Categorie archief: levenslessen

‘Samenvatting van het Leven’

‘De engel sprak nu weer en zei: ‘Wat je nu in het groot ziet, is de geestelijke bewustwording van alles wat bestaat in het universum waartoe je behoort. Dit is voorgesteld in de spiraalvormige beweging. [62] Alles wat bestaat, dat wil zeggen, alles wat leeft en ook alles wat, in de ogen van mensen, dood lijkt te zijn, is onderhevig aan een geestelijke evolutie. Met betrekking tot wat jullie als mens een geestelijk bewustwordingsproces noemen, geldt in wezen ook voor een steen dat hetzelfde evoluerende principe volgt, want ook een steen is onderdeel van jullie levenssysteem. Elke levensvorm, elk atoom en elke andere vorm van materie, waar dan ook, is aan dit geestelijke bewustwordingsproces onderhevig. Alles groeit en evolueert naar de Schepper toe. Maar op het moment dat deze groei een bepaalde fase bereikt heeft, is het nodig dat het object wordt aangepast. Elk object, elk atoom en elke cel heeft maar een beperkt bereik wat zijn geestelijke groei betreft. Net zoals bepaalde onderdelen in een elektrisch apparaat maar een bepaald voltage aankunnen voordat ze doorbranden, zo hebben ook alle materiële en niet-materiële dingen die in de schepping aanwezig zijn, en die tot doel hebben de geestelijke processen te bevorderen, maar een beperkt bereik qua energietrilling. Buiten dit bereik kunnen zij geen gebruik maken van de bezielende energie.’

[Bron: Jaap Hiddinga, maar nog zoekend welk boek…]

Psycho spreekt [8.2/slot]

‘Hoe kun je in die situaties het juiste woord spreken? Dat is de praktijk van het leven en dat is niet alleen hier op aarde zo, maar dat geldt ook in volgende sferen. Het behoort bij de psychische ontwikkeling van de mens op aarde om hierop het eigen antwoord te vinden. Daarom is het zo belangrijk voor mensen die zelf vooruit willen komen, dat dit alleen mogelijk is via anderen (in dienstbaarheid). Je kunt natuurlijk je kennis verdiepen, maar het brengt je geestelijke niet verder.

‘Alleen het leven van de daad, het leren brengen van het offer zoals het bespot of uitgejouwd worden, zal de mens werkelijk vooruitbrengen. Veel mensen worden beheerst door een te sterk ik-gevoel of sterk ego, dat zich altijd graag laat gelden en zich graag boven anderen wil stellen. Dit zijn voorbeelden van een gebrekkig eenheidsbewustzijn en zijn vijanden van de broederschapsidee, van gemeenschapsidee. Want wat zij doen gaat altijd ten koste van anderen, van de zwakkere broeder of zuster.

‘En het is juist de opzet dat de zwakken geholpen moeten worden, dat juist die zwakken onze liefde zullen moeten voelen en daarom is dit punt zo buitengewoon belangrijk, want de wereld heeft een groot tekort aan praktische mensen op geestelijk gebied. De wereld is vol van praktische mensen in relatie tot stoffelijke dingen: efficiency beheerst de wereld en de mens zelf gaat eraan ten onder. Maar praktisch zijn in geestelijke dingen (liever dan in ‘zaken’) is iets heel anders. Alleen zo komt de mens in een juiste houding te staan, zo alleen wordt er gebouwd aan een betere wereld, tezamen met de Meesters en hun dienende geesten op aarde.

‘God heeft de mens zoveel gegeven waaraan hij houvast zou kunnen hebben, maar dat bewustzijn is op aarde verloren geraakt omdat de mens het innerlijk contact in zichzelf is kwijtgeraakt. Zonder dit innerlijke contact zijn Kerstmis, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren zinloos geworden: deze dingen spreken niet meer tot het innerlijk van de mens. Spreken niet meer aan, zogezegd.

