Categorie archief: Filosofie

Heeft de samenleving God gedood?  Verkeerde vraag omdat daarvan geen sprake is; maar het bestaande persoonlijke godsbeeld deugde niet; onmogelijk om te leven met een heilig persoon, die niet bestaat, maar wel in de vorm van kosmische energie, waar velen meditatief mee bezig zijn  @nieuwwij.nl

Van waar komt het heil in een samenleving die God gedood heeft? (Redactie Nieuw Wij, 8 juni 2023)

Met een INTERVIEW van Rob Riemen, juni 2022

[Rob Riemen vertelt waarom hij 17 juni het debat over de grote vragen des levens organiseert]

Rob Riemen, oprichter-directeur van het Nexus-instituut

“We zien steeds meer demagogen aan de macht komen. De vraag die we zullen moeten zien te beantwoorden: welke waarden cultiveren we nou eigenlijk echt?” Dat zegt oprichter-directeur Rob Riemen van het Nexus-instituut. Op 17 juni organiseert hij de jaarlijkse Nexus-conferentie in Amsterdam, toegankelijk voor wie maar wil komen, met bovendien een fikse korting voor NieuwWij-nieuwsbrief-lezers, over de toekomst van de westerse beschaving. “Als het ons ideaal is om een democratie te vormen, dan moeten we wel weten wat dat is, wat dat inhoudt en wat de voorwaarden zijn waaronder die kan bestaan.”

“De Nexus-conferentie van dit jaar wordt een buitengewoon spannende bijeenkomst”, zegt Riemen. “Aansluitend bij het vijftigjarig bestaan van het Van Gogh Museum hebben we gekozen voor het thema ‘Nietzsche and Van Gogh Discuss the Future of Western Civilization’. In twee gespreksrondes in een eigentijds decor op het podium van de Nationale Opera stellen we twee hoofdvragen. Wat is er uitgekomen van de voorspelling van Nietzsche dat we twee eeuwen van nihilisme tegemoet zouden gaan en wat betekent dat? En wat heeft de zoekende, hopende, strevende houding van Vincent van Gogh in deze tijd te bieden: is zijn drukbezochte museum op het Museumplein een grafkamer met kunststukken die – een beetje zoals mummies in een piramide – een voorbije tijd reflecteren die weinig meer met de onze van doen heeft, of is het juist een kamer met schatten die ons leven kunnen verrijken?”

*Nietzsche was inderdaad de eerste die de knuppel in het hoenderhok gooide vanwege het verkeerde godsbegrip binnen de christelijke gemeenschappen. De persoonlijke god bestaat niet en alleen daarom is het boeddhisme ook een religie zonder godsbeeld. Heel verstandig dus. Meer wijsheid dan de monotheïstische religies als jodendom, christendom en de islam.

Ik zie de beide heren hier op de conferentieafbeelding staan. Maar Nietzsche en Van Gogh: dat lijkt mij toch een onwaarschijnlijk duo.

(Lachend:) “Je hebt gelijk dat het onwaarschijnlijk is. Friedrich Nietzsche, de besnorde Duitse filosoof, en Vincent van Gogh, de rossige Nederlandse schilder: ze leefden weliswaar in dezelfde tijd, maar ze hebben elkaar nooit ontmoet, behalve dan op deze met artificial intelligence gemaakte afbeelding én in onze verbeelding.

Het verhaal waarmee ik de conferentie en de thema’s introduceer, begint ermee dat ze elkaar ontmoeten in het hiernamaals, in een krankzinnigengesticht. Tot hun beider verrassing en verwondering hebben ze veel gemeenschappelijk (beiden zoon van een dominee, beiden weinig succesvol tijdens hun leven, beiden op enig moment opgenomen in een inrichting) en ze raken bevriend met elkaar.

“Wat schoon is, is slechts de schoonheid van shampoo: het ruikt lekker en het reinigt eventjes, maar het glijdt van je af en er blijft niets van over”

Maar ze komen er ook achter hoe verschillend ze kijken naar de wereld en de mensheid, en naar wat er is gebeurd met ons beschavingsideaal. En voordat Nietzsche weer een migraineaanval krijgt en wegloopt, zegt hij tegen zijn nieuwe vriend: vergis je niet, Vincent, als jij en jouw kunst echt enige invloed zouden hebben op de wereld dan had die er anders uitgezien, maar ze hebben van je werk commerciële kitsch gemaakt. Ik, Nietzsche, heb gelijk gekregen: de westerse beschaving cultiveert geen absolute morele waarden meer, want er is geen waarheid, er is geen goedheid, en wat schoon is, is slechts de schoonheid van shampoo: het ruikt lekker en het reinigt eventjes, maar het glijdt van je af en er blijft niets van over.”

*Ook hiermee had Nietzsche ongelijk vanwege de bewering dat de westerse beschaving geen absolute morele waarden meer cultiveerde, aangezien gewone morele waarden wel degelijk óók bestonden in zijn tijd, want die hebben altijd bestaan, maar alleen niet meer in ‘absolute’ zin. Dat zou ook een dwaasheid zijn geweest: iedere tijdgebonden waarde heeft een ‘beperkte looptijd’ omdat ze aangepast dienen te worden als de maatschappij aan het veranderen is. Maar alle bekende waarden als rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid zijn eeuwig geldig, maar ze bestaan omdat zonder zelfcorrectie de mens er misbruik van maakt.

