Categorie archief: paradigmaverschuiving

‘Het leven is kort. En dat is precies het punt’; vervolg op deel 3 van de New York Times-serie

We vergeten maar al te makkelijk dat onze sterfelijkheid een wezenlijk onderdeel is van onze menselijkheid, stelt Allison Arieff. Tweede deel van de New York Times-serie ‘What does it mean to be “human”, today?’

‘Onze sterfelijkheid een wezenlijk onderdeel is van onze menselijkheid’ omdat de mens zijn geestelijke evolutie zal blijven vervolgen en daar kan geen enkel menselijk ingrijpen iets aan veranderen. Maar omdat de mens(heid) dit kosmische scheppingsplan niet kent – en de heilige boeken op aarde er maar hel symbolisch op ingaan via scheppingsverhalen – is dat de mens ook niet kwalijk te nemen aangezien hij dat zelf moet ontdekken. Heeft hij dat ontdekt dan mag hij zich verlicht meester noemen. Dat is in essentie het Geheim van het Leven.

Nog een opmerking aan de lezer: gelet op mijn onderstaande commentaren kan ik deze tekst niet op AquariusPolitiek plaatsen omdat het daar niet begrepen zou worden. Onderstaande tekst zal ik in later instantie proberen te ‘vertalen’ naar een formulering die wel begrepen zal kunnen worden door het zo neutraal mogelijk te verantwoorden zonder termen als 5D, maar dat blijkt steeds een moeilijke kunst te zijn.

In het kort

Alles wat we kopen is gemaakt om na vrij korte tijd kapot te gaan. Tegelijk lijken de gadgetmakers van Silicon Valley geobsedeerd met het eeuwige leven. Er zijn nu mensen die zich ‘anti-verouderingsondernemer’ noemen. Maar waar we zelden bij stilstaan: eeuwig leven zou grote problemen met zich meebrengen.

Zijn die ‘techneuten’ werkelijk geobsedeerd door het eeuwige leven of zijn ze ambitieus genoeg om te weten dat als ze een eeuwig, een generatie-overstijgend product hebben gemaakt, zo onsterfelijk zijn geworden in de geschiedenisboeken van de mensheid, zoals Edison en Alessandro Volta, de uitvinder van batterijen.

Maar de suggestie dat we zelden stilstaan bij het vermoeden – in mijn woorden – dat het eeuwig leven grote problemen met zich meebrengt, is geen werkelijk probleem maar alleen een probleem voor die mensen die nooit over spiritueel of geestelijk leven hebben nagedacht. Mensen die technisch uitgedrukt in en vanuit de 3e dimensionale (3D) werkelijkheid leven en denken en dat is volgens alle heilige werken een illusie.

De geestelijke werkelijkheid is die van 5D- of hoger en daar bestaan steeds minder fijnstoffelijke sferen totdat alle stof is verdwenen. 3D is echter een grofstoffelijke leefomgeving omdat het de meest trage en zware manier van leven is en daarom zo leerzaam om de kosmische levenswetten te leren kennen. Omdat de huidige wereld wordt geleefd volgens het paradigma van 3D hebben we van deze andere mogelijkheden geen kennis. Maar over enkele generaties worden onze ogen geopend en weten we dat we van oorsprong 5D-wezens zijn. en dan bestaan onze materiële worstelingen niet meer.

Als we kijken naar het moderne bestaan, zien we dat vrijwel alle technologische apparatuur die we kopen en gebruiken is ontworpen met het oog op een beperkte levensduur. Alles is gemaakt om na betrekkelijk korte tijd de geest te geven – een jaar, twee jaar, hooguit vijf jaar. Voor wie niet overtuigd is: kijk maar hoe vaak je een nieuwe smartphone moet kopen. Gadgets worden ontworpen om het te begeven.

Of omdat er jaarlijks nieuwe technische snufjes in verwerkt moeten worden.

Het wrange is echter dat dezelfde Silicon Valley-cultuur die deze gadgets ontwerpt, geobsedeerd lijkt met het eeuwige leven.

