Categorie archief: dood

Een bizar verhaal over hoe een klein kind vanwege een traumatische ervaring met de dood een overlevingsstrategie opbouwt om de dood te ontvluchten en dat een spirituele zingeving op de dood (zielsverhuizing die bevrijdend werkt) tegenwerkt @volkskrant

‘De dood is een fantastisch fenomeen met een slechte reputatie’ (Fokke Obbema, Topverhalen vandaag/de Volkskrant, 2 juni 2023)

INTERVIEW Babs Bakels

Het favoriete onderwerp van kunstenaar Babs Bakels is sinds jaar en dag de dood. Dat komt mede door een trauma dat ze als peuter opliep. ‘Doodsangst zet ons aan tot veel meer gedrag dan mensen doorhebben.’

Wanneer ze in een gezelschap haar favoriete onderwerp aansnijdt, de dood, vallen haar doorgaans twee tegengestelde reacties ten deel, afkeer en fascinatie. ‘‘Nou, gezellig dan, heb je niks leukers?’, is de bekendste afweerreactie. Anderen vinden het juist spannend en beginnen allerlei vragen af te vuren. Voor ik het weet, delen ze hun verdriet met me. Of beweren ze dat er volgens hen na de dood toch echt iets is.’ Beide reacties herleidt ze tot hetzelfde onderliggende gevoel: ‘Allebei komen ze voort uit onze doodsangst. Die zet ons aan tot veel meer gedrag dan mensen doorhebben.’

Als kind groeit kunstenaar Babs Bakels op in een ‘warm arbeidersmilieu’ in Amsterdam. Haar vader en moeder zijn 16 en 15 jaar, wanneer haar oudere zus wordt geboren. Zelf komt zij drie jaar later ter wereld. De opvoeding door het piepjonge stel kenmerkt zich door het adagium ‘niet lullen, maar poetsen’, waardoor er ‘ondanks de liefde weinig ruimte was voor emoties’. Ook krijgen haar zus en zij veel vrijheid: ‘Onze ouders hebben ons nauwelijks begrensd. Ik leerde al snel: ik moet het zelf oplossen. Dat maakt je sterk, maar ook eenzaam.’

Die grote mate van zelfstandigheid leidt tot een lange mars door het onderwijs, met een start op de mavo, een kunstacademie en tot slot een Masterstudie kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Als twintiger gaat ze werken bij een uitvaartcentrum, de eerste keer dat haar fascinatie voor de dood haar beroepskeuze bepaalt. Dat is nog meer het geval, wanneer de inmiddels 51-jarige Bakels in 2005 medeoprichter wordt van uitvaartmuseum Tot Zover, gelegen op de Amsterdamse begraafplaats De Nieuwe Ooster. Haar doelstelling in haar rol als curator: ‘De dood van zijn slechte reputatie afhelpen’.

Humor is daarbij een belangrijk wapen. Zo organiseert zij onder meer de Bedroefde Bolide, met als ondertitel ‘het grote lijkwagenretrospectief’ en de tentoonstelling Especially for you, waarin aandacht voor ‘de doodskist als lifestyle-artikel’, inclusief pin-ups die zich op kisten vlijen.

In haar eigen kunst gaat ze de confrontatie met het harde gezicht van de dood niet uit de weg, zoals blijkt uit haar VPRO-podcastreeks Kassiewijle en uit een geleide meditatie over het lichamelijke ontbindingsproces (This body that once was you, gemaakt met Vibeke Mascini). De bezoeker van die installatie weet zich door een dunne laag menselijk botstof omringd, terwijl hij auditief zijn negen stadia van verrotting doorloopt.

Waar voert u uw fascinatie voor de dood op terug?

‘Dat begint bij een trauma dat mij als kind is overkomen, maar waar ik liever niet de aandacht op vestig. Want ik heb er een hekel aan als slachtoffer te worden gezien. Maar goed, het is wel een sleutelmoment in mijn leven geweest. Als 3-jarige kreeg ik paratyfus, wellicht door het eten van bedorven voedsel. Vanwege de besmettelijkheid van die ziekte moest ik in het ziekenhuis in quarantaine. Mijn ouders mochten maar een kwartiertje per dag bij me zijn. Ik was te jong om te begrijpen waarom ze me telkens alleen achterlieten. Dat heeft acht weken geduurd. Dat was traumatisch, als kind heb je het gevoel dat je in je eentje niet kunt overleven. Door mijn ziekte en het gevoel telkens te worden verlaten, voelde ik me erg slecht. Ik was afgescheiden van de wereld, een soort voorportaal van de dood. Die ervaring heeft mijn doodsangst vergroot. En verklaart denk ik ook mijn fascinatie.’

Hoe kijkt u naar mensen die leven alsof de dood niet bestaat?

‘Met jaloezie! Nou ja, soms. Als je je kunt verliezen in de gebeurtenissen van alledag en met de rug naar de dood toe kunt leven, dan leef je onbevangen, in ieder geval meer dan ik, haha. Ik vermoed dat de meeste mensen het op die manier aanpakken: iedere dag is een nieuwe, verder zien ze het wel. Dat is een manier om jezelf gerust te stellen, je doodsangst weg te houden.

‘Mensen doen daar alles voor. Neem het omarmen van een religie of een bepaalde ideologie. Dat voorziet in de behoefte aan een heilige waarheid die je tegen je doodsangst moet beschermen, het geeft de illusie van onsterfelijkheid. Maar je hebt ook subtielere vormen daarvan, zoals mensen die hun hele leven in dienst stellen van het verkrijgen van macht, status en materie. Ook dat zie ik als het gevolg van doodsangst.’