Is dat zo? Ik hoor tegenwoordig juist vaak de woorden ‘moreel kompas’ als belangrijkste eigenschap voor bestuurders, ‘waarheidsvinding’ om nepnieuws te voorkomen, en meer dan onze grootouders kunnen wij van schoonheid genieten – in concertzalen en musea, maar ook via het scherm van onze smartphone!

“Dat is zeker waar. Maar de vraag is: cultiveren wij deze zaken als de meest belangrijke waarden in onze samenleving? Is onze samenleving er tot in haar vezels op gericht om ieder, individueel en gezamenlijk, te laten streven naar het doen van het goede, het leven in waarheid, het scheppen van schoonheid en het laten geschieden van gerechtigheid? Te vaak lijken nut, efficiëntie en amusement het te winnen. En denk ook aan het relativisme van ‘dat is jouw waarheid’.

Wat Nietzsche uitlegt, is dat als er geen absolute waarden als waarheid, goedheid, schoonheid meer kunnen bestaan, omdat het geloof in metafysische waarden is opgegeven, en als er daardoor eigenlijk geen hoop en geen verlossing meer bestaan, je slechts dit overhoudt: de wil tot macht. Degenen die de macht hebben, bepalen hoe de wereld eruit zal zien. En wanneer heb je macht: als kwaliteit wordt vervangen door kwantiteit; als je bijvoorbeeld het meeste geld, de meeste aanhang of het grootste leger hebt.

Rob Riemen

Jimmy Kets

https://www.nieuwwij.nl/interview/van-waar-komt-het-heil-in-een-samenleving-die-god-gedood-heeft/

‘Het bezielen van het onbezielde, mensen kunnen dat’; De vraag is of dit werkelijk kan?

Auke Hulst werd geen vader en schreef er een sciencefictionboek over. ‘Ik zag een vader voor me die keek naar een slapend robotkind’

Interview Auke Hulst

Veel lezers laten sciencefictionboeken links liggen. Zonde, vindt schrijver Auke Hulst, die zelf met een sf-boek genomineerd is voor de Libris Literatuurprijs 2022. ‘Het genre gaat over veel meer dan alleen de spreekwoordelijke groene mannetjes.’

Sander Becker, Katern Tijdgeest/Trouw, 7 mei 2022

Het sciencefictionboek heeft een imagoprobleem. Veel lezers begínnen er niet eens aan omdat ze geen trek hebben in flauwekul op een ruimteschip. Auke Hulst, schrijver van onder meer sf-romans, weet er alles van. “Veel lezers denken bij sciencefiction: ‘Dat is toch met lasergevechten en buitenaardse wezens? Daar heb ik helemaal niks mee.’ Maar dan hebben ze een verkeerd beeld van het genre. Ik strijd daar al heel lang tegen.”

In feite is het allemaal de schuld van Star Wars. De iconische filmserie met een soort ridderverhalen in de ruimte, ook wel space opera of science fantasy genoemd, is bepalend geweest voor het beeld van sf. “Door Star Wars zijn de vooroordelen ingeburgerd waar het genre nu tegen op moet boksen”, zegt Hulst. Zelf is hij een groot liefhebber van de serie, maar sf heeft volgens hem veel méér te bieden, zeker in de literatuur: psychologische diepte, ethische dilemma’s, maatschappijkritiek. Sf-romans zijn kortom interessanter dan het grote publiek beseft.

Een sterk voorbeeld is het vorig jaar verschenen De Mitsukoshi Troostbaby Company, het meest autobiografische boek van Hulst tot nu toe. Het gaat over een schrijver die het vaderschap aan zijn neus voorbij ziet gaan. De abortus waar zijn ex-vriendin toe besluit, valt hem zwaar, ook jaren later nog. Als troost koopt hij in Japan een robotkind dat nauwelijks van echt te onderscheiden valt. Ondertussen schrijft hij een boek waarin zijn alter ego via diverse tijdreizen terugkeert naar het verleden om de loop van de geschiedenis zo te veranderen dat zijn kind alsnog geboren kan worden. Door deze ‘roman in de roman’ telt het hele boek ruim zeshonderd pagina’s.

“Met zo’n dik boek werp ik voor de lezer een flinke horde op”, zegt Hulst verontschuldigend, thuis op vierhoog in hartje Amsterdam. “Het zijn eigenlijk twee sf-romans ineen. Als ik de plot probeer uit te leggen, denken mensen al snel: ‘Holy moly, wat ingewikkeld!’ Maar volgens mij valt het reuze mee. Ondanks de complexiteit is het goed te volgen. En ondanks de sciencefiction voelt het heel menselijk aan.”

De kritieken waren in elk geval lovend. Het boek staat zelfs op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2022; de winnaar wordt op 9 mei, komende maandag, bekendgemaakt. De jury spreekt nu alvast van ‘een onvergetelijke literaire reis’ die de lezer ‘uitgeteld in de touwen’ achterlaat.