‘En ook dit houdt verband met het leven in de laagste sferen van het menselijk bewustzijn. Er blijft te veel latent in het diepste van de ziel waar de mens zijn contact zal moeten hervinden om de kracht aan te boren om sterk te staan in het leven van elke dag. Alleen op deze basis kan de mens de ware broederschap opbouwen en daarom zal het zeker belangrijk zijn dat de mens doet wat hij kan doen, ook al is het maar gebrekkig.

*Uit deze omschrijving blijkt hoe de huidige menselijke beschaving tekort komt aan de kosmische doelstelling om de mens op weg te helpen naar hoger bewustzijn en de nondualiteit ofwel het eenheidsdenken te veroveren, want de huidige samenleving mag er dan wel behoorlijk op technologisch gebied vooruit gegaan zijn sinds onze Middeleeuwen, maar geestelijk-spiritueel is hij even primitief gebleven als toen als het gaat om gemiddeld menselijk gedrag wereldwijd.    

‘Laat men zich wel realiseren dat men slechts op onvolmaakte wijze iets kan doen omdat deze wereld onvolmaakt is geschapen, en zich dus niet laten ontmoedigen aangezien de mens zich moet schikken in zijn aardse verhoudingen. Dat is de hogere bedoeling en die zal hij hebben te aanvaarden. Wij kunnen niet, zoals die mens die maar het ene talent ontving, tot de Bron zeggen: “Ik heb het maar in een zweetdoek gedaan en in de grond gestopt.”

In alles kunnen de Goddelijke wetten duidelijk worden herkend: zelfs met het kleinste wat men bezit aan gaven zal men moeten woekeren op de aarde want alleen zo zullen die gaven zich wonderbaarlijk vermenigvuldigen en zo zal de mens leren schouwen in de dingen der eeuwigheid. Zo zal de mens ook dieper inzicht verkrijgen in zijn eigen oorsprong en dit niet alleen, maar hij zal de blik leren richten op zijn eeuwige toekomst, een toekomst waar volkomen harmonie, ware broederschap zal worden gevonden.

‘Op deze wijze wordt ook duidelijk dat god Liefde is en dat slechts Liefde de grondwet is of kan zijn van het leven van mensen en de goddelijke schepping. De onvolmaaktheid in de natuur zal uiteindelijk geleid worden tot volmaaktheid. De stoffelijke materie zal zelfs worden veranderd in geestelijke materie aangezien het de kracht van de geest is die de stof in stand houdt. Als je het zo gaat zien zul je veel gaan begrijpen en zul je er je nut mee kunnen doen in de levensstrijd, waaraan geen mens kan ontkomen.

‘Dan zal ook duidelijk worden wat Jezus aan zijn discipelen meegaf ten afscheid: “Gaat dan heen en verkondigt alle volkeren op aarde Mijn Boodschap, opdat allen komen die vermoeid en belast zijn, en zij rust mogen vinden.” Rust in of vanuit het diepste weten dat wij besloten zijn in het Goddelijke en dat God nooit iets van Zijn eigen Wezen verloren zal/kan laten gaan. In die zin zal je met blijdschap worden vervuld en zal je de pinkstergeest deelachtig kunnen worden aan het einde van je geestelijke groeiproces, wanneer die geest je – en ieder ander – bezieling zal brengen om te strijden en waarlijk een dienende geest op aarde te zijn.

Immens belangrijke levenslessen in twee boeken over botsende ego’s die moesten leren wat balans is

Stelling: Zowel de nabestaande ex-vrouw van gelouterd schrijver Joost Zwagerman die terecht voor haar eigen positie opkomt na de zelfgekozen dood van haar man, als het dubbelleven van katholiek filosoof, de Canadees Jean Vanier maken duidelijk dat een publicitair bekend leven ook z’n scherpe schaduwkanten kent en daarom iedereen – bekend en onbekend – worstelt iederéén met die beide aspecten in het eigen leven, te weten de eigen disbalans.