Is er een alternatief?

‘Nogal wat filosofen stellen dat het juist wel goed is onze dood en doodsangst onder ogen te komen – memento mori, gedenk te sterven. Dan kun je het leven waarachtiger ervaren en de essentie ervan inzien. Mij brengt dat nadenken over de dood inzicht in motieven van mensen, zoals het fanatisme waarmee hele groepen aan hun wereldbeeld vasthouden, dat is pure doodsangst. Als ze die onder ogen zouden durven zien, zou hen dat op het pad van relativeren zetten. Voor mezelf heeft de dood die functie: inzien hoe nietig mijn leven is, hoe bescheiden mijn rol. Vervolgens kan ik ook beseffen dat dit voor iedereen opgaat, waardoor ik meer compassie kan voelen. Het helpt me ook de ratrace waar we inzitten minder serieus te nemen.’

Waar draait het bij doodsangst om?

‘Ik geloof dat we vooral bang zijn na onze dood te worden vergeten. Vandaar dat we er alles aan doen om maar iets na te kunnen laten: door bezit op te bouwen, boeken te schrijven, kunst te maken, ga zo maar door. Alles hebben we ervoor over om maar voort te leven. Natuurlijk doen we dat ook omdat we er plezier aan beleven, maar onbewust zit er ook altijd het motief achter niet te willen worden vergeten, daarvan ben ik overtuigd.

‘Dat is allemaal vergeefse moeite, we worden hoe dan ook vergeten. Ga maar eens op een begraafplaats kijken, waar ze die grafstenen met teksten als ‘Voor altijd in ons hart’ na een jaar of twintig gewoon ruimen. Zo snel gaat het. En dit artikel in de krant gaat heus geen verschil voor mij of voor jou maken, wat dacht je? Laatst bleek dat jongere generaties W.F. Hermans niet of nauwelijks meer kennen – zo’n beroemde schrijver, nu al niet meer! We hoeven ons dus echt geen illusies te maken. We kunnen beter gaan begrijpen dat het helemaal niet erg is te worden vergeten.’

Waarom niet?

‘Omdat de wereld zich moet vernieuwen, er moet altijd weer ruimte voor het volgende komen, dat is de natuurlijke cyclus. Naarmate je ouder wordt, blijf je verstokt aan het bestaande vasthouden. Daar schiet de wereld natuurlijk niets mee op. Het leven, of de natuur, vraagt om afscheid nemen van het oude. Daarbij helpt de dood geweldig goed. Als je weet uit te zoomen naar dat perspectief, kun je inzien: de dood is eigenlijk een fantastisch fenomeen met een ten onrechte slechte reputatie.

‘Hoe noodzakelijk hij is, werd me echt duidelijk door Alle mensen zijn sterfelijk, dat prachtige boek van Simone de Beauvoir. Daarin is haar hoofdpersoon, de edelman Fosca, als enige onsterfelijk. Dat blijkt een verschrikkelijk lot, hij komt volkomen onverschillig tegenover alles en iedereen om hem heen te staan. Dat maakte voor mij duidelijk waarom eeuwig voortleven een slecht idee is, echt inspirerend.’

Maar juist uw angst voor de dood zet u aan tot het maken van kunst.

‘Precies, ook dat is reden dankbaar voor de dood te zijn. Natuurlijk is het een enorm verdrietige gebeurtenis, maar juist dat drukt onze neus op iets heel moois, de liefde. Juist doordat je weet dat je die kunt verliezen, nee sterker: dat je die zúlt verliezen, kun je zoveel van iemand houden. Zou die liefdesband echt voor eeuwig zijn, zoals we onszelf wijsmaken, dan zou dat tot totale onverschilligheid leiden. Dus ja, ook voor de liefde moeten we de dood dankbaar zijn. Dat gevoel ‘oh, blijf alsjeblieft bij mij’ heeft een evolutionaire kant, namelijk: ‘Bied me bescherming, een veilige plek.’ Die behoefte voelen we omdat we kwetsbare wezens zijn. Als we niet dood zouden gaan, zouden we die behoefte niet hebben.’

Geeft de dood u houvast?

‘Zeker. We hadden eerst God om zin aan ons leven te geven, maar die hebben we de laan uit gestuurd. Dat gat is door de dood gevuld. Die bestond natuurlijk al, maar we dachten hem met God en een hemel klein te krijgen. Sinds God weg is, is de dood er in mijn ogen voor de zingeving, want hij leert ons hoe we moeten leven. Ik kan meer verbinding en solidariteit met anderen voelen, wanneer ik mijn eigen nietigheid onder ogen zie, dankzij de dood. Die relativering van mijn bestaan vind ik een fijne gedachte. Zo geeft de dood houvast, de dood als de essentie van God.

‘Alleen zijn veel mensen na het wegvallen van God juist zichzelf belangrijker gaan vinden. Zonder de troost van een hemel is hun angst te worden vergeten alleen maar groter geworden. Daardoor doen ze nog meer hun best zich in de wereld te manifesteren, precies het omgekeerde dus van dat relativeren van je eigen rol. Daardoor hebben we die overdreven nadruk op succes en status gekregen, die ratrace.’

Loopt u met uw nadruk op nietigheid niet het gevaar moedeloos te worden: wat voor zin heeft het allemaal eigenlijk?

