Categorie archief: Bijbelvertaling

Een boeiend debat in verband met de herziening van Nieuwe Bijbelvertaling

Stelling: Onderstaande beschouwing is interessant vanwege de ‘staat van het christendom’ anno 2020 en wel in die zin dat de strijd over het godsbeeld weer is opgelaaid. Maar vanuit hun ‘verslaving’ aan de traditionele inhoud van dat godsbegrip, hebben de gezagsdragers die gebonden zijn aan de traditionele ontwikkelingsgang, bepaald dat dat godsbeeld – want ‘God/god als Vader/vader’ – een mannelijk woord moet zijn vanuit de oorspronkelijke Joodse symbolen JHWH, wordt gemakshalve het alternatieve aspect vergeten.

Dat alternatief bestaat of is denkbaar: omdat het meest heilige in moderne termen ‘multidimensionaal’ is en dús niet mannelijk of vrouwelijk, zoals dat alleen in het driedimensionale ofwel duale taalgebruik het geijkte instrument is. Zo kan ‘God’ vertaald worden naar 5D met ‘Het geestelijke’ en ‘oerbron’ of ‘oerenergie’,  dus via het lidwoord ‘het’ omdat dat ongeslachtelijk is. Dit is mijns inziens noodzakelijk omdat buiten de duale 3D-aarde/wereld alleen een 5D/nonduale wereld bestaat en dus geen mannelijke en vrouwelijke goden/engelen.

Die laatste woorden werden sinds het ontstaan van het christendom gepresenteerd vanwege de beeldvorming: de engel Gabriel die zich aan Maria toonde. Zo is de traditie op aarde gegroeid omdat wij graag die boodschappers willen herkennen vanuit onze toenmalig gebruikelijke beelden. Maar die engelen helemaal in de werkelijkheid geen vleugels, maar worden zo geschilderd omdat dat iets soortgelijks is als elfjes in de natuurrijken. Om deze redenen is de onderstaande tekst belangrijk om er kennis van te nemen vanuit een nieuw gezichtsveld, namelijk vanuit 5D!

God is niet mannelijk of vrouwelijk (Sjoerd Mulder, katern de Verdieping/Trouw, 5-11-20)

In de herziening van de Nieuwe Bijbelvertaling wordt naar God weer met een hoofdletter verwezen: hij wordt Hij. Daar is lang niet iedereen blij mee. ‘Ik gebruik zelf voor God een hoofdletter. Dat wordt dan dus Hij, maar ook Zij of Jij als dat zo uitkomt.’

De Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 was om veel redenen vernieuwend. Een van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van bijbelvertalingen daarvoor was het hoofdlettergebruik. Niet langer werden voornaamwoorden die naar God verwezen, met een hoofdletter geschreven. Niet langer ‘Hij’, maar ‘hij’.

Sommige bijbellezers konden daar maar niet aan wennen, en vorige week werd bekend dat de nieuwe editie van 2021 dit weer terugdraait. Vanaf nu wordt het weer ‘Hij’. Is dit een onbetekenende wijziging, of schuilt hier meer achter?

Manuela Kalsky, bijzonder hoogleraar op de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor theologie en samenleving aan de VU, was als supervisor betrokken bij de totstandkoming van de vertaling van 2004. Zij is niet blij met die hoofdletter. “Een van de uitgangspunten van de vertaling in 2004 was om waar mogelijk inclusief taalgebruik te hanteren. Recht doen aan de pluraliteit van beelden voor JHWH in de grondtekst (JHWH komt van de Hebreeuwse lettercombinatie waarmee God in de Hebreeuwse grondtekst wordt aangeduid, red). Daar is toen uitgebreid onderzoek naar gedaan. Allerlei experts zijn geraadpleegd en voor- en tegenargumenten zijn gewikt en gewogen. Er is toen bewust gekozen voor kleine letters, omdat ‘Hij’ met een hoofdletter te veel suggereert dat God een man zou zijn. Al die zorgvuldige afwegingen worden nu door het Bijbelgenootschap terzijde geschoven, met een beroep op de vele brieven van lezers, die niet aan het wegvallen van de ‘eerbiedshoofdletter’ kunnen wennen. Waarom voer je dan niet een onderzoek uit om serieus zicht te krijgen hoe bijbellezers nu tegen de vertaling uit 2004 aankijken.”

Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University, begrijpt de ophef niet. “De vraag naar een goede vertaling van de Godsnaam is relevant, en ik ben er geen voorstander van dat die automatisch als ‘Heer’ vertaald wordt. Maar die kwestie van het hoofdlettergebruik zie ik niet. In 1992 werd in de nieuwe katholieke Willibrordvertaling van het Nieuwe Testament ‘hij’ geschreven, in 1994 bij integrale uitgave was het weer ‘Hij’. Volgens mij was daarover geen ophef. Ik gebruik zelf voor God een hoofdletter. Dat wordt dan dus Hij, maar ook Zij of Jij als dat zo uitkomt. Tegelijkertijd: de grondtekst maakt geen onderscheid tussen hoofd- of kleine letters en het is niet meer dan conventie. Ik zie deze kwestie vooral als een wat moeizame poging om de geslachtelijkheid van God weer op de agenda te zetten. Maar God was al ‘Heer’ in de Nieuwe Bijbelvertaling, daar is niets aan veranderd.”

Kalsky: “Het beeldverbod in de Bijbel (dat voorschrijft dat God niet mag worden afgebeeld, red) is mij zeer dierbaar. We zouden het serieuzer moeten nemen. Feministische studies hebben laten zien hoe destructief patriarchale beelden van God en Jezus kunnen zijn. Als de grondtekst ruimte laat om over God ook in vrouwelijke beelden te spreken moet je die ruimte ook in de taal bieden. God is niet alleen een vader, maar ook een hen die haar kuikens onder haar vleugels neemt. Waarom zouden we Gods mannelijkheid sterker willen benadrukken dan de Bijbel doet? Waarom zouden we het mannelijke beeld van God moeten sacraliseren door ‘hij’ met een hoofdletter te schrijven?”

Borgman: “Gaat het hier wel echt om het hoofdlettergebruik, of schuilt hier een kerkpolitieke inschatting achter? Er wordt wel gezegd dat dit hoofdlettergebruik een knieval richting de orthodoxie zou zijn. In dat geval gaat het dus niet over hoofdlettergebruik, maar over de angst dat de invloed van de invloed van de ene richting groeit ten koste van de andere. Die angst kan terecht zijn – hoewel ik niet weet wat er mis is met orthodoxie, maar dat is een andere discussie – maar of je die via dat hoofdlettergebruik moet benaderen? Misschien ben ik hier wat te katholiek voor: het lijkt mij niet handig om bij zulke kwesties onmiddellijk principiële tegenstellingen uit te roepen.”

Kalsky: “In 2004 was een brede oecumenische eigentijdse vertaling de inzet. Het was een zorgvuldig proces en er zijn weloverwogen keuzes gemaakt. Nu voelt het als een soort coup. Het is de behoudende kant van de kerken die die kleine letter niet ziet zitten. Voor de duidelijkheid: het gaat mij niet om een politiek-correcte vertaling. Het gaat mij erom, dat zichtbaar wordt dat al onze beelden van God tekortschieten. Je kunt JHWH niet voor je karretje spannen. Je kunt er geen machtsmisbruik en onderdrukking mee legitimeren. En dat is heel belangrijk voor onze samenleving. Er is namelijk een aantoonbaar sociologisch verband tussen de wijze waarop we over God spreken, en de manier waarop onze onderlinge machtsverhoudingen vorm krijgen. Anders gezegd: onze taal weerspiegelt niet alleen een werkelijkheid, ze schept ook een werkelijkheid. De feministische theologe en filosofe Mary Daly zei het al: als God mannelijk is, is de man God. Het is in dat licht paradoxaal dat de PKN aan de ene kant strijdt tegen seksueel misbruik, terwijl aan de andere kant mannelijke macht in deze vertaling weer goddelijk gesanctioneerd wordt. Dat is lastig uit te leggen.”

Borgman: “Woorden kunnen inderdaad een bestaande realiteit versterken: geslachtelijke godstaal kan gender-onderdrukking versterken. Maar ik geloof dan weer niet dat we de realiteit kunnen veranderen door de taal te veranderen. Misschien schrikken we ervan, als God in de Bijbel met de patriarchaal klinkende term ‘Vader’ wordt aangeduid. Maar we moeten dan niet de tekst wijzigen of het woord ‘Vader’ schrappen, maar laten zien hoe het vaderbegrip van God géén patriarchaal vaderbegrip is. Dat is veel ingewikkelder, maar dat is wel de weg die we gaan moeten. Ondertussen geef ik je gelijk dat het goed is te benadrukken wat we anders dreigen te vergeten. We moeten wijzen op de vrouwelijke metaforen voor God in de Bijbel, we kunnen nadrukkelijk met ‘Zij’ naar de Geest verwijzen. En we kunnen in liedteksten en gebeden nieuwe metaforen ontwikkelen. Want er bestaat theologisch gesproken, ook binnen de orthodoxie, geen misverstand over: God is niet mannelijk of vrouwelijk.”