Vanwege mijn eigen hoogsensitieve inslag kan ik exact méévoelen met beide persoonlijkheden die ieder op hun eigen manier zwaar hebben geworsteld met hun eigen levens, maar onwetend waren van de geestelijke achtergrond van dat leven, dat natuurlijk geworteld is in hun eigen voorgaande levens op aarde. Daar is ‘leerkarma’ opgebouwd, zodat nu blijkt dat beroemde mensen die hun sterke kanten in het huidige leven hebben opgebouwd, ook monsters waren in dit leven. Dat geldt dus voor Joost Zwagerman als de Canadees, vanwege zijn seksuele misbruik. Daarom een terechte vraag in de editie van ‘Trouw’ vandaag: ‘Was het verkeerd zo onder de indruk van zijn charisma te raken?

Zowel Zwagerman als Vanier waren naar mijn gevoel geheel onbekend met het leven na de dood, want wie zich daarvan wél bewust is, moet ook begrijpen wat de zin en bedoeling is van de wet van karma en dat gemaakte fouten altijd zullen moeten worden hersteld, en daarom is reïncarnatie op aarde onvermijdelijk.

Dáárvan waren ze zich niet bewust en vandaar dat ze in monsters zijn veranderd, zodat ze ondanks hun status van aardse beroemdheid ‘zware fouten’ hebben gemaakt. Ik schrijf dit ook omdat ik voel hoe moeilijk het is om met die wetenschap van het leven na de dood is om te gaan, vanwege de consequenties daarvan: ‘Alles wat je de ander aandoet – ‘omdat je de ander niets mág aandoen’ – keert weer bij jezelf terug. Dat ‘keert bij jezelf terug’ omdat ieder mens het zaad van de scheppende bron in zichzelf draagt in zijn/haar ziel en dus ‘gedoemd’ is om de volmaakte ziel ‘te worden’, zoals de oerbron dat bedoeld heeft.

Daarom is de mens de mens op aarde om juist al die levenslessen te leren en door te maken, maar zijn huisdier niet omdat die een andere bestemming heeft en dat is om eeuwig bij zijn ‘baasje’, de mens te blijven, ook al is die mens ooit helemaal bevrijd van het stoffelijke. Maar dat is als dier ook de bedoeling, maar dan in eenheid van zijn baasje en niet zoals de mensenziel zelf: in eenheid met de oerbron zelf.

Dit verhaal gaat over ieders onmacht (Iris Pronk, Katern de Verdieping/Trouw, 27-2-20)

Dit verhaal gaat over ieders onmacht

nabestaande – interview – Ze is de ex-vrouw van Joost Zwagerman en lijdt nog steeds onder de gevolgen van zijn zelfgekozen dood in 2015. In haar boek vertelt Arielle Veerman over haar leven én de vechtscheiding. ‘Ik vond dat mijn verhaal ook gehoord moest worden.’

Arielle Veerman: ‘De schuldvraag, daar heb ik veel last van’.

Het eerste wat opvalt: ze kan wel schrijven. Haar boek heeft vaart, ze roept in kale zinnen krachtige beelden op. Vlak daarna komt de vuistslag: ‘De langste adem’ doet pijn. Het is het verslag van een moeilijk huwelijk, een nare vechtscheiding én de zelfgekozen dood van een van de exen – vanuit het perspectief van de andere ex. Een onthutsende leeservaring.

‘Een leven met Joost Zwagerman’, zo luidt de ondertitel van het zojuist verschenen boek. De schrijfster is Arielle Veerman, restaurator van schilderijen van beroep; dit is haar debuut. Ze is ook de ex-vrouw van de beroemde schrijver, die in 2015 uit het leven stapte. Zijn dood had zóveel impact op haar leven, dat ze zich genoodzaakt voelde om de pen op te pakken.

