Categorie archief: Apostelen van Jezus

‘Over de apostelen’ [waarover we bijna niets weten]

[Bron: William Gijsen en Boudewijn Donceel, Openbaringen over de Ziel. 2021; p.195-197]

Ons werd altijd verteld dat Judas Jezus had verraden en dat hij úit schuldgevoel zelfmoord heeft gepleegd. Is dat juist?

‘Hoe konden de achtergebleven apostelen anders verklaren dat Judas plots verdwenen was? Na de kruisiging heeft hij zich niet meer getoond aan de andere apostelen, aangezien hij verbleef op de geheime locatie, waar de familie van Jezus ondergedoken was.’

Waarom zwijgen de evangeliën over de juiste gang van zaken? Het leven van Jezus wordt door de kerk volledig anders verteld.

‘Net als Paulus indertijd wil de kerk haar machtspositie behouden en heeft ze het ware verhaal verzwegen. Maar eerst wil ik [Meester Anthon]  jullie het verhaal over de apostelen doen. Door de verdwijning van Jezus na zijn kruisiging ontstond er al meteen een tweespalt onder de apostelen. Enerzijds had je de broers Johannes eb Jacobus en Judas Iskariot, die waren betrokken in het complet om Jezus te verbergen, anderzijds had je de andere apostelen, die ervan waren overtuigd dat Jezus dood was.

De apostelen Johannes en Jacobus brachtten de achtergebleven apostelen ervan op de hoogte dat zij moeder Maria, Maria Magdalena en Sarah-Tamar naar veiliger oorden in het buitenland zouden brengen. Zo konden zij hun toekomstige afwezigheid verklaren en verdwenen zij in Jeruzalem van het toneel. Judas was voor de andere apostelen spoorloos sinds de kruisiging en werd daarom verondersteld zelfmoord te hebben gepleegd.

Door het wegvallen van Jezus ontstond er een tweestrijd over het leiderschap bij de achtergebleven apostelen. Er was het kamp van Jacobus Minor, de broer van Jezus, en het kamp van Petrus, die door Jezus zelf aangeduid was om de leiding te nemen. De visie van beide mannen verschilde danig over hoe het nu verder moest. Petrus vond dat de volgelingen zich moesten groeperen door een krachtige organisatie op poten te zetten, terwijl Jacobus Minor er voorstander van was om de leer van Jezus levendig te houden door op kleinere schaal een voorbeeld te zijn voor de andere volgelingen.

Levi, de Tollenaar, nam na zijn terugkeer uit Efeze de taak op zich om beide kampen te verzoenen en verkreeg [‘bereikte’ want dit is een Vlaamse tekst] dat iedereen in Jeruzalem zich achter Jacobus Minor schaarde. Spijtig genoeg slechts voor heel korte duur, want Jacobus werd enige tijd later onthoofd door de Romeinen.

Petrus wierp zich daarna op als nieuwe leider, gesteund door Paulus. Paulus was een Jood uit Tarsus, die het Romeinse staatsburgerschap genoot en officier was in het Romeinse leger. Hij was belast met de vervolging van de aanhangers van Jezus, maar kwam in gewetensnood en besloot zich aan te sluiten bij de jonge groepering. Hen vertelde hij over zijn belkering, waarbij Jezus hem in een visioen was verschenen en hem had opgedragen Jezus’ leer te verkondigen.

Aanvankelijk werd hij argwanend ontvangen bij de jonge christenen, maar geleidelijk kon hij toch hun sympathie  winnen. Vooral Petrus was onder de indruk van Paulus’ redenaarstalent en organisatievermogen. Petrus wist samen met Paulus de leiding te nemen over de jonge beweging, want ook Paulus pleitte voor een krachtige organisatiestructuur.

Paulus besloot de organisatie uit te bouwen en ging prediken in het buitenland. Hij trok naar Klein Azië, Cyprus, Griekenland en Italië. Om de nieuwe leer gemakkelijker ingang te laten vinden in de gebieden die hij doorkruiste, maakte Paulus van de Joodse Jezus meer en meer een universele ‘goddelijke’ Jezus, waardoor hij zich op hetzelfde niveau bevond als de Romeinse en Griekse goden. Door deze aanpassingen groeide zijn invloed en macht bij de Grieken en Romeinen.

