Categorie archief: theorie van rechtvaardigheid

Over John Rawls

[12] ‘In het oeuvre van Rawls staan twee samenhangende vragen centraal. De eerste vraag luidt: Wat vereist rechtvaardigheid van ons? En de tweede: Zijn mensen, gegeven deze vereiste, ertoe in staat om rechtvaardigheid te realiseren? Zijn leven lang heeft Rawls zich met deze vraagstukken bezig gehouden. Zij kwamen voort uit een voor hem in eerste instantie religieuze kwestie: Wat is de oorsprong van het kwaad?’

*Omdat na deze vraagstelling een terugblik op zijn leven volgt waaruit een oorzaak van dit benoemen van de vraag over de ‘oorsprong van het kwaad’ wordt besproken, sla ik dat antwoord over omdat ik direct op het spirituele antwoord zal overstappen. De oorsprong van het (bestaat of ontstaan van het) kwaad (op aarde) is dat deze planeet de gelegenheid aan de mensheid biedt om zijn evolutiepad van zijn menselijke ontwikkeling te kunnen volgen en daarom bestaat de dualiteit: waar in het ‘paradijs’ of ‘hemel’ of het bijbelse Hof van Eden alleen maar volmaaktheid en volkomen goddelijk bewustzijn bestaat, daar moet de mens als ziel eerst een zelfbewustzijn gaan ontwikkelen en dat kan alleen in een duale leefomgeving omdat die mensenziel uit het zielenrijk is vertrokken om dat zelfbewustzijn te gaan ontwikkelen. Hij weet vanuit zijn oertoestand al wat het goede en het volmaakte is, maar het tegenovergestelde, het kwaad dus, is hem nog onbekend. Daarom moest hij daarmee eerst in aanraking komen om zich van dat ‘nieuwe verschijnsel’ bewust te worden en te leren kennen. Pas dan kan hij zich wapenen tegen dat kwaad en het kwade. Maar deze redenering is voor een gewone burger en eminente geleerde als Rawls natuurlijk volkomen vreemd.

[13] ‘Nadat hij in januari 1946 als reservist het leger had verlaten hervatte hij – aan Princeton University – zijn studie om een proefschrift over morele en politieke te gaan schrijven. Dat was hij oorspronkelijk niet van plan geweest. Hij had zich voorgenomen predikant te worden, maar de oorlog had hem op andere gedachten gebracht. De holocaust, zijn eigen oorlogservaringen, het na de Japanse overgave met eigen ogen aanschouwen van de verwoesting van Hiroshima: dit alles bracht hem ertoe om eerst de belangrijkste doctrines van het christendom te bevragen en vervolgens deze te verwerpen. Tegen het einde van de oorlog had Rawls zijn plannen om predikant te worden opgegeven. Door de oorlog was hij opnieuw gaan reflecteren over het probleem van het kwaad, nu in de vorm van de vraag of de menselijke natuur wel tot rechtvaardigheid in staat is, of dat onze aard zo egoïstisch en corrupt is dat rechtvaardigheid buiten het bereik van de menselijke mogelijkheden ligt.’

*Ook dit vraagstuk kan aan de hand van de spirituele inzichten maar ook volgens de sociaaleconomische geschiedenis worden opgelost: alle waarden, zoals in dit geval ‘rechtvaardigheid’ kan via sociale wetgeving worden opgelost, zoals de sociale verzorgingsstaten van de laatste vijftig jaar in Europa en VS hebben aangetoond, in heel verschillenden uitingsvormen overigens. Uitingen ook van spirituele evolutie. 

[13] Een ontkenning van dit negatieve, defaitistische perspectief op de mensheid vormde meer dan vijftig jaar lang de drijvende kracht achter Rawls’ filosofische werkzaamheden. Hij koos voor een kantiaanse positie: een op de reden gebaseerde moraal is het beste middel tegen het kwaad. Een rechtvaardige samenleving die vrijheid, gelijkheid en zelfrespect voor al haar burgers garandeert, ligt dan binnen ons bereik.

In 1950 behaalde Rawls zijn doctorstitel (Ph.D.) met het (ongepubliceerde) proefschrift A Study on the Grounds of Ethical Knowledge , Considered with Reference to Judgements on the Moral Worth of Character.

Na twee jaar elders gedoceerd te hebben, verbleef hij een jaar (1952-1953) Christchurch College, University of Oxford in Engeland en daar ontmoette hij onder meer Hart, Isaiah Berlin en Hampshire. Het was filosofisch gezien het tot op dat moment belangrijkste jaar van zijn leven. En daarom is hij uitgegroeid tot de belangrijkste filosoof van de 20e eeuw vanwege zijn in 1979 verworven hoogste academische positie toen hij benoemd werd tot James Bryant Conant University Professor aan de Harvard University. Alle reden dus om voor hem hierbij alle ruimte te geven omdat zijn theorie van de Rechtvaardigheid leidraad zal worden in het komende Aquariustijdperk.