“Naast hem had ik dit nooit kunnen schrijven”, vertelt Veerman in het Amsterdamse Café Americain, tijdens haar eerste interview ooit. Als ze vroeger al in de schijnwerpers stond, dan alleen als partner van de man met wie ze twintig jaar getrouwd was en drie kinderen heeft. Maar nu wil zij óók gezien en gehoord worden.

‘De langste adem’ is háár verhaal over haarzelf én hem, over zijn depressie, over de jaren na hun huwelijk waarin ze elkaar bevochten in rechtszaken. Het laat een kant van Zwagerman zien die voor het grote publiek niet eerder zichtbaar was: zijn obsessieve, woedende kant, zijn neiging om mensen in zijn omgeving tot vijand te verklaren.

Ook over hun jeugd schrijft Veerman, want zij en Zwagerman leerden elkaar al kennen op de middelbare school. Veerman roept het beeld op van een jonge Joost met veel bravoure en geldingsdrang, die erg graag beroemd wil zijn en op een feestje met zijn eerste publicatie loopt te leuren. Eigenlijk, zegt ze, was hij altijd al heftig, uiteindelijk too much voor haar. “Mijn leven was een klein strijkje naast het voltallige orkest van Joost.”

Wat dreef u om dit verhaal te vertellen?

“De laatste vier jaar van Joosts leven heb ik ontzettend veel met hem meegemaakt, hij zat me dicht op de huid. Hij sprak heel slecht over me tegen iedereen die hij tegenkwam. Hij belaagde me met e-mails, soms wel dertig per nacht, nog tot twee weken voor zijn dood. Dat was heel ingewikkeld en moeilijk en ik ben daar heel eenzaam in geweest. Niemand wilde er iets van weten, tenminste niemand uit zijn kring – en die was breed. Er waren twee kampen ontstaan, twee gescheiden oorlogsgebieden.

“Als hij geen zelfmoord had gepleegd, maar rustig een ander leven was gaan leiden, was dit boek er niet gekomen. Maar na zijn dood zat ik met mijn verhaal, een heel groot verhaal. Dat wil ik met anderen delen.”

Dat kan ik me voorstellen, maar waarom wilt u het delen met het grote publiek?

“Omdat ik me gedemoniseerd voel. Door zijn boze woorden voelde ik me in die jaren van de scheiding achter een hek geplaatst, ik kreeg geen contact meer met de omgeving, merkte dat mensen me niet meer groetten op straat. Mensen uit de literatuur met wie ik twintig jaar lang heb opgetrokken. Dat kan ik ze niet kwalijk nemen, zo gaat het nu eenmaal, Joost had vaak vijanden en toen wij nog getrouwd waren, ging die vijandschap ook op mij over.

“De vijandigheden gingen door na zijn dood, dat was voor mij wel een bittere verrassing. Ik heb een stigma gekregen door het conflict dat Joost en ik hebben gehad. Ik weet niet of het alleen in mijn eigen hoofd bestaat, maar ik voel een onuitgesproken beschuldiging: dat ik medeplichtig ben aan zijn dood. Zo van: was zij het, heeft zij hem over de rand geduwd? Zijn dood heeft een enorme impact gehad op mijn positie in het leven.”

Eerst nog over uw beslissing om dit boek te publiceren. Mensen kunnen ‘De langste adem’ opvatten als moddergooien over het graf heen. Joost kan niets meer terug zeggen.

“Die reactie kan ik me voorstellen, maar Joost was een man van macht en aanzien, hij vertelde ook aan iedereen over onze scheiding. Ik denk dat dit boek mijn weerwoord is, mijn wederhoor.”

In de media sprak hij niet over u.

