Uitgangspunt over waarden en normen is dat in ons land ten tijde van de zuilenmaatschappij (van de vaststaande kerken en geloofsovertuigingen vanuit de geboorte) de meerderheid van de bestaande waarden zoals naastenliefde, solidariteit, vrijheid en gelijkwaardigheid om rechtvaardigheid niet te vergeten, vanuit de waarden van het geboorteplaats vaststond en daarom door een meerderheid van de bevolking werd gesteund zodat er een absolute meerderheidsdraagvlak bestond voor die waarden.
Dat veranderde sinds de zuilenmaatschappij door secularisatie verdween en ieder huisgezin eigen oude tradities en waarden probeerden te handhaven. Dat werd een moeizaam proces en zeker toen de instroom van arbeidsmigranten op gang kwam in de jaren 60 tot 80 in de vorige eeuw, omdat er toen een groeiende islamitische bevolkingsgroep in ons land kwam wonen. Integratiebeleid dat toen door de overheid werd ontwikkeld, was niet overtuigend en bleef een kwestie van ‘worstelen en zoeken’. Ons land werd een meerkleurige bevolking ofwel een multiculturele samenleving, zoals overal ter wereld. Vandaar dat er toen een noodzaak ontstond om waarden en normen die ooit bij geboorte werd overgedragen aan de volgende generatie, niet meer kon voldoen aan die veelkleurige samenleving waarin vele waarden en normen door elkaar kwamen te staan en op een zeker moment als feitelijke situatie bestond. Met de nodige botsingen in volkswijken tot gevolg.
Individualisering en verzakelijking
Veel maatschappelijke instituties hebben steeds meer moeite om hun rol met betrekking tot waarden en normen naar behoren te vervullen. Dit kwam echter door andere, namelijk technologische omstandigheden binnen fabrieken en het bedrijfsleven en in een latere fase de digitalisering en robotisering.
Kortom, de oorzaak hiervan is gelegen in een aantal maatschappelijke en politieke ontwikkelingen die niet alleen het (interne) functioneren van de instituties onaangetast hebben gelaten, maar ook ertoe hebben geleid dat er vanuit de samenleving steeds zwaardere eisen aan hen werden gesteld.
Er komt een druk van buiten door de individualisering en de toenemende verscheidenheid van de gebruikers én er komt een druk van boven van overheidseisen: de verzakelijking.
De term ‘individualisering’ kan worden gebruikt als verzamelnaam van een breed scala aan sociaal-culturele veranderingen die zich in de laatste decennia aftekenen. In het kader van onderzoek dat gedaan is over waarden, normen en gedrag zijn de belangrijkste aspecten van de individualisering de afname van het belang van traditionele sociale kaders en verbanden, de hogere verwachtingen van burgers en de toename van de gevoeligheid en de verschillende rollen in steeds meer uiteenlopende functies van burgers. Ook kregen individuen een steeds grotere vrijheid om zelf te kiezen tot welke groep zij willen of wilden behoren en welke waarden en normen zij aanhangen. Het is hierdoor ook niet meer vanzelfsprekend dat men door anderen op zijn of haar gedrag wordt aangesproken.
Dat wordt nog versterkt door het sterk gestegen opleidingsniveau, de secularisatie en de toegenomen informatievoorziening via de massamedia, waardoor mensen beter geïnformeerd en mondiger zijn geworden, minder ontzag hebben voor autoriteit en gezagsdragers en zich minder gemakkelijker door anderen de wet laten voorschrijven. Als gevolg hiervan neemt de voorspelbaarheid van het gedrag van burgers af en neemt de pluriformiteit toe. Overigens is de toename van de keuzevrijheid slechts relatief: het gedrag van mensen blijft in hoge mate bepaald door de omstandigheden waarin zij verkeren en de invloeden die zij ‘van buiten’ ondervinden.
Wordt vervolgd