Gedachten en overwegingen voor deze week: ‘over religie en liefde’

Christendom, religie van de liefde en ‘Bemin je naaste als jezelf’

‘Wie geen relatie met zichzelf heeft, kan ook geen relatie met anderen  krijgen. Dat is volkomen duidelijk, want wie niet met zichzelf in het reine is, houdt zich zoveel met zichzelf bezig, dat hij zich niet naar anderen kan toe keren.

Om deze reden is er in het christendom, de religie van de liefde, de volgende zin, die iedereen kent, en die bijna niemand serieus neemt: ‘Bemin je naaste zoals jezelf.’ Zoals jezelf: de liefde voor jezelf is de basis van de naastenliefde. Dat is theologisch niet zo duidelijk uitgelegd; eeuwenlang predikte men tegen de zelfliefde. Maar tegenwoordig erkent men dat dit helemaal niet tot zuivere naastenliefde leidt. U en ik, we kunnen het aan onszelf waarnemen: onze pogingen anderen te beminnen blijven tevergeefs als de liefde jegens onszelf er niet de krachten voor ter beschikking stelt, die volledig verbruikt en verkwist kunnen worden.

Maar hoe onderscheiden we nu zelfliefde van zelfzucht? Aristoteles noemde reeds een eenvoudig kenmerk: als de liefde voor jezelf er alleen omwille van zichzelf is, dan gaat het om louter egoïsme. Als haar bestaansgrond daarentegen is dat ze toewijding aan anderen mogelijk maakt, dan kan ze geen zelfzucht zijn. Geheel onbaatzuchtig is niemand; alle aandacht voor anderen komt onszelf immers weer ten goede. Innerlijke rijkdom verwerven we in het leven tenslotte niet zelf, maar dankzij de anderen. De echte vervulling van het ik is daarom de gerichtheid op anderen. Zo bezien is de kwestie niet meer of je van jezelf mag houden. Er zijn eerder redenen om het als een morele plicht te zien.’

*Om dit mooie (maar wat ingewikkelde) betoog heel simpel af te ronden: mijn hartsbewustzijn geeft mij in dat als je de medemens thuis, en op straat, en in de winkel bij de kassa of in de bus maar heel eenvoudig als je kosmische broeder of zuster kunt beschouwen, en hart voelt spreken: het hart van de ander heeft een kosmische verbinding met je eigen hart omdat ze ál verbonden zijn, zodat daarmee  de levenscyclus rond is: iedereen is met elkaar verbonden. Punt. Maar het bovenstaande citaat blijft geldig!

[Bron: Wilhelm Schmid, De kunst van het evenwicht. 100 facetten van levenskunst. 2005/2006]

Plaats een reactie