Categorie archief: geestelijke armoede

‘Boeddhisme kan lichaam en geest genezen’ en dus zijn alle profeten genezers

(Redactie Boeddhistisch dagblad, 28 september 2022)

Het boeddhisme heeft een panacee voor vele kwalen van de moderne industriële en marktmaatschappijen. De razendsnelle groei, de concurrentie en het consumentisme in deze samenlevingen creëren niet alleen een conflict tussen groei en duurzame ontwikkeling, maar leiden ook tot allerlei geestelijke en lichamelijke ziekten.

In de boeddhistische soetra’s wordt ‘Boeddha’ beschreven als een ‘genezer’ en de kennis van ‘dharma’ als een voorzorgsmaatregel en medicijn tegen ziekte. In zijn eerste preek te Sarnath lichtte Gautama Boeddha de vier Edele Waarheden toe – er is lijden; er is begeerte of onwetendheid; het is mogelijk het lijden te overwinnen, en dit kan worden gedaan door het Achtvoudige Edele Pad te beoefenen.

Pandemie

Er is een verscheidenheid aan ziekten die verschijnen en opnieuw verschijnen in moderne samenlevingen, ondanks de enorme medische vooruitgang in de afgelopen eeuw. Nieuwe ziekten blijven verschijnen en nemen de vorm aan van pandemieën en endemieën.

*Vanwege de enorme toename aan internationaal toerisme en handelsverkeer wordt het ontstaan van pandemieën en endemieën bijna kenmerkend voor hoogindustriële samenlevingen.

De ziekten vinden hun oorsprong in ‘workaholisme’ en een sedentaire levensstijl en gebrek aan discipline en vervuiling en overexploitatie van essentiële natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht. Stress is een essentieel onderdeel van het moderne leven geworden, dat zelf de oorzaak is van veel ernstige ziekten. Veel van de geestesziekten kunnen worden toegeschreven aan het gebrek aan vriendelijkheid, empathie en mededogen in moderne samenlevingen die ‘individualisme’ en ‘hebzucht’ vieren boven ‘gemeenschapsleven’ en ‘geven’.

Het boeddhisme biedt een effectieve en langdurige oplossing voor de ziekten waarmee de huidige samenlevingen te kampen hebben. De Medicijn Boeddha, Bhaisajyaguru, Yakushi Nyora, of de Boeddha van de Genezing is beschreven in Mahayana boeddhistische teksten. Hier wordt Boeddha zittend voorgesteld met zijn rechterhand opgeheven in Vadra Mudra (het hand- en vingergebaar dat ‘geven’ en ‘mededogen’ symboliseert en zijn linkerhand rustend in zijn schoot, met daarin een potje met medicijnen).

Dat biedt een normatief doel, waar elke moderne samenleving en wetenschappelijke gemeenschap naar moet streven. In feite is het boeddhisme ontstaan uit het mooie idee van het voorkomen van menselijk lijden. Volgens de filosofie van het boeddhisme is de oorzaak van het lijden (dukkha) ‘gehechtheid’ en onwetendheid (dukkha Samudaya). Volgens het boeddhisme is het mogelijk het lijden (dukkha nirodha) te overwinnen door de beoefening van het Achtvoudige Edele Pad (dukkha nirodha marga). Het boeddhisme richt zich zowel op preventie als op verlichting van het lijden. Het boeddhisme gelooft dat het optreden van de ziekte nauw samenhangt met iemands geestelijke, lichamelijke en spirituele gezondheid, maatschappij, cultuur en omgeving.

Achtvoudige pad

De genezing van lichamelijke en geestelijke ziekten vereist in het boeddhisme de beoefening van het Edele Achtvoudige Pad, namelijk juiste kennis, juiste gedachte en besluit, juiste spraak, juist gedrag, juist levensonderhoud, juiste inspanning, juiste opmerkzaamheid en juiste meditatie. Het boeddhisme gelooft dat het beoefenen van het edele pad het lijden geneest. Het achtvoudige pad helpt niet alleen bij het opgeven van de oorzaak van ziekte, maar ook bij het verbeteren van onze lichamelijke en geestelijke toestand en helpt ons in harmonie te zijn met onszelf en de natuur. Als dit pad wordt gevolgd, kan het een grote stap voorwaarts betekenen in ons leven naar welzijn.