Petrus zelf nam het bestuur in Jeruzalem waar en zou Israël nooit verlaten, in tegenstelling met wat de christelijke kerken beweren. Daar werd hij enkele jaren later door de Romeinen gevangen genomen en gekruisigd. Na de terechtstelling van Petrus zag Paulus de kans schoon om de volledige leiding over de christengemeenschap in handen te nemen. Zo werd de leer van Jezus omgevormd tot de leer van Paulus. Als kers op de taart noemde hij zichzelf ook nog eens apostel.’

Klopte het dat alle apostelen, met uitzondering van Johannes, om hun geloof gemarteld en terecht gesteld zijn?

‘Neen, er zijn enkele volgelingen gemarteld en gedood, maar de meeste apostelen zijn de marteldood ontsprongen.

Maar waarom vertelt de kerk dan dat het allemaal martelaars zijn, die omwille van hun geloof gestorven zijn?

Omdat sterven voor je geloof na vervolgd en gemarteld te zijn, veel meer impact heeft op de volgelingen. Het bewijst immers hoe sterk hun geloof was, want ze hebben er zelf hun leven voor gegeven. Als volgeling kan je dan ook maar best sterk geloven wat de kerk in de naam van Jezus verkondigde. Twijfel is dus uit den boze.

Jezus sprak toch ook over de Eindtijd?

In Jezus’ visie echter betekent ‘De Eindtijd’ of ‘Het Laatste Oordeel’ iets totaal anders. Het is een andere benaming voor karma, een essentieel onderdeel van de reïncarnatie. Het begrip ‘karma’ is christenen totaal vreemd.[i] Met karma wordt bedoeld dat men oogst wat men zaait. Deze wetmatigheid stelt dat jezelf het gevolg bent van je eigen daden. Door de wet van karma of het lot wordt steeds een oordeel geveld over de daden die je stelt.

In de Gnostische visie word je door je eigen geweten beoordeeld volgens de wet van karma eb kan je jezelf niets wijs maken. Je kunt dan de gevolgen van je daden voor jezelf niet ontkennen. Daarom is dit een ‘gevreesd oordeel’. Je bent je eigen ‘gevreesde rechter’. De bewustwording van het karmische oordeel was een wezenlijk onderdeel van Jezus’ leer. De fouten die je maakt zorgen voor onmiddellijke gevolgen in de vorm van tegenslag of een bruuske wending van het (nood)lot. De christelijke kerken weerden echter dit idee van karma, omdat zij uit puur eigenbelang beweerden dat de mens de kerk nodig had om na hun doof de hemel te verdienen.’

Tot slot als commentaar de volgende toelichtende vraag: Waarom dit hoofdstuk over de apostelen in de tijd van Jezus’ leven? Omdat ik in dit boeiende boek veel zaken tegenkom die voor mij geheel nieuw zijn, maar ook omdat ik mijn verzameling boeken wat inhoud betreft bijna helemaal vergeten ben. Maar daarvoor bestaat een logische verklaring: esoterische boeken waren altijd al een hobby van mij, maar ik hield geen rekening met de mogelijkheid hierover ooit nog te gaan publiceren (wat nu het geval zal zijn), laat staan een proefschrift te schrijven (staat ook op de planning). Want dan had ik een uitvoerige lijst opgebouwd met trefwoorden, zodat ik ook boeken onderling kon gaan vergelijken wat betreft inhoudelijke aspecten (en voorspelde jaartallen). Daaruit valt veel te leren. Daarom maak ik nu een studie naar het leven van apostelen.


[i] Met uitzondering van de eerste christengemeenschappen die er wél vanuit gingen, maar het begrip karma en reïncarnatie werden op concilies van de Nicea (325) geschrapt. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Concilie_van_Nicea. Zie ook boeken van pastor Hans Stolp  https://www.bol.com/nl/nl/p/karma-reincarnatie-en-christelijk-geloof/1001004002503290/