Categorie archief: Godsdienstfilosofie

‘Stop religie nu! Serieus?’ @doorbraak.be #covid

Stelling: Onderstaande tekst werd volkomen willekeurig van internet ‘geleend’ om daarmee een oefening voor studenten om hen te leren kritisch met teksten om te gaan, vanuit journalistiek perspectief. Daarom wordt commentaar geleverd waarop de student zijn aantekeningen (nuanceringen aanbrengen) of kanttekeningen (kritische tegengeluiden te formuleren). En deze in de groep te gooien zodat men collectief tot een standpunt kan proberen te komen.

Religie ligt onder vuur

[Johan R. Bruynseraede, COMMENTAAR/ doorbraak.be – 13/02/2021]

‘De vreselijke crisis van het voorbije jaar door het coronavirus heeft voor mij als christen iets héél duidelijk gemaakt: ik leef onder een geloofsonvriendelijk regime.

Ni dieu ni maître

*Is ‘noch God, noch meester’ de juiste vertaling van de Franstalige kop? Of wordt bedoeld ‘noch eeuwige god, noch kerkelijk gezag of de lesgevende meester? En dan wordt met de levende priester waarschijnlijk bedoeld dat deze de geestelijke waarheid in pacht heeft omdat hij ervoor ‘doorgeleerd’ heeft.

‘De traditionele religie ligt al decennia lang in het Westen onder vuur. U kent het verhaal: in een streven naar ‘vrij zijn’ van alle banden, van alle taboes, is er veel op de schop gegaan. Een ware afbraak- en veranderingscultuur die vandaag de dag nog steeds doorgaat.

*In verband met vrijheidsrechten kan *‘vrij zijn’ van alle banden, van alle taboes, geconstateerd worden dat er veel op de schop is gegaan*, zoals het citaat aangeeft, maar dan bestaat er wel een wisselwerking tussen twee bevolkingsdelen, te weten de roomse gelovigen die ageren tegen het vrij zijn van alle (kerkelijke) banden enerzijds, en omgekeerd het seculiere deel van de bevolking die juist ijvert voor het andere uiterste. Hier treffen we dus een patstelling aan, waar alleen de tijdsfactor én de wet van de ‘grote getallen’ en dus van meerderheden van bevolkingsdelen de doorslag zullen geven wie er aan het langste eind trekt.   

In ons taalgebied heeft filosoof Herman De Dijn dit allemaal haarfijn uitgelegd in zijn boeken Vloeibare waarden, Hoe overleven wij (dit soort) vrijheid? en zijn bekroonde boek Rituelen, waarom we niet zonder kunnen. Op zijn website vindt u tal van verhelderende artikels zoals ‘Voorbij de mislukking van de moderniteit’, ‘Zeven vormen van atheïsme’ en ‘Een eredienst is geen feestje.’ .

Covid-19 versnelt afbraak

Die afbraak gaat vandaag onverminderd verder. In deze verschrikkelijke maatschappelijke crisis wordt het geloof door de overheid volledig genegeerd, van de openbare omroep geweerd en actief door een psychologie zonder spiritualiteit, zonder ‘een God’ vervangen.

Stond dat op de verkiezingsprogramma’s van de regeringspartijen?

Beseft iedereen wel ten volle wat er hier gebeurt? En is het überhaupt verantwoord dat een geseculariseerde overheid dit nu doet? Stond dat op de verkiezingsprogramma’s van de regeringspartijen? Heeft de burger daarvoor gestemd? Het christelijk geloof dat het Vlaamse volk in tijden van hongersnood, ziekte, oorlog, … eeuwenlang zoveel kracht heeft gegeven, wordt ons in deze pandemie (én in de komende moeilijke tijden) ontnomen. Dit is me het voorbije jaar héél duidelijk geworden.

*In alle onafhankelijkheid stel ik vast dat hier sprake is van een noodkreet van een pastor/priester die in een poging om een blijvende neergang van de traditionele kerk tegen te houden, probeert om die oude kerk nieuw leven in te blazen, in plaats van zich af te vragen of dat instituut niet beter kan zoeken naar oorzaken van de afbladdering. Als seculieren niet worden aangetrokken, dan is er iets mis en dat heeft de oude boodschap afgedaan. Dan maar liever het gezag van eigen meningsvorming en levensovertuiging!   

Pastoor is psycholoog geworden

Ik geef enkele voorbeelden. Hoeveel bisschoppen, priesters of religieuzen ziet u nog op televisie? Geen. Zij worden consequent vervangen door psychologen, psychiaters, gelukcoaches, e.d. In nood leert men bidden, zei men vroeger, maar vandaag mag dit op de openbare televisie niet meer gezegd worden.

Bij de aanvang van de pandemie werd op de Italiaanse staatstelevisie – toen de doden zich in de ziekenhuizen opstapelden – een dagelijkse eucharistieviering voorgegaan door de paus (in coronaproof omstandigheden) uitgezonden. De VRT houdt nu al het hele coronajaar in haar programmatie vast aan één christelijke eucharistieviering per veertien dagen. Privé-initiatief heeft dit gebrek ingevuld: op EclipsTV wordt dagelijks om 9 u. 20 het ochtendgebed vanuit de Abdij van Averbode uitgezonden.

De enorme wijze en zo zachtmoedige Benedictijner monnik Benoît Standaert heeft voor coronatijden een klein boekje geschreven

De digitale gelovige wijkt uit naar het internet, maar dat kunnen al die mensen in een woonzorgcentrum niet. De enorme wijze en zo zachtmoedige Benedictijner monnik Benoît Standaert heeft voor coronatijden een klein boekje geschreven met als titel Leven als een kluizenaar. Wijze lessen voor alledag. Waarom krijgt zo iemand geen kans op televisie om ons volk door deze crisis te helpen?

*Geen kans krijgen betekent dat er geen moeite wordt gedaan om een plekje op het tv-scherm te regelen en dan binnen een minuut tijd een korte boodschap uit te dragen, maar is de monnik wel voorbereid op een pakkende tekst die bindend kan uitwerken? Ofwel er is geen sprake van organisatorisch vermogen, dan wel dat hij is afgewezen. Voor de goede orde is dit commentaar geschreven vanuit een onafhankelijke want alleen logische en rationele overwegingen. In antwoord op de vraag hoe de mens omgaat met dit soort worstelingen van de dag.  

Spiritueel relanceplan

In juli 2020 werd naast het Economisch Relanceplan ook een Maatschappelijk Relanceplan opgesteld dat onze samenleving na de coronacrisis weer moet herstellen. Toen werd het heel duidelijk. Het thema ‘religie’ werd onder de noemer ‘Vrijetijdsbesteding en cultuur’ geplaatst en niet onder het thema ‘Gezondheid en welzijn’. De eredienst is dus voor de geseculariseerde elite eerder een bezoek aan een poppenkast dan een bezoek aan een dokter. Voor een christen is dat anders: de levende Jezus die leert en geneest.

*Deze slotzin is voor een commentator betrekkelijk gemakkelijk te beantwoorden: wat voor de ene monnik een ‘christen’ is die over de historisch lerende Jezus predikt die leert en geneest, is voor de andersoortige christen een heel andere beleving, zonder kerkelijke autoriteiten.

Heel wat vooraanstaande gelovigen hebben dan ook al gevraagd om hun grondwettelijke rechten beter te beschermen

Zo komen we vandaag tot de situatie dat gelovigen reageren op de voor hen overdreven opgelegde restricties op vieringen. Heel wat vooraanstaande gelovigen hebben dan ook al gevraagd om hun grondwettelijke rechten beter te beschermen, bij politici zelf en bij de Raad van State. Midden januari hebben de vertegenwoordigers van de rooms-katholieke, protestants-evangelische, Israëlitische, anglicaanse, islamitische en orthodoxe erediensten aan minister Vincent Van Quickenborne gevraagd om een terugkeer naar de relatieve maatstaf voor het aantal toegelaten gelovigen in de gebedsplaatsen: 1 persoon per 10m² in plaats van maximum 15 personen voor een heel gebouw.