In het boeddhisme neemt een individu zijn toevlucht tot de Drie Juwelen – de Boeddha (de spirituele gids), de dharma (de praktijk) en de sangha (de gemeenschap). Het boeddhisme benadrukt de rol van de sangha (gemeenschap) om een gelukkige en gezonde samenleving op te bouwen waarin wetenschappers, psychologen, familieleden, buren, vrienden, het maatschappelijk middenveld, instellingen en de overheid samen moeten komen om problemen met betrekking tot gezondheid en menselijke ontwikkeling op te lossen.

Bron BNN.

De ‘tijdfactor’ binnen de filosofie van de spiritualiteit [3]

  1. “Onveranderlijk en toch steeds veranderend, altijd met ons en toch steeds ongrijpbaar, is het een van de grote mysteriën van het leven.”

*Symbolisch speelt hier het conflict ofwel de tegenstelling tussen aardse dualiteit en de buitenaardse multidimensionaliteit. Dat moet nader worden uitgelegd omdat bijna niemand bekend is met dat begrip ‘multidimensionaliteit’. Dat is namelijk de geestelijke wereld zonder stof of materie en dat is in het denken van de stoffelijke mens een onbekend begrip of fenomeen. Het heeft in zekere zin met kwantummechanica te maken. De gewone waarde natuurkunde  of -wetenschap, de fysica is driedimensionaal omdat de aarde nu eenmaal een stoffelijke woon- en werkomgeving. Maar om het heel kort en concreet uit te leggen: als de mens komt te overlijden, dan legt de stervende mens zijn lichaam af omdat het lichaam als stoffelijk-biologische vorm aardse vormgeving is. Zonder lichaam keert de mens terug naar zijn status als geestelijk wezen en dat vormt een groot probleem bij de overgangsproces, omdat het lichaam via de begrafenis of crematie als ziel in de astrale werelden terugkeert en daar tijdelijk verblijft tot het moment dat er een nieuw leven op alweer een planeet te wachten staat omdat de gemiddelde mens niet voorbereid is op een leven in de multidimensionale of geestelijke wereld van louter en alleen energievorm. De ziel zweeft ‘verdwaald’ door een onbekende wereld of een onbekend veld, volkomen onvoorbereid om daar rond te dwalen. Ze weten op dat moment niet wat het betekent om de overgang naar de geestelijke energetische sferen betekent. De oplossing komt pas als de overledene zijn eigen ziel tegenkomt en met hem een gesprek begint. En dan wordt hij zich pas bewust dat hijzelf een nieuw leven zal kunnen gaan scheppen om zijn nieuwe omgeving vorm te kunnen geven. Omdat dit voor 99% van de mensheid de grote onbekende factor in het leven is en alleen de mensen die meditatief ontwikkeld zijn hebben die ingang naar de geestelijke wereld al ontdekt. Daarover meer in de volgende blog.

Dadaïsme en de moraal & dood

Ontdek wat je digitale profiel niet over je zegt (Tanny Dobbelaar, Katern de Verdieping/Trouw, 5-5-20)

boekrecensie Miriam Rasch, Frictie, ethiek in tijden van dadaïsme. De Bezige Bij, 238 blz. €21,99

De auteur

Essayist Miriam Rasch studeerde literatuurwetenschap en filosofie. Ze doceert aan het Instituut voor Netwerkcultuur aan de Hogeschool van Amsterdam. In 2017 verscheen haar essaybundel ‘Zwemmen in de oceaan: Berichten uit een postdigitale wereld’. Ze schrijft recensies en essays voor onder meer De Groene Amsterdammer.

(…)

  • Rasch bekritiseert het dataïsme vooral omdat het streeft naar een gladde, wrijvingsloze, voorspelbare wereld. Daartegenover stelt ze de opvatting van Simone de Beauvoir: Sans échec, pas de morale, zonder mislukking geen moraal. Ethiek ontstaat door falen, conflict, niet-weten, imperfectie. Een ethische keuze is altijd een tragische, menselijke, imperfecte keuze. Dataïsme probeert daarentegen voor elk probleem een technologische en perfecte oplossing te vinden waardoor het menselijke juist verdwijnt.

Een soort cyborg dus en dus is er nooit eerder, maar wel ongeveer gelijktijdig een grote illusie geschapen zoals dit dadaïsme naast cyborg.

