Categorie archief: soorten evolutie mens

Debat over de ‘reptielen’ [5/voorlopig slot]

Op de neergaande boog van de afdaling in de stof wordt de stof door de monaden of ‘zielen’ geëvolueerd of ontrold, en de geest door deze geïnvolueerd en ingerold; maar wanneer het keerpunt wordt bereikt, volgt automatisch het omgekeerde proces, waarin de geest zijn transcendente krachten ontwikkelt, terwijl de stof pari passu haar eigen kenmerken involueert. Het resultaat van dit wonderbaarlijke proces van de natuur geeft ons aldus een beeld van spirituele wezens die zich geleidelijk hullen in gewaden van materiële substantie, anders gezegd ‘lichamen’, en op de opgaande boog maken ze deze lichamen door de evolutie van de geest geleidelijk etherischer, zodat ze tegen het eind van het manvantara van de planeetketen gewaden van ‘licht’ worden.

Toen de evolutie als evolutie met haar werk ophield, begon de involutie – het omgekeerde proces; en daarna sloot de ‘deur naar het mensenrijk’. Dit belangrijke natuurfeit uit de biologie betekende niet alleen dat entiteiten lager dan de mens niet langer het mensenrijk konden binnengaan, maar ook dat nieuwe phyla, nieuwe raciale stammen, niet langer konden worden voortgebracht uit de toen bestaande levenszaden, omdat de processen van het in het leven roepen van nieuwe families, orden en klassen waren beëindigd. Evolutie, of de differentiatie van het ene tot het vele, was opgehouden; haar impulsen hadden voor deze vierde ronde langzamerhand hun kracht verloren. Terwijl er meer specialisaties van wat reeds bestond bleven optreden, in sommige gevallen zelfs ver doorgevoerde, konden vanaf dat moment gedurende de rest van de ronde van deze planeetketen geen nieuwe orden van afzonderlijke dierlijke of plantaardige entiteiten verschijnen.

Vanaf dit keerpunt was involutie de algemene werkwijze van de natuur op deze aardbol; involutie betekent de inwikkeling van de stof en de gelijktijdige evolutie of het tot manifestatie komen door middel van de fysiek reeds ontwikkelde voertuigen van de tot dan toe latente spirituele, intellectuele en psychische functies, processen en zintuigen. Evolutie, zoals hier gebruikt, betekent het ontvouwen van de in de stof latent aanwezige krachten en de inwikkeling of involutie van spirituele eigenschappen; deze involutie verschafte aldus een schat aan vermogens en functies die zich steeds meer terugtrokken naarmate de evolutie of de ontvouwing van lichamen voortging. Op bovengenoemd keerpunt vond de laatste fase plaats van het langzaam in kracht afnemende evolutieproces van de differentiatie in de stof en daarna begon het involutieproces. Op de neergaande of schaduwboog ontvouwt of ontwikkelt de stof zich in talloze vormen en vouwt de geest zich naar binnen of wikkelt zich in. Wanneer de opgaande boog of lichtende boog is begonnen, neemt de involutie een aanvang, en dat betekent de involutie van de stof en het ontvouwen of de evolutie van de geest en zijn vermogens en krachten. De twee processen zijn met elkaar verweven.

De verwekking, geboorte en groei van een kind kunnen misschien als voorbeeld dienen. Vanaf de conceptie tot het keerpunt van de volwassenheid ontwikkelt het lichaam vermogens en krachten, terwijl de spirituele, intellectuele en psychische vermogens min of meer teruggetrokken of omwikkeld zijn. Vanaf het middenpunt van het leven, zeg het begin van de middelbare leeftijd, treedt het omgekeerde proces op. Het lichaam wordt minder actief en minder belangrijk voor het doel van het leven; en pari passu vindt de evolutie plaats van de spirituele, intellectuele en psychische vermogens.