*Zouden die ‘overdreven opgelegde restricties op vieringen’ niet iets met coronamaatregelen te maken kunnen hebben?

Wie heeft er eigenlijk beslist dat een eucharistieviering vrijetijdsbesteding is? Stond dat in een of ander verkiezingsprogramma?

*Hier kom ik zelf voor een dilemma te staan omdat deze commentator onbekend is met de Belgische grondwet en als Nederlander ga ik er vanuit dat er ook bij mijn zuiderburen de ‘scheiding van kerk en staat’ geldt en dat de overheid dus geen bepalende en besluitvormende factor is ten aanzien van religieuze aangelegenheden.

Geluksvierkant

Een nieuw Vlaams Instituut Gezond Leven werd opgericht om de grote problemen van de mensen in deze enorme crisis te verlichten. Dit Instituut werkt met een ‘geluksdriehoek’ waarbij er drie bouwstenen zijn: je goed omringd voelen, je goed voelen en jezelf kunnen zijn. Prof. Mia Leijssen van de K.U. Leuven doet al jaren wetenschappelijk onderzoek naar existentieel welzijn en zij ziet vier dimensies. Het is om een mens te helpen belangrijk om duidelijk een psychische én een spirituele dimensie te onderscheiden. Maar deze overheidsinstelling wil dus bewust de spirituele dimensie minimaliseren.

Is het geoorloofd om in een gigantische crisis zoals deze, een politieke agenda – verdring de traditionele religie – door te duwen? Moeten niet juist alle middelen gebruikt worden om uit deze vreselijke ellende te geraken? Ook religie?

De toekomst van bestaande godsdiensten [2]

De samenhang van verschillende religies

‘Waarom is er meer dan één religie? Waarom zijn er meerdere, van elkaar verschillende religies? Daarover nadenkend, ben ik gaandeweg tot het inzicht gekomen dat we het eigen karakter van iedere religie pas werkelijk kunnen begrijpen en respecteren wanneer we dit kunnen plaatsen in een groter verband. Dan kunnen we namelijk zien wat de geheel eigen bijdrage van elke religie aan het geheel van de ontwikkeling van de mensheid is.[i] Geen enkele religie staat immers[ii] op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van een geheel en levert een beslissende bijdrage aan dat geheel. Wil je daarom een bepaalde religie leren begrijpen, dan is het belangrijk dat geheel te overzien. Juist vanuit dat geheel krijg je zicht op het geheel eigen karakter en op de bijzondere kenmerken die elke religie maken tot wat zij nu is. Dat de islam bijvoorbeeld de laatste grote religie is en daarmee zeer waarschijnlijk de reeks grote religies definitief afsluit, is een belangrijk gegeven dat noodzakelijk is om de plaats van de islam in het geheel van de religies te leren begrijpen. En dat het hindoeïsme de eerste grote religie was, kenmerkt deze religie tot op de dag van vandaag: het is doortrokken van een groot heimwee naar de wereld die de mens zojuist verlaten had. En zoals het hindoeïsme de meest hemelse religie is, want meer op de hemel dan op de aarde gericht, zo is de islam de meest aardse religie. Hij belichaamt vooral de opdracht van de mens om de áárde als woon- en leefwereld te kiezen.

Deze karakteristieke kenmerken van iedere religie worden als vanzelf duidelijk wanneer we de samenhang overzien. Vanuit het geheel krijgen we inzicht in de heel verschillende opdracht die elke religie in haar tijd en binnen de eigen cultuur te vervullen heeft. Alleen daardoor leren we het eigen karakter van iedere religie met verwondering te begrijpen en dat met een groot respect tegemoet te treden. En als er iets nodig is in onze tijd, dan is het inzicht in en begrip en respect voor het eigene van iedere religie.

In dit boek wil Stolp dan ook de verschillende religies op een rij zetten en nagaan welke opdracht elke religie dan wel te vervullen had, en wat nu precies de geschenken zijn die deze religies aan de mensheid te geven had. We mogen immers[iii] zeggen dat elke religie de mensheid een geheel eigen geschenk heeft gebracht en daarmee een geheel eigen bijdrage heeft geleverd aan het geheel. Al die geschenken sámen hebben de huidige mens gemaakt tot degenen die hij nu is.[iv] Ze waren en zijn – geen enkele religie uitgezonderd – noodzakelijk in het geheel van de evolutie, en niet één kan er gemist worden. Daarom is elke religie niet alleen zinvol, maar zelfs noodzakelijk voor de geestelijke ontwikkeling van de mensheid. Maar daarover meer in de hoofdstukken die volgen.

Uitgangspunten [Ten geleide]

Stolp legt uit dat hij bij de beschrijving van verschillende religies altijd de inzichten van de esoterische traditie volgt, en dat betekent de verklaringen vanuit de mystieke richtingen binnen iedere religie, omdat zij altijd vanuit de mens en zijn geest zelf redeneren en niet vanuit het instituut ‘kerk’, ‘synagoge’ of ‘tempel’. En dat is een fundamenteel andere benadering dan de exoterische inzichten van de gevestigde (en georganiseerde) religies  wereldwijd. En de mystieke stromingen volgen historisch nu eenmaal altijd de weg van de geestelijke innerlijke discipline en meditatie, die minder geschikt zijn voor de grote massa.

Zoals bekend komt de schrijver zelf uit de christelijke traditie vanuit zijn opvoeding, maar ook vanuit de christelijke mystiek. Daarom benadrukt hij niet te schrijven als wetenschapper, maar ‘gewoon op eigen titel’, als een mens voor wie het thema van zijn boek belangrijk is en die daarom zijn inzichten graag met andere mensen wil delen. Wél heeft hij geprobeerd zó te schrijven dat iedereen, of hij nou wel of niet godsdienstig is, zich uitgenodigd voelt mee te denken en zich niet bij voorbaat buitengesloten voelt.

Stolp pretendeert niet dat hij gelijk heeft met de overwegingen, inzichten en conclusies die hij in zijn boek presenteert, al wordt wel duidelijk dat hij een theologische achtergrond heeft en het erop lijkt dat hij al heel vroeg – en dus tijdens zijn gevolgde studie – al met een esoterische blik aan het onderzoeken was en bewust andere paden insloeg tijdens zijn studie dan zijn medestudenten. Want niet iedere theoloog is ook een mysticus. Het gaat hem er ook niet om een objectieve waarheid te brengen – als die al bestaat – maar gewoon om eigen inzichten naar beste weten door te geven aan wie maar geïnspireerd is en mee wil denken. 

Hoe voorzichtig en zorgvuldig Stolp ook probeerde te zijn in zijn beschrijving van al die religies, hij was zich ook bewust wat voor enorme werkterrein hij wilde beschrijven, omdat alle grote religies bij elkaar een enorm terrein beslaan. Daarom is het al nooit echt compleet en de auteur vraagt daarvoor vergeving..

Hoofdstuk 1: Zijn alle godsdiensten gelijk?

Een onmogelijk dilemma

‘In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de idee dat alle godsdiensten weliswaar verschillend, maar in wezen gelijk aan elkaar waren, sterk naar voren. Én begonnen steeds meer mensen zich openlijk af te vragen of het bestaande gevoel van superioriteit van het Westerse christendom wel terecht was. Daarom concentreerde Hans Stolp zich op de vraag of het niet beter was om te onderzoeken of het niet veeleer moest draaien op de eigen impuls die iedere religie te geven heeft, in plaats van dat alle godsdiensten in wezen aan elkaar gelijk zijn.

Dit ook vanwege de wereldwijde schok waarmee we vrij onverwacht geconfronteerd werden met het fundamentalisme, en dan met name het moslimfundamentalisme. 9-11-2001 staat in ons collectieve geheugen gegrift. In ons eigen land ontstonden door de terreurdreiging van dat fundamentalisme en door de moord op Theo van Gogh toenemende spanningen tussen autochtonen en (een deel van de) allochtonen, van wie de meeste moslim zijn. Door die toenemende spanningen ontstond er gaandeweg ook een negatief beeld van de islam, alsof fundamentalisme en islam een en hetzelfde zouden zijn. Dat is niet zo, maar dit negatieve beeld heeft velen wel tot het besef gebracht dat kennelijk niet alle godsdiensten gelijk zijn. Doordat men fundamentalisme en islam gelijkstelde (wat dus niet klopt), begonnen velen zich af te vragen of christendom en boeddhisme bijvoorbeeld niet een heel ander type godsdienst zijn dan de islam, vredelievender, minder agressief. Maar als dat waar is, luidde de volgende vraag, hoe zit het dan met de verschillende godsdiensten? Is de ene godsdienst dan toch beter, liefdevoller of vredelievender dan de andere? En als dat waar is, hoe moet je dan tegen de verschillende godsdiensten aankijken?