Auke Hulst (46) is schrijver, muzikant en literatuurcriticus. Hij debuteerde in 2006 met Jij en ik en alles daartussenin. Inmiddels heeft hij zeven romans op zijn naam staan. De bekendste, Kinderen van het Ruige Land (2012), gaat over zijn jeugd in Groningen. En ik herinner me Titus Broederland (2016) beschouwt hij als zijn beste werk. Het vorig jaar verschenen De Mitsukoshi Troostbaby Company is genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2022. Eerder deze maand trad Hulst in het huwelijk met schrijfster Revka Bijl.

Hulst wil uiteraard graag winnen, vooral omdat zijn werk dan een groter publiek bereikt. Maar wellicht kan de prijs ook het sf-genre als geheel wat meer erkenning verlenen. “Wat je nu nog vaak ziet”, zegt Hulst, “is dat schrijvers het expres niet op de kaft zetten als iets sf is. Ze foppen de lezer. Persoonlijk zou ik dat een vorm van zelfverloochening vinden. Ik omarm het genre en kom er eerlijk voor uit wat het is.”

Er is werk aan de winkel, zegt Hulst, want de minachting voor sf ziet hij zelfs bij recensenten. Enkele jaren geleden verscheen er een nieuwe Nederlandse vertaling van de sf-roman The Man in the High Castle (1962) van de Amerikaanse schrijver Philip K. Dick. Een Nederlandse recensent schreef toen dat het boek terecht was heruitgegeven zónder het sf-label, omdat het ‘echt een literaire roman’ was. Hulst: “Alsof een sf-boek geen goede literatuur kan zijn. Dat is toch verschrikkelijk!”

Wat vindt u zo mooi aan sciencefiction?

“Ik houd van veel soorten sf, ook van space opera. Maar het mooie aan filosofische sf is dat je daar een testopstelling in kunt maken die je helpt om een vraagstuk op een nieuwe manier uit te diepen. Elke testopstelling belicht de kwestie net op een andere manier. Zo krijg je een completer beeld van het probleem. Vergelijk het maar met telescopen die op verschillende plekken op aarde staan en die met elkaar verbonden zijn. Daarmee haal je een hogere resolutie dan met één telescoop.

“Sf-literatuur gaat gelukkig over veel meer dan alleen de spreekwoordelijke groene mannetjes. Er gebeurt veel in dit genre, ook binnen wat ‘mainstream’ literatuur heet te zijn – met schrijvers als Rob van Essen, Hanna Bervoets, Aafke Romeijn en inmiddels vele anderen. Zij storten zich bijvoorbeeld op Artificial Intelligence, een thema dat veel vragen oproept waar we iets mee moeten. Techniek speelt een steeds pregnantere rol in ons leven; we lopen ermee in onze zak en dat heeft consequenties. Het sf-subgenre climatefiction is ook sterk in opmars. Hoe krijgen we grip op de dreigende klimaatcatastrofe? Literatuur helpt om daarover na te denken.”

Waar wilde u in De Mitsukoshi Troostbaby Company over nadenken?

“Voor mij is schrijven een manier om mezelf en mijn wereld te onderzoeken. Er was een tijd dat ik op het punt stond vader te worden. Dat is toen niet doorgegaan door het besluit van mijn toenmalige vriendin. Het voelde als een groot verlies. Ik dacht indertijd: dit is mij overkómen. Maar ik speelde er wel degelijk een rol in.”

Wat was er dan aan de hand?

“De relatie met mijn toenmalige vriendin was erg volatiel. We gingen voortdurend uit elkaar en kwamen dan weer bij elkaar. Het was geen solide basis, te meer omdat ik – wat ik nu veel helderder zie dan toen – zo druk was met het bewaken van mijn eigen ruimte, schrijfruimte vooral, dat ik het signaal afgaf dat ik niet voor iemand kon inschikken.

“Destijds trok ik het me ontzettend aan dat het misliep. Ik had het gevoel dat ik tekortschoot en dat ik iemand – hoewel het nog helemaal geen concrete persoon was – in de steek liet. Een van de redenen voor dat sterke schuldgevoel is, denk ik, dat ik zelf uit een gezin kom waar de ouders elk op hun eigen manier de kinderen compleet in de steek hebben gelaten. Mijn vader deed dat door al vroeg te overlijden; als jong kind ervaar je zoiets als in de steek worden gelaten, al heeft hij dat natuurlijk niet zo bedoeld. En mijn moeder was volstrekt ongeschikt om in haar eentje een gezin te runnen. Zij was op allerlei manieren niet beschikbaar. Wat je dan als volgroeid mens niet wil, is zelf óók tekortschieten. Dat onderzoek ik in dit boek: hoe mijn overmatige schuldgevoel te maken heeft met die jeugd.”

Hoe kan sf helpen om zo’n trauma van misgelopen vaderschap beter te begrijpen?

“Dit boek begon ooit met een beeld. Ik zag een vader voor me die keek naar een slapend robotkind. Dan ga je nadenken: waar zou dit over kunnen gaan? Dat was niet zo heel moeilijk te raden, omdat het vrij kort na dat ingrijpende verlies was.