“Nee, maar hij sprak in het publieke domein wel over zijn depressie. Daar sluit mijn verhaal bij aan, ook daarom voel ik me gerechtigd om dit verhaal over hem te vertellen. Joost had waanzinnige krachten die hij aanwendde voor fantastische dingen. Zeker als essayist vond ik hem heel erg goed, ik bewonderde de manier waarop hij over kunst schreef, zijn invalshoeken. Maar hij had ook een destructieve kant: zijn bevlogenheid werd een bezetenheid die uiteindelijk tot zijn ondergang leidde.

“Joost is natuurlijk veel meer dan mijn boek, maar hij was ook veel meer dan die geweldige schrijver die steeds weer opduikt in publicaties over hem. Die zijn toch vooral juichend van aard. Er zijn herdenkingen, er worden plaquettes onthuld, een bankje, er komt een prijs, iedereen is er heel ijverig mee bezig. Altijd maar weer die bewieroking en dat tromgeroffel. Over de doden niets dan goeds.

“Maar Joost was ook een heel méns, een persoon met vele kanten, ook ingewikkelde. Ik verwacht trouwens dat die ook in zijn biografie zullen worden belicht, ik heb goed contact met zijn biografe.”

Uw boek is niet bedoeld als afrekening?

“Nee, mijn drijfveer was: begrijpen wat er is gebeurd. Ik heb niets weggegumd en ik spaar mezelf niet. Ik heb mijn eigen achtergrond, met gescheiden ouders en mijn jeugddepressie; ook die maakt dat ons gezamenlijke verhaal zich zo heeft ontwikkeld.

“En: c’est le ton qui fait la musique. Ik denk dat ik empathisch over Joost geschreven heb. Ik heb ook ontzettend veel van Joost gehouden, we hebben drie kinderen gekregen. Maar er ging iets heel erg mis. Het hoe en waarom heb ik nauwkeurig willen beschrijven.”

Waarom noemde u het ‘De langste adem’?

“Joost gebruikte die uitdrukking in een e-mail aan een vriend. Daarin beschrijft hij zijn ‘Tien stappen om Arielle kapot te maken’. Aan het einde zegt hij: ‘Je weet, ik win altijd, want ik heb de langste adem’.

“Nou, hij heeft dus niet gewonnen. Maar ook weer wel, want zijn zelfgekozen dood heeft zo’n impact op de nabestaanden. Ja, daar hoor ik als ex óók bij, die plek eigen ik me toe, ook al lijkt het dat sommigen me als nabestaande hebben willen uitgummen, iets wat de verwerking van zijn dood heeft bemoeilijkt.

“‘De langste adem’ slaat ook op het stempel dat hij me heeft opgedrukt, vragen over de beeldvorming waarvan ik moeilijk los kan komen. Ik zal ergens ook wel getraumatiseerd zijn.”

Waar heeft u precies last van?

“Ik ben nog dagelijks achterdochtig: klopt dit wel, diegene groette me niet, wat betekent dat, ben ik nog steeds degene die Joost van mij heeft geprobeerd te maken? Dat gaat op veel niveaus door, nog steeds, ja. Ik denk dat het nooit meer overgaat. Er zullen altijd twee sporen in mijn leven zijn: het spoor van verdriet, rouw en onbeantwoorde vragen en het spoor van het gewone leven dat ik leid.”

Kunt u uitleggen welk effect zijn zelfgekozen dood heeft op u en uw gezin?

“In zijn boek ‘Door eigen hand’ heeft Joost dat effect zelf beschreven: zelfmoordenaars maken van de nabestaanden moordenaars. De schuldvraag, daar heb ik veel last van. Ook omdat Joost tegen de kinderen slecht over mij gesproken heeft, helaas.

“Toen hij nog leefde, dacht ik: oké, jammer, maar ik ga er niet op in, ik probeer gewoon verder te leven en liefdevol met mijn kinderen om te gaan. Maar zijn dood heeft het loyaliteitsconflict dat ze toch al hadden verergerd, het is in één keer geëxplodeerd. Ik was iemand tegen wie Joost enorm streed, ik was medeplichtig aan zijn dood, zo voelde dat in ieder geval voor mij.”