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1092/articles/1240855/37/1

‘Moslimatheïst Ali Rizvi prikkelt de lezer met rauwe citaten uit de Bijbel, erger dan wat je in de Koran vindt’

RELIGIE EN FILOSOFIE / TROUW

Eildert Mulder– 5 oktober 2018

MINARET | In zijn boek ‘De atheïstische moslim’ legt moslimatheïst Ali Rizvi de Bijbel naast de Koran.

Twee kilometer onder de Waddenzee, bij het mini-eilandje Griend, ontdekten in 1970 Franse ingenieurs een vulkaan. ­Ze zochten naar aardgas. Tot hun verbazing stuitten ze op vulkanisch gesteente. Ook stelden ze een te hoge temperatuur vast.

Wat bleek? Ze hadden in de krater van een vuurberg in ruste geboord. Twaalf miljoen jaar lang moet hij actief zijn geweest, in een tijd waarin dinosauriërs nog de keizers van het dierenrijk waren. De kans dat de Waddenzee ooit nog eens ontploft en kokende lava zal uitspuwen is nul. Nederland wordt geen Hawaï, IJsland of Sicilië.

De moslimatheïst Ali Rizvi gebruikt de beeldspraak niet, maar je kunt associaties krijgen met dode en actieve vulkanen als hij in zijn boek ‘De atheïstische moslim’ de Bijbel naast de Koran legt. Hij prikkelt de lezer met rauwe citaten uit het Oude Testament, erger dan wat je in de Koran vindt.

Zoals over het stenigen van bruiden die in de huwelijksnacht geen maagd blijken te zijn, in de deurpost van hun ouderlijke huis door de dorpsbevolking. Of over volkerenmoord en over doodstraffen voor homo’s, overspeligen en zelfs zonen die volgens hun vaders niet willen deugen. Of – Rizvi noemt het niet, maar het is te vinden in Deuteronomium 25 vers 11 – over het afkappen van de hand van een vrouw die haar man te hulp schiet bij een ruzie en dan in de geslachtsdelen van de vijand grijpt.

Ik heb dit vers gecontroleerd en het staat er echt. Maar tegelijkertijd geef ik ook aan dat deze teksten in onze moderne tijden zinloos zijn omdat dit soort oudtestamentische teksten een oude kosmische energie vertegenwoordigden, die nu niet meer aan de orde zijn, zoals Kryon bij herhaling heeft uitgelegd. Datzelfde geldt dus ook voor de Koran, waarin ook gesproken wordt vanuit een oude energie, een oud tijdperk dat in feite nog doorliep tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw toen de transformatie van de Nieuw Tijd zicg aankondigde.

Onschuldige draai

Rizvi, in Pakistan opgegroeid in een liberaal moslimgezin, nu medisch specialist in Canada, ziet toch verschillen met extreme uitschieters in de Koran. Veel dreigende bijbelgedeelten zijn ‘dode vulkanen’, nog maar weinigen trekken zich er iets van aan. Terwijl gewelddadige koranteksten gas, grint en lava blijven uitbraken, via YouTube-imams of zelfs in wetgeving – zoals in Soedan, waar de minimale huwelijksleeftijd voor meisjes tien jaar is.

In nomadische stammen leven nog steeds oude tradities voort.

Gelukkig zijn er talloze moslims die niets moeten hebben van IS of Al-Qaida en zelfs niet weten of willen weten dat die griezelclubs zich kunnen beroepen op de Koran en ‘uitspraken van Mohammed’. Liberale moslims proberen aan beruchte koranpassages, zoals over slaag voor ongehoorzame vrouwen, een onschuldige draai te geven, door vindingrijk te betogen dat er niet staat wat er wel staat.

Rizvi vindt dat ongeloofwaardig. En nu doemt er een dilemma op. Rizvi is een rechtlijnige atheïst van het type Richard Dawkins. ‘Ontwaak!’ luidt zijn boodschap aan alle gelovigen, niet enkel moslims. Maar het is een pijnlijke paradox dat zijn ergste vijanden, radicale islamisten, luid zullen applaudisseren als hij pogingen van liberale moslims om de Koran te ‘beschaven’ als weerloze luchtballonnen doorprikt.