De bezielde soorten die op het bovengenoemde grote keerpunt het menselijke stadium niet hadden bereikt, konden zich daarna niet langer opwaarts ontwikkelen op de opgaande boog en moesten als gevolg daarvan voor hun natuurlijke evolutionaire ontwikkeling hun beurt afwachten tot het volgende grote planetaire manvantara of de volgende ronde. Hoewel het waar is dat gedurende de volgende of vijfde ketenronde de bezielde soorten lager dan de mens – dat wil zeggen de dieren – opnieuw op deze aarde zullen verschijnen en hun evolutiereis zullen vervolgen, waarbij zal worden herhaald wat in deze vierde ronde gebeurt, zij het in omstandigheden die de vijfde ronde met zich mee zal brengen, zal het niettemin, omdat de hele planeetketen zelf nu het proces van involutie doormaakt, steeds moeilijker worden de hindernis te nemen die het binnengaan in het mensenrijk belemmert. De bezielde soorten lager dan de menselijke, zelfs die dateren van het keerpunt in deze huidige vierde ronde, zullen dan alle de neiging vertonen uit te sterven en uit de evolutionaire levensstroom te verdwijnen.

Debat over de ‘reptielen’ als menselijke soort in de grijze oudheid en dat nu misbruikt wordt door ‘complottheoristen’ [3]

‘Wat de fysieke substantie betreft leek het tweede wortelras enigszins op kwallen. Ook zij werden uit welwillendheid menselijk genoemd, omdat ze de voornaamste en treffendste kenmerken en eigenschappen van de menselijke soort nog niet hadden ontwikkeld: de psychische, mentale en spirituele vermogens die gezamenlijk hun werk doen door middel van ijle en onzichtbare omhulsels, die op hun beurt samen werken om zich door middel van een fysiek lichaam tot uitdrukking te brengen.

Het waren ‘omhulsels’ in die zin dat ze nog niet zelfbewust waren vervuld met de spiritueel-intellectuele dhyani-chohanische essenties en krachten, zoals ook een klein kind vanaf zijn geboorte een menselijk ‘omhulsel’ is in bovenbedoelde zin, totdat de langzaam incarnerende dhyani-chohanische essentie of het psychomentale fluïdum van zijn incarnerende ego zich begint te manifesteren.

Het wortelras plantte zich voort door deling, dat wil zeggen, doordat een deel van de ouder afbrak en dit deel zich ontwikkelde om precies zoals zijn ouder te worden, bijna op de manier die levende cellen nu volgen. Een levende cel is een geleiachtige, halfastrale entiteit. Het woord ‘geleiachtig’ geeft een tamelijk goede beschrijving van het stadium tussen het stevige vlees en de etherische maar toch halfzichtbare ijlheid van het lagere astrale. Vlees is in feite verdichte of compacter eerste geworden astrale substantie – de dichtste astrale en de ijlste fysieke stof zijn praktisch identiek. De twee rijken, het lagere astrale en het etherisch-fysieke versmelten hier; er is absoluut geen scheidslijn tussen beide.

In de eerste stadia van zijn evolutionaire ontwikkeling zou men het eerste wortelras reusachtige astrale cellen of puddingzakken kunnen noemen. Deze cellen plantten hun soort voort en werden vervuld met de astrale essentie van het laagste fluïdum van de dhyani-chohans. Gedurende de evolutionaire levensloop van het eerste wortelras ondergingen deze cellen kleine wijzigingen in vorm en grootte die doen denken aan die van de amoebe, en gingen geleidelijk steeds meer lijken op het astrale type waaromheen ze zich in de loop van de eeuwen langzaam kristalliseerden. Dus toen het tweede wortelras op het toneel verscheen, was de soort van dit nieuwe ras – een evolutionaire voortzetting in de tijd van het eerste wortelras – al een duidelijke hoewel onvolmaakte vorm gaan vertonen van wat in latere eeuwen tegen het eind van het derde wortelras lichamen met een menselijke gedaante moesten worden, die menselijke kenmerken bezaten, hoewel zelfs deze nog onvolmaakt waren, vergeleken met het fysieke gestel van de mens van nu.

De natuur herhaalt zich overal. Zoals in het geval van een mens: zijn eerste fysieke verschijning is een microscopisch kleine cel of ei dat langzaam de zich herhalende stadia doormaakt van de evolutieweg die het ras in het verleden heeft afgelegd, tot het embryo dat – na zijn verschillende aanpassingen tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder te hebben voltooid – nu menselijk is geworden, als een kind wordt geboren en vanaf de geboorte geleidelijk de innerlijke psychische, mentale, intellectuele en spirituele vermogens, die de mens werkelijk tot mens maken, begint te manifesteren. Hier hebben we een zich herhalend beeld van de stadia van evolutionaire ontwikkeling die achtereenvolgens door het eerste, het tweede, het derde en het vierde wortelras werden doorlopen – terwijl onze huidige menselijke stam met al zijn verschillende soorten of variaties het vijfde wortelras wordt genoemd.