‘Ik ken die gedachte wel, maar laat me dan telkens weer inspireren door mijn doodsangst. Die zet me aan tot het maken van mooie dingen, in mijn geval tentoonstellingen of kunstprojecten. Dat doe ik om mensen iets te geven, maar ook om zelf een beetje onsterfelijk te worden. Want ik ben heus geen uitzondering, iets in mij wil natuurlijk ook voortleven.

‘Mij gaat het erom mensen vooral ervan bewust te maken dat ze alles doen om de dood te temmen. En dat ze in plaats daarvan er ook voor kunnen kiezen hem onder ogen te komen. Op straat doe ik weleens alsof ik er niet meer ben. Dan realiseer ik me dat de wereld gewoon zal doordraaien. Voor een handjevol mensen zal het een probleem zijn dat ik er niet meer ben, maar voor alle anderen helemaal niet.’

Hoe kijkt u naar uw eigen dood?

‘Ik ben die dicht genaderd tijdens die geleide meditatie over ons rottingsproces. Wat ik daarvan het pijnlijkst vond, was de fase waarin mijn vlees ging rotten en alleen mijn botten overbleven. Dat is het moment waarop je identiteit verdwijnt, weer dat vergeten worden. Als ik me nu inbeeld dat ik nog maar beperkt de tijd heb, voel ik onmiddellijk een knoop in mijn maag, doodsangst. Doodgaan lijkt me verschrikkelijk, ik hoop vooral dat het snel voorbijgaat. Op mensen die geloven dat er daarna nog iets komt, kan ik hartstikke jaloers zijn. Voor mij is dat niet weggelegd. De harde realiteit is dat ik geen ziel heb, maar puur materie ben. Ik ben een miniem onderdeel van een veel groter geheel, van een eeuwige golfbeweging van leven en dood, waar ik even in mee mocht.’

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-dood-is-een-fantastisch-fenomeen-met-een-slechte-reputatie~beab1fe6/

´Als de dood in de buurt is, moet je praten over het leven’

Stelling: In onderstaand interview wordt een tegenstelling geschetst, die behalve binnen het joodse geloof ook dilemma’s en worstelingen binnen christendom en waarschijnlijk ook islam bestaan. Ook al wordt in de jihadistische tak van het orthodoxe islam de dood als martelaarschap geïnterpreteerd als je vijanden van Allah om het leven brengt.

Wat bedoel ik met tegenstelling tussen leven en dood; ‘als de dood in de buurt is, moet je praten over het leven’? Bij de monotheïstische godsdiensten zoals joden- en christendom en islam met de alles overheersende en overkoepelende Eén Godheid en eenheidsbewustzijn, wordt op aarde – of beter geformuleerd – binnen de aardse leefomstandigheden een tegenstelling geschapen tussen leven en dood aangezien de dood de ‘grote onbekende’ factor is, waardoor angst voor ‘het onbekende’ bijna vanzelfsprekend naar boven komt drijven. Dat – nuttig te vermelden – in tegenstelling tot de niet-monotheïstische religies zoals hindoeïsme en boeddhisme waar de dood simpelweg de zielsverhuizing naar een volgend leven betekent en dus een overgang naar een volgend leven is, waar je dus niet bang voor hoeft te zijn.

Deze tegenstelling maakt het mogelijk dat je – anders dan binnen spirituele bewegingen zoals de theosofie, waar de dood een geen onbekende maar een feest van elkaar wederom te kunnen begroeten, na een langdurige afwezigheid omdat je een ander leven was ingedoken. Maar die monotheïstische religies maken er een groot probleem van:

“”Er is binnen het jodendom een gebrek aan dogmatische literatuur over het hiernamaals. Er zijn wel speculaties over een oordeel, het paradijs, de essentie van zielen en reïncarnatie. Maar deze ideeën hebben nauwelijks iets met elkaar te maken. Doordat niemand voor eens en altijd duidelijk kan maken wat er na de dood gebeurt, moeten we leren leven met gebrek aan zekerheid. Binnen het jodendom wordt dan ook gewaarschuwd voor de obsessie met het hiernamaals.”

De dood wordt als het ware verpakt in ‘speculaties’ over een oordeel (Dag des Oordeels; wat in alle drie godsdiensten ook anders genoemd had kunnen worden, namelijk een ‘terugblik’ op je afgeronde leven, om te onderzoeken en te analyseren wat er beter had gekund, waarom je bepaalde verkeerde keuzen hebt gemaakt en wat je in je volgende leven beter zou kunnen oplossen.

En de volgende passage is ook interessant: “”Volgens de joodse traditie is het niet de bedoeling om in de dood te investeren, maar in het leven. In het boek vertel ik het verhaal van Myriam die jarenlang in een diepe depressie zat. In die tijd had ze maar interesse in één ding: haar begrafenis.”