“Destijds ben ik maar tot een paar pagina’s gekomen. Daarna heb ik het heel lang laten liggen. Het moest in alle rust gisten in mijn hoofd. Op een zeker moment kwam ik op een punt dat ik er de confrontatie mee kon aangaan op papier, op een gebalanceerde manier, niet op een therapeutische manier.

“Het boek bevat in feite twee sf-testopstellingen. In de raamvertelling kan een schrijver zich niet neerleggen bij het feit dat hij geen vader is geworden. Dat lost hij op door een levensecht robotkind te kopen. Ondertussen schrijft hij een boek waarin zijn alter ego via tijdreizen steeds terugkeert in de tijd om de loop van de geschiedenis te veranderen, wat een ándere manier is om je ergens niet bij neer te leggen.

“Eigenlijk gaat het dus over je ergens niet bij kunnen neerleggen. Zoiets zie je pas achteraf, en zelfs nu begrijp ik het boek nog niet helemaal. Het schrijven van een roman is een gesprek tussen jou en de tekst. Dat gesprek gaat nog een tijd door als de roman al is verschenen. Je hebt schrijvers die al meteen na het uitkomen van hun boek een doortimmerd verhaal erover afsteken. Die schrijvers wantrouw ik zeer. En hun boeken ook.”

Gaat uw roman ook niet vooral over rouw?

“Dat zou goed kunnen. Je kunt namelijk ook rouwen om iets wat je nooit hebt gehad, maar wat je al wel helemaal voor je zag. Neem iemand die in zijn tienerjaren alles op alles heeft gezet om profvoetballer te worden en die door een blessure aan het begin van zijn carrière moet stoppen. Zo iemand ziet een heel ingebeeld leven aan zich voorbijgaan.

“In mijn geval vormde het nieuwe verlies ook nog een echo van een ouderverlies, namelijk de dood van mijn vader. De nieuwe rouw stapelt zich dan bovenop de oude en vergroot die uit. En misschien was het ook wel plaatsvervangende rouw voor het verdriet waar ik als kind geen uiting aan mocht geven.”

In het boek moet een robotdochter het verlies goedmaken. Zou het in werkelijkheid ooit zover kunnen komen?

“Ze zijn verder dan je denkt. Het is niet voor niets dat het robotkind wordt geproduceerd in Japan. Dat land kampt met enorme vergrijzing en ontvolking door het lage geboortecijfer. Er wonen veel ouderen die zorg nodig hebben terwijl er onvoldoende mensen zijn om die zorg te geven. Daarom worden steeds vaker sociale robots ingezet. Dat klinkt kil en akelig, maar er ontstaan echte relaties. Onderschat niet hoe groot ons vermogen is om iets menselijks te projecteren op een object als een robot. Het bezielen van het onbezielde, mensen kunnen dat.

“Zeker in de ouderen- en gehandicaptenzorg zullen robots een grote vlucht nemen. Het fijne aan sciencefiction is dat je zo’n ontwikkeling kunt uitvergroten en dóórdenken. Wat ik hier beschrijf, is een volgende stap, bijna een logische conclusie. Of het ook daadwerkelijk zo zal gebeuren, is voor een boek niet van belang. Als de romanwereld maar klopt en consistent is, zodat de lezer erin kan geloven.”

De schrijver in het boek stopt op den duur met schrijven. Hij wil weer gewoon gaan leven zonder zich bij alles af te vragen hoe hij er literatuur van kan maken. Overweegt u zelf ook te stoppen?

“Het maken van dit boek was erg zwaar, vooral mentaal. Er is een moment geweest dat ik dacht: dit wordt mijn laatste, ik moet stoppen met schrijven. Maar dat denk ik nu zeker niet meer.

“Het is wel vervelend dat je als schrijver altijd ­secundair leeft; je denkt de hele tijd in termen van een boek. Van dingen die je beleeft, maak je in je hoofd al snel een verhaal. Je bent continu aan het stileren om het effect. Misschien is al dat geschrijf eigenlijk heel ongezond voor een mens. Maar ik blijf het toch gewoon doen.”

https://www.trouw.nl/cultuur-media/auke-hulst-werd-geen-vader-en-schreef-er-een-sciencefictionboek-over-ik-zag-een-vader-voor-me-die-keek-naar-een-slapend-robotkind~b197a220/

Oefenen in denken op basis van Kolakowski 2009 en de hoofdstuktitels

  1. Waarheid en het Goede: waarom doen we kwaad?

*We doen bewust of onbewust kwaad bij gebrek aan beter inzicht, maar ook omdat we zonder kwaad nooit Waarheid (iets anders dat de rede of rationeel denken) en het Goede leren kennen. Dus pas op want voor we het weten hebben we verkeerde conclusies getrokken.

  • Het zijn en het niet-zijn: wat is werkelijk?

*Het zijn is het bestaande vanuit onze zintuigen, datgene wat we kunnen zien en waarnemen. Het niet-zijn als de schijnbare leegte of de meditatieve stilte is geen kwestie van niet-zijn, maar het onzichtbare voor onze zintuigen. Daarom kan de vraag wat werkelijk is niet beantwoord worden omdat ons veel ontgaat met ons beperkte trillingsfrequenties van onze ogen. Dus pas op want voor we het weten hebben we verkeerde conclusies getrokken.

