Categorie archief: dromenland

Attent leven ten behoeve van de ontwikkeling van dromenland

Droomexperts stellen vast dat dromen ons attent maken op onze latente mogelijkheden. Er is een diepe drang in ons om te groeien, onze beperkingen te doorbreken en meer en vollediger mens te worden.

De sleutel is opmerkzaamheid en attent leven. Dit houdt in overdag goed te letten op onze reacties en gevoelens; duidelijk in de gaten houden hoe we met onszelf en met andere mensen omgaan. Hoe we op verschillende situaties en levensomstandigheden reageren.

Oefening: ‘Mijzelf in de droom volgen.’

Het is belangrijk dat we onszelf overdag goed volgen, zodat we ons in groeiende mate bewust worden van onze totale manier van zijn.

Dromen zijn ‘onze vergeten taal’. Ze zijn vergeten omdat we onszelf hebben vergeten. We zijn vergeten wie we in de diepte van ons wezen zijn. Om dit te ervaren is het noodzakelijk dat we vol attentie in het hier en nu leven.

De innerlijke stilte

Met onze dromen goed omgaan houdt een soort van contemplatieve levenswijze in. Er is stilte nodig. Ons leven speelt zich als het ware af met de stilte als achtergrond.

Er is zo’n grote afstand tussen ons dagbewustzijn en ons nachtbewustzijn, omdat we niet stil genoeg zijn. Het is alsof we overdag de stilte vermijden – ja, dat we deze ontvluchten. Waarom?

Vrezen we het contact met onszelf? Zijn we bang onszelf te ontmoeten zoals we in wezen zijn?

Dan hebben we ook geen toegang tot de wereld van onze dromen. Met onze dromen creatief en dynamisch omgaan houdt juist in zo volledig mogelijk openstaan voor wie we in wezen zijn.

Eerlijk met onszelf omgaan

Aan het dromenwerk is een duidelijk risico verbonden. Onze dromen zijn altijd eerlijk. Ze  vertellen ons de waarheid over onszelf. Via onze dromen worden wij geïntroduceerd bij onszelf zoals we zijn, zowel met onze zwakke, als met onze sterke kanten. Zodra we met toewijding met onze dromen aan de gang gaan, kunnen we niet meer ontvluchten. We geven onszelf totaal bloot aan onszelf.

Onze keuze met onze dromen te gaan werken – er in ons dagelijks leven mee omgaan – houdt ook de keuze in dat we zonder reserve bereid zijn open en eerlijk met onszelf, onze relaties en onze situaties om te gaan. Dit is onze opdracht. Zonder deze bereidheid zal het dromenwerk weinig zin hebben. Deze bereidheid ons volledig ons volledig te geven aan het leven aan het groeiproces – zal ons echt verrijken. De beloning is dat we steeds meer authentiek onszelf zullen worden.

Luisteren naar onszelf

De grote kunst van het omgaan met dromen is zeker het luisteren. Luisteren naar onszelf. Luisteren naar wat onze dromen ons te vertellen hebben op dat moment.

Zodra we beginnen dromen op te schrijven, zullen we merken dat we zeer uitvoerig en geconcentreerd materiaal bezitten. De talrijke symbolen en verhalen leveren heel veel op. Het kan op een gegeven moment lijken dat we al te veel en onoverzichtelijk materiaal voor ons hebben. Wanneer we werkelijk ruimte geven aan het luisteren naar binnen toe, wordt het gemakkelijker. Dan komt er een natuurlijke orde en continuïteit in ons bestaan. Beelden en situaties in onze dromen voegen zich aan elkaar en vormen draden in een innerlijk weefsel. Door het stilstaan – door de stilte en het luisteren – worden we opmerkzaam gemaakt op de innerlijke samenhang.

Er komt duidelijke herkenning. Droombeelden en thema’s, die aan elkaar herinneren of op elkaar aansluiten, doen zich voor. Naarmate we meer herkenningspunten vinden, wordt voor ons de samenhang van onze dromen en droomsymbolen helderder. In toenemende mate beginnen de symbolen vanzelf te spreken. Omdat we blijven luisteren, nemen we steeds grondiger het antwoord waar.

Deze manier van omgaan met onze dromen is heel anders dan te trachten de dromen verstandelijk te interpreteren. Door de kunst van het luisteren in stilte te cultiveren staan we in groeiende mate open voor onze dromen en deze zullen steeds duidelijker tot ons spreken – ons de essentie doorgeven van wat ze symboliseren.

[Bron: Roger Rundqvist, Creatief omgaan met dromen. Uitgeverij Ankh-Hermes BV Deventer 1990;  45 (Ankertjesserie 169)