Wordt vervolgd

[pp. 10-17] 


[i] Dus los van het feit dat iedere wereldreligie in een andere periode en cultuur is ontstaan en dus met een eigen traditie is grootgebracht, zijn die compleet andere ontstaansgronden de basis geworden van verschillende regionale gebieden. Iedere wereldreligie omvat een ‘eigen’ geografisch domein, om het zo maar uit te drukken. Om het tot de grote vijf te beperken: de oudste is het hindoeïsme en daaruit is het latere boeddhisme ontstaan; het jodendom was de eerste monotheïstische religie die los van beide meergodenreligies van Azië is ontstaan, en waaruit het christendom is ontstaan als afscheiding van het jodendom aangezien de christenen de geboorte en het leven van Jezus als Messias erkenden, terwijl dat voor de joden ondenkbaar was en daarom wachten zijn nog steeds op de komende Messias. En uit de Joodse aartsvader Abraham is ook als afzonderlijke en zelfstandige monotheïstische religie van de islam ontstaan die in de Arabische gebieden is geworteld.

[ii] Dit is maar de vraag, omdat ik ooit bronnen heb gelezen waarin het tegenovergestelde werd beweerd (moet dat nog nazoeken); en de vraag is ook of deze stelling antropologisch juist en geoorloofd is.

[iii] Wederom een stelling die betwistbaar is, aangezien de verschillende culturele (en regionale) achtergronden een vergelijk moeilijk maakt.  

[iv] Hier wordt niet opgemerkt dat oude zielen die de mensheid aarde vanaf het begin (eerste beschavingen) hebben meegemaakt, al die afzonderlijke culturen vanuit eigen incarnaties hebben leren kennen. Dit is met alle oude zielen het geval vanuit het kosmische Plan. 

Een erg interessant interview over alle religies met Karin Armstrong over haar nieuwe boek

Heilige tekst? Het is maar wat je ermee doet’ (Marije van Beek en Eildert Mulder, Katern de Verdieping/Trouw, 8-7-19)

Karen Armstrong: ‘Het Verenigd Koninkrijk is een aardig, seculier land, maar vol gebrekkige wezens’. Maartje Geels

nieuw boek – interview – De Britse schrijfster Karen Armstrong was even in het land. Ter promotie van ‘De verloren kunst van de heilige geschriften’. ‘Oorspronkelijk waren dat teksten om te zingen of om te chanten. Ze werden ook altijd vergezeld door rituelen.’

Ze zit kaarsrecht in de antieke stoel van het hotel aan de Herengracht in Amsterdam. Met een hand veegt ze alleen nog even een haarlok opzij. Een knikje. De 75-jarige Britse auteur Karen Armstrong is er klaar voor. Vloeiend zal ze een reeks vragen beantwoorden, strooiend met soms onuitsprekelijke godsdienstige begrippen uit al lang vergane talen, zonder dat ze ook maar een moment over de tong zal struikelen.

Op haar zeventiende ging Armstrong het klooster in. Een heel nare ervaring. Ze kon op slag niet meer bidden. En de nonnen mochten elkaar, als ze ’s avonds in bed lagen te huilen, niet troosten. Toen behalve haar geest ook haar lichaam begon te protesteren en ze flauwviel en bloedneuzen kreeg, was dat volgens de moeder-overste een teken van een ‘zwakke wil’. Na zeven jaar trad ze uit.

Ze ging schrijven: eerst over het klooster, later over God, en over de profeet Mohammed. Nu vijfentwintig jaar geleden schreef ze het boek ‘De geschiedenis van God’, dat een wereldwijde bestseller werd.

Haar werk is in vijfenveertig talen vertaald. In Nederland is net haar laatste boek verschenen, over religieuze geschriften.

U heeft nogal een verleden met die ‘boze man in de lucht’. Dertien jaar lang was u erg antireligieus. Wat is er gebeurd?

“Nou, alles wat ik tot mijn vijftigste deed was een absolute mislukking. Elke zes jaar stortte mijn carrière ineen. Mijn promotie-onderzoek in Oxford was niet deugdelijk, met een schandaal als gevolg.

“Daarna wilde ik schoolleraar worden. Dat was ik zes jaar, maar vervolgens moest ik daar mee stoppen vanwege ziekte – een vorm van epilepsie.

“Ik schreef een boek over mijn tijd in het klooster en kreeg als gevolg daarvan het verzoek om een documentaire te maken in Jeruzalem. Daar kwam ik in aanraking met het jodendom en de islam.

“In die religies vond ik iets wat me beviel. De liefde van God, de vriendelijkheid van God. En bij de soefi’s zag ik hun sterke waardering voor andere geloven. Dat hebben we niet langer door de Saudi’s, die met hulp van hun oliegeld en de internationale gemeenschap hun eigenaardige versie van de islam over de wereld hebben verspreid. Dat heeft het hele gezicht van de islam veranderd. Een ramp.”

De opkomst van terrorisme: was dat voor u geen complete schok?

“Ja, natuurlijk. Het zijn criminelen. Een hele hoop van hen weten praktisch niets van de islam. Sommigen wel natuurlijk. Maar er is dat bekende verhaal van twee Britse jongens die naar IS gingen en die een boek hadden besteld ‘Islam for dummies’.”

Dat is precies het punt, toch? Dat ze zo snel radicaal konden worden.

“Ja. Maar ook boeddhisten, waarvan we altijd dachten dat ze zo zalig vreedzaam waren, maken zich schuldig aan dit soort geweld. In Sri Lanka bijvoorbeeld. En een halve eeuw terug waren het de linkse bewegingen die niks met religie hadden. Stupiditeit is menselijk. We zijn nu eenmaal een gewelddadige soort.

“Het bijbelboek Openbaringen inspireert net zo goed een hele afgrijselijke vorm van spiritualiteit in de Verenigde Staten. Je hebt ook mensen die zeggen: hier staat het, in de heilige tekst: Israël is ons land. Dat wordt ook gebruikt om Palestijnen mee te doden.”

Haar nieuwste boek, ‘De verloren kunst van de heilige geschriften’, gaat over onbegrip. Ironisch – er ontstaat even bijna een misverstand als ze geconfronteerd wordt met de Nederlandse titel van het boek. “Héilige geschriften, zeg je?” Ze spert de ogen wijd open. “Oh ja. Jullie noemen religieuze geschriften in het Nederlands ‘heilig’, maar in het Engels doen we dat niet. Wij spreken gewoon van ‘scriptures’. Ik zie het persoonlijk ook niet als heilige boeken – in de zin van dat ze door God of een engel zijn ingefluisterd.”

Het woord ‘geschriften’ heeft ook een misverstaand de wereld in geholpen. Volgens Armstrong zijn de religieuze teksten nooit bedoeld om puur als boek te worden gelezen. “Oorspronkelijk waren de religieuze geschriften een vorm van performance art. Deze teksten waren er om te zingen of om te chanten. Of om te acteren: ze werden namelijk ook altijd vergezeld door rituelen.”

Tot eind achttiende eeuw werd er in Europa naar de religieuze geschriften geluisterd. “Mensen konden niet lezen. Dat kwam pas met de drukpers, toen het voor iedereen mogelijk werd om een eigen bijbel te hebben. Zo werden protestanten meer en meer gericht op het woord.”

Met gespeelde shock: “Maar dat is dus alsof je een libretto van een opera of een aria zou oplezen. Dan mis je de helft.”