Er is momenteel sprake van een antiverouderingsbeweging waar durfkapitalisten als de tech-miljardair Peter Thiel veel geld in steken, en op dit terrein zijn er talloze start-ups. (Hoewel het gerucht dat Thiel met enige regelmaat bloedtransfusies krijgt van achttienjarigen is ontkracht, is er wel degelijk een bedrijf – Ambrosia Plasma – dat voor $8000 per liter een infuus met jong plasma levert.) En Google heeft het biotech-bedrijf Calico opgericht om meer ‘inzicht te krijgen in de biologische processen die de levensduur bepalen’. Calico heeft meteen de daad bij het woord gevoegd door experimenten uit te voeren op de naakte molrat, een soort die een lang leven is beschoren zonder duidelijk zichtbare tekenen van veroudering.

Openbaring

Proberen de dood te slim af te zijn is de laatste jaren uitgegroeid tot een bloeiende bedrijfstak. Paul Bennett, partner van design consultancy IDEO, voelde dit al vroeg aan. In 2015 verscheen een artikel over hem in The California Sunday Magazine, waar viel te lezen dat hij een openbaring had gehad. ‘Je moet de dood opnieuw vormgeven’, had hij tegen zichzelf gezegd. Dat was het begin van een geheel nieuwe, veelbelovende markt. De dood als een bron van innovatie. De dood als een vorm van participatiekunst. De dood als overkoepelend thema van netwerkdineetjes. De dood als app.

Er zijn tegenwoordig mensen die zich ‘antiverouderingsondernemer’ noemen – mensen die de dood niet als probleem zien maar als iets waar we een oplossing voor moeten vinden. Je kunt streven naar een mooie dood, maar waarom zou je er niet naar streven helemaal niet meer dood te gaan? Achter dit streven naar het eeuwige leven lijkt een onwil schuil te gaan bij bepaalde mensen om zich een voorstelling te maken van de wereld zonder hen.

Op de vraag ‘maar waarom zou je er niet naar streven helemaal niet meer dood te gaan?’ kan het volgende spirituele antwoord worden gegeven, te weten dat het kosmische doel van de mensheid eruit bestaat om van dimensie tot dimensie te evolueren en uiteindelijk een geestelijk volmaakt wezen te worden. Maar het probleem van de gemiddelde wetenschapper is dat hij niet in deze kosmische ‘biologie’, ofwel levenswetten, gelooft en daarmee dat perspectief ook geheel afwijst. En dan houdt het debat ook op voordat het is ontstaan of gerealiseerd is.

Realistische kijk

In haar nieuwe boek, Natural Causes: An Epidemic of Wellness, the Certainty of Dying, and Killing Ourselves to Live Longer, schrijft publicist Barbara Ehrenreich: ‘Je kunt naar de dood kijken met verbittering of berusting, als een tragische onderbreking van je leven, en alle mogelijke maatregelen treffen om dat leven te verlengen. Of je kunt een meer realistische kijk ontwikkelen en het leven zien als een onderbreking van een eeuwigheid van persoonlijke non-existentie, en het aangrijpen als een kortstondige mogelijkheid om te observeren en je te verhouden tot de levende, immer verrassende wereld om ons heen.’

Ook hier kan ik een glimlach niet onderdrukken, als ik lees: ‘een meer realistische kijk ontwikkelen en het leven zien als een onderbreking van een eeuwigheid van persoonlijke non-existentie’. De schrijfster vindt dat een ‘realistische’ kijk, maar wel verondersteld realisme vanuit 3D, omdat ze gewoonweg niet beter weet. Zo is het gewone 3D-denken in graniet gebakken en komen we wegens onze geestelijke blindheid geen millimeter verder.

Ik was getroffen door Ehrenreichs woorden, door het idee dat ons leven voor ons volkomen uniek mag zijn, terwijl het uiteindelijk toch niet meer is dan een deel van een groter continuüm. Onze tijd op aarde is in een flits voorbij en als wij er niet meer zijn, draait de grote aarde gewoon door. In die zin hangt de waarde die wij toekennen aan ons leven sterk samen met een steeds scherper bewustzijn van de betrekkelijk korte duur ervan. Precies dit – het besef en de acceptatie van onze eigen sterfelijkheid – maakt ons menselijk. En naar mijn idee is het de drijfveer om alles uit het leven te halen wat erin zit.

