‘Wat de fysieke substantie betreft leek het tweede wortelras enigszins op kwallen. Ook zij werden uit welwillendheid menselijk genoemd, omdat ze de voornaamste en treffendste kenmerken en eigenschappen van de menselijke soort nog niet hadden ontwikkeld: de psychische, mentale en spirituele vermogens die gezamenlijk hun werk doen door middel van ijle en onzichtbare omhulsels, die op hun beurt samen werken om zich door middel van een fysiek lichaam tot uitdrukking te brengen.
Het waren ‘omhulsels’ in die zin dat ze nog niet zelfbewust waren vervuld met de spiritueel-intellectuele dhyani-chohanische essenties en krachten, zoals ook een klein kind vanaf zijn geboorte een menselijk ‘omhulsel’ is in bovenbedoelde zin, totdat de langzaam incarnerende dhyani-chohanische essentie of het psychomentale fluïdum van zijn incarnerende ego zich begint te manifesteren.
Het wortelras plantte zich voort door deling, dat wil zeggen, doordat een deel van de ouder afbrak en dit deel zich ontwikkelde om precies zoals zijn ouder te worden, bijna op de manier die levende cellen nu volgen. Een levende cel is een geleiachtige, halfastrale entiteit. Het woord ‘geleiachtig’ geeft een tamelijk goede beschrijving van het stadium tussen het stevige vlees en de etherische maar toch halfzichtbare ijlheid van het lagere astrale. Vlees is in feite verdichte of compacter eerste geworden astrale substantie – de dichtste astrale en de ijlste fysieke stof zijn praktisch identiek. De twee rijken, het lagere astrale en het etherisch-fysieke versmelten hier; er is absoluut geen scheidslijn tussen beide.
In de eerste stadia van zijn evolutionaire ontwikkeling zou men het eerste wortelras reusachtige astrale cellen of puddingzakken kunnen noemen. Deze cellen plantten hun soort voort en werden vervuld met de astrale essentie van het laagste fluïdum van de dhyani-chohans. Gedurende de evolutionaire levensloop van het eerste wortelras ondergingen deze cellen kleine wijzigingen in vorm en grootte die doen denken aan die van de amoebe, en gingen geleidelijk steeds meer lijken op het astrale type waaromheen ze zich in de loop van de eeuwen langzaam kristalliseerden. Dus toen het tweede wortelras op het toneel verscheen, was de soort van dit nieuwe ras – een evolutionaire voortzetting in de tijd van het eerste wortelras – al een duidelijke hoewel onvolmaakte vorm gaan vertonen van wat in latere eeuwen tegen het eind van het derde wortelras lichamen met een menselijke gedaante moesten worden, die menselijke kenmerken bezaten, hoewel zelfs deze nog onvolmaakt waren, vergeleken met het fysieke gestel van de mens van nu.
De natuur herhaalt zich overal. Zoals in het geval van een mens: zijn eerste fysieke verschijning is een microscopisch kleine cel of ei dat langzaam de zich herhalende stadia doormaakt van de evolutieweg die het ras in het verleden heeft afgelegd, tot het embryo dat – na zijn verschillende aanpassingen tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder te hebben voltooid – nu menselijk is geworden, als een kind wordt geboren en vanaf de geboorte geleidelijk de innerlijke psychische, mentale, intellectuele en spirituele vermogens, die de mens werkelijk tot mens maken, begint te manifesteren. Hier hebben we een zich herhalend beeld van de stadia van evolutionaire ontwikkeling die achtereenvolgens door het eerste, het tweede, het derde en het vierde wortelras werden doorlopen – terwijl onze huidige menselijke stam met al zijn verschillende soorten of variaties het vijfde wortelras wordt genoemd.
*Tot slot van dit derde deel meld ik dat hierboven de algemene evolutionaire eigenschappen van het menselijk leven op aarde zijn gekwalificeerd, maar dat alle genoemde eigenschappen per wortelras op andere bewoonde planeten weliswaar op basis van dezelfde universele grondbeginselen zijn vastgesteld, maar dat per planeet andere plaatselijke natuurwetten gelden, maar dat ze allemaal op enigszins verschillende vormen van uitwerking worden voorzien, maar uiterlijk totaal anders van uiterlijk kunnen zijn. Zo zijn we geheel gewend aan onze eigen menselijke trekken op aarde, terwijl dezelfde mensheid op andere plaaneten totaal onherkenbare trekken hebben die bij ons. Zo bestaan er planeten met mensenrassen die inderdaad zichtbaar zijn als reptielen en draken maar toch mens zijn en ook wij op aarde hebben op alle bewoonde planeten een of meer levens doorgebracht. Waarom is dat zo? Omdat wij groeien naar het volmaakte bronbeeld van de Grote Bron of Geest, met ervaring op alle planeten of zonnen aangezien we niet zelfscheppend kunnen worden als we niet onder die omstandigheden zelf levens hebben meegemaakt. Zo is er wel een heel ‘merkwaardig’ voorbeeld van een mensenleven beschreven in de vorm van zielenwezens die leven in een massieve steen en die zich ook via die steenmassa kunnen verplaatsen om die levenservaring op te doen, want onder de Liefde van de Bron is alles mogelijk. En ieder verzoek wordt ook gehonoreerd als het niet strijdig is met de kosmische beginselen of levenswetten, noch in strijd met het eigen evolutiepad dat inmiddels doorlopen is want ‘zo maar wat kiezen’ is zinloos en wordt niet goedgekeurd. En wat dit laatste aspect betreft, ieder leven dat gaat aanvangen met een geboorte op een bepaalde planeet of een ster wordt in overleg met de eigen gidsen en Meesters vastgesteld in de blauwdruk – levenscontract – voor dat leven. Niets gebeurt zonder toestemming van de Bon en wat betreft levens met het doel om oud karma te vereffenen, kunnen levens gepland worden waarin het ene ongeluk na het andere ongemak en andere teleurstelling kan plaatsvinden. De aardse gewoonte om ‘God’ de schuld te geven van dat ongemak is daarmee ook te verklaren als een grote denkfout die de aardse mens maakt (vanwege een verkeerde ouderlijke opvoeding) die zelf onwetend waren over de universele levenswetten omdat het allemaal gebaseerd is op vereffening en dus uitzuivering van oud karma van één of meer verschillende verkeerd gelopen levens waarin de betrokken ziel negatief karma heeft opgebouwd door onjuiste keuzes en handelingen. ‘God’ de schuld geven is ook onzin omdat de ‘persoonlijke’ God niet bestaat; de Bron is goddelijk volmaakte Universele Energie, Zelfbewuste Energie.