Voelde dat ook zo voor uw kinderen?

“Dat weet ik niet. De naam Joost valt vaak bij ons thuis, maar we praten nooit over zijn dood. Denken jullie er veel aan, wat denken jullie dat er is gebeurd: die vragen stellen we niet. Joost is geen taboe, maar zijn zelfmoord wel.”

Hoe komt dat?

“Hier is niet over te praten.”

Hebben ze uw boek gelezen?

“Mijn oudste zoon en zijn vriendin wel. Zij vond het heel erg mooi en liefdevol, maar zij staat er natuurlijk verder van af. Mijn zoon had ‘mixed feelings’, hij vindt het lastig. Maar daarna had ik er wel een goed gesprek met hem over. De kinderen vinden sowieso alles wat over Joost wordt geschreven heel erg lastig, omdat die stukken gaan over de publieke figuur die hij was. Daar heb je als kind niets aan, omdat je in die figuur niets herkent.

“Ik ga mijn boek niet op de nachtkastjes van mijn kinderen leggen. Maar ik heb zoiets van: er verschijnen heel veel boeken over Joost en er komt ook een biografie, dit is óns verhaal.”

‘Ons’ verhaal? Of uw verhaal?

“Het is natuurlijk ook hun verhaal. Zij hebben de echtscheiding meegemaakt, en Joost als vader met een heftige kant, en dan zijn zelfmoord, die is natuurlijk ook heel bitter. Ik weet alleen niet of dit nu voor hen het moment is om het te lezen. Ik ga het ze niet onder de neus duwen.”

Nu ligt wel het verhaal van de vechtscheiding van hun ouders op straat, inclusief rechtszaken over de kinderalimentatie.

“Nee hoor, want dit is nog maar het topje van de ijsberg. De werkelijkheid was veel ingewikkelder, ik heb het verhaal geresumeerd. Het is vooral een verhaal over onmacht geworden. En ik herhaal: Joost was er zelf heel mededeelzaam over, ook over al die rechtszaken. Die waren allemaal mijn schuld, ik sleepte hem weer voor de rechter, ik probeerde hem uit te knijpen. Hij kon op het laatst van zijn leven niet meer met geld omgaan, dat was onderdeel van zijn ziektebeeld, denk ik. Hij dacht echt: ik ga failliet. De cijfers wezen iets anders uit, maar geld was zijn vijand geworden.

“Dat gedoe over geld moeten zij niet persoonlijk nemen, net zoals ze zijn dood niet persoonlijk moeten nemen. Het zijn heel sterke kinderen, tijd heelt veel wonden, het gaat ze wel lukken, maar dit is inderdaad wel een heftige, zware opdracht voor ze, ja.”

Wat heeft het schrijven van dit boek u opgeleverd?

“Helderheid. Echt een secce analyse. Dit was Joost, dit was ik, dit waren wij samen. Mijn boek is geen dreun die ik heb willen uitdelen, het gaat over ieders onvermogen. Het is een verhaal waarin iedereen machteloos staat, Joost ook, ik ook, zo is de mens, we zijn geen helden.”

Arielle Veerman, ‘De langste adem. Een leven met Joost Zwagerman’, uitgeverij Prometheus, 256 pag., € 19,99.

Het manische mailen van Joost Zwagerman

“Joost Zwagerman was een zeer complexe man”, zegt zijn biografe Maria Vlaar. “Zoals ieder mens had hij fantastische en ook moeizame kanten.” Meer wil ze niet zeggen over het net verschenen boek van zijn ex-vrouw Arielle Veerman, al heeft ze het (natuurlijk) wel gelezen.