Niet voor niets betekent de Koran ‘recitatie’, zegt Armstrong. “Dáár is het voor ontworpen, om naar te luisteren, met al die herhalingen. En de recitatie van de Koran is een grote kunst. In de Arabische wereld gaan mensen nog altijd naar bekende koranrecitatoren zoals wij naar een concert van een bekende sopraan gaan. Daarom is de Koran, als we dat nu lezen als boek, zo onsamenhangend, en begrijpen we er niets van.”

De Europese gerichtheid op het woord zette een volgende ontwikkeling op gang: feitelijkheid. “Een wetenschapper als Richard Dawkins klaagt dat het eerste bijbelhoofdstuk, Genesis, niet in lijn is met de evolutietheorie. Nou, dat klopt. Maar dat is natuurlijk ook helemaal nooit de bedoeling geweest. Men kon vroeger geen geschiedenis schrijven zoals we dat vandaag doen. Zonder de moderne methoden van datering, archeologie en kennis van oude talen, is daar geen beginnen aan.

“Die teksten zijn een weerslag van wat mensen hoopten of vreesden. Niet van wat er daadwerkelijk is gebeurd – daar hadden ze geen idee van. Het zijn gewoon verhalen over het verleden, rijk aan metaforen.”

Hoe weten we dat mensen de religieuze teksten destijds niet als feitelijk zagen? De enige bronnen die we hebben zijn van de elite.

“Dat klopt. De religieuze teksten zijn een weerslag van een aristocratische kunstvorm. We hebben geen idee wat normale mensen vroeger dachten. Maar wat we wel kunnen zien, is dat áls ze het verleden interpreteren, dat ze er dan altijd iets nieuws van maken, in plaats van dat ze iets op dezelfde manier hervertellen. Zo hebben de evangelisten allemaal een compleet andere versie van Jezus beschreven. En daardoor weten we feitelijk niets over Jezus.

“In hoofdstuk één van de Bijbel beginnen de tegenstrijdigheden al. God is dan nog almachtig en barmhartig. Hij maakt de aarde, zegent alles, en zegt dan: het is allemaal heel erg goed. Maar tegen hoofdstuk drie slaat het om en de hele rest van het bijbelboek is God de controle over zijn schepping plots compleet kwijt: Adam en Eva doen gewoon wat ze willen. En de goedaardige schepper wordt dan ineens een wrede verdelger. Met de zondvloed wil hij uit louter verveling de hele mensheid uitwissen. ‘Ik ben de mensheid zat, ik wil niet meer’.”

Helpen de religieuze geschriften ons vooruit?

“Niet per se. Het is wat je er zelf mee doet. We moeten het kwaad in die teksten herkennen zoals we dat ook in onszelf moeten herkennen. Want we hebben die conflicten tussen goed en kwaad ook in onszelf. Daarom kunnen die teksten ook zo makkelijk worden misbruikt.

“De geschriften bevatten allemaal de gouden regel. In mijn eigen woorden: kijk in je eigen hart. Kijk wat jou pijn doet. En weiger dan om, onder welke omstandigheid dan ook, dat iemand anders aan te doen. Een schitterend ideaal is het. Maar we willen dat als mens niet echt navolgen. We kijken liever naar onszelf om. Dat blijft een strijd.

“We hebben het nu over de problematische kant van religieuze geschriften. Maar ook hier in het Westen, waar we denken dat we politiek en religie uit het oogpunt van rechtvaardigheid netjes van elkaar gescheiden hebben, slagen we er niet in om ons aan die hoge idealen te houden. Kijk naar Trump, kijk naar de brexit. Het Verenigd Koninkrijk is helemaal niet religieus, slechts 10 procent gaat regelmatig naar de kerk. Maar de háát die er is tegen buitenlanders en immigranten?

“Daags na het referendum was ik in het British Museum. Daar riepen bezoekers ‘go home, go home’ naar medewerkers met een migratieachtergrond. En het aantal hate crimes is verdubbeld. Dus hier zijn we: een aardig, seculier land. Maar vol gebrekkige wezens. En ja, dat onze religieuze geschriften net zo goed gebrekkig zijn, hoeft dan niet te verwonderen. Net als elk ander product, net als onze politiek. Alles lijdt daaronder.”

Bent u op de hoogte van de nieuwe theorieën over de ontstaansgeschiedenis van de islam? Waardeert u die?

“Niet bepaald nee. Kijk, wat er exact is gebeurd rond die tijd zullen we nooit weten. We weten ook niet wat Jezus van plan was. We hebben vier heel andere verhalen van de evangelisten, die ook nog eens lang na zijn dood zijn geschreven.”

Maar veel moslims weten niet dat de biografie van de Profeet pas 200 jaar nadien is geschreven.

“Ik denk dat er ook in het Westen genoeg christenen zijn die niet op de hoogte zijn van hoe de Bijbel precies is ontstaan. Elke religie is verweven met geweld. Ik bedoel: Jezus zou een pacifist zijn geweest, maar kijk wat de christenen hebben gedaan door de jaren heen. De geschriften over hem zijn ook gebruikt om bijvoorbeeld de kruistochten te voeren.

“In het Verenigd Koninkrijk is het religieuze niveau over het algemeen erg laag. Er zijn veel secularisten. De meeste islamitische families komen uit kleine dorpjes die hun imams hebben meegenomen. Die zijn niet opgeleid. Laatst gaf ik een lezing, ook in het British Museum, en achterin de zaal zaten de jonge moslims, in hun pakken, ze waren rechtstreeks uit kantoor gekomen. Voorin zaten de imams in hun gewaden. Hun vragen waren echt verschrikkelijk.

Ze zet een Pakistaans accent op. “‘Madam, denkt u niet dat de hele wereld zich nu bekeert tot de islam?’ Ik zei: ‘Hoe komt u tot die conclusie?’ ‘Nou’, zei hij, ‘Eerst was het niet toegestaan om te drinken onder het autorijden en nu heeft de burgemeester alcohol verboden in het openbaar vervoer.’ Goed. Ik kon de jongeren achter hem zien ineenkrimpen van ongemak. En nadien was er een receptie, zonder alcohol natuurlijk. Toen kwam er een jonge moslim met een papieren beker vol wijn voor me aanzetten. En hij zei: ‘Ziet u waar wij het mee moeten uithouden?'”.

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/681/articles/931156/30/1

Filosoferen over de metafysica op basis van Robert Lemm (dl1)

[Robert Lemm, Het labyrint van de filosofie. De Blauwe Tijger Groningen 2017, hfd 2]

‘Het wezen van de werkelijkheid is het onderwerp van de metafysica. Daarin ligt het verschil met de fysica, die tot uiterlijke werkelijkheid beperkt [sic] blijft. Of anders gezegd: tot wat onze zintuigen waarnemen. Maak je vervolgens de werkelijkheid afhankelijk van ieders persoonlijke waarneming, en wordt ze een subjectieve impressie, dan is de vraag waar we met z’n allen nog over eens kunnen worden, om van metafysica maar te zwijgen.

‘Het wezen of de oorsprong, dan wel oorzaak van de waarneembare werkelijkheid was lange tijd de geopenbaarde God. De Italiaanse schrijver Giovanni Papini stelt in zijn stoutmoedige boek Het avondrood der filosofen uit 1905 dat de negentiende-eeuwse filosofen de geopenbaarde God – het uitgangspunt van de metafysica – hebben vervangen door begrippen zoals “Het Ding op Zich” (Kant), “De Idee” (Hegel), “De Wil” (Schopenhauer), “De Mensheid” (Comte), “Het Onkenbare” [of Onkenbare want wel Voelbare, voeg ik er persoonlijk aan toe!] (Spencer) en “Het Leven” (Nietzsche).