*Tot slot van dit derde deel meld ik dat hierboven de algemene evolutionaire eigenschappen van het menselijk leven op aarde zijn gekwalificeerd, maar dat alle genoemde eigenschappen per wortelras op andere bewoonde planeten weliswaar op basis van dezelfde universele grondbeginselen zijn vastgesteld, maar dat per planeet andere plaatselijke natuurwetten gelden, maar dat ze allemaal op enigszins verschillende vormen van uitwerking worden voorzien, maar uiterlijk totaal anders van uiterlijk kunnen zijn. Zo zijn we geheel gewend aan onze eigen menselijke trekken op aarde, terwijl dezelfde mensheid op andere plaaneten totaal onherkenbare trekken hebben die bij ons. Zo bestaan er planeten met mensenrassen die inderdaad zichtbaar zijn als reptielen en draken maar toch mens zijn en ook wij op aarde hebben op alle bewoonde planeten een of meer levens doorgebracht. Waarom is dat zo? Omdat wij groeien naar het volmaakte bronbeeld van de Grote Bron of Geest, met ervaring op alle planeten of zonnen aangezien we niet zelfscheppend kunnen worden als we niet onder die omstandigheden zelf levens hebben meegemaakt. Zo is er wel een heel ‘merkwaardig’ voorbeeld van een mensenleven beschreven in de vorm van zielenwezens die leven in een massieve steen en die zich ook via die steenmassa kunnen verplaatsen om die levenservaring op te doen, want onder de Liefde van de Bron is alles mogelijk. En ieder verzoek wordt ook gehonoreerd als het niet strijdig is met de kosmische beginselen of levenswetten, noch in strijd met het eigen evolutiepad dat inmiddels doorlopen is want ‘zo maar wat kiezen’ is zinloos en wordt niet goedgekeurd. En wat dit laatste aspect betreft, ieder leven dat gaat aanvangen met een geboorte op een bepaalde planeet of een ster wordt in overleg met de eigen gidsen en Meesters vastgesteld in de blauwdruk – levenscontract – voor dat leven. Niets gebeurt zonder toestemming van de Bon en wat betreft levens met het doel om oud karma te vereffenen, kunnen levens gepland worden waarin het ene ongeluk na het andere ongemak en andere teleurstelling kan plaatsvinden. De aardse gewoonte om ‘God’ de schuld te geven van dat ongemak is daarmee ook te verklaren als een grote denkfout die de aardse mens maakt (vanwege een verkeerde ouderlijke opvoeding) die zelf onwetend waren over de universele levenswetten omdat het allemaal gebaseerd is op vereffening en dus uitzuivering van oud karma van één of meer verschillende verkeerd gelopen levens waarin de betrokken ziel negatief karma heeft opgebouwd door onjuiste keuzes en handelingen. ‘God’ de schuld geven is ook onzin omdat de ‘persoonlijke’ God niet bestaat; de Bron is goddelijk volmaakte Universele Energie, Zelfbewuste Energie.

Alle stadia van evolutionaire fasen van ontwikkeling [van de ‘huidige’ lichting mensen op aarde] volgens Jaap Hiddinga

1.           Eerste vrijheidsontdekking en -ervaring

2.           Ontvangst van een geestlichaam

3.           Extra bewustwording toegevoegd

4.           Leren ontdekken van goddelijke liefde en ermee leren omgaan

5.           De ziel leert dat je elkaar nodig hebt om goddelijk bewust te kunnen worden

6.           Ontdekking van gevoelens en bewustzijn

7.           Zonder stoflichaam kan geen moord- en doodslagervaring worden opgedaan

8.           Leren leven zonder angst

9.           Leren omgaan met een stoflichaam

10.         Het geestelijk lichaam nodig voor gevoel van liefde en goddelijke liefde

11.         Ontdekking van jaloezie, haat en redeloosheid

12.         Mensen in die ontwikkelingsstadium vermoorden elkaar zodat de planeet keer op keer vernietigd wordt

13.         Derde periode is de meest intensieve omdat alles als werkelijkheid wordt ervaren, maar geestelijke geen werkelijkheid is (zoals hindoeïsme en boeddhisme verkondigen: Het is illusie!