Ik ben zelf een esoterisch georiënteerd christen, hetgeen wil zeggen dat ik vast in karma, (re)ïncarnatie en zielsverhuizing geloof – ofwel daar zeker van ben; ik weet dat ik voor de zoveelste keer op aarde ben geïncarneerd en dat dit de laatste keer zal zijn omdat ik met deze ervaring op andere planeten aan het werk zal kunnen gaan. Met andere woorden: voor mij geldt die joodse uitspraak niet om niet in de dood te investeren, want ik investeer wel degelijk in de dood omdat ik bij nu al bezig ben mij voor te bereiden op mijn volgende leven, dat pas komt op het moment dat ik zelf kan besluiten dat ik mijn taak heb afgerond. Dan vertrek ik hier vol vreugde en dankbaarheid omdat ik mijn taken succesvol heb kunnen afronden. Een van die resultaten is dat ik als vrijwillige hulpverlener suïcidale patiënten van hun daad heb kunnen weerhouden omdat ik ze heb kunnen uitleggen dat ze verkeerde opvattingen hadden over de dood: de dood bestaat niet en daarom zullen alle gelukte pogingen op grote teleurstelling uitlopen als de ziel zonder lichaam aan ‘gene zijde’ tot de ontdekking komen data ze nog steeds leven in plaats van hun verwachting aan alles een einde hebben gemaakt. En hier lopen – ter afsluiting – alle mensen die opgroeien onder de genoemde monotheïstische religies – tegenaan. Ze zullen hun denken daarom allemaal moeten ‘resetten’ vanwege dat verkeerde godsbeeld, namelijk dat dood de dood betekent. Het nieuwe inzicht ontstaat op dat moment: er bestaat geen dood en daarom zal iedereen binnen die monotheïstische cultuur ontdekken na een gelukte suïcide dat de dood niet bestaat. Wij zijn als westerlingen die primitieven vergeleken bij culturen met een zielsverhuizing; waar waarschijnlijk ook geen pogingen tot zelfdoding worden ondernemen. Nu de tekst uit Trouw:

Sterven:  interview

Rabbijn Delphine Horvilleur schrijft in haar nieuwe boek over haar ervaringen bij het ondersteunen van nabestaanden. ‘Via verhalen, die vaak gebaseerd zijn op heilige teksten, probeer ik troost te bieden.’

JESSIE EICKHOFF, Katern de Verdieping/Trouw, 6-7-22

Delphine Horvilleur (1974) klopte op eindeloos veel deuren, maar kreeg overal hetzelfde antwoord: “We hebben Talmoed-lessen, maar deze zijn alleen voor mannen.” Een orthodoxe gedachte, die overeenkwam met de normen en waarden van haar eigen familie. “Wat ik jarenlang in Europa en Israël niet kon vinden, bleek wel in Amerika te bestaan”, vertelt Horvilleur. Ze vertrok naar New York om in een groepje van zowel mannen als vrouwen de Talmoed te bestuderen.

Op een dag zat ze in een koffiezaakje in New York met een progressieve rabbijn, een goede vriend van haar. “Waarom word jij geen rabbijn?”, vroeg hij. “Ik begon te lachen, maar hij deed niet mee”, vertelt Horvilleur. “Toen ik me realiseerde dat hij geen grapje maakte, ging er een pad voor mij open.”

Ze stopte met haar werk bij de Franse televisie en haalde in 2008 in New York haar diploma. Sindsdien geeft ze in Frankrijk vanuit de liberale joodse traditie ondersteuning aan rouwende mensen. “Via verhalen, die vaak gebaseerd zijn op heilige teksten, probeer ik troost te bieden.”

U ziet taal als een troostende kracht. Lukt het u dan altijd om de juiste woorden te vinden?

“Niet altijd, het is makkelijk om de plank mis te slaan. We moeten voorzichtig zijn met de taal die we gebruiken. Zeker binnen de religieuze wereld, waarin verhalen als heilig worden gezien. Woorden en vooral verhalen hebben de kracht om te bevrijden, maar ook de kracht om te vernietigen. Dat zien we terug in de geschiedenis. Waar verhalen van hoop en liefde het beste bij mensen naar boven brachten, haalden verhalen van wanhoop en haat het slechtste bij de mens naar boven. Als ik even niet weet wat ik tegen iemand moet zeggen, is stilte de beste taal. Simpelweg laten voelen dat ik zonder woorden aan hun zijde sta.

“Een voorbeeld uit mijn boek, waarin ik niet wist hoe ik moest reageren, is het verhaal van de broer van Isaac. De kleine Isaac was overleden en zijn broer snapte niet waar hij naartoe was. Zijn ouders vertelden hem dat ze hem morgen gingen begraven, maar zeiden ook dat hij naar de hemel was. ‘Nou, dat begrijp ik niet’, zei hij tegen mij. ‘Gaat hij nu naar de aarde of naar de hemel?’ Hiermee schonk Isaacs broer aandacht aan het onvermogen van de volwassenen om hem heen, onder wie ik, de rabbijn. Hoe graag ik ook wilde, ik had niet het vermogen om hem een antwoord te geven. Dit verhaal illustreert de onmacht van taal.

“De dood staat simpelweg buiten de taal. Het enige wat je kunt doen als de dood in de buurt is, is praten over het leven. Het leven koesteren dat was, en het leven van de overledene via herinneringen laten voortduren. Zo vertel ik in mijn boek over de uitvaart van Sarah, een overlevende van de Holocaust. Tijdens de begrafenis vertaalde ik wat haar zoon mij eerder had verteld. ‘Wat een leven heeft ze gehad!’, zei hij huilend na de uitvaart. Hoewel ik hem niets nieuws had verteld, raakte het hem dieper dan ooit tevoren. Door uit iemand anders mond te horen wat hij al wist, leek hij het leven van zijn moeder nog meer te koesteren.”

Wat leert de joodse traditie over het hiernamaals?

