Categorie archief: RuudWelten

Deel 2 van ‘Een in mijn ogen een briljant boek wordt de 30e van deze maand uitgebracht: De Bijbel als filosoof lezen en begrijpen in plaats van als theoloog’

Religie laat zich niet weg organiseren (PETER HENK STEENHUIS, Religie & Filosofie, Katern de Verdieping/Trouw, 26/09/16)

openbaring | interview | Onze moderne cultuur heeft de openbaring uit het rijk van rationaliteit en wetenschap verbannen. Volgens filosoof Ruud Welten komt het begrip van pas bij een traumatische inbreuk op de orde, zoals de vluchtelingencrisis.

# Tijdens het gesprek benadrukt Welten dat hij geen theoloog is maar filosoof en dat hij het begrip ‘openbaring’ systematisch wil onderzoeken. Welten: “Als het zin heeft om over openbaring te spreken, dan heeft het hoe dan ook betrekking op iets dat niet uit onszelf voortkomt. Het betreft de boodschap van een waarheid die groter is dan we misschien aankunnen.”

 Als je daar tenminste in gelooft.

# “Nee. Het is voor mij niet relevant om te zeggen: ik geloof in openbaring. Als we zinvol over een openbaring willen spreken, is het iets dat niet uit ons voortkomt, maar tot ons komt.”

Om dat te kunnen begrijpen, moeten we eerst weten wat het is, openbaring?

#  “Openbaring is allereerst een inbreuk op de orde die we in het dagelijks leven nastreven. Een van de filosofen op wie ik me beroep, de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas, spreekt in dat verband over een trauma, een verwonding.

# “Het meest afschrikwekkende voorbeeld daarvan is het verhaal van Abraham die zijn zoon Isaak moet offeren. Dat verhaal interpreteer ik niet theologisch, maar ik beschrijf het als een traumatische ervaring. Wij kunnen ons niet voorstellen wat daar gebeurt, God die van jou eist dat je je zoon offert. Op het moment dat God dit van hem eist, vraagt Abraham zich niet af of hij wel in God gelooft. Of hij het wel of niet eens is met God. De openbaring die daar plaatsvindt, gaat daar ver aan voorbij.”

Inderdaad gaat de openbaring ver voorbij aan de menselijke ratio, die op dat onverwachte moment, geconfronteerd met de opdracht je eigen zoon te doden, niet gaat nadenken of je in God gelooft, dan wel of je het met dat goddelijke eens bent of niet. Veel waarschijnlijker is dat bij Abraham helemaal niet de vraag gesteld hoefde te worden of hij wel gelovig was. Als aartsvader was hij een hypergelovige en hypersensitieve man. Een man die doorlopend contact met de Bron in zijn hart had en daarom ook gesprekken voerde met zijn innerlijke gids. Dit verhaal vertelt mijns inziens daarom symbolisch dat de Bron Abraham op zo’n cruciaal moment wilde testen op zijn bereidheid om zoon te offeren op het offerblok, of zijn geloof in de Scheppende Kracht wel onvoorwaardelijk genoeg was. Het was, gebeurd of niet gebeurd, in de context van allerlei symbolische verhalen en codes, een beproeving en omdat de proef slaagde – dat stond op voorhand al vast – werd hij hiermee ingewijd voor zijn grote levenstaak, om het volk Gods de basis de verschaffen om het te gaan leiden tot een immense groei en een groot volk te worden. Vanuit deze opdracht was gebleken dat Abraham een onvoorwaardelijke Liefde en Trouw te bezitten voor zijn innerlijke geloof. Dat was de Bron natuurlijk bekend, maar het is een dan ook eerder aan de Bijbellezer, die tegen deze achtergrond mogelijk gaat beseffen dat het Hemelse Koninkrijk alleen maar toegankelijk is met deze onvoorwaardelijke goddelijke Liefde en Trouw, zodat er geen Val mogelijk is vanuit dat hoogste goddelijke Bewustzijn. De gevallen Engel Lucifer kan op deze manier geïnterpreteerd nooit een volmaakt Bewuste Engel zijn geweest, maar een Engel uit de lagere sferen, die de leerschool én ervaring van de uitdaging van het Goddelijk Volmaakte wenste aan te gaan. Abraham was dat punt al gepasseerd en was in leven al een heilige en een mysticus.