14.         Stoflichamen veranderen volledig, en kunnen niet langer meer als materieel worden beschouwd in de 5e periode op weg naar het lichtlichaam

15.         Er bestaan een ontsnappingsclausule in geval van bereik van de verlichting in 5D is vertrek uit de evolutiecyclus (Rad van Wedergeboorte) mogelijk en wordt beëindigd. Je gaat dan je direct naar de hemel.

1e periode

‘Dit een stadium dat de zielen de eerste ‘vrijheid’ geeft. Dit stadium zorgt ervoor dat men de scherpe kanten eraf haalt en dat extreme situaties beleefd worden zonder wezenlijke schade aan te richten. Er gebeurt niet echt iets in dit stadium, maar als het niet zou bestaan, zouden de volgende periodes veel moeilijker en harder zijn. De ziel moet eerst leren met de vrijheid om te gaan en vandaar dat dit stadium is geschapen om deze vrijheid te ervaren zonder schade op te lopen.’

2e periode

De engel sprak: ‘Wat je nu mee gaat maken is van groot belang. Je gaat nu de eerste overgang meemaken. Dit is de overgang van de eerste naar de tweede periode en in deze overgang heeft een specifiek gebeuren plaats.

Ik keek en zag dat langzamerhand alle zielen die zich in de eerste periode bevonden, zich verzamelden in een soort ‘tussenruimte’ werden geplaatst. Dit is de overgang van de eerste naar de tweede periode en in deze overgang heeft een specifiek gebeuren plaats. Wezens met een specifieke functie namen de zielen en splitsten deze in twee delen. Elk deel had zijn eigen eigenschappen en zij hadden elkaar nodig om weer één te worden. Vervolgens verkregen zij een geestlichaam, een soort verdichting van de ziel. De zielen/geesten die nu gescheiden waren, stonden stomverbaasd naar zichzelf en naar elkaar te kijken. Er waren opmerkelijke verschillen, maar het belangrijkste was dat het geestlichaam dusdanig opgebouwd was dat daar de toekomstige mannen en vrouwen in te herkennen waren. Er werd tevens extra bewustwording toegevoegd en de zielen/geesten mochten na deze ‘operatie’ de tweede periode binnen. De engel spraak weer en zei: ‘Deze ingreep is noodzakelijk. Het doel van de ziel is om met goddelijke liefde te leren omgaan in alle facetten die het leven en het bestaan met zich meebrengen. De volledige, ongedeelde ziel zal dit nooit uit zichzelf kunnen leren, want het is juist het afscheidingsmechanisme dat de ziel hier in de eerste plaats bracht. Zover [oorsprong vd ongesplitste ziel dreigt vergeten te raken] laat de schepper het echter niet komen en deze zielensplitsing is een noodzakelijke ingreep die ervoor zorgt dat de ziel leert dat men “elkaar” nodig heeft vanwege de oorspronkelijk bestaande complete ziel. Zuiver energetisch gezien is elke zielenhelft in onbalans en men zal elkaar trachtten te vinden om een vereniging tot stand te brengen. Zover laat de schepper het echter niet komen en deze zielensplitsing is een noodzakelijke ingreep die ervoor zorgt dat de ziel leert dat men “elkaar” nodig heeft. Zuiver energetisch gezien is elke zielenhelft in onbalans en men zal elkaar trachtten te vinden om een vereniging tot stand te brengen. Ze gingen een vreemd landschap in. Het kan vergeleken worden met een geestelijke sfeer en zag er niet materieel uit. Het gebied was verder onmetelijk groot en had niet de beperkingen van een planeet. De zielen hadden nu de mogelijkheden om de gevoelens en het bewustzijn die zij hadden meegekregen uit te dragen. Al gauw ontstond er een vreemde jacht op de nu ontbrekende helft, maar omdat de ontbrekende helft niet gemakkelijk herkend kon worden, werd dit zoeken bijzonder moeilijk. Bovendien ontdekte ze dat de verschillende helften die men wel vond, in schoonheid en aantrekkelijkheid varieerden. Er was aanleiding tot de meest vreemde taferelen en men vocht en moordde eindeloos, maar omdat de zielen slechts een geest hadden en geen stoflichaam, gebeurde er niets. Bij een moord was er geen ‘slachtoffer’ en bij verkrachting en marteling was er geen ‘pijn’. Liefde werd uitgedrukt in vreemde processen en het gehele tafereel was bizar. Ook andere processen kwamen op gang. Men probeerde tevergeefs allerlei technologieën  vorm te geven, maar dit lukte niet, want er was geen materie waarmee men dit kon doen. De engel sprak weer en zei: ‘Zoals je ziet is deze tweede periode bijzonder zwaar, zonder werkelijke schade aan te richten. De ingrepen en de veranderingen in de zielen hebben hun een aantal doelen gegeven, maar omdat zij het begrip “liefde”, en dan speciaal “goddelijke liefde”, nog niet kennen, krijg je taferelen zoals je die nu ziet. Als geest echter kunnen zij continu aan deze situatie werken zonder angst. In deze periode kan men dan de eerste schreden zetten op een pad dat uiteindelijk naar de volledige loutering zal leiden, maar zonder de schade als werkelijk te zien. Ook in dit stadium worden er de scherpe kantjes afgehaald. Indien men de daden die men hier verricht in de stof zou kunnen uitleven, zou het leed vele malen groter zijn.’