“Er is binnen het jodendom een gebrek aan dogmatische literatuur over het hiernamaals. Er zijn wel speculaties over een oordeel, het paradijs, de essentie van zielen en reïncarnatie. Maar deze ideeën hebben nauwelijks iets met elkaar te maken. Doordat niemand voor eens en altijd duidelijk kan maken wat er na de dood gebeurt, moeten we leren leven met gebrek aan zekerheid. Binnen het jodendom wordt dan ook gewaarschuwd voor de obsessie met het hiernamaals.

“Volgens de joodse traditie is het niet de bedoeling om in de dood te investeren, maar in het leven. In het boek vertel ik het verhaal van Myriam die jarenlang in een diepe depressie zat. In die tijd had ze maar interesse in één ding: haar begrafenis. Ze wist op welk nummer ze binnen gedragen wilde worden, hoe groot de boeketten moesten zijn en wie voor hoe lang het woord zou nemen. Dit verhaal laat zien dat wanneer mensen geobsedeerd zijn door wat er na het leven gebeurt, ze stoppen met investeren in het leven.

“In de joodse traditie hoor je dan ook een eenvoudige begrafenis te hebben en is het de grootste eer als in naam van de overledene geld gedoneerd wordt aan een goed doel.”

Hoe krijgt dit vorm in uw eigen leven?

“Eigenlijk verschilt het nogal per dag wat ik geloof. Niet alle dagen zijn hetzelfde. Het is makkelijker om in God te geloven als je de loterij wint dan wanneer het noodlot toeslaat.

“Ik kom zelf uit een familie waarin de dood ons vaak heeft bezocht, die deels bestaat uit overlevenden van de Holocaust. Het ene moment voel ik me verbonden met het traditionele geloof in een hogere macht, de andere keer meer met de heilige banden tussen generaties.

“Tegelijkertijd houd ik van het idee dat ik mijn geloof niet kan benoemen, maar wel op een bepaalde manier in de wereld kan handelen. Hierbij ben ik beïnvloed door de mystici in het jodendom die geloven dat God geen naam heeft.

“Zo is Gods naam in de Bijbel opgebouwd uit vier letters die niemand weet uit te spreken. Als je God daarentegen in het Hebreeuws wilt uitspreken, is het geen zelfstandig naamwoord maar een werkwoord. Mijn daden zijn een getuigenis van het goddelijke. Het is een manier van zijn. Het is een actie in de wereld.”

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1602/articles/1618148/34/1

‘Kan ik dit ook als ik in doodsangst verkeer? Als iemand misschien wel dood gaat? Als ik niet veilig ben op deze wereld?’

*”Er is maar een weg in angst en dat is de weg er dwars doorheen. Je kunt alles verliezen, je baan, je huis, je bedrijf, je familie, Je kunt alles verliezen, behalve jezelf. Niets staat los van elkaar. Er is niets wat je niet aankan, door ermee te stromen. Je tranen zuiveren en geven lucht, ruimte en troost.”

Inderdaad, angst voor de dood bestaat alleen maar in deze – onze – cultuur, want in Oosterse landen weet men dat de dood slechts een passage naar ander leven is en dus dat de dood niet bestaat. Alleen rouw om tijdelijk van een geliefde te zijn afgesloten. En ieder mens die overlijdt ervaart op dat ogenblik, op dat moment dat hij al honderden malen door die tunnel naar het Licht is gegaan in zijn voorgaande stervensmomenten. Alleen zijn de westerse landen met hun secularisme gaan geloven dat er geen scheppende oerbron bestaat, en dat in navolging van Nietzsche, die terecht afstand nam van het kerkelijk geloof dat god een verafgelegen man met baard op een wolk was. De illusie van de wereld werd op dat moment verzinnebeeld door de illusie van de kerken. Ook dat hoort bij het dualisme van de aarde: de mens die zelfstandig en onafhankelijk naar zijn oerbron gaat zoeken. Amen.

*”Als je veiligheid zoekt in de buitenwereld vanuit een angstig innerlijk, zal de wereld je onveiligheid tonen. Door de ervaringen die we leven en geleefd hebben, welke soms traumatisch waren voor vele, slaan we celgeheugen op, welke word aangeraakt in deze tijden. Dit geheugen houdt zichzelf levend door de wet van aantrekking, het is als een vicieuze cirkel tot de doorbraak! “

*”Veiligheid is de basis van bestaan, welke vol vertrouwen wordt geleefd. Kijk maar naar de kinderen. Raakt dit vertrouwen beschaamd, beschadigd, dan zal het niet meer veilig voelen in jou. Doordat het ons telkens uit het nu haalt, in ons hoofd brengt. Ons lichaam door de hel laat gaan, naarstig op zoek naar veiligheid in het denken, in het handelen, in een samengeknepen hart.  Laat de angst stromen. Laat het oervertrouwen stromen in een weten dat veiligheid in een ieder van ons woont. “

*”Het zijn juist deze situaties van grote schok, verdriet en ongeloof, die ons als een deeltjesversneller in contact brengt met onze ware kracht. Kracht gelijk een atoomkracht is. Kracht die ontspant in de genade van de verandering door bijvoorbeeld verlies. Er is in zo’n moment een kracht, die overgave heet. Een kracht die aanvaardt. Die neutraal is. Zacht en liefdevol.”