3. Verandering, conflict en harmonie: hoe werkt de kosmos?

*Er bestaat een universele Wet van Verandering, dat door conflicten, door disharmonie of anderzijds door evolutie wordt geactiveerd. Zo werkt de kosmos.

4. Het Goede en het Rechtvaardige: waar ligt de bron van de waarheid?

*Het Goede en het Rechtvaardige zijn waarden die onderdeel zijn van de Waarheid en die is in de Bron als Idee aanwezig en wacht op realisatie.  

 5. Deugd en rationaliteit: wat is geluk?

*Deugd is ook weer een waarde, maar dat vormt een mooie combinatie met de eigenschap van rationaliteit, want het denken is dagelijks een noodzakelijke handeling. Zonder goed en geoefend denken wordt de mens psychotisch. Daarom kan geluk alleen worden opgebouwd als de mens gezond heeft leren denken en logisch kan redeneren, want dat is de voorwaarde om het leven op de rails te krijgen. Dan ontstaat geluk als je juiste keuzen hebt gemaakt in het leven.

6. Het leven in overeenstemming met de Natuur: kan dit ons gelukkig maken?

*De Natuur is een deelaspect van het leven en de mens kan ook niet zonder die Natuur. Het is dus een Levensvoorwaarde, maar we kunnen ons óók gelukkig maken door andere aspecten van het maatschappelijk leven. Maar als er geen Natuur in de omgeving aanwezig is, mist je leven een essentieel aspect.

7. Kennis en geloof: kunnen we iets weten?

*Boeiende vraag: kunnen we iets weten zonder kennis en geloof? Nauwelijks denkbaar. Maar er hebben altijd kluizenaars bestaan die zonder beide aspecten hebben geleefd. In dat geval blijkt dat de kluizenaar zonder kennis en geloof kan leven. Voor het overgrote deel van de mensheid geldt dat hij niet zonder kennis en geloof kan leven.

Wat te doen met leerlingen op school die in onze multiculturele samenleving steeds radicaler gaan denken? Is er verschil tussen Vlaamse en Nederlandse scholen?

‘Juf, ik wil niet naast een homo zitten’ (Kim van Keken, De Groene Amsterdammer, 31.5.2018)

Homoseksualiteit, drugs of de Turkse president Erdogan: steeds vaker wordt op school liever niet gesproken over moeilijke onderwerpen. En hoe laat je kinderen hun vooroordelen kwijtraken?

https://www.groene.nl/artikel/juf-ik-wil-niet-naast-een-homo-zitten

Omdat ik zelf voor de klas in het Voortgezet Onderwijs heb gestaan, weet ik hoe moeilijk het is om een gevoelig thema ter discussie te brengen. Nu moet ik beginnen met aan te geven dat bovengenoemde thema’s in mijn schooltijd geen rol speelden, aangezien er geen hete hangijzers bestonden zoals homo’s, roken (want drugs bestonden toen nog niet in de begin jaren zestig) of autocratische presidenten als Erdogan die extra gevoelig is in NL nu we zoveel Turkse landgenoten hebben, zoals ook in Vlaanderen neem ik aan.

Maar ik vraag me wel af hoe het Vlaamse onderwijs zich ontwikkelt, omdat ik alleen via geruchten weet dat er strenge discipline in de klas bestaat en dat geen leerling het in zijn hoofd haalt om dagelijkse thema aan de orde te stellen. Ik heb zelf ook voor gemengde klassen gestaan en dan is duidelijk dat een evenwichtig en uitgebalanceerd – voor zover mogelijk op die leeftijd – debat onmogelijk is vanwege de stelligheid waarmee leerlingen met ‘thuisopvattingen’ elkaar in de haren vliegen.

Vlamingen, antwoordt u mij maar!

Robert Lemm ~ Het labyrint van de filosofie

Lemm kijkt met de blik van een vloekgezant naar de ontwikkelingen die het ons geestelijk steeds moeilijker maken om het goede te willen, onze ziel te laten volgroeien.

Onverbitterd proza, dat, bij alle strijdvaardigheid, voortdurend gevoed wordt door de bewondering die hij koestert, en al essayerend blijft ontwikkelen.

In zijn portrettering gaat Lemm te werk als een evangelist.

Ook als hij een tegenstander karakteriseert.— Willem Jan Otten

Robert Lemm nodigt in soepel en voor eenieder toegankelijk taalgebruik de lezer uit eens buiten de platgetreden paden van voor de hand liggend denken te treden en de blik vrij te maken van vooroordeel om zo vreemd geworden wijsheden opnieuw tegemoet te treden.— Antoine Bodar

Categorieën: ALLES, FILOSOFIE, NIEUW!.

Beschrijving

Product Description

Dit boek is te omschrijven met het motto van de Spaanse filosoof Miguel de Unamuno: “Filosofie en religie zijn elkaars vijanden, maar ze kunnen niet zonder elkaar. Wie vrede hebben met ‘leve het leven, want dood is dood’, zijn ziek, ongelukkig of onoprecht. Een filosofie die niet maalt om ons voortbestaan voorbij het graf, verdwaalt in het labyrint. De Hel is te prefereren boven het Niets.”