We begaven ons nu langzaam naar het einde van dit stadium en namen waar dat er opnieuw een overgangsperiode plaatsvond, dat de zielen naar een nieuw, het derde, tijdperk overhevelde.’

3e periode

‘In deze overgangsfase werd er weer een ingreep uitgevoerd. Ditmaal was het noodzakelijk dat de zielen in een ‘sfeer’ leefden, en zij moesten in een stoflichaam wonen, werken, leven en leren op kleine stukjes grond die zij moesten bewerken om daarmee om te kunnen gaan.

Er bestond een klein groepje planeten (twaalf om precies te zijn) dat eerst werd bevolkt met menselijke lichamen, die door de zielen met geest werden gevuld. De overige zielen moesten nog wachten.

Dit proces voltrok zich op een heel vreemde wijze en er hing een mist omheen. De engel sprak: ‘De [Elohim]goden van wie je hun gebied mocht zien op je eerdere reis, hebben de zorg voor de creatie van de juiste lichamen op de juiste bijbehorende planeten, maar het is je niet toegestaan om dit proces te zien.’ Ik kon dit wel begrijpen, want werkelijke kennis over de creatie van lichamen zou ongetwijfeld misbruikt worden door de mensheid.

Ik zag dat de nu geïncarneerde zielen zich snel voortplanten en dat zij met het bewustzijn, dat de Schepper hun gegeven had, heel snel een verbazingwekkende technologie konden ontwikkelen. Dat zorgde ervoor dat verspreid door het gehele heelal die planeten bevolkt werden die daarvoor geschikt waren. Het geestelijke bewustzijn echter en het gevoel voor liefde en goddelijke liefde stond nog op een laag pitje en het was duidelijk hoe dezelfde taferelen die in de voorgaande periode te zien waren nu werden herhaald, maar dan met zeer bloedige gevolgen. Niet alleen op persoonlijk niveau, maar ook in het groot waren de jaloezie, haat en redeloosheid zo groot dat dit uiteindelijk leidde tot enorme oorlogen die tussen de planeten onderling werden uitgevochten. [Dit klopt ook volgens vele esoterische bronnen]. Dit stopte pas nadat er gewoonweg geen materiaal meer over was om nog mee te kunnen vechten en de planeten leeg en verwoest waren. Slechts enkele menselijke wezens bleven er over en het was nu de tijd dat elke planeet zijn eigen ontwikkeling ging doormaken met de wezens die daarop leefden.

De engel sprak: ‘Alles wat je nu ziet hebben jullie zelf ook meegemaakt en het leven in de derde periode is het meest intensieve. Dit is zo omdat alles als werkelijkheid ervaren wordt. Het geestelijke bewustzijn van de mens is nog niet ontwikkeld en pas tegen het einde van deze derde periode zullen mensen zich bewust worden van God en hun goddelijke afkomst. Dat is de les van de derde periode, die nu voor jullie vrijwel voorbij is.