“Mijn biografie verschijnt in 2023, het jaar waarin hij zestig zou zijn geworden. Ik ga daarin zijn levensverhaal vertellen zoals ik dat wil. Ik ken Arielle goed, we hebben heel goed contact. Ik heb ook goed contact met de ouders van Joost, zijn latere vrouw, alle belangrijke mensen om hem heen ook. Ik heb toegang gekregen tot al zijn archieven, die toegang is me vergund en die ga ik niet te grabbel gooien.”

Bij die archieven horen ook de 47.000 e-mails die Zwagerman vanaf 2010, 2011 verstuurde – ongeveer vanaf zijn echtscheiding. Die e-mails waren niet alleen aan zijn ex maar ook aan vele anderen gericht, blijkt uit de documentaire van Coen Verbraak uit 2018. Daarin vertellen ook collega’s en vrienden als Ronald Giphart, Matthijs van Nieuwkerk, Bart Chabot en Rob Schouten over het nachtelijke, ‘manische mailen’ van de schrijver.

De documentaire ‘Joost Zwagerman’, waaraan ook Arielle Veerman heeft meegewerkt, is nog te zien op 2doc.nl.

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/879/articles/1093436/26/1

0-0

Is Vaniers werk nu bezoedeld? (Sjoerd Mulder, Katern de Verdieping/Trouw, 27-2-20)

Jean Vanier. Zijn nadruk op de ‘softe’ kant van het evangelie was een inspiratie voor vele katholieken en anderen.

DUBBELLEVEN – De katholieke filosoof Jean Vanier maakte zich schuldig aan ernstig seksueel misbruik. Was het verkeerd zo onder de indruk van zijn charisma te raken?

Het hele leven van de Canadees Jean Vanier stond in het teken van een verzet tegen spirituele krachtpatserij en kerkelijk triomfalisme. Zijn nadruk op de ‘softe’ kant van het evangelie, op Gods radicale keuze voor de zwakke, was een inspiratie voor vele katholieken en anderen. In zijn Ark-gemeenschappen woonden verstandelijk beperkten samen met ‘normale’ mensen, ze boden een radicale herinterpretatie van het oude kloosterideaal. Hier in Nederland zijn ze vooral bekend door het werk van Henri Nouwen. Zelfs de paus was onder de indruk van zijn levensgetuigenis, en belde Vanier vorig jaar nog op diens sterfbed.

De schok was afgelopen week dan ook groot, toen de Ark-gemeenschappen een rapport openbaar maakten, waarin onomstotelijk werd vastgesteld dat Vanier langdurig ernstig seksueel misbruik had gepleegd bij meerdere vrouwen die aan zijn pastorale zorg waren toevertrouwd.

Hoe kan het dat iemand die zo doordrongen is van de betekenis van het evangelie, tegelijkertijd zo’n dubbelleven leidde? Hebben zijn aanhangers er verkeerd aan gedaan, zo onder de indruk te raken van het charisma van Vanier? En is nu met terugwerkende kracht al zijn werk bezoedeld geraakt?

Vandaag debuteert in het theologisch elftal Jos Moons. Hij is jezuïet, werkt als docent en studentenpastor aan de KU Leuven en is onderzoeker aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg. Moons wil toch eerst een opmerking vooraf maken: “Iedereen die onder de indruk is geweest van Vanier, is nu een beetje in de war, en het is ook wel begrijpelijk dat deze vragen dan opgeroepen worden. Maar laten we de vrouwen niet vergeten die door hem misbruikt zijn. Eigenlijk zouden we hun eerst aandacht moeten geven, en niet onze eigen veel oppervlakkiger schok.