Mijn commentaar laat ik nu achterwege omdat deze 3D-opvattingen zo strijdig zijn met 5D, dat het me niet anders mogelijk wordt gemaakt om er het zwijgen toe te doen.

Deze serie bevat acht delen, van verschillende auteurs

15 september De metamorfose van de Westerse ziel. Auteur: Will Storr22 september Het leven is kort. Dat is precies waar het om gaat. Auteur: Allison Arieff29 september Kunstmatige intimiteit is een brug te ver. Auteur: Sherry Turkle6 oktober Het beest in onszelf. Auteur: Maxim Loskutoff13 oktober Jij en ik en al het andere. Auteur: Anne Wojcicki20 oktober Wat wil het zeggen om mens te zijn? Laten we die vraag vooral niet stellen. Auteur: Martha Nussbaum27 oktober De menselijkheid die we nooit mogen prijsgeven. Auteur: Pico Iyer3 november Onze hoogmoed zal ons nekken. Auteur: Roger Scranton

Kwetsbaarheid én schoonheid

Er is een periode in mijn leven geweest – een periode van nog geen twee jaar – waarin ik trouwde, waarin mijn moeder overleed aan kanker, waarin ik een huis kocht en een kind op de wereld zette. Ik voelde me haast té menselijk toen ik dat allemaal meemaakte in zo korte tijd. Door steeds maar weer te worden geconfronteerd met afscheid en een nieuw begin, werd ik me intens bewust van de kwetsbaarheid van het bestaan. Maar ook raakte ik intens vervuld van de schoonheid van het bestaan: ik raakte veel kwijt, maar tegelijkertijd kréég ik ook heel veel.

Ik ben me er nu terdege van bewust dat alles van tijdelijke aard is. Daardoor ben ik vastberaden de tijd die me is gegund ten volle te benutten, de wereld om me heen te observeren en me ertoe te verhouden. Het besef dat alles zo snel, en soms zo tragisch, kan veranderen of verdwijnen, maakt dat ik volledig ‘in het moment’ wil leven.

Ik herinner me dat ik als tiener klaagde dat het leven niet eerlijk was, dat het een en al ellende was. Mijn ouders zeiden dan dat je het goede pas leert waarderen in mindere tijden. Destijds vond ik die opmerking irritant. Nu is hij nog net zo irritant, maar ik weet inmiddels ook dat hij 100% waar is.

Problemen van het eeuwige leven

We staan er maar zelden bij stil voor welke problemen we zouden komen te staan als onze tijd op aarde onbegrensd zou zijn. Zou de conditie van ons lichaam de conditie van onze hersenen beïnvloeden? Zou iedereen het eeuwige leven hebben, of alleen de mensen die zich dat kunnen permitteren? Zou je kunnen afzien van het eeuwige leven? Zou er een einde komen aan de ongelijkheid, of zou die alleen maar een hardnekkiger probleem worden? Zouden we met het klimmen der jaren nog altijd meer inlevingsvermogen, wijsheid en inzicht vergaren?

Technologische doorbraken kunnen ons leven ingrijpend veranderen. Maar ik ben ervan overtuigd dat onze menselijkheid – ons méns-zijn – onlosmakelijk is verbonden met het gegeven dat we sterfelijk zijn. En daar kan geen wetenschappelijke fontein van de eeuwige jeugd iets aan veranderen.

Vertaling: Nicolette Hoekmeijer

Copyright: New York Times. Allison Arieff is editorial director van denktank Spur en schrijft sinds 2006 opiniebijdragen voor de New York Times. Ze is auteur van de boeken Prefab en Trailer Travel: A Visual History of Mobile America.

https://fd.nl/weekend/1270918/het-leven-is-kort-en-dat-is-precies-het-punt

Eén van de lessen die op aarde geleerd moeten worden is dat 3D-denken een illusie is, want bestaat in de geest niet

[Jaap Hiddinga, De reis naar het Licht, p.29]