Bij deze opeensomming kan ik de verleiding niet weerstaan om mijzelf uit te spreken dat ik dankbaar ben dat ik in deze tijd ben geboren, waarin ik mij heb laten leiden door de nieuwetijds-literatuur en daarmee toch wel alle antwoorden heb gevonden op alle genoemde stellingen van boven opgesomde filosofen:

  1. Kant ongelijk door de scheppende bron als ‘Het Ding op Zich’ te benoemen of te karakteriseren, want een – in christelijke termen – goddelijk Ding bestaat niet. Het is een goddelijk Wezen, waarvan we ons vanwege het multidimensionaal karakter geen voorstelling van kunnen maken.
  2. ‘De Idee’ van Hegel komt al veel beter in de buurt aangezien doordat in dat Idee van de levensbron of ‘eeuwige oorsprong van het leven én levensenergie’ het geheim of broncode van het leven verborgen ligt – want onzichtbaar voor ons stoffelijke oog – maar vanuit dat Idee komt ook het Woord tevoorschijn, en waar hebben we met dat Woord kennisgemaakt? Precies, in het nieuwtestamentische evangelie van Johannes (1: 1): Het Woord was bij God en God was het Woord. Maar dat begrijpen wij als lineaire, driedimensionale wezens niet. En waarom begrijpen wij dat niet: omdat al het geschapene door de kosmische energie deel uitmaakt van de bron zelf en dus is ieder medemens, ieder dier en iedere plant ook onderdeel van de bron. Wij vormen een eenheid, maar de mens uit de industriële revolutie kent geen natuur (en bodem) als eenheid met de mens, maar als ‘ding’ waaruit industriële producten kunnen worden gebouwd en gefabriceerd. Een slechte zaak, maar een onvermijdelijke les om de mensheid aan te leren dat we respectvol met de natuur moeten omgaan. En dat zijn ze ons nu pas bewust geworden. We gaan dus ook leren dat de energie als motor van de industrie uit gratis zonnekracht, windkracht, waterrijke energie en aardwarmte kan worden gehaald.
  3. Ook Schopenhauer zat er dichtbij met “De Wil” van de bron, want die energie is ook de wil om het ‘ongevormde’, het ‘ongemanifesteerde’ in manifeste vormen om te zetten, ofwel om het stoffelijke leven te scheppen. Allemaal voortvloeiend uit de bronenergie.
  4. Ook Comte “De Mensheid” begreep dat de mensheid een product van de bronenergie moest zijn omdat hij zich anders niet zo had uitgedrukt. Hij gebruikte bewust of onbewust het uitgangspunt dat de mensheid geschapen is naar beeld en gelijkenis van die bronkracht, en dat is terecht als we kijken naar het eindstation van de mensheid die in dat stadium geheel is opgegaan in die bronenergie. Maar het menselijk scheppingsvermogen herkende hij als onderdeel of uitvloeisel van de kosmische denkkracht.
  5.  Spencer voelde ook iets van die levenskern aan vanwege wat hij “Het Onkenbare” noemde. Alleen al omdat ik alle genoemde filosofen als getuigenissen van een stukje deelwerkelijkheid aanwijs, geeft al aan hoe complex dit alles is. Maar dat vind ik weer dat mooie van het mysterieuze of mystieke bronbeginsel: alles klopt gewoon.
  6. En verbazingwekkend dat Nietzsche er het meest in de buurt kwam? Misschien helemaal niet zo verbazingwekkend met zijn definitie “Het Leven”, want dat is letterlijk het Johanneswoord. En in de moderne spiritualiteit die zich juist afgescheiden heeft van de oude spiritualiteit binnen alle kerken, en terecht omdat de gevoelsbeleving daar in de spiritualiteit niet bestaat – anders was de kerk (zowel RK als Calvijn/Luther en alle protestantse denominaties niet ten ondergegaan. Waarmee de evolutie binnen de geestelijke mensheid weer is bewezen, want zonder de afbraak van het oude is er geen nieuwe start mogelijk!

Wordt vervolgd

De soefi-mysticus was zelfs de wetenschap van de academische fysica ver vooruit (dl3 en slot)

‘We zien hier [de onderlinge betrekkingen van alle delen van het heelal, jw] een inspirerende parallel met Inayat Khans uitleg van wat hij het ‘drievoudige aspect van de natuur’ noemt. Hij beschrijft voorbeelden van dir drievoudige aspect van de natuur in menselijke en religieuze termen. In de menselijke activiteit zijn er drie aspecten van liefhebben: de minnaar, de beminde en het beminnen. Zo ook bij weten: de kenner, het gekende en het kennen of het kenvermogen. In de religie vinden we de Hindoe Trimurti: Brahma, de schepper, Vishnu, de onderhouder en Shiva, de vernietiger of de gelijkmaker. En uit het christendom kennen we de heilige drie-eenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

‘Inayat Khan ziet dit echter in alle dingen en en wezens. En inderdaad zien we bij het atoom dat de kern en de elektronen door een sterke onderlinge relatie te zamen worden gehouden. Ze worden, zoals we zagen, door die onderlinge relatie bepaald. Moleculen zijn ook door een sterke relatie samengekleefd.

‘Zo zien we dat in de eindeloze verscheidenheid van het heelal soortgelijke principes of krachten aan het werk zijn. Dit brengt ons weer bij David Bohms ‘ongebroken heelheid’:

Die ingevouwen orde ontvouwt zich in de expliciete orde, de wereld die wij zien en waarin alles gescheiden is. En dan zegt hij dat die impliciete orde, en de super-impliciete orde die daar bovenuit gaat, suggereert dat aan dit alles een creatieve intelligentie [of een natuurwet die trillingen en vibraties met elkaar verbindt, jw] ten grondslag ligt.

‘Dit komt overeen met Inayat Khans visie van de goddelijke geest, die zich in alle wezens en aspecten van de schepping uitdrukt.

‘In antwoord op de vraag of ‘men kan stellen dat elk atoom van de schepping een ziel heeft’, zegt Inayat Khan het volgende:

Zeker, want de manifestatie is begonnen vanuit de hemelse bron, de goddelijke sferen. Ieder atoom van dit heelal, mentaal of stoffelijk, is daarom een voortvloeisel uit die bron en kan niet bestaan zonder een deel van die hemelse straling in zich te hebben. Zelfs een klein stofje heeft een straling in zich verborgen. Als deze straling er niet zou zijn, zou het zich niet aan onze blik hebben gemanifesteerd. We zien het omdat er licht in is, zijn eigen licht vertoont het ons. Dat is zijn ziel.

Dat wat van intelligentie ontbloot lijkt te zijn, is er niet in werkelijkheid van ontbloot; de intelligentie ligt alleen begraven in het hart ervan. De intelligentie heeft zich, bij wijze van spreken, geprojecteerd en vervolgens heeft haar eigen uitwerking haar overdekt en haar in zich begraven. Maar de intelligentie moet eens naar buiten komen. Daarom tracht zij, door al die fasen van het leven heen, uit te breken. Dit is te zien in vulkanische uitbarstingen; deze macht is werkzaam in overstromingen, bliksem, sterren en planeten.

Haar verlangen is om uit te barsten wanneer ze op een of andere manier gevangen is en haar kans om op te stijgen ligt in het menselijk leven; om die reden is vergeestelijking het enige doel van de vervulling in de menselijke evolutie.

Wordt dat bedoeld in de uitdrukking: de geestelijke verwezenlijking van de materie?

Ja.

Het scheppingsproces

‘Wanneer we deze visie van de essentiële eenheid van de schepping beginnen te begrijpen, kunnen we ook haar oorsprong beginnen te verstaan. De moderne wetenschap ontwikkelt fundamentele speculaties over het point zero en de big bang en bouwt over de oorsprong van het heelal verschillende theorieën op. Hier raakt men echter aan de geheimen die het exacte denken te boven gaan. In feite plaatsen deze theorieën ons voor het ene geheim na het andere.

‘Inayat Khan geeft ons zijn mystieke visie van het scheppingsproces in de inleiding tot zijn meesterwerk De ziel, vanwaar, waarheen?:

              Wat bestond er voorafgaand aan de manifestatie?

Zat, de essentie van het Zijn, het waarlijk bestaande, het Enig Zijnde. In welke vorm? In generlei vorm. Als wat? Als niets. De enige definitie, in woorden te geven, is: als het Absolute. In de soefi-terminologie wordt dit bestaan Ahadiat genoemd.