“Het wordt voor zijn aanhangers nu de kunst om onderscheid te maken tussen het goede dat hij heeft betekend en de slechte dingen die hij heeft misdaan”, zegt Moons. “Het is nu verleidelijk om hem helemaal af te schrijven, maar hij heeft ook veel goeds gedaan. En dat is natuurlijk het lastige aan deze situatie. Ik moet daarbij denken aan wat in de theologie van een charisma wordt gezegd: het is een gave van God áán een persoon, maar het is vóór anderen. In dit verband kunnen we constateren dat het charisma voor anderen nog steeds bestaat, maar dat ‘aan een persoon’ moet er nu een beetje vanaf. Met andere woorden, we moeten afstand van Vanier zelf nemen, maar de aandacht voor kwetsbaarheid, voor broederschap, enzovoorts moeten we blijven behouden.”

Samuel Lee, Theoloog des Vaderlands en directeur en docent van Center for Theology of Migration aan de Vrije Universiteit, kent de teleurstelling in religieuze leiders maar al te goed. “Dit patroon zie je overal in de religieuze wereld, en trouwens ook daarbuiten”, zegt hij. “Mensen worden verliefd op wat iemand voor moois vertelt, waar hij of zij voor staat. En langzamerhand verandert zo iemand dan in een bekendheid, als het ware een idool, waarbij zijn of haar menselijke gebreken steeds meer naar de achtergrond verdwijnen.

“Dat is niet goed, want mensen hebben altijd ook hun duistere kanten, die we niet kennen. We moeten bedenken dat die eerste verliefdheid niet gericht was op de persoon zelf, maar op wat hij zei en deed. En nu is het natuurlijk verschrikkelijk wat er met deze vrouwen is gebeurd. Dus ik zou haast ter bemoediging willen zeggen aan iedereen die nu teleurgesteld in hem is: bedenk dat jullie in eerste instantie niet verliefd waren op de persoon Jean Vanier, maar op waar hij voor stond, voordat deze schandalen bekend werden. “

Moons: “Het protestantse idee van simul justus et peccator helpt mij hierin: we zijn gerechtvaardigd, maar ondertussen nog steeds zondaar. Het zou misschien wel goed zijn om meer te beseffen dat onze voorbeelden, onze leiders of heiligen, net zo goed zondaars zijn. Al wil ik er wel voor waken niet alleen over zonde te praten in dit verband. Niet dat hier geen sprake is van zonde, maar allereerst heeft Vanier toch ernstige misdaden gepleegd. De taal van zonde roept al gauw de taal van vergeving op, maar dat is in dit verband niet behulpzaam: misdaden vallen gewoon onder het strafrecht.

“Overigens is de valkuil voor charismatische leiders echt enorm. Ik geef zelf geestelijke begeleiding, en daar merk ik het al. Door je functie kom je in een positie waarin je wordt bewonderd, en het gezag dat daarin meekomt, heeft iets verleidelijks. Ik kan me voorstellen dat Vanier zich heeft laten betoveren door zijn eigen kracht en macht, door de bewondering die hem steeds ten deel viel. In die zin draait seksueel misbruik eigenlijk niet om lust, maar om macht.”

Lee: “Bedenk ook dat het nooit alleen de charismatische leider is die ontspoort. Er gaat ook iets mis in de samenleving eromheen. Waar vuur is, is altijd ook rook geweest. De groep eromheen plaatst hem of haar op een voetstuk, mensen worden blind voor de fouten van de leider, vergeten om kritisch te blijven, en uiteindelijk worden alle alarmsignalen genegeerd. En dan ontspoort het.

“Dat pleit de persoon zelf niet vrij natuurlijk, maar ik zou willen zeggen: blijf nuchter. Blijf altijd alert, blijf altijd op je hoede. En onderschat niet wat het met mensen doet, als je ze op een voetstuk plaatst.”

Moons: “In de kerk en in de samenleving hebben we blijkbaar vaak de behoefte om anderen op een voetstuk te plaatsen. Mensen zoeken sterke leiders, of het nu Poetin is of paus Franciscus. Vanier was ook zo iemand, en wij koesterden ons in zijn schaduw. Maar als theoloog zeg ik dan: koester je in de schaduw van God en niet in die van een mens.”

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/879/articles/1093436/33/1