[68] We gingen weg van de aarde, verder het heelal in. Al in korte tijd verlieten we het zonnestelsel en gingen steeds dieper en verder. Na een lange reis kwamen we in een ander zonnestelsel. De ster die hier de rol van de zon had, was iets kleiner dan de zon die wij kennen en gaf ook een ander licht. Het was eerder een beetje witblauw en erf fel. Mijn aandacht werd getrokken door de planeet die op één na het dichtst bij de ster was. Ik kon een vreemd landschap waarnemen zonder zichtbaar leven. Wel zag ik heel oude ruïnes van monumenten, gebouwen en steden. Ooit was deze planeet bewoond geweest, maar vanwege de enorme droogte was er geen leven meer mogelijk.
[69] De engel zei: ‘Dit is het oorspronkelijke huis van de mensheid. Jullie komen hier vandaan en hebben hier duizenden jaren lang geleefd tot het einde. Dit einde was een ware ramp voor de mensen van toen. Dat einde ga je nu opnieuw zien.’
We gingen verder terug inde geschiedenis van de planeet. Ik zag nu een fantastisch mooie planeet met uitgestrekte landschappen en oceanen. In zekere zin deed de aanblik mij een beetje denken aan de aarde, maar het landschap hier was veel mooier en kleurrijker. Het was vooral helder. Ik zag hoie de beschaving zich hier enorm had ontwikkeld, en dat die in heel veel opzichten superieur was aan die van de aarde van nu. Verder viel het me op dat er geen onderverdeling in landen aanwezig was. Er was wel een groot bestuur, maar geen politieke leiding. De leden van het grote bestuur controleerden de uitvoerders van infrastructurele werken, de zorg, en het onderwijs; dat was alles.
*Dit zijn dus precies die elementen waar het nu aan mankeert wat het aardse bestuur betreft. Maar hierbij mag ook worden opgemerkt dat alle planeten van ons zonnestelsel dezelfde problemen hebben gekend en tot een oplossing moesten brengen en dat gebeurde op Venus door het geldstelsel af te schaffen [zie Omnec Onec] en dus tot ruilhandel over te gaan. Dat is al veel rechtvaardiger. Dan wordt niemand meer in de verleiding gebracht om extreme winsten te vragen aan de medemens.
‘Het geheel maakte een vredige indruk. De aanblik deed me eerder denken aan Plato’s beschrijving van Atlantis dat ik in mijn visioen gezien had. Deze beschaving was is veel opzichten superieur.
Plotseling zag ik hoe deze situatie aan het veranderen was. Een gigantische komeet naderde de ster en bewoog zich langzaam inde richting van de planeet. De hitte van de ster en de wrijving in de atmosfeer van de planeet zorgden dat de komeet begon te smelten; grote en kleine stukken ervan kwamen los. Deze ijsballen kwamen in een baan rond de planeet en naderden de planeet. Ik zag hoe de mensen in paniek raakten. Telkens als er een ijsbal op de planeet neersloeg, steeg het water. Dat hele proces nam enige maanden in beslag. Op een gegeven moment was het water in de oceanen zover gestegen dat alle landmassa’s verdwenen waren. Alles war nu onder water en ik zag hoeveel mensen in bootachtige voorwerpen en op kunstmatige eilanden op het water leefden. Veel mensen waren omgekomen, het leven van de overlevenden was enorm veranderd. De planeet was nu ogenschijnlijk rustig.
[70] Maar in de korte periode die aan de volledige overstroming vooraf ging, had ik kunnen zien hoe een paar ruimteschepen met een klein groepje mensen en dieren en zaden van de planeet was weggevlogen. Op zoek naar een nieuwe woonplaats en om de achtergebleven mensen weer op te kunnen halen op het moment dat er een nieuwe woonplaats gevonden was. De mensen die achterbleven leefden echter niet lang meer. Er was immers geen mogelijkheid om voedsel te verbouwen en om nieuwe bodemschatten aan te boren. Na enkele generaties, die met steeds grotere problemen te maken hadden gekregen, was er geen levend wezen meer over op de planeet. Het enige wat was overgebleven waren de vissen en andere oceaandieren.
*Nu kunnen we ons in de eerste plaats afvragen of dit drama paste binnen het komische plan of de universele blauwdruk. Het antwoord luidt: dat dit zeker het geval is en ook dat we ons niet realiseren dat iedere ziel die zijn evolutiepad op de stoffelijke planeten doorbrengen, dit verschijnsel al eens hebben meegemaakt en dat geldt voor bijna alle aardbewoners van dit moment omdat zij anders niet op dot moment op aarde werden geïncarneerd. Dat geldt ook voor de meerdere transformatiemomenten (‘shifts’) die we ook al hebben meegemaakt in één of meerdere levens op de aarde. En het wonderlijke is, dat als dat moment van de shift in deze tijd aanbreekt, die die zielen zich die verschijnselen zullen herkennen en daarmee ook direct accepteren. Zijn hoeven er geen angst voor te hebben. Zelfbeheersing is op dat moment het enige dat van hen gevraagd wordt. In alle rust die ontwikkelingen afwachten is het enige dat helpt en heilzaam is.
In de tweede plaats wordt nu ook een signaal aan de politiek duidelijk, namelijk dat niet ‘alles’ op de ‘juiste’ manier in te schatten is en dat ook wij alsnog kunnen worden overvallen tegen de een dergelijke superkomeet. Daar is geen kruit tegen opgewassen. In verband met alle spanningen en conflicten rondom klimaatverandering en het milieuvraagstuk zou het raadzaam zijn hiermee rekening te houden en niet alle bestaande data voor gegeven en vaststaand te houden. Dan draaien we ons een rad voor eigen ogen.
[72] De mens had op deze planeet ooit een mooi leven. Het was geestelijk goed ontwikkeld, en beleefde het goddelijke bewustzijn. De ondergang van deze planeet heeft niets te maken met een “straf” van God de Bron en dus ook niet met “de zondvloed”. Er bestaat namelijk helemaal geen straf in Gods wezen, wel ontwikkeling en vooruitgang. De zielen die over zijn gegaan in de periode van ondergang van deze planeet zijn de mens-engelen die de zielen in de mensen van nu begeleiden. Zij zijn jullie voorgegaan op het pas van het werkelijke licht. Juist omdat zij engelen [in de literatuur wordt de visie verdedigd dat ‘echte’ engelen nooit een leven op een planeet hebben meegemaakt] zijn, is het mogelijk dat de oerherinnering versterkt wordt als de mens bewust aansluiting zoekt bij zijn of haar geestelijke begeleiders. Datzelfde geldt voor de mogelijke vermenging van buitenaardse mensen met aardse mensachtige wezens. In bepaalde gevallen is dat wel gebeurd, maar anders dan sommige mensen denken. De prehistorische mensachtigen stierven uit; slechts enkelingen gingen op in de mens die zich begon te ontwikkelen. Dat thema mag dus gerust losgelaten worden.
In de komende visioenen krijg je meer te zien over de beleving van het goddelijke bewustzijn van de mens. Daarom is het belangrijk en nodig om deze beelden uit het verre verleden te zien. Jullie oorsprong is zo anders dan jullie denken en geleerd wordt. Als mensen zich beter zouden kunnen verhouden tot hun oorsprong, zouden ze zich niet zo verloren voelen. Juist dat is zo moeilijk op dit moment in de samenleving waar je onderdeel van bent. Men is de weg naar de Bron gewoon kwijt.’
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.