De angst voor de dood voorbij

Marshmallow Boodschap Uit Kryon Boek 8 “Het ijkpunt voorbij”

[de angst voor de dood voorbij]

geplaatst: 26 maart 2019

Posted: 25 Mar 2019 09:43 AM PDT [via wakkeremensen.blogspot.nl, 26-3-19]

Marshmallow Boodschap – Uit Kryon Boek 8 “Het ijkpunt voorbij”

geplaatst: 26 maart 2019 

Vertaald uit het Engels door Henk Steur

Eeuwig twee kanten op

Lieve familieleden, jullie zijn, net zoals wij, eeuwig. Jullie zijn eeuwig in TWEE richtingen. Er was geen begin van jullie bestaan en er zal geen einde zijn. De goddelijke vonk die binnenin jullie is weet dit heel goed!

Er zal voor ieder van jullie een tijd komen waarop jullie, aan het einde van het bestaan in deze incarnatie, de kans hebben om de angst te voelen voor wat jullie de dood noemen.

Toch zullen velen in deze zaal ernaar knipogen en het herkennen als iets waar zij al eonen lang doorheen zijn gegaan. Er zit geen angel in de dood. Het is gewoon een transformatie van energie – van de ene energie naar de andere. Als jullie dit weer voelen zullen jullie ogenblikkelijk weten dat er een “welkom thuis” zal zijn.

Wij vertellen jullie dit, familieleden, omdat wij willen dat jullie begrijpen hoe diepgaand jullie werk op deze planeet is.

~ KRYON

Door Lee Carroll, het originele Kryon-kanaal 000000

Barbara Marciniak en de dood

[Onze levende bibliotheek: Aarde. Lessen van de Pleiaden. Uitgeverij Petiet/Tiel 1996, p.209-210]

‘Aarde-veranderingen worden gelijkgesteld [door de mensen] met de dood, nietwaar? Op jullie planeet weten jullie haast niets over de dood. Er is in al deze verschuivingen [rondom trillingsverhogingen op aarde] een enorme kans om te leren over de dood. Voor sommigen van jullie lijkt het een catastrofe als mensen vertrekken of doodgaan. Het lijkt alsof er gefaald wordt en alsof er iets verkeerd ging. Wij zien het tegenovergestelde. Wij zien mensen de planeet verlaten met een nieuw gezichtspunt. Ze zijn zo bevoorrecht omdat velen van jullie je hart opengesteld hebben en eenheid van doel uitzenden, waardoor anderen kunnen weten en beseffen waarvoor ze kwamen. Niet iedereen is hier gekomen om een nieuwe Aarde te zien. Kun je beseffen dat sommige mensen naar deze planeet kwamen om in vrede te sterven, zonder martelingen en lijden, en om te sterven met een bewustzijn van bevrijding?

‘Er zijn massa’s ‘stervensbegeleiders’ op de planeet in deze tijd. Zij zijn in staat en bereid de gestorvenen naar de domeinen van het onbekende te volgen. Zij scheppen vrede voor degenen die overgaan. Er zal grote uitwisseling zijn tussen de levenden en de doden. Wie sterft om over te gaan zal niets verliezen. Hij zal aan bewustzijn winnen. Dan wordt een uitspraak mogelijk als: ‘Ik heb een cyclus voltooid. Ik hoef niet langer een pijnlijk lichaam mee te zeulen en ik hoef nooit meer met angst te sterven.’ Vele mensen zijn in deze tijd naar de Aarde gekomen opdat de dood begrepen zou worden. Zij werden hier vastgehouden door lagere astrale verstrikkingen en frequentie-beheersing.

‘Voor ieder van jullie is het een uitdaging om anderen te helpen deze planeet te verlaten. Dit betekent niet dat je hun het leven beneemt. De vitale kracht de je bent heeft en doel en een agenda, en hoe meer je met je lichaam communiceert en hoe meer je erin blijft, hoe gemakkelijker je overgang zal zijn. In het ideale geval zul je leren hoe je bewust kunt sterven en je lichamelijke functies uit kunt zetten. Er is in de dood niets te vrezen, behalve de dingen die je je erover voorstelt. Het wordt allemaal naar je eigen overtuiging uitgevoerd, of naar de overtuiging van diegenen die je verkiest te volgen. Vertrouw op jezelf en ontwerp je eigen ervaring. Durf het ideaal te scheppen.’

Is er bewustzijn na de dood? 3

[bron: Pim van Lommel, Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de bijna-dood-ervaring. Uitgeverij Ten Have, zevende druk 2008, pp. 18-20 uit de Inleiding]

# Wat is de dood, wat is leven, en wat gebeurt er als ik dood ben? Waarom zijn de meeste mensen er zo bang voor? De dood kan na een zwaar ziekbed toch ook een bevrijding zijn? Waarom beleven artsen het overlijden van een patiënt nog vaak als medisch falen? Omdat de patiënt niet in leven is gebleven? Waarom mag men nooit meer ‘gewoon’ doodgaan aan een ernstige, terminale ziekte, maar moeten mensen eerst nog aan de beademing en aan kunstmatige voeding via slangetjes en infusen? Waarom kiezen mensen in het eindstadium van een kwaadaardige ziekte soms toch nog voor chemokuren waarmee het leven misschien korte tijd gerekt wordt, maar die de kwaliteit van het resterende leven lang niet altijd verbetert. Waarom is onze eerste neiging ten koste van alles het leven te rekken en de dood uit te stellen? Het standpunt van een arts is meestal een patiënt zo lang mogelijk in leven te houden, en vaak komt dit overeen met de wens van de patiënt, die ondanks alle beperkingen, pijn en benauwdheid nog enige tijd in leven wil blijven. Is de angst voor de dood de belangrijkste oorzaak hiervan? En ontstaat de angst door onwetendheid over was de dood zou kunnen zijn? Kloppen onze ideeën over de dood eigenlijk wel? Is de dood werkelijk het einde van alles?

