Klonen/kloontechniek vanuit spiritueel oogpunt bezien; wetenschap houdt geen rekening met geestelijke aspecten

[bron: Jaap Hiddinga, Conceptie, geboorte en leven. De verbinding van de ziel met het leven. Ankh Hermes Deventer, 2006, p.100-104]

‘Zoals je ziet is het technisch gezien mogelijk om dit proces in gang te zetten, maar zoals altijd denkt men alleen maar vanuit het stoffelijke en niet vanuit het geestelijke perspectief. Op het moment dat de conceptie volgens dit principe plaatsvindt, groeit er inderdaad een embryo dat genetisch gezien vrijwel identiek is aan het lichaam waar de donorcel vandaan kwam, maar er is iets vreemds aan dat proces. Zoals je al eerder hebt kunnen zien, is het levende lichaam een resultaat van het werk van de ziel die opdracht geeft via het geestlichaam hoe het lichaam opgebouwd moet worden. We noemen dit bezielingsenergie. Normaal gesproken trekt, als een lichaam sterft, deze bezielingsenergie zich terug naar de sferen om in een nieuwe situatie een nieuw lichaam op te bouwen, als dat de bedoeling is.

Tijdens  een vorige les heb je kunnen zien welke problemen er bestaan rondom donororganen. Je kon toen zien dat organen en ledematen doe voor transplantatie gebruikt werden, ook nog steeds bezield werden  door de oorspronkelijke bezielingsenergie en dat dit problemen gaf bij de persoon die het orgaan ontving. Bij het kloningsproces heb je in feite hetzelfde probleem. De donorcel heeft de oorspronkelijke bezielingsenergie  nog steeds in zich en die wordt dan gebruikt om een nieuw lichaam te scheppen dat volgens dezelfde blauwdruk wordt opgebouwd.

Wat men daarbij uit het oog verliest, is dat deze bezielingsenergie precies dezelfde informatie doorgeeft als bij het oorspronkelijke lichaam. Als bijvoorbeeld de mens van het donorlichaam op 40-jarige leeftijd kanker heeft gekregen, zal de kloon dit ook op de precies dezelfde leeftijd krijgen, want de bezielingsenergie heeft ook het geheugen van de volledige levensloop van dat lichaam. Het is dus nooit mogelijk om iets beters te creëren dan men oorspronkelijk had.

Ook zal de cel, als deze bijvoorbeeld genomen werd uit iemand die al 40 jaar oud was, de energie hebben van een persoon van 40 jaar, ook al is de cel zelf misschien maar enkele dagen oud. Dit betekent dat het gekloonde lichaam bij de geboorte, technisch gezien al een ‘leeftijd’ heeft van 40 jaar. Dat wil zeggen dat de bezielingsenergie in de cellen van het niveau is van iemand die ouder is. het lichaam zal dus ook heel snel verouderen en veel sneller sterven.

Maar dat zijn alleen nog maar de stoffelijke kanten. Geestelijk gezien is klonen nog veel problematischer. Omdat er geen conceptietrilling mogelijk is bij het kloningsproces, wordt er ook geen ziel aangetrokken om het lichaam te bewonen. Er zijn nu twee scenario’s mogelijk. In het ene geval is het lichaam van de oorspronkelijke celdonor al overleden en de ziel al overgegaan naar de sferen. In dit geval zal de ziel van deze persoon geen gebruik kunnen maken van dit lichaam, want het leven zal namelijk dezelfde ervaringen geven als die welke men al heeft ondergaan.

Veel mensen hopen bijvoorbeeld dat zij door middel van klonen iemand kunnen recreëren die hun lief was, zoals een overleden kind of iets dergelijks, maar de ziel van het kind heeft haar zielentaak er al op zitten en de ervaring van het leven is al beleefd en de ziel zal dus niet opnieuw in dat lichaam kunnen gaan. De bezielingsenergie van dat lichaam wordt echter wel gebruikt om de kloon tot stand te brengen en dat betekent dat de ziel gedurende het leven van de kloon met deze verbonden blijft en niet verder kan. Het leed dat men hiermee creëert is vreselijk en nog erger dan in het geval van donororganen.

De andere situatie is die waarbij men een kopie maakt van een lichaam dat nog steeds in leven is. de bezielingsenergie wordt gebruikt om het gekloonde lichaam te creëren, maar het oorspronkelijke lichaam leeft ook nog en wordt bezield door de ziel die nu ook de bezielingsenergie aan dit nieuwe lichaam geeft. Ook in dit geval ontstaat er een enorm trauma in de ziel, want er zijn nu twee lichamen met dezelfde bezielingsenergie, terwijl de ziel er maar een kan of wil besturen.

Als men een dergelijk gekloond lichaam inderdaad in leven zou weten te houden, heeft men een lichaam zonder ziel. Dit zijn zogenaamde ‘koordmensen’ die je tijdens een d=eerdere ervaring hebt mogen zien. (Zie Visioenen en uittredingen, visioen 7; ook op deze site geplaatst.) Deze lichamen worden door andere krachten dan een normale ziel in stand gehouden. En het zal ongetwijfeld gaan gebeuren dat men zoiets zal creëren. De mens heeft de keuze om dit te doen, en ook dit zal in de toekomst om alle mogelijke goede en verkeerde redenen toch een keer plaatsvinden. Het trauma dat de betrokken zielen wordt aangedaan, zal enorm zijn, maar ook hierin zit een les. De zielen die dit ondergaan, hebben in de geest toch toestemming gegeven om dit te ondergaan, omdat hier ook een les te leren is en vooral een les te geven is aan hen die alleen in stoffelijke termen denken en lichamen denken te kunnen maken.’

Ik keek nu weer naar het beeld waarin de groep van wetenschappers bezig was met het klonen van een menselijk lichaam. Het proces was nog lang niet volmaakt en veel embryo’s werden inderdaad vernietigd. Ik had nu een vraag naar aanleiding van iemand die ik kende met een verlamming in het lichaam en waarvan bekend was dat dor zou kunnen worden genezen met het gebruik van zogenaamde stamcellen, gecreëerd via een kloningsproces.

De engel antwoordde: ‘Dit kan inderdaad, maar ook hier geldt hetzelfde principe als bij de donororganen. Indien men cellen gebruikt van een lichaam dat met een andere bezielingsenergie is gegroeid, dan zal het geen werkelijk succes zijn. Dat kan alleen met de cellen die in het eigen lichaam zitten, maar dan krijgt men ook weer de blauwdruk van de ziekte die men wil genezen erbij. Alleen als er een geestelijke band is en een geestelijke toestemming tussen de persoon die de donorcellen geeft en de ontvanger, kan dit succesvol zijn en in dat geval kunnen er goede resultaten worden bereikt.’

Ik kon dit wel begrijpen. Kennelijk was het onderzoek naar de processen rondom genetica en klonen binnen heel nauwe geestelijke grenzen toegestaan. Men zou er inderdaad mensen mee kunnen helpen, maar het zou afhangen van het geestelijk niveau van de mensen zelf hoe zij ermee om zouden gaan. De verleiding was groot om maar een beetje te experimenteren.

Ik begreep dat het debat over de creatie van zogenaamde ‘designer-baby’s’, waarbij men met genetische manipulatie donorcellen kan creëren om iemand anders te helpen, heel moeilijk zou zijn zolang het zielsaspect niet begrepen werd.

 

2 gedachten over “Klonen/kloontechniek vanuit spiritueel oogpunt bezien; wetenschap houdt geen rekening met geestelijke aspecten”

Plaats een reactie