Volgens Unamuno zijn filosofie en religie weliswaar elkaars vijanden, maar kunnen ze eigenlijk niet zonder elkaar. Het verstand mag logisch redeneren en argumenteren naar believen, maar alleen het geloof bevredigt het algemeen menselijk verlangen naar voortduren voorbij het graf. Soms zoeken filosofen steun bij de wetenschap, maar de wetenschap heeft geen antwoord op de levensvragen, of de zin van het bestaan. Op dat punt laat de kritiek van de zuivere rede ons in de kou staan. De dichtkunst daarentegen, staat open voor intuïtie. Waar het gezond verstand zich houdt aan de zichtbare werkelijkheid, wil het geestesoog doordringen in het wezen der dingen. Voor Plato waren de mythen openbaringen van een bovennatuurlijke orde, de wereld van het zijnde. Daarin wortelde de waarheid die het doelwit is van de filosofie.

Immanuel Kant, die filosofie en religie scheidde, bezigt een cerebrale schrijfstijl met aan het Grieks ontleende termen om zijn wijsgerige oordelen te standaardiseren. Maar filosoferen blijft een vorm van literatuur, zoals de bovengenoemde dichter-filosoof in zijn werk demonstreert. En zo is ook de denker Nietzsche – die God doodverklaarde om in de levenswil een oude god te herontdekken – een dichter, de dichter-profeet van Zarathoestra.

Ik ga dit boek bestellen omdat ik voel dat hier mooie schrijfstof in staat en nuttig is op deze site!

https://www.deblauwetijger.com/product/robert-lemm-het-labyrint-van-de-filosofie/

 

Deel 2 van ‘Een in mijn ogen een briljant boek wordt de 30e van deze maand uitgebracht: De Bijbel als filosoof lezen en begrijpen in plaats van als theoloog’

Religie laat zich niet weg organiseren (PETER HENK STEENHUIS, Religie & Filosofie, Katern de Verdieping/Trouw, 26/09/16)

openbaring | interview | Onze moderne cultuur heeft de openbaring uit het rijk van rationaliteit en wetenschap verbannen. Volgens filosoof Ruud Welten komt het begrip van pas bij een traumatische inbreuk op de orde, zoals de vluchtelingencrisis.

# Tijdens het gesprek benadrukt Welten dat hij geen theoloog is maar filosoof en dat hij het begrip ‘openbaring’ systematisch wil onderzoeken. Welten: “Als het zin heeft om over openbaring te spreken, dan heeft het hoe dan ook betrekking op iets dat niet uit onszelf voortkomt. Het betreft de boodschap van een waarheid die groter is dan we misschien aankunnen.”

 Als je daar tenminste in gelooft.

# “Nee. Het is voor mij niet relevant om te zeggen: ik geloof in openbaring. Als we zinvol over een openbaring willen spreken, is het iets dat niet uit ons voortkomt, maar tot ons komt.”

Om dat te kunnen begrijpen, moeten we eerst weten wat het is, openbaring?

#  “Openbaring is allereerst een inbreuk op de orde die we in het dagelijks leven nastreven. Een van de filosofen op wie ik me beroep, de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas, spreekt in dat verband over een trauma, een verwonding.

# “Het meest afschrikwekkende voorbeeld daarvan is het verhaal van Abraham die zijn zoon Isaak moet offeren. Dat verhaal interpreteer ik niet theologisch, maar ik beschrijf het als een traumatische ervaring. Wij kunnen ons niet voorstellen wat daar gebeurt, God die van jou eist dat je je zoon offert. Op het moment dat God dit van hem eist, vraagt Abraham zich niet af of hij wel in God gelooft. Of hij het wel of niet eens is met God. De openbaring die daar plaatsvindt, gaat daar ver aan voorbij.”

Inderdaad gaat de openbaring ver voorbij aan de menselijke ratio, die op dat onverwachte moment, geconfronteerd met de opdracht je eigen zoon te doden, niet gaat nadenken of je in God gelooft, dan wel of je het met dat goddelijke eens bent of niet. Veel waarschijnlijker is dat bij Abraham helemaal niet de vraag gesteld hoefde te worden of hij wel gelovig was. Als aartsvader was hij een hypergelovige en hypersensitieve man. Een man die doorlopend contact met de Bron in zijn hart had en daarom ook gesprekken voerde met zijn innerlijke gids. Dit verhaal vertelt mijns inziens daarom symbolisch dat de Bron Abraham op zo’n cruciaal moment wilde testen op zijn bereidheid om zoon te offeren op het offerblok, of zijn geloof in de Scheppende Kracht wel onvoorwaardelijk genoeg was. Het was, gebeurd of niet gebeurd, in de context van allerlei symbolische verhalen en codes, een beproeving en omdat de proef slaagde – dat stond op voorhand al vast – werd hij hiermee ingewijd voor zijn grote levenstaak, om het volk Gods de basis de verschaffen om het te gaan leiden tot een immense groei en een groot volk te worden. Vanuit deze opdracht was gebleken dat Abraham een onvoorwaardelijke Liefde en Trouw te bezitten voor zijn innerlijke geloof. Dat was de Bron natuurlijk bekend, maar het is een dan ook eerder aan de Bijbellezer, die tegen deze achtergrond mogelijk gaat beseffen dat het Hemelse Koninkrijk alleen maar toegankelijk is met deze onvoorwaardelijke goddelijke Liefde en Trouw, zodat er geen Val mogelijk is vanuit dat hoogste goddelijke Bewustzijn. De gevallen Engel Lucifer kan op deze manier geïnterpreteerd nooit een volmaakt Bewuste Engel zijn geweest, maar een Engel uit de lagere sferen, die de leerschool én ervaring van de uitdaging van het Goddelijk Volmaakte wenste aan te gaan. Abraham was dat punt al gepasseerd en was in leven al een heilige en een mysticus.