Op deze vragen kan een kort antwoord worden gegeven: deze (westerse) materialistische maatschappij heeft geen idee wat de dood is of inhoudt vanuit de praktijk van het doodgaan betreft. De vraag of ‘onze ideeën over de dood eigenlijk wel kloppen?’ kan met een gerust hart ontkennend worden beantwoord.

En dit wordt veroorzaakt door onze opvoeding waarin leven en dood geen centrale plek innemen en lang een taboeonderwerp zijn. En geen geestelijke kan ook uitleggen wat de dood inhoudt en wat er eventueel voor leven na de dood tevoorschijn komt. Kortom, degenen die nooit nieuwsgierig zijn geworden naar het hoe en waarom van de dood en daarover geen boeken of andere bronnen hebben geraadpleegd, blijven in die leegte van de leemte hangen. Esoterische mensen die er studie van hebben gemaakt hebben hun eigen antwoorden gevonden en de sleutel van deze (maatschappelijke) raadselen ontdekt: de dood is een overgang van het ene leven in een volgend leven, zoals je op een station van de ene op de andere trein kunt overstappen. Even noodzakelijk om een bepaalde bestemming te bereiken als de dood dat is.

Dit antwoord is iets langer geworden dan ‘kort’ zoals aangegeven, maar ik voelde me geïnspireerd om dit ‘iets minder korte’ antwoord te geven en te delen met de lezers.

Wordt vervolgd.

Is er bewustzijn na de dood? 2

[bron: Pim van Lommel, Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de bijna-dood-ervaring. Uitgeverij Ten Have, zevende druk 2008, pp. 18-20 uit de Inleiding]

# We moeten dan eerst voorzichtig een antwoord zoeken op de vraag óf en eventueel hóé na het overlijden bewustzijn kan worden ervaren. Hoe kunnen we vermoeden wat er met ons bewustzijn gebeurt wanneer we dood zijn? En hoe komen we aan onze ideeën over de dood? Waarom zouden we ons eigenlijk willen verdiepen in de dood, in wat dood zijn zou kunnen inhouden? De confrontatie met de dood roept onmiddellijk vragen op omdat de dood in onze maatschappij nog steeds taboe is. Terwijl het ‘dood’normaal is dat er dagelijks mensen sterven.

Deze gestelde vragen kunnen puntsgewijs beantwoord worden.

  1. ‘We moeten dan eerst voorzichtig een antwoord zoeken op de vraag óf en eventueel hóé na het overlijden bewustzijn kan worden ervaren.’

 

Letterlijk genomen kan deze vraag niet beantwoord worden, want niemand kan een antwoord geven hoe bewustzijn na het overlijden ervaren kan worden. De gestelde vraag moet dus van de andere kant benaderd worden. De mens begint op jonge leeftijd (rond 6 of 7 jaar) met te zoeken naar de zin van het leven (op die leeftijd op een primitieve basis) en de plaats van jezelf in dit leven. Dit zoekproces is de mens ingeboren omdat de opdracht voor ieder mens op aarde is om (spiritueel of geestelijk) bewustzijn te ontwikkelen en dus ook naar de zin van het leven te zoeken. Deze zielenbehoefte is in de mens neergelegd omdat hij in een omgeving is ingeboren waarin het meerdimensionale denken en denkcapaciteit is afgesloten en dus feitelijk niet ‘spontaan’ aanwezig. Iedere baby en peuter op aarde leert in de loop van zijn opvoeding te leren (na te) denken. Je bent dus afhankelijk van je ouders, en vervolgens van het opvoedingssysteem in je geboorteland. Dat is of kan op andere planeten anders geregeld zijn (zonder jeugdperiode) en dat alles is zo bestemd om de mens alle gelegenheid te geven om onder de meest verschillende omstandigheden (levens)ervaring op te doen. Dat onder het goddelijke motto dat: ‘Niets Onmogelijk Is’ ofwel dat ‘Alles Mogelijk Moet Zijn’. De zoektocht naar de zin van het leven maakt dat ieder mens tegen bronnen (zondagsschool, heilige boeken, geestelijke leidslieden of bronnen via boeken) aanloopt waarmee hij zijn weg leert te zoeken. Dat is ook mijn leerweg geworden. Na een – in mijn leven – fikse hoeveelheid boeken doorgeploegd te hebben ben ik op meditatie en gevoelsleven overgestapt en heb ik de door mij gezochte antwoorden gevonden en ze intuïtief juist bevonden (voor dat moment wel te verstaan). De intuïtie is mijn kompas geworden. Ik heb ontdekt dat in mijn geval de intellectuele activiteit van studeren nodig was om de basis te leggen die ik vervolgens heb getoetst aan mijn eigen intuïtie en zo mijn houvast heb gevonden. Dat klinkt intellectueel en dat is het ook, maar ik ontdekte ook een sterker instrument, namelijk het ‘gevoel’ dat iets ‘echt’ klopte, dat een overtuiging gaat ‘leven’…. ‘je staat ergens voor’.

 

  1. ‘Hoe kunnen we vermoeden wat er met ons bewustzijn gebeurt wanneer we dood zijn?’