Een bewustzijn rees op uit dit Absolute, een bewustzijn van bestaan. Er was niets waarvan het Absolute bewust kon zijn [Is dit niet typisch menselijk – ook een profeet is een mens! – , 3D gedacht? Het Absolute bewuste is zich te allen tijde bewust van zijn potentiele of gemanifesteerde schepping!] – alleen van ‘te bestaan’. Deze fase wordt Wahdat genoemd.

Zoals in The Message of Spiritual Liberty staat, betekent Wahdat ook bewustzijn van klank. Terwijl Zat, het Absolute, stil en onbeweeglijk is – abstract leven in de eerste scheppingsfase van Wahdat – ontwikkelt de eerste vibratie zich als klank.

(93) Zo wordt deze stap in het scheppingsproces gekenmerkt door geestelijk licht. In de expansie van dit licht – dat op natuurlijke wijze volgt op de samentrekking die er de oorsprong van is – ‘is de oorzak gelegen van de gehele manifestatie’.

‘Dit manifestatie[proces wordt door Inayat Khan op de volgende wijze kort samengevat:

Dit gecentreerde licht verdeelde vervolgens het bestaan in twee verschijningsvormen: licht en duisternis. In feite bestaat er niet zoiets als duisternis, er is nooit duisternis geweest. Er is alleen ‘meer licht’ vergeleken bij ‘minder licht’. Dit licht en duister vormde akasha, in soefi-termen asman, een accommodatie, een plaatsruimte, een vorm. En het fenomeen licht en schaduw, zoals dat binnen die vorm in werking kwam, deed de manifestatie voortgaan in een groot aantal verdere plaatsruimtes, asmans of akasha’s, de een binnen de ander of de een over de ander heen. Iedere stap in de manifestatie heeft een verscheidenheid van vormen tot gevolg gehad, opgebouwd uit verschillende substanties die zijn voortgebracht gedurende het proces waarbij geest werd tot materie. Dit proces verliep volgens de wet van trilling, die het geheim is van beweging.[i] Het is het gebied van de duidelijk bepaalde vormen van de natuur, dat in de soefi-terminologie adjsam wordt genoemd. Uit deze vormen ontstond geleidelijk: uit het rijk der mineralen, het plantenrijk; uit het plantenrijk, het dierenrijk en uit het dierenrijk, het menselijke ras, insan, om aldus de goddelijke geest te voorzien van lichaam  – adjsam – die benodigd waren sinds Hij zich centreerde op één punt en van daaruit Zijn stralen verspreidde in een verscheidenheid van zielen.

‘De manifestatie is de uitademing van God en wat door de Hindoes pralaya wordt genoemd – de vernietiger of het einde van de wereld – is absorptie, de inademing van God.

‘Deze grootse visie die Inayat Khan heeft van het begin en het eind van de schepping blijkt enige gelijkenis te vertonen met die theorie van de astronomie die uitgaat van een Big Squeeze, vóór het huidige heelal begon uit te dijen, zodat we:

een soort pulserend of bonzend heelal [konden hebben, auteur] dat zich, anders dan het zogenaamde hyperbolische heelal dat onbegrensd moet uitdijen, als een long of een kloppend hart afwisselend uitzet en samentrekt. Het laatste heelal moet, volgens het ‘meest zuivere’ mathematische vereiste ‘een eeuwigheid geleden’ – vóór de Big Squeeze – ook uit ‘een oneindige dunne staat’ zijn samengetrokken. De beide kanten van de Squeeze vertonen ten opzichte van elkaar een geheimzinnige spiegelsymmetrie – een evenwicht van implosie-explosie, involutie-evolutie – dat valt te vergelijken met het naderen en verdwijnen van een komeet en uiteindelijk de sleutel kan leveren voor een inzicht in het begrip tijd.[ii]


[i] Als voetnoot plaats ik hierbij de kanttekening dat de visie vanuit dit boek Levenswetten, uitgegaan wordt van een eeuwig proces, want hier in deze tekst van Inayat Khan suggereren zijn woorden dat er sprake was van ‘dit’, en dus een eenmalig proces, terwijl ik uitga dat er kosmisch als ‘geestelijke’ manifestatie geen beginpunt (big bang) bestond, noch een eindpunt. Alleen de individuele universa en heelallen die ‘materieel’ of ‘stoffelijk’ achtereen geschapen werden en zijn, kenden ieder voor zichzelf een ‘eigen’ big bang en een ‘eigen’ einde via zwarte gaten, zoals door Hiddinga omschreven.

[ii] Deze formulering doet denken aan de tegengestelde krachten en werelden van/tussen ‘materie en antimaterie’ van Hiddinga.

Vroeger in de oudheid waren er vele goden, toen kwam er monotheïsme en nu bestaat er één God voor de aarde

https://youtu.be/dvlagKDajCE ‘The Most Profound Message Kryon Has Ever Given’

Het feit dat er nu één God bestaat (en dat betekent een consciousness shift) voor de aarde betekent dat er één systeem bestaat voor die ene God en dat dat die God in ieder mens met zijn eeuwige ziel bestaat en leeft. Dat is een overeenkomst van de schepper met de mens. Een georganiseerd godstelsel. Die God is Liefde en er bestaat dan geen goed en kwaad.

Schitterende uitleg over God en het getal 1

Fundamentele Wiskunde voor Atheïsten / Zaterdag 28 april 2018 / / Anna Von Reitz

Posted: 01 May 2018 02:07 AM PDT [via wakkeremensen.blogspot.nl, 1-5-18]

Fundamentele Wiskunde voor Atheïsten

Zaterdag 28 april 2018 / Anna Von Reitz

Het is onvermijdelijk. Wanneer ik Bijbelse concepten en discussies gebruik om mensen er bij te betrekken en hen te laten nadenken over wat ze feitelijk al weten, gaan atheïsten me opbellen en ‘hitting my dashboard’ (dit kan ik niet fatsoenlijk vertalen) en me vervelende brieven schrijven met dien verstande dat ze het niet kunnen uitstaan wanneer ik over “God” spreek en dat dit voor hen mijn geloofwaardigheid afbreekt, ofschoon het historische materiaal dat ik naar voren breng, overtuigend is.

De Bijbel is net zo goed voor het merendeel geschiedenis, breng ik vergeefs naar voren.

Zij vergeten, of hebben het nooit geweten, dat ik mijn leven begon als wiskundige. In een vriendelijkere wereld zou dit mijn levenswerk zijn geweest. In tijden van verdriet en wanhoop is het nog steeds mijn troost. Mijn Zintuig voor Onzin is het resultaat van een actieve geest, goed getraind in logica en wiskunde en wetenschap in het algemeen — niet toevallig.

Hoe zou ik dus kunnen geloven in, of mezelf er toe brengen om over “God” te spreken?

Precies. Omdat ik van nature een wiskundige ben.

Het bestaan van God werd me (op ongeveer driejarige leeftijd) uitgelegd door mijn vader, die me alles verklaarde over het Getal 1.

Eén is een zeer, zeer interessant getal. Ten eerste is het de universele eenheid van het geheel. Je kunt het hebben over eindeloze delen en zeer kleine onderdeeltjes en splitsingen van 1, maar uiteindelijk is er maar één algehele 1.

Alles waar we over praten, toepassen of ons zelfs voorstellen vindt z’n beeldvorming in termen van “1 of niet 1”. Alles wat we bouwen hangt af van eenheden van 1. Alles wat we kweken, eten en ontwerpen heeft zijn bestaan in termen van 1.

Maar niet alleen dat, maar 1 is het enige getal waardoor ieder ander getal deelbaar is, inclusief zichzelf. Eén is het enige getal dat met ieder ander getal vermenigvuldigd kan worden en de waarde van dat tweede getal niet verandert.

Eén is het eerste Priemgetal, bepaald als een getal dat alleen door zichzelf gedeeld kan worden en door één. Het is in feite “het” Priemgetal.

De afstand tussen 0 en 1 op de getallenlijn is de wiskundige definitie van schepping. Het is de “ontbrekende ruimte” waarover de Kabbalisten eeuwen lang geredetwist hebben. God, de Ene, de eenpunts bron, begon bij 0 en schiep alles in die kleine ruimte tussen 0 en 1. Eén vulde de Leegte tussen 0 en 1.

