Categorie archief: Spirituele geschiedenis

Socrates, Jezus en Boeddha [5]

De reis van de menselijke ziel

[164-165] Als we de dialogen van Plato lezen waarin Socrates zijn onsterfelijkheidsleer uiteenzet, in het bijzonder de Phaedrus en de Phaedo, moeten we ons wel verbazen over de verrassende verwantschap tussen zijn gedachten en die van Boeddha. Hoewel Socrates het bestaan van een eeuwige, onvernietigbare ziel verdedigt, terwijl de Boeddha deze met zijn leer van het niet-zelf verwerpt, ondersteunen ze allebei namelijk de gedachte van een kringloop van wedergeboorten, waarbij elke geboorte door de voorafgaande wordt geconditioneerd, omdat het doel van deze kringloop een zuivering is gericht op het bereiken van hogere sferen. Terwijl de Boeddha , zijn leer uit het vedische India heeft geërfd, zijn de gedachten die Socrates oppert met name bij zijn voorganger Pythagoras terug te vinden, de filosoof, wiskundige en vooral wijze meester, die een inwijdingsschool heeft gesticht.

Zoals bekend was Pythagoras een tijdgenoot van de Boeddha. Zou hij in India zijn geweest? Dat wordt in de legende over hem beweerd, maar voor zo’n reis is geen enkel bewijs. Het is daarentegen heel goed mogelijk dat hij, in een wereld waarin veel werd gereisd, wijzen uit het Indische subcontinent heeft gekend en werd aangetrokken door hun leer van het hiernamaals. Hij veronderstelde in elk geval de pre-existentie van de ziel, waarvan de aardse incarnatie geen beloning maar een straf is: de ziel, belast met haar zonden en belust op het bereiken van het bereiken van het land van de Gelukkigen, moet het leven op aarde benutten om zich door rituelen en ascetische praktijken te zuiveren.

Wordt vervolgd