutaal aangezien het Kamerlid hiervoor geen enkel bewijs kan leveren. De Grondwet wordt nimmer met voeten getreden, maar als je als spreker het staatsrecht niet beheerst en waarschijnlijk nooit een college daarover hebt gevolgd, hoor je dit ook niet te beweren.

De voorzitter had hier mogen of zelfs moeten ingrijpen, want hier is geen sprake van vrije meningsvorming, maar van feitelijke onzin. bovendien wordt ook het emancipatorische streven van de DENKpartij om moslims en andere migranten in ons land een stem te geven volledig ondergraven. Erg dom dus.

Waarmee ook niet gezegd wil zijn dat er geen verschillende opvattingen over de Grondwet bestaan. Het tegendeel is het geval en dat is ook erg goed verklaarbaar. Geef ik hierna na de volgende opmerking: Denkpolitici kunnen of dienen zelfs gespecialiseerde deskundigen (staatsrechtgeleerden) te raadplegen en dan weet de fractie wat zij kan beweren en wat niet.

Maar de waarom-vraag in het kader van de tegenstellingen kan als volgt worden beantwoord. Ons land is sinds de onafhankelijkheidsverklaring ten tijde van Willem van Oranje een sterk pluriform land geweest vanwege de bestaande godsdienstige verschillen. Dat heeft zich ook vastgelegd in de latere Grondwetsherziening van 1848. Het is dus samengavet een compromissentekst geworden waarin alle delen van onze bevolking zich moesten kunnen herkennen. Dat betekent voor artikel 6 dat de vrijheid van godsdienst betekent dat iedereen gerechtigd is zijn godsdienst van eigen persoonlijke keuze te kiezen of ook los te laten en over te stappen op een andere denominatie of zelfs zonder geloof verder door het leven te gaan. Daaruit vloeit direct het probleem met de moslimcultuur voort: moslims kennen maar één centrale godsdienst, de islam, ook al kan dan mondiaal ook worden opgesplitst naar soennieten en sjiieten. Dus per land een eigen gemeenschappelijk geloof.  

In ons land blijft de kern dat je je kunt losmaken van het geloof waarin je bent opgevoed en die mogelijkheid bestaat in moslimlanden niet; sterker daar staat ethisch of moreel de doodstraf op. Deze factor maakt dat moslims in ons land zo moeilijk kunnen integreren omdat zij fundamenteel anders zijn opgevoed. Geen individuele, particuliere keuzevrijheid; om maatschappelijke spanningen tussen westerse gelovigen en moslims die als migrant in ons land zijn binnengekomen, moet de godsdienst op private grond worden beleden, want uitdrukking geven eigen geloof binnen bepaalde setting in het openbaar verkeer, zoals agenten en rechters is vanwege de noodzakelijke neutraliteit verboden. Dat is dus voor migranten een kwestie van wennen en aanleren.

Maar ook ons land kent orthodoxe geloofsrichtingen waarvan een gemiddelde burger geen boodschap aan heeft en dus zullen beide groepen zich zo neutraal en prudent mogelijk moeten opstellen in de openbare ruimte. Dus bestaan er hier, evenals in de VS, een Bible-belt, zodat beide stromingen zich niet aan elkaar hoeven te storen. Het is dus een kwestie van wisselwerking: beide bevolkingsgroepen moeten elkaar niet gaan uitdagen.  Waar de PVV de grenzen bewust opzoekt, geldt voor de moslim: doe alsof je niets hoort, en voor de Nederlander geldt in principe hetzelfde: hoor hem (Wilders) weer eens blaten: hij/ze moeten weer zo nodig ‘hun riedel afdraaien’. Buiten de eigen aanhang van PVV neemt niemand hen serieus; vanwege hun eenzijdige en lineaire stellingnames of oneliners.

Vanwege deze omstandigheden speelt godsdienstvrijheid zich in private sfeer af. Of binnen besloten kerkelijke gebouwen. Dat zijn nu ook moskeeën. Maar haatpredikers overtreden in beginsel (en op het eerste gehoor) de strafbepalingen uit de wet, omdat zij evenals Wilders de grenzen opzoeken. Maar als het goed is gaat niemand over de grens, en daarmee ‘respecteren’ zij op hun wijze de wet en levenssfeer van de medeburger.

Dus een vrijheidsbeleving in de private sfeer is mogelijk iets typisch Nederlands. En bestaat vrijheid van godsdienst’uitoefening’ in vanzelfsprekend het publieke domein, omdat het te maken heeft met de vrijheid van organisatie én vergadering. Daarom is de vrijheid van godsdienst besloten en kunnen niet-belijdenden die daar niet thuis horen, geweigerd worden. Ons land kent nadrukkelijk geen staatskerk, zoals Engeland die wel kent met een overheersende kerk, te weten de Anglicaanse kerk.

Vanwege de vrijheid van godsdienst(keuze) wil dat niets zeggen over uiterlijke manifestaties, want daar gelden maatschappelijk algemeen erkende normen en waarden; dus ook bij de slacht van offerdieren. Daarom is ook besnijdenis verboden, en zeker in deze tijd omdat het medisch gesproken niet te verdedigen valt, maar in de tijden van de oprichting van de monotheïstische godsdiensten was er geen sprake van een moderne, hoogontwikkelde en industriële samenleving. De nomaden uit die oude tijden hadden kortom de taak om hun nageslacht te garanderen en daarmee hebben de spijswetten te maken.

Om deze reden is het verzet van Denk tegen verandering van de slachtwetten een bewijs van niet geïntegreerd zijn omdat ze helemaal niet begrijpen dat de maatschappelijke normen hier anders zijn dan ze vanuit de opvoeding in het vader/moederland, en hun moskee gewend zijn.

De conclusie van dit betoog luidt dus dat de Denkfractieleden in de Kamer een andere toon moeten aanslaan als het gaat om debatten over onverdoofde rituele slacht, want nu jagen zij de hele Kamer tegen zich in het harnas. En dus is er geen sprake van ‘verbinding’ waar Denk zo prat op gaat. In gewoon Nederlanders: onzin. Met dat verzet tonen zij geen begrip voor de overgrote deel van de bevolking en wordt de haat tegen moslims alleen aangewakkerd.

Ik heb kortom in deze beschouwing een compromisregeling of -tekst aangeboden omdat ik evenals de minderheid in dit land ook gelovig ben, maar in ongebonden vorm en dus als uitzonderingsfiguur, maar daar heeft niemand last van. Dat verwacht ik dus ook van moslims alhier. Als dat stukje zelfdiscipline kan worden opgebracht, dan kunnen we in vrede met elkaar leven. Mijn god is de god van alle zeven wereldgodsdiensten, of beter: de drie monotheïstische godsdiensten omdat het boeddhisme geen god kent. Is ook goed, want zij houden zich wel degelijk met de zin van het leven bezig en daar draait het allemaal om.

Overigens gebruik ik bewust de kleine ‘g’ omdat ik geloof dat god in mijzelf – zoals in iedere mens persoonlijk – woont en wij dus familie van elkaar zijn als mensheid. God met een hoofdletter staat ‘ver weg’ van de mens af en daarom geloof ik niet in die capitale letter. Die ver verwijderde schepper of creator is mijns inziens de oorzaak van alle godsdienstoorlogen, die natuurlijk belachelijk zijn.