‘Eén van de fouten[1] die – heel begrijpelijk – altijd gemaakt worden, is dat het levenssysteem met de natuurkundige kennis om jullie heen altijd vanaf de Aarde, en in en op de Aarde is beschouwd. Ook in de geestelijke levensbeschouwingen en in filosofieën is dat zo geweest. Met andere woorden, alles wat wij waarnemen en ervaren moet aan de eisen van de aardse wetten voldoen die eerst door de mens zelf zijn opgesteld. Het komt niet in jullie op dat er ook andere mogelijkheden zijn.[2] Slechts zelden kan men de bestaande gedachtepatronen loslaten – vanwege het wetenschappelijke conservatisme om aan oude paradigma’s vast te houden. Wij zijn niet in staat om leven op andere planeten waar te nemen omdat het leven daar aan onze voorwaarden moet voldoen. Zolang het echte leven niet begrepen wordt[3], zal men het ook niet vinden. Een van de dingen die de toekomstige mens zal moeten leren, is dat het werkelijke leven universeel is. Niet alleen universeel, maar ook multidimensionaal. Ook het begrip tijd en tijdsduur is voor ons moeilijk te hanteren. De Aarde in haar huidige verschijning is hooguit een miljoen jaar bewoond geweest door bronzielen. Maat de huidige evolutiestroom bestaat al veel langer. Er moeten dus plaatsen geweest zijn waar de eerdere ontwikkelingen hebben plaatsgevonden.’[4] Het is dus de mensheid niet kwalijk te nemen dat zonder dit eeuwigheidsinzicht in de voetnoot dat in geestelijke beschouwingen alleen het aardse gebeuren wordt meegenomen. Daarmee heeft de aardse wetenschappelijke evolutie een grote beperking opgenomen en leven we nog steeds in geestelijke zin in de Middeleeuwen.

 

[1] Fouten bestaan spiritueel ook niet!

[2] Die kunnen ook niet bestaan omdat de moderne wetenschap van de grond af aan in opgebouwd vanuit wat ooit primitieve of ‘basisontdekkingen’ waren als Newton en Kepler, die lange tijd hun geldigheid hielden, maar nu strijdig blijken te zijn met de kwantumfysica.

[3] En de huidige wetenschappers zijn standaard 3D-denkers vanwege de methodische voorschriften van het vakgebied. Daarom zal de natuurwetenschap ook nooit door de muur van materiële werkelijkheid kunnen doorbreken, zolang de nieuwe paradigma’s niet worden ontdekt. Maar binnen onze generatie zal dat wel gaan gebeuren; dan pas is het mogelijk de ware geheimen van het leven te ontdekken. Het echte leven wordt op deze aarde niet begrepen, dat is een correcte opmerking.

[4] Hier constateer ik dat Hiddinga anno 2009 ten tijde van de publicatie van dit boek (althans aangepaste druk 1982) nog niet op de hoogte was van de eeuwigheid van de mens en dus geen begin kent en ook geen einde in geestelijke vorm. De mens heeft dus al een eeuwig leven in de multiversa achter de rug in zijn materiële vorm voordat hij de dualiteit overwon.

Laszlo Ervin, Het Akasha Veld. Verbinding en geheugen in kosmos en bewustzijn [Ankh-Hermes, Deventer 2007, p.80]

Oorsprong en evolutie van ons universum

‘De conventionele kosmologie, bekend als de oerknaltheorie, kan over het ontstaan van het universum niet meer zeggen dan dat er zich in een sterk fluctuerend kosmisch vacuüm – de ‘voorruimte’ van het universum – een lukrake verstoring heeft voorgedaan. Zij geeft geen uitsluitsel waarom en deze verstoring zich voordeed of waarom het juist op dat tijdstip is gebeurd. Ook komt zij niet verder dan ongeloofwaardige speculaties – zoals een soort ‘kosmische roulette’ die uit een immens aantal lukraak ontstane universa dit universum opleverde – als het gaat om de vraag naar de oorzaak dat ons universum geworden is zoals het nu is: hoe het komt dat het de opmerkelijke eigenschappen bezit die het nu vertoont. Steeds opnieuw, zo lijkt het, moeten we die grote vragen terugverwijzen naar het domein van mystiek en religie. We zouden echter te voorbarig zijn als we nu al gaan wanhopen aan de wetenschap. Tenslotte is de oerknaltheorie niet het laatste woord; de nieuwe kosmologieën hebben ons meer te vertellen over het eerste kosmische begin.’

