Categorie archief: Gnosis

Waarom ik een gnosticus blijk te zijn, zo ontdekte ik net

[bron: Katrijne Bezemer, Op weg met de gnosis. Een alternatief christendom. Synthese, Rotterdam 2011; 17]

‘Het licht staat voor de bron van het bestaan, God. God zelf is het Licht, de veroorzaker van al het geziene en ongeziene waar de mens toe behoort. Er wordt hier natuurlijk hier natuurlijk niet gesproken over de zichtbare mens die voortgekomen is uit zijn moeder en vader, maar over de essentie van de mens, over iets ongeziens.

Het is natuurlijk niet zo belangrijk dat we aan anderen kunnen uitleggen waar we vandaan komen. De vraag en het antwoord zijn vooral voor onszelf van belang. Zij kunnen iets vertellen over het doel van het leven. De gnosis gaat ervan uit dat er een geestelijke wereld bestaat, een wereld van ongeziene invloedssferen en krachten. Naast deze wereld is er de materiële wereld waarin de materiële mens leeft. Daarin hebben mensen een naam en een bestaan en zijn ze herkenbaar door een materieel lichaam. Een dergelijk bericht van de gnosis is dat dit lichaam slechts een tijdelijke behuizing is en dat een mens niet zijn lichaam is. De essentie van de mens is van geestelijke aard. Gekomen vanuit het Licht , de bron van het bestaan en nu levend in een lichaam.’

Hierbij twee kleine opmerkingen. Dat de mensen in de materiële wereld een naam hebben wil niet zeggen dat ze in de geestelijke wereld geen naam hebben, want dat is wel degelijk het geval, maar dat zijn geestelijke ofwel kosmische namen. De Bron is in ieder mens – geestelijk of fysiek – aanwezig en dat betekent dat diezelfde Bron ieder scheppingsvorm kent.

De laatste zin maakt mij duidelijk dat ‘gekomen vanuit het Licht’ betekent dat de mens in de Lichtsferen onbewust leeft omdat de ziel vanuit dat leven niets anders gewend is dan dat Licht. Maar omdat die ziel, die op aarde wordt geboren daar zelf voor gekozen heeft, en tegen alle vormen van dualiteit op aarde aanloopt, en conflicten en tegengestelde belangen van zijn medemens aanloopt, die hij in de geestelijke niet kent of meemaakt, betekent dat ook een geheel nieuwe ervaring die opgedaan wordt en daarom duurt het meerdere levens voordat hij daarmee leert omgaan en conflictloos op aarde leert te leven. Dat is dus het essentiële verschil tussen het leven in de geestelijke sferen en het leven op aarde, en de aardse dualiteit (de strijd en keuze tussen Goed en Kwaad, tussen liefde en strijd, dat afwezigheid van het licht betekent).