(…)

https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/937/articles/1132080/31/1

De illusies van het ego (1)

[bron: Een cursus in wonderen, hfd 4, Inleiding, p.52]

‘Je kunt naar keuze vanuit de geest of vanuit het ego spreken. Als je vanuit de geest spreekt, heb je gekozen voor ‘Wees stil en weet dat ik God ben’. Deze woorden zijn geïnspireerd omdat ze kennis weerspiegelen. Als jij vanuit het ego spreekt, doe je afstand van kennis in plaats van die te bevestigen, en ontneem jij jezelf zo inspiratie. Begeef je niet op zinloze reizen, want die zijn inderdaad tevergeefs. Het ego kan daar misschien naar verlangen, maar de geest kan zich er niet in begeven, omdat hij voor altijd onwillig is zijn Fundament te verlaten.’

Hier staat een mooi beeld van het fenomeen vanuit de heilige geest, je geestelijk-zijn te spreken. Ik schrijf bewust heilige geest met kleine letters, omdat ik mij niet wil beroepen op de bijbel, vanwege de verwarring die daaruit kan ontstaan. Ik ben een christen die niet in kerkelijke traditie is opgevoed en die mezelf na een lange zoektocht tot christen heeft verklaard, een christelijk bewustzijn van binnenuit en dus alleen gebaseerd op mijn hartsgevoelens. Ik voel mij dus op mijn manier drager van het kosmische Christusbewustzijn, waarvan de historische wereldleraar Jezus een manifestatie van was.

Ego betekent voor mij het uitschakelen van het persoonlijk ik-bewustzijn om daarmee de goddelijke zielenkern van jezelf tot uiting te brengen en het kosmische BewustZijn te laten spreken waarnaar je kunt luisteren. Vandaar het ‘Wees stil’ in het citaat, en dat is ook de voorwaarde om die goddelijke stem te kunnen horen. En die stem, die geestelijke woorden, dat gevoel is inderdaad inspiratie, want het komt als geestelijke inspiratie tot je.

Vandaar ook dat ‘het’ – overgeaccentueerde – materiële, het stoffelijke enerzijds en het geestelijke anderzijds niet zich tegelijkertijd kunnen manifesteren: het is of het één of het ander. 99% van de mensheid leeft vanuit het ego- of Ik-bewustzijn (het zg. derde dimensionale bewustzijn of 3D) en heeft dus geen contact met het kosmische, met het geestelijke. Dit betekent dat als je niet kunt mediteren en in stilte kunt verblijven (wat voor het overgrote deel van de mensheid geldt), je ook geen contact met dat kosmische (dit woord heeft mijn voorkeur boven het goddelijke). Mediteer je niet dan  ‘ontneem jij jezelf zo de [innerlijke] inspiratie’. Vandaar dat de weg tot de verlicht een moeilijke en langdurige is. nogmaals: materie en geest sluiten elkaar uit, hoewel ze kunnen samenwerken als de materie effectief en dus alleen waar nodig wordt gehanteerd; en zeker niet in ‘overmaat’.

Wordt vervolgd

 

Geestelijke armoe van huidige mensheid en cultuur goed verwoord

[Peter Toonen, De thuiskomende AARDE. Essays over de transformatie van onze planeet voorbij 2012. 2009, 116/7]

‘Ik heb bij de oorspronkelijke volkeren van Midden- en Noord-Amerika mogen meemaken hoe men daar gezamenlijk tot beslissingen kwam. Men zat in een cirkel. De mannen in een binnencirkel, de vrouwen in die daar omheen. Eerst was er stilte. Dan begon één van de aanwezigen te spreken, d.w.z. de geest sprak door hem. Vervolgens sprak de geest via een ander. Er werd niet gepraat of gediscussieerd, maar gesproken en geluisterd. Er werd niet geoordeeld, er was wat er was. En vaak met veel emotie, maar dat was niet persoonlijk bedoeld, maar wederom een uiting van de geest via een mens. Een ‘indiaan’ zegt niet: ik ben boos, of ik ben verdrietig. Maar er stroomt boosheid door mij. Of: er stroomt verdriet door mij heen (of blijdschap). Voel je het verschil? Er was nooit een afspraak over de tijdsduur van een bijeenkomst. Er was uiteindelijk slechts een moment waarop voor iedereen helder was wat de hoogste beslissing was. En die werd vervolgens voorgelegd aan de vrouwen. Pas als zijn daarna ‘ja’ knikten, was er werkelijk beslist.’

De conclusie luidt dus dat onze democratie een materialistisch instrument is omdat ‘we’ – samenleving en politiek – het contact met ons hart zijn verloren (geraakt). Dat past ook bij het dualisme van de aarde en van deze mensheid. Er is dus sprake van een evolutionaire ontwikkeling vanuit deze materiële dimensie terug naar de spirituele. Pas als ons dat is gelukt, zijn we als mensheid ‘verlicht’.