Een in mijn ogen een briljant boek wordt de 30e van deze maand uitgebracht: De Bijbel als filosoof lezen en begrijpen in plaats van als theoloog

Religie laat zich niet weg organiseren (PETER HENK STEENHUIS, Religie & Filosofie, Katern de Verdieping/Trouw, 26/09/16)

openbaring | interview | Onze moderne cultuur heeft de openbaring uit het rijk van rationaliteit en wetenschap verbannen. Volgens filosoof Ruud Welten komt het begrip van pas bij een traumatische inbreuk op de orde, zoals de vluchtelingencrisis.

Over de apocalyps valt nog wel te praten, en er een gruwelijke film over maken lukt zeker. Over openbaring hoor je daarentegen zelden meer iemand. Het woord lijkt uit te sterven, soms is een ontdekking voor iemand een openbaring, maar meestal is dat een overdreven uitroep. Wordt het woord toch nog gebruikt, dan ben je wel beland bij een theoloog van het archaïsche slag, die het heeft over de Vreze Gods, en wat openbaring daarmee te maken heeft.

Ruud Welten is niet protestant. Is geen theoloog. Is niet archaïsch. Hij schreef eerder boeken met prikkelende titels als ‘Zinvol geweld’, of ‘Het ware leven is elders’, waarin hij onze moderne manier van reizen onder de loep nam. Maar nu, bij zijn inauguratie als bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, gaat Welten in op het verschijnsel openbaring. Sterker nog, zijn verhaal laat zich lezen als een herwaardering van de Vreze Gods.

Tijdens het gesprek benadrukt Welten dat hij geen theoloog is maar filosoof en dat hij het begrip ‘openbaring’ systematisch wil onderzoeken. Welten: “Als het zin heeft om over openbaring te spreken, dan heeft het hoe dan ook betrekking op iets dat niet uit onszelf voortkomt. Het betreft de boodschap van een waarheid die groter is dan we misschien aankunnen.”

Als je daar tenminste in gelooft.

“Nee. Het is voor mij niet relevant om te zeggen: ik geloof in openbaring. Als we zinvol over een openbaring willen spreken, is het iets dat niet uit ons voortkomt, maar tot ons komt.”

 Om dat te kunnen begrijpen, moeten we eerst weten wat het is, openbaring?

“Openbaring is allereerst een inbreuk op de orde die we in het dagelijks leven nastreven. Een van de filosofen op wie ik me beroep, de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas, spreekt in dat verband over een trauma, een verwonding.

“Het meest afschrikwekkende voorbeeld daarvan is het verhaal van Abraham die zijn zoon Isaak moet offeren. Dat verhaal interpreteer ik niet theologisch, maar ik beschrijf het als een traumatische ervaring. Wij kunnen ons niet voorstellen wat daar gebeurt, God die van jou eist dat je je zoon offert. Op het moment dat God dit van hem eist, vraagt Abraham zich niet af of hij wel in God gelooft. Of hij het wel of niet eens is met God. De openbaring die daar plaatsvindt, gaat daar ver aan voorbij.”

 Maar Abraham hoeft zijn zoon uiteindelijk niet te offeren.

“Dat doet er niets aan af dat, als we Abraham naar onze tijd zouden verplaatsen, hij zou worden aangezien voor een religieuze fundamentalist van de gevaarlijkste soort: hij heeft het mes al in zijn hand. Of we zouden hem een DSM 5-classificatie geven en in behandeling nemen. Dat is alleszins traumatisch. En voor alle duidelijkheid: we spreken hier over de aartsvader van de monotheïstische religies.”

In uw oratie en uw boek zoekt u het traumatische aspect van openbaring op. Mij lijkt het een verschijnsel om zo ver mogelijk uit de weg te gaan.

“Vandaar ook ‘trauma’: we weten er niet mee om te gaan. We verdringen het, zou de psychoanalyticus zeggen. Het is daarom niet zo vreemd dat onze moderne cultuur openbaring uit het rijk van rationaliteit en wetenschap heeft verbannen. Dat was het gevolg van wat de socioloog Max Weber beschreef als de onttovering van de wereld. Maar volgens Levinas onthult de openbaring de humaniteit, of de menselijkheid van de andere mens. Kunnen we humaniteit wel begrijpen zonder openbaring?