Het is in ons moderne jargon inderdaad ongeloofwaardig, maar zij zijn zich ook niet bewust dat de kern van het probleem bestaat uit oude en nieuwe energie. En dat er vertaalslagen zijn gemaakt zodat de huidige teksten van welk heilig boek dan ook, niet zuiver door de betrokken of desbetreffende profeten zijn zó zijn uitgesproken. Dat geldt voor alle profeten, zoals ook Jezus, die overigens profeet was en niet de Eniggeboren Zoon van God, die door de 3e eeuwse conciliegangers gemaakt  werd.

Fundamentalist

De Egyptische literatuurliefhebber Sayyid Al-Qutb, in 1966 opgehangen, is een icoon van de radicale islam. Volgens hem waren de milde islam en de koranexegese van de liberalen alleen maar laffe buigingen voor het machtige imperialistische westen. Hij wilde dat de ‘vulkanen’ in de heilige teksten actief zouden blijven.

Zo wordt zichtbaar wat de politieke radicalen of fundamentalisten ervan maakten.

Rizvi gruwt daarvan. Maar net als Qutb gelooft hij niet in vriendelijke, liberale interpretaties. In die zin is ook hij fundamentalist te noemen: er staat wat er staat, leuk of niet leuk.

Wederom dogma’s: ‘er staat wat er staat.’

De ‘liberalen’ lijken op dompteurs die agressieve koranverzen willen temmen, zoals liberale christenen en joden deden met Deuteronomium.

Het zou een zegen zijn als het hun zou lukken. Maar ze vinden zowel moslimradicalen als atheïsten op hun weg, die beide, hoewel ze op elkaar kunnen schieten, toch effectief de goedbedoelde acrobatiek van de vrijzinnige koranuitleg bestrijden.

In de rubriek ‘Minaret’ leest u bespiegelingen over de islamitische wereld door Eildert Mulder, arabist en oud-redacteur van Trouw.

https://www.trouw.nl/religie-en-filosofie/moslimatheist-ali-rizvi-prikkelt-de-lezer-met-rauwe-citaten-uit-de-bijbel-erger-dan-wat-je-in-de-koran-vindt~ac10d6ef/

 

De nieuwe Bijbelvertaling herhaalt de kern van dit heilige christelijke boek

Stemadvies voor het belangrijkste boek van Nederland: de Bijbel (Matthijs de Jong, Opinie/NRCHANDELSBLAD, 21 september)

Opinie In de verkiezing ‘het belangrijkste boek van Nederland’ gaat De Nieuwe Bijbelvertaling aan kop. Begrijpelijk, betoogt Matthijs de Jong. „De spiegel die de Bijbel voorhoudt, gaat niet over feiten, maar over het leven waartoe de mens bestemd is.”

# Het gaat in dit boek niet om het handhaven van de status quo. Het draait juist om het visioen van een betere wereld, waarin mensen een gemeenschap vormen die gebouwd is op waarden van recht en gerechtigheid. Als er één begrip centraal staat in de Bijbel, dan is het bevrijding. Bevrijding van verdrukking, bevrijding uit de macht van het kwaad, bevrijding van jezelf, van alles wat je hindert om gerechtigheid, liefde en trouw voorop te stellen. Die boodschap kan aanspreken én afstoten, maar laat tegelijk zien dat de Bijbel méér is dan een achterhaald gruwelboek.

Wat hier samenvattend staat geschreven, klopt in abstracte zin, want bepaalde begrippen zullen in deze nieuwe vertaling mogelijkerwijs wel toegelicht worden, hoewel de Bijbel traditioneel erg vaag geschreven is. Wat betekent bijvoorbeeld ‘bevrijding van verdrukking’? In het normale spraakgebruik denkt men waarschijnlijk direct aan onderdrukking door maatschappelijke factoren, zoals een vervelende werkgever of ouder, maar misschien ook aan een terroriserende groep hangjongeren op straat.

Maar meestal komt dat neer op externe onderdrukking, omstandigheden die een vervelend gevoel in iemand veroorzaken. Maar er bestaan ook interne oorzaken van onderdrukking, zoals bijvoorbeeld lichamelijke verslaving aan genotmiddelen of een koopziekte, dus consumentisme. De kern van de Bijbel en dus de christelijke boodschap is daarom – mijns inziens – dat het draait om zelfbeheersing in het leven, naast de kunst van het waarnemen van je omgeving en ervaring opdoen met maatschappelijke verschijnselen, die namelijk leerstof voor de mens betekenen. Hoe ga je met je medemens om en hoe probeer je ook vervelende mensen in je omgeving te respecteren en daar eigen levenslessen uit te halen.

http://www.nrc.nl/nieuws/2016/09/20/stemadvies-voor-het-belangrijkste-boek-van-nederland-de-bijbel-4371072-a1522331