De engel sprak weer en zei: ‘Dit is nu toekomst voor jullie, maar voor andere zielen is dit alverleden, want het proces is continu [hetgeen inhoudt dat iedere ziel precies dezelfde route zal bewandelen maar dan onder een andere familienaam waarmee de generatie(s) later in deze fase terechtkomen]. Zoals je ziet is de vierde periode stoffelijk gezien vrijwel identiek aan de derde, maar de vrijheden van de derde zijn niet langer toegestaan. De mens ‘moet’ [idem] leren en de Schepper zal hen niet laten doormodderen.’ [in de voorbereiding op 5D] [38-41]

4e periode

‘Ik keek naar de geschiedenis van de vierde periode die nu nog voor ons lag. Ik kon slechts de grote lijnen waarnemen en ontdekte dat ook hier de nodige problemen ingebouwd waren. De mens op aarde kijkt vaak uit naar een nieuwe periode of ‘nieuwe era’ die als hemels beschouwd kan worden en waarin alles ‘goed’ is en waarin de fouten van het verleden niet meer gemaakt zullen worden. Helaas bleek dat niet het geval. Ook de vierde periode was slechts een van de vele stadia in de werkelijke evolutie naar het Licht en had haar eigen moeilijkheden. De kiem van het einde van deze periode werd al in de eerste jaren gelegd en ondanks het feit dat deze periode werkelijk mooier en ‘liefdevoller’ was dan de derde periode, was zij zeker niet volmaakt.

We zweefden nu naar de overgang van het vierde stadium naar het vijfde en ik ontdekte dat de stoflichamen nu zo sterk waren veranderd, dat zij niet langer als materieel konden worden beschouwd. De vele dimensies die op elke manifestatie inwerken en bepalen wat elke manifestatie is, waren al zo sterk veranderd ten opzichte van de ons bekende systemen dat je ze niet meer kon herkennen. Wat mij opviel dat er een soort ontsnappingsmechanisme was ingebouwd dat op elk gewenst moment in elk mogelijk stadium van de evolutie kon functioneren, ongeacht waar men was. Indien de ziel zich wezenlijk bewust werd van zijn goddelijke afkomst en de goddelijke liefde in al zijn volheid begrepen had, dan was het mogelijk om de gehele evolutiestroom te verlaten en terug te keren naar de ‘hemel’ waar de engelen op je wachten. Met andere woorden, de zwaarte en de duur van de evolutie binnen de evolutiestroom werden door de ziel zelf bepaald en niet door God. Het was niet mogelijk om ooit God de schuld te geven van datgene wat iemand overkwam. Men bleef in de evolutie uit vrije wil en men kon door bewustwording deze ook verlaten.

5e periode

Dit gebeurde dan ook en het was duidelijk dat aan het einde van de vierde periode, en zeker aan het einde van de vijfde periode, vele zielen het systeem al verlaten hadden. Zij hadden de geestelijke lessen geleerd en waren verenigd in het Licht.

6e periode

Alleen de hardnekkige gevallen moesten verder en verder tot de overgang naar de zesde periode zichtbaar werd. Deze overgang ging vrijwel geruisloos, maar er was een belangrijk verschil. De zielen hadden nu alleen nog maar een geestlichaam en geen stoflichaam meer om uit te drukken wat zij wilden. Dit  bracht verlichting, maar ook beperkingen. De lessen die in de vierde en vijfde periode gemakkelijk waren, werden daardoor extra moeilijk. Met andere woorden, hoe langer men over het bewustwordingsproces deed, des te moeilijker werd het. Ondanks de moeilijkheden lukte het toch vele zielen de lessen te leren en tegen de tijd dat de zevende periode zou aanbreken, waren er nog slechts weinigen die de laatste lessen moesten ondergaan.

7e periode

In het zevende stadium moest echter ook het geestlichaam worden ingeleverd en de lessen konden nu alleen als pure zielenhelften ondergaan worden. Dit bracht vele problemen met zich mee, en de lessen die hier gegeven werden waren zuiver energetisch en het was niet mogelijk om zich er een voorstelling  van te maken. De zevende periode was de enige periode die geen vastgesteld einde had. Dit stadium stopte vanzelf op het moment dat de laatste ziel de stap naar het goddelijke liefde had gezet.