“Neem het gebod ‘Gij zult niet doden’. Dat komt niet voort uit de rede, uit normen en waarden of uit democratische besluiten, maar uit wat Levinas noemt het gelaat van de ander dat mij, als ik hem zou willen doden, met stomheid slaat. De ander verwondt mij, traumatiseert mij, onderwerpt mij. Het gaat daarbij niet om een besluit dat ik even daarvoor genomen heb. Het is de ander die door zijn beroep op mij, mijn humaniteit onthult.”

 Dat wij niet mogen doden, heeft weinig met het gelaat van de ander te maken. Het staat in de wet.

“Dat is ook een van de belangrijkste redenen dat wij openbaring uit het moderne leven weren. Wetten, jurisprudentie, politiek – in een bureaucratie worden afspraken gemaakt zonder aanziens des persoons. Maar wat de religie openbaring noemt, begint juist bij het aanziens des persoons. Daar begint humaniteit. Dat aanzien kan jou verwonden en jou dwingen te handelen. Als mens, als staat, als Europa.”

 Kunt u daarvan een voorbeeld geven?

“De vluchtelingenproblematiek is voor Europa een trauma. Het is voor de vluchteling een trauma alles te moeten opgeven wat hij heeft. Dat is al erg genoeg. Maar ik bedoel het als een nog veel groter trauma. Wij, in Europa, hadden het zo mooi voor elkaar: grondwet, regels, wetten. Die eindeloze oorlogen tussen Frankrijk, Engeland en Duitsland behoren tot het verleden. We hebben een munt, politiek gezien proberen we één te worden. En toen was daar die vluchteling. Die kwam nou net niet in het plan voor. De vluchteling slaat letterlijk een bres in de fysieke en ideële grenzen van Europa.”

En daarmee weten we geen raad?

“Nee, en dat is het kenmerk van een trauma. Dat is niet rationeel, wij willen alles rationeel verklaren en oplossen. Dat zie je ook terug in ons praten over God, of het nu atheïstisch is of gelovig. Wij kunnen alleen nog over God denken als een object, waarover wij kunnen besluiten te zwijgen, of die wij uit ons denken kunnen verbannen. God zou bestaan bij gratie van ons geloof. Dat is precies wat God niet is. Ik zeg niet dat God bestaat, ik zeg: als God bestaat, bestaat hij niet omdat ik besluit dat hij bestaat. Daarmee wordt God een consumentenproduct, een klachtenbalie, een gouden kalf.”

Wat betekent het als je zo naar openbaring gaat kijken?

“Wij reduceren religie tot een kerk met gebruiken, rituelen, teksten; religie biedt troost, hoop, rust. Dat is de godsdienstige kant van religie. Openbaring is dat aspect van religie dat niet vanuit de mens en samenleving begrepen kan worden. Ik noem dat het religieuze van de religie. Je zou bij openbaring ook kunnen denken aan een term als de Vreze Gods.”

De Vreze Gods? Die was toch juist verdwenen uit onze samenleving?

“De kracht van de Vreze Gods als concept is dat het aangeeft dat God geen product is van ons verlangen. De vrees en de angst maken dat juist onmogelijk. Wij hebben echter de neiging om religie te modelleren naar seculiere maatstaven. Daarmee ontnemen we onszelf de toegang tot religie. Van de religieuze mens eisen we dat hij gematigd is, dat wil zeggen: afscheid neemt van openbaring. We achten onszelf tolerant, maar niets is minder waar: religie mag, zolang het seculier is. En we zien niet dat dit, juist op seculier niveau, enorme problemen veroorzaakt.

“Als je openbaring serieus neemt, werpt dat een ander licht op religie dan we vandaag gewend zijn: de vraag is niet hoe religie kan worden geïntegreerd in de moderne samenleving, maar andersom: waarom religie, gedacht vanuit openbaring, zich onherroepelijk aan de moderne samenleving onttrekt. Juist daardoor begrijpen we niet waarom religie ondanks alle doodverklaringen aan God in onze wereld persisteert. Religie laat zich niet weg organiseren. En dat is wel wat we nu doen: we drijven religie in het nauw.

“Als er een fundamentalistische aanslag gepleegd wordt, zijn we er snel bij om te zeggen: maar dat is geen echte religie! Wel, daarvan ben ik nog niet zo zeker. Het is geen religie zoals wij haar graag wensen te zien: redelijk, humaan, gericht op de dialoog, tolerant, gematigd, kortom, geseculariseerd. We hebben ons de toegang tot een begrip van religie ontnomen.”

Wat zouden we dan moeten doen?

“We moeten het trauma ingaan, in plaats van ervoor te wijken. Abraham kan het verbod op het offeren van zijn zoon alleen maar horen omdat hij het trauma is ingegaan.”

boek en oratie

Als de graankorrel niet sterft. Een filosofische archeologie van openbaring van Ruud Welten verschijnt 30 september bij uitgeverij Klement. Die dag vindt zijn oratie plaats in de aula van de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/4383628/2016/09/26/Religie-laat-zich-niet-weg-organiseren.dhtml