 

Dat kunnen we niet, zoals uit de vorige beantwoording al bleek. Wat we wel kunnen doen is in onze zoektocht een ‘theorie’ opbouwen door alle uitspraken die ik in boeken tegenkwam die mij aanspraken, gaan bundelen en zo tot een samenhangende verzameling van opvattingen of aannames te komen, die dan in de praktijk van alle dag getoetst kunnen worden. Wat bedoel ik daarmee? Als dus de basisvraag van dit punt 2 luidt ‘wat er gebeurt als we dood zijn’ en je bent al de aanname of overtuiging ontdekt dat er geen dood kan bestaan omdat je in een ander leven weer geboren wordt, dan borduur je daarop voort en je ontdekt dat je helemaal niet bang hoeft te zijn voor de dood, want vergelijkbaar met een verhuizing van de ene stad naar de andere. Ik moet toegeven dat ik altijd het intuïtieve gevoel heb gehad dat je van leven tot leven doortrekt naar een volgende fase in je eigen zielenwezen, want die ziel is de constante en eeuwige factor, en het nieuwe lichaam waarin je in die andere werkelijkheid verschijnt, is bedoeld om je aldaar nieuwe ervaring te laten opdoen. Je ziel is dus steeds dezelfde maar die ziel doet gaandeweg steeds nieuwe ervaring op totdat je na eonen met een oneindige tijdsduur binnen duale werelden klaar bent met je groeiproces en de verlichting hebt bereikt. Dat ben je de dualiteit ontstegen en kom je de multidimensionale werelden binnen. Multidimensionaal betekent dat je beschikt over eigenschappen en kwaliteiten via je huidige zintuigen (zie deel 1) waarvan je hier op aarde geen enkele voorstelling van kunt maken. Je kunt energetisch reizen naar andere planeten en naar andere sterrenstelsels of andere universa, om maar een voorbeeld te noemen. Maar je ‘bewustzijn’, het centrale thema hier bij dit punt, groeit ook door. Het geestelijke bewustzijn wel te verstaan, want niet je fysieke. Dat hersengebied hoort toe aan je fysieke lichaam en dat blijft na het overlijden op aarde achter. Maar de kennisinhoud die je hier hebt verworven, gaat in je ‘bewustzijn’ mee naar het volgende leven, waar dan ook.

 

  1. ‘En hoe komen we aan onze ideeën over de dood?’

 

Omdat ik een grote hoeveelheid boeken over de dood in huis heb, kan ik aangeven dat iedere auteur andere ideeën over de dood heeft en dat er dus geen eenduidige opvattingen over de dood bestaan, laat staan dat spirituele opvattingen maar door een klein deel van de totale bevolking (nationaal of mondiaal) gedeeld worden. Het overgrote deel van de bevolking is materialistisch ingesteld en deelt de opvattingen die in Van Lommels boek medisch aan de orde komen.

 

  1. ‘Waarom zouden we ons eigenlijk willen verdiepen in de dood, in wat dood zijn zou kunnen inhouden?’

 

Zoals bij punt 1 aangegeven en in deel 1 is het een basiseigenschap van ieder mens dat er gezocht wordt naar de zin van het leven en de verschijnselen leven en dood. Dat betekent dat de ene mens zich geen moeite getroost om zich te verdiepen in dit thema, terwijl de ander alles wat hij onder ogen krijgt leest en daaraan conclusies verbindt en vooral eigen keuzes maakt. In algemene zin luidt dus het antwoord dat de mens altijd bezig zal zijn met levensmysteries, want daarmee worstelt ook ieder mens. ‘Waarom verdiepen we ons daarin’ als vraagstelling wordt dus beantwoord met de vaststelling dat er sprake is van een natuurlijke neiging.

 

  1. ‘De confrontatie met de dood roept onmiddellijk vragen op omdat de dood in onze maatschappij nog steeds taboe is.’

 

Ik vermoed dat dit in algemene zin volkomen juist is en de een vindt dat heel lastig, en de ander maakt er een studie of werk van. In mijn inmiddels gegroeide beleving is er natuurlijk geen sprake meer van een confrontatie omdat de dood of het vertrek van deze aarde geen onbekend mysterie is, maar een vaststaande overtuiging dat het een bevrijding is van dit aardse leven dat mag worden afgesloten. Er ligt dus in mijn ogen een nieuwe toekomst te wachten, hoewel er wel eerst een rustperiode aanbreekt om terug te blikken op het voorbije leven op aarde, bij wijze van evaluatie. Daarover heeft Jaap Hiddinga in zijn boeken behartenswaardige zaken geschreven die ik ook op deze site heb geplaatst. Die boeken raad ik dus iedereen aan.

 

  1. ‘Terwijl het ‘dood’normaal is dat er dagelijks mensen sterven.’

 

Ja, deze woordspeling kende ik nog niet, maar vind ik wel aardig. Het verschijnsel dood is heel normaal, want het overkomt iedereen, maar verlichte meesters gebeurt er wel iets anders dan met gemiddelde mensen op aarde. De laatste categorie komt meestal geheel onvoorbereid aan de andere kant van de sluier en ontdekt in veel gevallen dat er geen dood bestaat want hij blijkt nog te leven terwijl hij zich niet bewust was van die mogelijkheid. De eerste categorie – zo lees je in boeken over Tibetaanse monniken – zoeken zelf het juiste transformatiemoment uit en vertrekken op dat moment in meditatie uit het lichaam om er niet meer in terug te keren.

Wordt vervolgd.