Dat is waarom het een “uni-versum” genoemd wordt.

Iedere wetenschapper en scepticus op de Aarde accepteert het bestaan en de werkelijkheid en de waarde van 1. Ieder van hen. Daar bestaat geen onenigheid over. We hebben niet alleen een universum, we hebben ook een universele instemming over dat feit.

Noem eens één ander idee op het gebied van wetenschap of kunst waarover universele instemming bestaat?

Wanneer jullie er aan zouden willen denken in termen van geometrie, dan hebben jullie de Big Bang theorie. God, een enkelvoudig punt, doet de Cartesiaanse punten ontstaan op een twee-dimensioneel raster en dan het x-y assenstelsel met daaraan toegevoegd de –z- coördinaat ….. en wat heb je dan? Drie-dimensionale ruimte. Boem! Wat een concept!

Dat is toevallig de ruimte waarin wij leven en ademen en ons bestaan hebben.

En omdat we hier toch zijn, laten we dan nog eens even naar het “Nulpunt” op de getallenlijn kijken. Er wordt tegenwoordig heel opwindend gesproken over “Nulpuntsenergie” en “Nulpunt Engineering”. Waar gaat die opwinding dus allemaal over?

God.

Het Nul Punt is waar 1 onze dimensie ontmoet. Waar, in termen van het concept van tijd, alles wat was samenvalt met alles wat zal zijn in het enkelvoudige moment dat is — de alfa en omega, het begin en het eind. Nu.

Oh zo ……..

Dit moment. Jullie leven het. Jullie zijn er volledig in ondergedompeld. Jullie kunnen niet bestaan zonder. En toch willen jullie hier een standpunt innemen en mij vertellen dat het niet bestaat? Dat het jullie “ziek” maakt wanneer ik er over spreek?

Jullie willen mijn “omschrijving” van God? — Een eindeloos uitbreidende, zelf-opwekkende, multidimensionale, morfogenetische informatie matrix die één universele constante schept: 1.

Toch maakt het veel, veel minder uit hoe ik of ieder ander “God” definieert dan hoe de Universele Ene mij definieert.

Mijn Vader was een briljant mens, vanaf zijn jeugd getraind om een belangrijk Wetenschapper te zijn. In een vriendelijkere en redelijkere wereld zou dat zijn levenswerk zijn geweest.

In al mijn tijd met hem, loog hij nooit tegen mij, over niets. Niet één keer. Zelfs niet over de Kerstman. Dit is een man wiens tong zou zijn dubbel geklapt wanneer hij zelfs zou proberen te liegen. Hij was volkomen serieus en eerlijk en open over alles in het leven.

Wat was zijn favoriete getal?

Eén

Waarom? Omdat 1 staat voor Alles Dat Is.

Wanneer je niet van 1 houdt, is er geen andere 1 om van te houden. Er is slechts “niet 1” — de afwezigheid van Alles Dat Is, anders bekend als “nietigheid”, “de leegte” en “de afgrond” — en, wanneer jullie dat wensen, kunnen jullie daar naar toegaan.

Ik heb haar bezocht. Maar zelfs de Afgrond bestaat niet los van 1.

Zelfs daar, in universele duisternis, waar niets anders over is dan jij en je eigen ego en de rubber wand van eindeloze afscheiding tussen jou en alles en ieder ander — zelfs in die ware “Hel” van absolute vervreemding — zelfs daar zul je de Ene vinden.

Ik schrijf dit op om jullie intelligentie in overweging te nemen, om jullie aan te moedigen te denken in eenvoudige wiskundige termen die iedereen kan waarnemen en al kent. Ik wist dat God bestaat en Zijn Naam en Zijn Getal en al het andere dat ik net omschreven heb op driejarige leeftijd en met negentien had ik ontdekt dat de Ene zelfs in de afgrond bestaat.

Dus jullie gewichtige “wetenschapsmensen”, jullie hooghartige Autoriteiten van de logica, jullie trotse Atheïsten en Niet Gelovers die in verlegenheid gebracht worden door enige discussie over “God”. Misschien kunnen jullie jezelf, zelfs op dit late tijdstip, er toe aanzetten om het numerieke concept van het Getal 1 te overpeinzen. En ben om andere redenen een beetje in verlegenheid gebracht.

Terwijl jullie hiermee bezig zijn, zouden jullie de daaruit voortvloeiende concepten van “goden” kunnen overwegen.

Heel wat werk van de allernieuwste wiskunde heeft de analyses van het wiskundige raakvlak onderzocht dat bestaat in alle talen, voor elke een verschillend raakvlak, maar ook specifieke beperkingen en bekende patronen volgend — van de eenvoudige computertaal, die bekend staat als het binaire taalsysteem, tot aan complexe talen met meer dan 27 dimensies, zoals het Hebreeuws.

Vanuit het standpunt van wiskundige taalkunde, is het woord “goden” (gods) nauw verbonden met het woord “bewakers” (guards) in alle oude taalwiskundige raakvlakken. Wiskundig gezien zijn “goden” en “bewakers” synoniemen van elkaar. Wat houdt dit dus in voor ons?

De meest voor de hand liggende conclusie is dat de “goden”, bekend als de “Elohim”, bewakers zijn en die bescherming is onschendbaar, of we nu de levens van onze kinderen beschermen die aan onze zorg zijn toevertrouwd, of we de gezondheid van de planeet waarop we leven beschermen of dat we de kwaliteit van onze eigen gedachten en gedachteprocessen bewaken.

Ik geloof niet in God omdat iemand me dat heeft opgedragen. Ik geloof in God omdat ik mijn eigen gedachteprocessen en de vermogens van eenvoudige waarneming bewaakt en gehandhaafd heb.

Wetenschappers en wiskundigen die politieke overtuiging en “politiek correct denken” toestaan om hun denken over te nemen en om hun conclusies te dicteren zijn het polver niet waard om hen naar de Hel en terug te schieten, omdat ze zichzelf toegestaan hebben om populair te worden in plaats van betrouwbaar, om geliefd te worden in plaats van eerlijk en om schapen te worden in plaats van bewakers.

Ik doe een beroep op iedere wetenschapper en wiskundige die dit leest om gewoon te stoppen met dit geklets en met het geldgraaien en carrière te maken met openbaar-gesubsidieerde-dwaasheid en begin met jullie eigen denken te gebruiken en jullie eigen vermogen om weer waar te nemen. Er moet iets in jullie aard zijn geweest dat uitgelijnd is met de Waarheid, enig spatje fatsoen en logica in jullie gedachten, of jullie zouden op de eerste plaats niet in staat geweest zijn om wiskunde te doen.

Herinner je die fundamentele verbinding met de Waarheid. Herinner je wie jullie zijn. Herinner je het Getal 1. Herinner je rol als bewakers.

Het is hoog tijd.

Bekijk dit artikel en meer dan 900 andere op Anna’s website hier: http://www.annavonreitz.com

Het origineel is te lezen onder artikel 950 – Basic Math for Atheists

Om dit werk te ondersteunen zoek de PayPal op deze website.

Posted by Paul Stramer at 4:03 PM https://resources.blogblog.com/img/icon18_email.gif

Email ThisBlogThis!Share to TwitterShare to FacebookShare to Pinterest

Labels: Anna von Reitz, Basic Math for Atheists

Toelichting van Sjra:

Anna von Reitz is een rechter in Alaska. Geen federale rechter maar een rechter die de grondwettelijke wetgeving van het Land volgt. Dat is een groot verschil waarvan de meeste Amerikanen niet op de hoogte zijn en waaraan Anna tot nu toe meer dan 800 artikelen heeft gewijd.

We kunnen ons afvragen: “Wat hebben wij daar mee te maken? Dat is Amerika en wij wonen in Nederland/Europa!” Bestaan er wel zulke grote verschillen in de wereld als het gaat over eerlijkheid en betrouwbaarheid en rechtvaardigheid?

Ofschoon wetenschappers en wiskundigen best in staat zijn om het origineel te lezen en te begrijpen, heb ik het gevoel en de wens om dit toch te vertalen. Ik probeer de diepte van haar betoog te begrijpen, te voelen. Misschien hebben daar nog meer mensen behoefte aan. Kijkt u zelf maar.

