Categorie archief: diaspora

Mozes en de Exodus: een allegorie

Jelle Bosma

De Exodus uit Egypte is een schitterende parabel die parallellen vertoont met de Bhagavad-Gita. In het verhaal van Mozes legt zijn moeder haar baby in een mandje in de rivier de Nijl omdat ze bang is voor de Farao. Zoals gebruikelijk in allegorieën uit het Middellandse-Zeegebied staat Egypte voor chaos en de Farao is te vergelijken met de blinde koning Dhritarashtra uit de Gita, en vertegenwoordigt de lagere menselijke eigenschappen zoals arrogantie, zelfzucht en begeerte. Mozes staat hier voor de hogere mentale eigenschappen, en zijn moeder – zoals gebruikelijk voor vrouwelijke figuren in de religieuze symboliek – is de passieve energie, in dit geval intuïtie. Ze legt haar baby in een mandje in de heilige stroom die voortkomt uit spirituele bronnen, en beschermt zo de jonge incarnatie tegen blinde verlangens en de lagere zintuigen.

De dochter van de Farao is de rusteloze energie van het denkvermogen, door de hindoes rajas genoemd. Ze besluit het kind op te voeden in het paleis van de Farao met kunst en andere prettige aardse dingen. Daar raakt Mozes onder de invloed van illusie, en brengt vele jaren door aan het hof. Het volk Israël – de hogere menselijke eigenschappen – werkt als slaven in Egypte, want de hogere eigenschappen zijn slaven van de lagere wanneer onwetendheid en hartstocht overheersen.

*De vraag is of hier bedoeld wordt omdat de zinssnede ‘want de hogere eigenschappen zijn slaven van de lagere wanneer onwetendheid en hartstocht overheersen’. Deze zin vind ik volkomen onbegrijpelijk en vandaar mijn uitleg over de vraag die ik mij stel: Klopt het dat de Israëlitische slaven in de diaspora van Egypte potentieel hogere spirituele eigenschappen mogen worden toegedicht, omdat zij door de Bron daartoe zijn geselecteerd – al meerdere levens op aarde achter de rug dan bij andere stammen en volken – om tijdens dit evolutiepad die Egyptische gevangenschap te ondergaan, want uiteindelijk zal ieder mens een leven in de diaspora moeten ondergaan om daaruit te leren wat de zin en het doel daarvan is.

Niets gebeurt in de schepping bij toeval omdat er simpelweg geen ‘toeval’ bestaat (alles ligt immers in hoofdlijnen vast en wordt dat wordt helaas vaak niet onderkend en herinnerd omdat de mens die opvoeding niet meekrijgt). Daarom krijgen die slaven bij hun uittocht de gelegenheid persoonlijk met die vlucht uit de Egyptische woestijn om te gaan, want iedere vlucht(poging) is spannend. Bovendien is de taak van die vluchtelingen uit de Egyptische oudheid ook te ontdekken wat je in algemene zin te wachten staat bij zo’n vluchtpoging en kijk ik dat verband eens naar die vluchtelingen uit het Midden-Oosten in hun pogingen om Europa te bereiken. Hoe bereid je je daarop voor en wat is je doel? Alleen maar voedsel en veiligheid in dictatoriale geregeerde landen of zou er ook een hoger doel ‘ervaren’ kunnen worden. Ervaren tussen aanhalingstekens omdat van jonge kinderen en pubers nog niets anders verwacht mag worden dat het avontuur vooropstaat. Volwassenen en ouders zijn hun regime spuugzat. Wat als blijkt dat er geen welvaart gevonden wordt maar vele jaren uitzendwerk of eenvoudig machinaal werk? Op deze manier kun je van al je vluchtreiservaringen gebruik maken om ook lessen te trekken en aan je innerlijke hart te vragen waarom die teleurstellingen ondergaan moeten worden als je pogingen doet om toch een menswaardiger leven te zoeken?

‘Jahweh, de logos of het hoger zelf, speelt een rol vergelijkbaar met die van Krishna in de Gita. Hij roept Mozes en geeft hem instructies om het volk Israël uit Egypte te leiden naar het beloofde land. Hier doet het hoger zelf een beroep op mensen om het leven van de lagere zintuigen op te geven en zich te verenigen met hun hoger zelf.

Op dit punt, als de slapende persoon reageert op het teken dat het hoger zelf wakker moet worden, beginnen er in zijn leven problemen te komen. De lagere eigenschappen zullen niet in een keer veranderen omdat gedachten evenals atomen en moleculen hun vaste patronen hebben en niet snel kunnen veranderen. De bijbel geeft dit aan door de Farao die het verzoek van Mozes verwerpt. Zelfs de joodse slaven zijn niet geïnteresseerd om Egypte te verlaten; waarom zouden ze, wanneer ze gelukkig zijn met hun leven en zich niet realiseren dat ze slaven zijn van de lagere eigenschappen?

https://www.theosofie.net/sunrise/sunrise1999/septokt1999/mozes.html