Deze openingspassage is voor een spiritualist al aanleiding om veel kanttekeningen te plaatsen:

  1. Als het gaat om ‘oorsprong en evolutie van ons universum’ kan worden aangenomen dat hier bedoeld wordt de voor ons zichtbare universum, ons zonnestelsel en wat wij kunnen waarnemen van de melkweg. Dan betekent dit zichtbare onmiddellijk dat we nauwkeuriger kunnen zijn en dat het ‘voor ons oog zichtbare’ betekent dat we met een 3-dimensionaal (verder: 3D) universum hebben te maken en dus alles naar aardse maatstaven. Maar die maatstaven hoeven helemaal niet – sterker: zijn niet geldig in hogere dimensies – van toepassing te zijn buiten onze aarde, want wie bewijst dat onze planeet niet heel anders in elkaar zit dan bijvoorbeeld Venus en Mars? Dit als eerste opmerking.
  2. De vorige opmerking geldt met name ook de ‘oerknaltheorie’, die een typisch 3D-verschiinsel is. Waarom? Omdat een oerknal voor een nieuw ontploft of exploderend sterrenstelsel betekent de geboorte van dat stelsel en dat is een typische 3D-aangelegenheid. Vanaf 5D bestaat de wereld uit een multidimensionale omgeving of sfeer en het kenmerk daarvan, zoals ook voor de Bron geldt, is dat er ‘geen begin’ en ‘geen eind’ komt aan het bestaan van een ‘eeuwig’ en ‘oneindig’ Leven. Dat betekent een heel ander paradigma dan wij op aarde kennen en we hebben met dat eeuwige en oneindige helemaal geen idee wat we daarmee aan moeten of zelfs aankunnen. Daarom heeft de wetenschap van de faculteit van de kosmologie of wijsbegeerte daarop nog helemaal geen antwoord omdat alle wetenschapstakken in het materialistische paradigma van 3D verankerd liggen. En die 5D is een metawetenschapstak die 3D overstijgt en dus staan we met een mond vol tanden.
  3. Van ‘lukrake verstoring’ hoeft geen sprake te zijn en sterker, is geen sprake want dat is volledig in strijd met de kosmische wetten die perfect van aard en structuur zijn. dat is vanzelfsprekend voor de meeste mensen een aanname of veronderstelling, maar ooit zal er meer duidelijkheid hierover ontstaan. Maar onze wetenschappelijk denken is nog niet zo ver gevorderd dat hierop al een antwoord mogelijk is. Mogelijk dat de kwantumfysica hierop een antwoord zal ontwikkelen en dat lijkt een kwestie van tijd te zijn. ons dagelijkse denken zit helemaal vast in ons 3D-denken van lengte, breedte en hoogte (of diepte) en andere ‘frames’ bestaan nog niet.
  4. De opvolgende zin is ook al zo voorspelbaar: ‘Zij geeft geen uitsluitsel waarom en deze verstoring zich voordeed of waarom het juist op dat tijdstip is gebeurd’. Feitelijk is het juister te stellen dat zij geen uitsluitsel KAN geven waarom het zo in elkaar zit, omdat dit niet past in het geldende referentiekader of paradigma van de kosmologie. Voor de hierop volgende zin geldt precies hetzelfde: ‘Ook komt zij niet verder dan ongeloofwaardige speculaties – zoals een soort ‘kosmische roulette’ die uit een immens aantal lukraak ontstane universa dit universum opleverde – als het gaat om de vraag naar de oorzaak dat ons universum geworden is zoals het nu is: hoe het komt dat het de opmerkelijke eigenschappen bezit die het nu vertoont.’ Natuurlijk komt men niet verder dan ‘ongeloofwaardige speculaties’, omdat de huidige inzichten niet verder komen dan het bestaande denkraam. De 3D-wetenschap zit geheel vast en het wachten is op een paradigmaverschuiving. Gelukkig wordt dus tot slot geconstateerd dat ‘oerknaltheorie niet het laatste woord’ heeft. Gelijk heeft de auteur.