Ik groet u met de meest hartelijke hartelijkheid.

Sjra Knippenberg

Oth: over de Islam.

Ellen Rauh

Geplaatst: 29 augustus 2014 [via wakkeremensen.blogspot.nl, 30-8-2014]

Is de Islam een gevaar voor Nederland?

Nee, net als Nederland geen gevaar is voor de Islam.

Lieve mensen, de Islam is niet verkeerd. De Islam is rijk en wijs maar wordt nu gebruikt om verdeeldheid te zaaien. Ga niet mee in de golven van angst.

Weet dat al die mensen die zich Islamieten noemen, deel uitmaken van de woestijn van zand. Zij spelen hun rol en het is niet altijd een aangename rol.

Ga niet mee in de angst. Ga niet mee in de veroordeling.

Er is geen enkele cultuur en er is geen enkel geloof verkeerd. Het is de veelheid die nodig is. Maar zover is het nog lang niet.

Kijk naar jezelf hoe vlug je oordeelt, hoe je een hele groep van miljoenen mensen veroordeelt omdat er een deel verkeerd handelt in jullie ogen. Laat dit niet meer toe. Er zijn erbij die veel schade aanrichten, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal verkeerd zijn. Dit is een perfect voorbeeld. Op het moment dat je geconfronteerd wordt met frustratie over bepaalde handelingen die verricht worden vanuit de zogenaamde Islam, verbind je met het zand. Hs.

De gouden draad van Universele Waarheid

‘De gehele essentie van alle authentieke religies, spirituele stromingen en mystieke leringen is terug te voeren op vergelijkbare mystieke, directe ervaringen van het Eén-worden-met-Alles. Toch lijken de verschillende wijsheidstradities net zo divers als de kleuren van de regenboog. Wat hierbij verschillend is, zijn echter niet zozeer de inzichten die verkregen zijn tijdens de Eenheidservaring, maar de manier waarop de verschillende tradities deze inzichten presenteren. De yogi-mysticus Sadhguru Jaggi Vasudev zegt hierover: ‘De reden dat Gautama de Boeddha ervoor koos om op een bepaalde manier onderricht te geven, de reden dat Jezus koos om op een andere manier les te geven en iemand anders nog weer op een andere manier, is eenvoudig de aard van de omstandigheden waarin zij zich bevonden. Wat het meest begrijpelijk was voor de mensen om hen heen, overeenkomstig daarmee dingen ze te werk. Afhankelijk van het begripsvermogen van de mensen om hen heen – het niveau van ontvankelijkheid waarmee ze te maken hadden – overeenkomstig daarmee kozen ze hun leringen. Ook nu nog is dat zo, en daarom presenteren we het zo, dat het het moderne begripsvermogen het mest aanspreekt.’

Wanneer we eenmaal begrijpen dat er door alle eeuwenoude wijsheidsstromingen van de wereld en hun hedendaagse equivalenten een gouden draad van fundamentele Universele Waarheid verweven is, kunnen we opnieuw gaan zoeken naar al die oorspronkelijke overeenkomsten, zodat we een steeds betere indruk van die Universele Waarheid kunnen krijgen.

Esoterische en exoterische leer

Het is belangrijk dat we ons hierbij realiseren dat alle grote godsdiensten niet alleen een uiterlijke leer, maar ook een innerlijke leer kennen. De uiterlijke leer is altijd openbaar geweest en is dat wat in tempels, kerken, synagogen, moskeeën en scholen wordt onderwezen. Deze uiterlijke leer lijkt per geloofsrichting erg uiteen te lopen. Iedere godsdienst en spirituele richting kent weliswaar een of andere variant van de Gouden Regel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’, maar behalve dat lijken er op het eerste gezicht weinig overeenkomsten te zijn.

De innerlijke leer, die vaak voor de buitenwereld geheim gehouden werd, betreft meestal de diepere kennis van de grote profeten of mystici, die de stichters, bewaarders of verbreiders van deze godsdiensten waren. In deze tijd waarin veel oude geschriften opgedoken zijn en veel van deze geheime leringen openbaar zijn gemaakt, kunnen we vaststellen dat juist deze innerlijke, esoterische leringen veel op elkaar lijken. Deze verschillende innerlijke leringen lijken in sommige gevallen zelfs veel meer overeenkomsten te vertonen met elkaar, dan wat innerlijke leringen aan overeenkomsten vertonen met de uiterlijke leringen van dezelfde religieuze of spirituele traditie.

Dat wordt begrijpelijk wanneer we bedenken dat het doel van alle authentieke mystieke disciplines, en dus ook van het doel van alle esoterische ingewijden, uitsluitend het verwerven van inzicht in de Universele Waarheid is geweest. Hoewel het nu ook weer niet zo is dat alle mystici het helemaal met elkaar eens zijn, zijn deze verschillen van ondergeschikt belang. Daarom hebben deze esoterische stromingen in de loop der tijden dan ook geen moeite gehad met het overnemen van de wijsheid van andere tradities wanneer dat iets toevoegde aan hun eigen lering. Kennis van de Universele Waarheid komen we onder andere tegen bij inheemse volkeren, in het hindoeïsme (Veda), in de leringen van de Chinese wijsgeer Lao Tse (Tao Te Tjing), in de hermetische filosofie, en bij de oude Griekse filosofen. Bovendien komen we haar tegen in de esoterische leringen van de joodse mystiek (de kabbala), de islamitische gnostiek (soefisme), en ook de ‘innerlijke’ leringen van het christendom.

Esoterische kennis binnen het christendom

In de Bijbel is deze mystieke kennis eveneens aanwezig, maar dan wel vaak in versluierde vorm. Omdat de vroegchristelijke kerkvaders deze mystieke kennis echter als ketterij zagen, is er binnen het christendom – net als bij vele andere religies – een nogal groot verschil ontstaan tussen de uiterlijke leer van de kerken en de vaak geheime innerlijke leer. Over het bestaan van deze verborgen christelijke leer is vooral na het opduiken van oude geschriften, zoals de vondsten bij Nag Hammadi in Boven-Egypte in 1945 en de Dode-Zeerollen in de grotten bij Qumran aan de westelijke Jordaanoever in 1946, meer bekend geworden. De Nederlandse pastor en auteur Hans Stolp schrijft in zijn artikel ‘De Nag Hammadi-geschriften voor het leven van alledag’ (2005) dat een van de belangrijkste aanwijzingen uit de Nag Hammadi-teksten is om alsjeblieft alle autoriteiten buiten onszelf los te laten en op zoek te gaan naar ons eigen innerlijk weten.

Daarnaast hebben de laatste tijd de wijze inzichten van christelijke mystici , zoals Hildegard von Bingen (1098-1179) en Meester Eckhart (1260-1328), een algemenere erkenning gekregen en zijn hun inzichten opnieuw op waarde geschat. Andrew Harvey schrijft in het boek Essential Mystics in zijn prachtige poëtische taal over zijn recente herkenning van de mystieke kennis binnen het christendom het volgende: ‘Veel westerse zoekenden, zoals ik zelf, zijn op lange, complexe reizen geweest op zoek naar de dieptes van de oosterse mystieke disciplines, om aan het einde van daarvan tot een hernieuwde verwondering over de christelijke erfenis te komen. Het hoogtepunt van de christelijke openbaring bevat en weerspiegelt de kennis van de Hopi en de Kogi wat betreft de onderlinge verbondenheid van al het leven, het gevoel voor organisch evenwicht en de mysterieuze vereniging van tegengestelden van de Tao, het hindoebewustzijn van de grootsheid van de ziel, de boeddhistische toewijding aan compassie en het heldere ethische leven, het joodse ontzag voor de onuitsprekelijke heiligheid van God en de heiligheid van het dagelijks leven, de Griekse bewondering voor goddelijke schoonheid en de islamitische passie voor God als de Geliefde.’

[bron: Marja de Vries, De hele olifant in beeld. Ankh-Hermes bv, Deventer derde druk 2009, p.25 e.v.]