Categorie archief: Stolp

En het begon allemaal bij het mythische of mythologische tijdperk voor ons allemaal

‘Van Peursen deelt de geschiedenis van de mensheid in drie grote perioden in: het mythische tijdperk, het ontologische tijdperk en het functionele tijdperk. In het mythische tijdperk, dat teruggaat tot ver in de eeuwen, waarvan we geen enkele kennis hebben, weet de mens zich omringd dóór en één met allerlei geheimzinnige krachten, als natuurmachten en goden. Die krachten zijn zo bedreigend, dat de mens naar manieren zoekt om zich temidden daarvan staande te houden. Die manier vindt hij in de religieuze verhalen, de mythen. Door het spel van de mythen te spelen kan de mens deelnemen aan heel dat krachtenspel van de machten om zodoende die machten te beïnvloeden en zoveel als mogelijk is naar zijn hand te zetten. Dat heeft de mens een zeker houvast in een wereld, waarin hij aan allerlei bedreigende situaties is overgeleverd. Daarbij ervaart de mens in die tijd nog geen afgebakende grens tussen zichzelf en de wereld om hem heen: heel die wereld, zichzelf daarbij ingesloten, vormt één, onontwarbaar geheel. Zelfs het eigen lichaam is nog niet afgebakend: de tropisch woekerende plantengroei wordt soms gezien als voortzetting van de eigen ingewanden. De mens maakt dus nog geen onderscheid tussen wat van hemzelf is en wat buiten hem is. Angst is daarom niet een psychische opwelling, zoals wij dat in onze tijd hebben leren verstaan, nee, het is een angstdemon, die van de mens bezit neemt. In zo’n ongescheiden wereld is het spel van de mythe het énige antwoord om staande te blijven. De evolutie gaat echter verder; geleidelijk neemt de mens meer afstand van de wereld die hem omringt en begint de scheiding tussen hemzelf  en de wereld om hem heen zich te voltrekken. En daarmee begint de tweede grote fase in de geschiedenis van de mensheid: het ontologische tijdperk dat omstreeks 600 voor Christus begint.’

[Hans Stolp, Karma, reïncarnatie en christelijk geloof. Ten Have 1996/2005; 17-18]

Hans Stolp over toekomst van bestaande godsdiensten [1]

De titel van het boek ‘Aan synagoge, kerk en moskee voorbij’ (2006) verraadt iets van ‘verleden tijd’ omdat het over ‘voorbij’ gaat in de titel; en de bijtitel luidt ‘Van religie naar menswording’ zodat gehint wordt op bestaande religies die voorbij gaan. Wat bedoelt Stolp daarmee? Op de achterflap staat dat: ‘door de opkomst van de islam in het Westen een nieuwe belangstelling voor religies is ontstaan. Zijn behandeling van dit thema is gebaseerd op de basisvraag zoals: ‘Zijn alle religies in wezen aan elkaar gelijk of is de een ‘beter’ of ‘hoger’ dan de ander? Die vraag is belangrijk omdat de conflicten en oorlogen de laatste tijd steeds meer langs religieuze lijnen lijken te lopen. Dat omdat elke religie een eigen opdracht blijkt te hebben in de tijd en de cultuur waarbinnen deze is ontstaan. Bovendien hebben alle religies volgens Stolp ‘in wezen dezelfde bedoeling: de mens te leiden en te ondersteunen op diens weg naar werkelijke menswording.’ Vandaar de vervolgvraag: ‘Wat is de opdracht van de afzonderlijke religies? En hoe ziet die weg naar menswording er dan wel uit?’ Dit belooft alsnog (nooit in een krant een recensie van dit boek gelezen..), dus een intrigerend boek te worden, omdat het óók om de islam gaat van ná 11 september 2001, ofwel in de Amerikaanse ‘typologie’: 9/11.

En ik verontschuldig mijzelf alvast voor het feit dat ik dit boek in 2006 weliswaar verslónden heb, maar op een heel andere manier dan ik ‘toen’ dacht; althans ik heb nu een heel nieuwe dimensie (op weg naar 5D?) ontdekt. Ik was tóen (en mijn hele leven al) op zoek naar een universele religie, en dacht die in dit boek gevonden te hebben, maar wat ik toen niét goed gelezen had, blijkt nu te gaan om iets wat ik toen nog niet goed kón begrijpen. Dat ‘moment’ is dus nu voor mij aangebroken en daarom deel ik mijn ‘ontdekking’ van ‘vandaag’ met jullie. Maar weer wordt het een lange serie… want het gaat om een wijziging van de oude kosmologie. We beginnen bij ‘Ten geleide’:

Een nieuwe aandacht voor religie

‘De islam heeft het thema ‘religie’ weer op de kaart gezet’.

*Maar dat gebeurde toen niet onder invloed van het islamextremisme van vandaag, maar de toenmalige ‘stand van zaken’ binnen de katholieke kerk, dat kort moet worden beschreven.

‘Toen paus Johannes Paulus II na een lange ziekte stierf, waren er velen die daarin een symbool zagen: net als de paus waren Kerk en christendom ernstig ziek. Ook deze zouden, zo was de verwachting van velen, na een langgerekt ziekbed sterven. Vele mensen hebben via de televisie de ziekte van de paus meebeleefd en hebben de tragiek ervan gevoeld: hoe het de oude en zieke paus aan het einde van zijn leven ontbrak aan ieder spoor van vitaliteit. Maar juist dát zagen velen als symbool: ook de Kerk en het christendom bezaten immers – zo meenden zij – geen enkele vitaliteit meer en waren bijvoorbeeld niet meer in staat jongere generaties te bezielen en te inspireren. Vele mensen dachten dan ook dat het thema ‘religie’ niet meer van deze tijd, en voorgoed voorbij was.

‘De islam heeft echter duidelijk gemaakt dat het thema ‘religie’ om een nieuwe bezinning en doordenking vraagt. Deze geloofsrichting blijkt over een sterke en krachtige vitaliteit te beschikken waarmee ze volgelingen, onder wie ook vele jongeren, weet te inspireren en te bezielen. De islam vraagt nadrukkelijk om respect voor de eigen religieuze gevoelens, inzichten en rituelen en vraagt daarmee ook om respect voor religie in het algemeen. Net nu we dachten dat het thema ‘religie’ afgedaan leek, brengt de islam aanhangers van andere religies ertoe om zich niet alleen met de islam bezig te houden, maar ook om zich opnieuw op hun eigen religie te bezinnen, én op religies in het algemeen. En ook mensen die geen enkele geloofsovertuiging hebben en bij geen enkele religie houvast kunnen vinden, worden door de huidige situatie in feite gedwongen  zich opnieuw te bezinnen op het thema religie.

Sinds 11 september 2001 – de aanval van Osama Bin Laden op de Twin Towers in New York – is de westerse cultuur in toenemend conflict geraakt met de islam. Dat conflict heeft zich inmiddels al zo toegespitst, dat we kunnen zeggen dat het begrip voor de islam, en voor het thema dat deze godsdienstige stroming ongewild op de agenda zet: het thema ‘religie’, noodzakelijk is. Het is mijn diepe overtuiging dat zonder inzicht in en begrip van de islam, en dus voor religie in het algemeen, de confrontatie tussen de islam en de westerse cultuur onvoorstelbaar veel lijden zal veroorzaken. Daarmee is de noodzaak van een nieuwe bezinning op religie een gegeven.

Wordt vervolgd

[Bron: Hans Stolp, Aan synagoge, kerk en moskee voorbij. pp.7-8]