Categorie archief: Farao Achnaton

Farao Achnaton of Akhnaton met Christusbewustzijn kon zijn onderdanen niet overtuigen: dualisme leek toen winnaar

[Bron: Bob Frissell, Niets in dit boek is waar, maar ….  2011; 67-68]: ‘Achnaton kreeg [met zijn Christusbewustzijn, jw] omstreeks 1355 v.C. slechts zeventien en een half jaar de tijd om zijn stempel te drukken. Intussen haatte iedereen hem. Hij gooide alle religies omver, vertelde mensen dat de priesters niet nodig waren, dat God in  hen was, en dat ze alleen maar hoefden te leren te ademen en alles zou in orde zijn. Ook al had Egypte het sterkste leger ter wereld, Achnaton, die pacifist was, zei dat ze niet meer mochten vechten. Hij beval ze binnen hun grenzen te blijven en alleen te reageren als ze aangevallen werden. De mensen verachtten hem omdat ze hun religies aanbaden, ook al waren die een warboel van tegenstrijdigheden. Achnaton zei ook dat er van dan af slechts een religie zou zijn voor heel Egypte, en niemand wilde dat horen.’

‘Achnaton gaf ingewijden een twaalf jaar durende gevorderde opleiding in de ‘ontbrekende kennis’ (ik zal die school gedetailleerder bespreken). Deze cursus leverde bijna 300 wezens met Christusbewustzijn op. Deze onsterfelijke wezens waren bijna allemaal vrouwen. Tot ongeveer 500 v.C. sloten ze zich aan bij de Tat Broederschap en bleven in de ondergrondse stad onder de Grote Piramide. Toen kwamen ze onder de Grote Piramide vandaan [na de dood van Achnaton?] en verhuisden naar Massada [Israël], waar ze bekend werden als de Esseense Broederschap. Maria, de moeder van Jezus, was een van deze onsterfelijke wezens.

De Egyptenaren ontdeden zich van Achnaton na een regeringsperiode van zeventien en een half jaar. Ze deden hun uiterste best om herinneringen aan hem uit te wissen. Alles ging weer terug naar de oude gewoonten. Ondanks dit had Achnaton uiteindelijk succes. Hij was niet uit op een blijvende nalatenschap, niet op een planeet die in slaap sukkelde. Het enige dat hij hoefde te doen was zijn voorbeeld een plek te laten verwerven in de Akasha-kronieken, de levende herinnering van de Aarde. Hij moest de Esseense Broederschap vestigen, die voldoende zou zijn om de volgende fase op gang te brengen. Hij deed precies wat hij moest doen, in de tijd die hem toebedeeld was.’