De engel sprak weer en zei: ‘Op dit moment is de evolutie volbracht en alle zielen die zich in deze groep bevonden, zijn teruggekeerd naar het goddelijk licht. Wat er dan gebeurt kun je nog niet begrijpen maar wordt je in de toekomst duidelijk gemaakt. Maar zoals je ziet begint deze evolutie telkens opnieuw, want er komen nieuwe zielen die door het afscheidingsmechanisme naar de neutrale zone worden gebracht. Je kunt dan ook stellen dat alles eeuwig is en dat gebeurtenissen niet ophouden te “bestaan”. Het begrip “tijd” kun je dan niet meer toepassen, want het is ook mogelijk om waar te nemen dat alles statisch is en dat slechts de ziel beweegt door allerlei situaties. Deze situaties worden dan gevuld met steeds weer nieuwe zielen. Hiervan uitgaande mag je dus veronderstellen dat op een ander niveau de Tweede Wereldoorlog (bijvoorbeeld) nog steeds aan de gang is, maar dan met geheel andere zielen. De beweging van de ziel door de evolutie is dan de stuwende kracht die als tijd wordt ervaren. Dit is gecompliceerd, maar je mag dit meemaken in een aparte reis waarin je alle dimensies mag zien en alles zal worden uitgelegd.’

‘We zweefden nu verder en ik kon het gehele universum weer zien. We stopten en keken een lange tijd naar deze situatie die slechts één van de scheppingsuitdrukkingen was van de Schepper. De engel zei: ‘Je hebt nu de evolutiestroom [er bestaan ook andere evolutiestromen; zie noot] wordt nog nagezocht] gezien die mogelijk zijn voor de ziel en je hebt in detail de evolutiestroom mogen zien waar je zelf toe behoort. Het heeft niet zoveel zin om je alle mogelijkheden te laten zien, want die zijn voor jullie onbegrijpelijk, maar het is van belang dat je weet dat ze bestaan. We gaan nu terug naar de aarde en de volgende keer mag je nieuwe reizen maken.’

Noot:

[p.36] ‘De zielen werden nu ingedeeld in groepen doe gedurende de evolutie altijd bij elkaar zouden blijven en kregen een evolutiesysteem toegewezen, of men kon dit zelf kiezen. Er waren vele mogelijkheden. Het systeem waar ik toe behoor(de) en met mij de gehele aarde en de directe systemen die wij in het voor ons zichtbare heelal kunnen zien, was een evolutieproces dat zeven stadia kent. In zeven verschillende lessen, mogelijkheden of omstandigheden, werd de ziel bewust gemaakt van zijn werkelijkheid. Tussen elk stadium van evolutie in was een kort interval dat ‘overgang’ werd genoemd. Er waren ook andere evolutiemogelijkheden die totaal verschillend waren van de stroom die wij zelf ondergaan. Zo waren er evolutiestromen met drie stadia, negen stadia, twaalf stadia, vierentwintig stadia, negenendertig stadia, maar ook een evolutiestroom waarin geen enkel stadium voorkwam, maar dat continu bestond. De engel sprak: ‘Deze evolutiestromen zijn van elkaar gescheiden en hebben in principe nooit met elkaar te maken. Ze verlopen gescheiden, doordat ze in verschillende dimensies plaatsvinden. We gaan nu de evolutiestroom volgen waar je zelf mee te maken hebt. Dat is – zoals inmiddels bekend gemaakt in de tekst – het proces met de zeven stadia. (…) Deze periode is door jullie zelf beleefd en speelde zich, in termen van jullie aardse denken enige miljoenen jaren geleden af. Zoals je ziet is het evolutieproces een continu proces, dat wil zeggen dat er telkens nieuwe zielen door het proces heen gaan. [En hierbij volgt de beschrijving die in de tekst al weergegeven wordt: steeds komen er nieuwe groepen binnen omdat er steeds weer nieuwe zielen zich aanmelden om uit de hemelse sferen af te dalen om bewustzijn op te bouwen; de achterblijvers als ‘engelen’ gaan in direct contact en verbinding met de Bron door met hun werkzaamheden en taken en zullen mogelijk nooit levens in de lagere dimensies gaan meemaken omdat zij daarvoor niet kiezen].  

[Bron: Jaap Hiddinga, Visioenen en uittredingen. Openbaringen van Goddelijke Wijsheid. 2003; 1-53 (Visioen 1/2/3/4)]